• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De wildlifebranche – 3. CRIMINALITEIT IN DE WILD-LIFE HANDEL

    3. CRIMINALITEIT IN DE WILD-LIFE HANDEL

    Volgens de CRI-AID (1994) bedraagt de omvang van de illegale
    handel in planten en dieren ongeveer 30% van de totale
    internationale wildlife handel. Australische schattingen spreken
    echter van een veel hoger percentage, namelijk 50%. Een groot deel
    van de internationale wildlifehandel betreft de illegale handel in
    niet bedreigde plant- en diersoorten. Of deze cijfers enigszins met
    de werkelijkheid overeenkomen is moeilijk te zeggen. Deze cijfers
    over de omvang van de smokkel zijn niet erg betrouwbaar omdat
    internationale statistieken ontbreken en de meeste smokkel zich in
    het verborgene afspeelt. Enerzijds kan het gebrek aan goede
    informatie tot gevolg hebben dat de illegale handel in de
    landelijke statistieken wordt onderschat, dan wel overschat.
    De genoemde aantallen slangen (10 miljoen) dat jaarlijks illegaal
    naar de afnemers zouden worden gesmokkeld, kunnen juist zijn, maar
    zijn zeer waarschijnlijk overdreven. Ook het internationale
    CITES-bureau moet geregeld gissen naar de omvang van de illegale
    wildlife. Internationaal moet het smokkelen van deze bedreigde
    dieren en planten wel worden aangenomen omdat biologen bij
    tellingen steeds minder dier- en plantsoorten waarnemen. Van den
    Berg e.a. (1995) noemen een bedrag van ruim 3 miljard gulden per
    jaar dat internationaal zou worden omgezet bij de smokkel van
    wildlife dieren en planten. De winsten worden door de CRI (1992) en
    andere organisaties per exemplaar zeer hoog genoemd. De inkoop van
    een schildpad kost bijvoorbeeld 5 dollar en de verkoop brengt
    ongeveer 200 dollar per stuk op. Voor bijzondere roofvogels wordt
    grif 20.000 gulden neergelegd, terwijl de stropers of de lokale
    bevolking met 100 gulden of minder genoegen moeten nemen. In
    hoeverre deze informatie juist is kan niet goed worden
    beoordeeld.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken