7.5. Witwassen en zwart maken
De Amsterdamse politie meent dat er een groot aantal
schijn-horecagelegenheden bestaat, die louter en alleen dienen om
geld uit het criminele circuit wit te wassen. Het gaat dan meestal
om coffeeshops en andere vormen van droge horeca; het starten van
een dergelijke onderneming is immers eenvoudig. De werkelijke omzet
van deze zaken is gering: volgens het HIT-team van de Amsterdamse
politie gaat er soms maar 1000 gulden per jaar in deze cafeetjes
om. Maar aan de belastingdienst worden forse omzetbedragen gemeld.
De uitbaters (vaak pachters) van dergelijke gelegenheden ontvangen
maandelijks een bedrag van de automatenexploitant (soms ook de
verpachter) om de zaak draaiende te houden, concludeerde het
HIT-team. De speelautomaten zouden hier de was doen; de opbrengst
uit de kasten is op papier op te voeren en de controle hierop is
niet sluitend. Het HIT-team maakt melding van een automaat die een
omzet van 180.000 per jaar zou maken. Volgens een woordvoerder van
Economische Zaken gaat er bij dergelijke hoge bedragen wel een
belletje rinkelen bij de belastingdienst. Echter, slechts door
middel van observatie ter plekke kan worden aangetoond dat de
bewuste automaat die omzet niet draait.
Volgens een gesprekspartner van Horeca Nederland lenen vooral
fictieve pachtconstructies zich uitstekend voor witwassen via
speelautomaten. Een horecagelegenheid wordt met wat brak hout
ingericht en voor pacht van de zaak met inventaris wordt op papier
een gigantisch bedrag gevraagd. In werkelijkheid betaalt de pachter
slechts een fractie van deze pachtsom, soms krijgt hij zelfs geld
toe om de zaak – met automaten – open te houden. Door bij de
belastingdienst hoge gok- en pachtinkomsten op te geven, kan zwart
geld worden gewit. Terwijl het caf in werkelijkheid nauwelijks iets
oplevert. Het bewijs is ook hier fragmentarisch, in de voorliggende
informatie van de landelijke politiekorpsen wordt niet meer dan
tweemaal expliciet gewag gemaakt van witwasconstructies. Overigens
geldt voor de methode van het witwassen via speelautomaten
hetzelfde als voor fictieve omzetverhoging in de horeca: de fiscale
kosten zijn hoog. Daarnaast kunnen speelautomaten worden gebruikt
om zwart geld te creren.
De Projectgroep Gokverslaving Rotterdam omschreef het zeer
subtiel in haar onderzoek (1992): Een niet onaanzienlijk deel
van de omzet uit speelautomaten vindt, zo is de – op
strafrechtelijke onderzoeken gebaseerde – indruk van Bijzondere
Wetten, niet zijn weg naar de Belastingdienst. Een caf-baas kan
een veel lagere omzet van zijn speelautomaat aan de belastingdienst
doorgeven, dan hij werkelijk gedraaid heeft; tellers zijn immers
niet verplicht en bovendien niet geijkt. En ook met de ingebouwde
maximale verliesbedragen per uur en de speeltijdbeperkingen kan
gerommeld worden; zo kunnen automaten de opsteller en uitbater
behoorlijk wat winst opleveren. Uit een actie van Venlose
belastingdienst bleken de werkelijke opbrengsten van speelautomaten
gemiddeld een kwart hoger te liggen dan werd opgegeven.