Het LOWI (Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit) heeft advies uitgebracht in de klacht van Buro Jansen & Janssen over het rapport van de Universiteit van Leiden van 2014 ‘Etnisch profileren in Den Haag. Een verkennend onderzoek naar opvattingen en beslissingen op straat’.
Volgens het LOWI is “het niet expliciet vermelden van afspraken met de politie Haaglanden en van het lidmaatschap van professor Van der Leun van de Adviesraad van de politie Haaglanden niet heel transparant te noemen.” In haar eindconclusie oordeelt het LOWI echter dat er geen sprake van een schending van de wetenschappelijke integriteit. Het LOWI advies heeft dan ook geen verdere consequenties voor onderzoeksleider Van der Leun.
Buro Jansen & Janssen diende een klacht in bij het LOWI, omdat het de totstandkoming van het Leidse rapport in strijd acht met de beginselen van eerlijkheid en zorgvuldigheid, controleerbaarheid, onpartijdigheid en onafhankelijkheid, zoals vastgelegd in de Gedragscode Wetenschapsbeoefening. Het LOWI is een onafhankelijk adviesorgaan dat de besturen van de bij het LOWI aangesloten instellingen adviseert over mogelijke schendingen van wetenschappelijke integriteit.
Het onderzoek van de Universiteit van Leiden en het optreden van professor Van der Leun zijn weinig transparant. De Universiteit van Leiden heeft het bestaan van de twee scripties die ten grondslag leggen aan het Leidse rapport altijd verzwegen, weigert deze openbaar te maken en wekt hiermee de indruk iets te verbergen te hebben. In het LOWI advies wordt het gebrek aan transparantie deels onderkend, maar het LOWI kan de indruk niet wegnemen dat er inderdaad iets te verbergen valt.
Notulen
Het LOWI advies is om meerdere redenen opmerkelijk. Volgens de notulen van de korpsdirectie Haaglanden (door Buro Jansen & Janssen van de politie Haaglanden verkregen via een WOB verzoek)
maakten de universiteit en de politie voorafgaande aan het onderzoek afspraken om een afbreukrisico te voorkomen wanneer het onderzoek zou wijzen op de mogelijke discriminatie door de Haagse politie.
Het LOWI beoordeelt de afspraken tussen de Universiteit van Leiden en de politie Haaglanden echter als ‘gebruikelijke en niet afwijkende afspraken’. Het LOWI lijkt zich vooral te baseren op de verklaringen van onderzoeksleider Van der Leun, volgens wie er afspraken zijn gemaakt over onder meer de zorgvuldigheid van formuleren en anonimisering van individuele politieagenten. Wanneer er alleen gebruikelijke en niet afwijkende afspraken zijn gemaakt, valt echter moeilijk in te zien waarom het niet vermelden hiervan in het rapport door het LOWI als niet heel transparant wordt beoordeeld.
Het LOWI maakt in haar advies niet duidelijk of het de in de notulen vermeldde afspraak als ‘gebruikelijk en niet afwijkend’ beoordeelt, of dat men aanleiding heeft om te twijfelen aan de juistheid van de notulen.
Belangenverstrengeling
Het LOWI beoordeelt het niet vermelden in het rapport van het lidmaatschap van professor Van der Leun van de Adviescommissie Politie Haaglanden als “niet heel transparant”, maar niet als een schending van de wetenschappelijke integriteit. Het LOWI beschouwt het lidmaatschap namelijk als “te weinig substantieel of concreet is om te veronderstellen dat Belanghebbende een persoonlijk belang zou hebben bij (de uitkomsten van) het onderzoek.” Dit is opmerkelijk, aangezien het adviseurschap van wetenschappelijk onderzoekers volgens artikel 5.3 van de Gedragscode Wetenschapsbeoefening vermeldt dient te worden in publicaties. Het LOWI maakt in haar advies echter niet duidelijk of het lidmaatschap van de Adviesraad beoordeelt als een adviseurschap zoals bedoeld in artikel 5.3 van de Gedragscode.
Het LOWI stelt in haar advies: “in redelijkheid kan niet worden gezegd dat de schijn van belangenverstrengeling is gewekt”. Uit via de WOB openbaar gemaakte documenten blijkt echter dat professor Van der Leun in juli 2013 het initiatief nam voor nauwere samenwerking met de politie Haaglanden door middel van het opstellen van een convenant, hetgeen in januari 2014 leidde tot de ondertekening van een Verklaring tot intentie van samenwerking. In het Leidse rapport wordt dit niet vermeld, hoewel mogelijke schijn van belangenverstrengeling volgens de Gedragscode altijd dient te worden vermeden dan vermeld in publicaties. Volgens het LOWI is er echter te weinig aanleiding om te twijfelen aan de onafhankelijkheid van Van der Leun.
Scripties
Uit via de WOB openbaar gemaakte documenten blijk dat het Leidse rapport is gebaseerd op veldwerk dat twee masterstudenten criminologie in 2012 ten behoeve hun scripties uitvoerden. Toen het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het Haagse gemeentebestuur eind 2013 de Tweede Kamer en de Haagse Gemeenteraad een onderzoek naar etnisch profileren toezegden, waren de scripties al afgerond en de conclusies van de scripties dus al bekend. De Universiteit van Leiden heeft nooit melding gemaakt van de scripties weigert om de scripties openbaar te maken en heeft de Tweede Kamer en de Haagse gemeenteraad herhaaldelijk onjuist en onvolledig geïnformeerd.
Het LOWI beoordeelt deze gang van zaken niet als problematisch en stelt: “De wijze waarop de scripties en het rapport in onderlinge samenhang tot stand zijn gekomen, is niet heel uitzonderlijk”. Volgens het LOWI was er “vanuit wetenschappelijke integriteit ook geen noodzaak om in het rapport expliciet melding te maken van de scripties.”
Het is opmerkelijk dat het LOWI in haar advies de overeenkomsten tussen het rapport en de scripties niet concreet benoemt. Volgens LOWI is het een “onjuiste aanname dat scripties en rapport grotendeels overeenkomen”, maar zijn “er inderdaad ook wel overeenkomsten”. Volgens het LOWI bevat het rapport andere onderzoeksvragen en nieuwe analyses, maar de onderzoeksvragen en conclusies van de scripties worden in het advies niet benoemd. Hiermee blijft onduidelijk welke onderzoeksvragen en analyses in het rapport nieuw zijn, en welke ook in de scripties voorkomen.
Het LOWI had op eenvoudige wijze meer duidelijkheid kunnen geven over de overeenkomsten en verschillen tussen het rapport en de scripties door ten minste de onderzoeksvragen en conclusies van de scripties in haar advies te benoemen, maar heeft dit nagelaten. Dit klemt daar enkele door de politie Haaglanden via de WOB openbaar gemaakte documenten indiceren dat de onderzoeksvragen en conclusies van het rapport en de scripties substantieel overeenkomen.
Gehele Observant #71 Niet Transparante Overheid en Wetenschap (pdf)
Het LOWI-advies 2017 nr. 9
Samenvatting van LOWI-advies 2017, nr. 9
Reactie op het verweerschrift van de Universiteit van Leiden van 10 april 2017
bezwaar besluit College van Bestuur Universiteit Leiden met betrekking tot formele klacht/melding rapport ‘Etnisch profileren in Den Haag? Een verkennend onderzoek naar beslissingen en opvattingen op straat’ van de Universiteit Leiden
Universiteit mag data geheim houden
Het onderzoek van Buro Jansen & Janssen naar het rapport van de Universiteit van Leiden
Antwoorden Burgemeester en Minister scheppen meer onduidelijkheid over etnisch profileren onderzoek Leiden
Wetenschappers in dienst van de overheid (kort)
Wetenschappers in dienst van de overheid
Professoren als spreekbuis van de politie (kort)
Professoren als spreekbuis van de politie
In vogelvlucht, Wetenschappelijk onderzoek naar politiediscriminatie
Besluit universiteit van Leiden Wob
Besluit op bezwaar universiteit van Leiden Wob
Besluit openbaar ministerie Wob
Besluit politie Wob
Besluit op bezwaar politie Wob
Besluit Ministerie van Veiligheid en Justitie Wob
Besluit op bezwaar Ministerie van Veiligheid en Justitie
Proactief politieoptreden vormt risico voor mensenrechten
Frank Bovenkerk (2014). Etnisch profileren.
Verkeerde aanpak onderzoek naar racisme bij Haagse politie
Etnisch profileren in Den Haag ?
De Nederlandse veiligheidscultuur als katalysator voor etnisch profileren
Haagse burgemeester: geweld geen structureel probleem
Bijeenkomst over discriminatie bij de politie afgeblazen na commotie
Je kunt niet concluderen dat er niet wordt gediscrimineerd door de politie
Is de politie nu wel of niet schuldig aan etnisch profileren