• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De branches horeca en gokautomaten – 3.9. Modegevoeligheid

    3.9. Modegevoeligheid

    De horeca is een branche die sterk aan mode onderhevig is. De
    smaak van het – veelal jonge – publiek wisselt snel en rigoreus.
    Het lijkt soms alsof de windrichting bepaalt welke zaken de
    places to be zijn en welke niet. In de jaren zestig
    verschenen de meeste bars en discotheken. Tien jaar later kwamen
    vooral de politieke en culturele (film-)cafs op en zij maakten in
    de jaren tachtig plaats voor de trendy Grand Cafs. Voor het jonge
    modegevoelige publiek verdwijnt het bruine caf steeds meer naar de
    achtergrond en dat merken de betreffende cafbazen. Nog steeds is
    bijna de helft van alle cafs bruin of middelbruin (Lenting &
    partners, 1990). Ook discotheken moeten bijblijven om hun publiek
    te blijven boeien. Het eens zo populaire Utrechtse Cartouch raakte
    op sterven na dood omdat de stijl niet meer naar de tijd werd
    aangepast. Inmiddels is de discotheek overgenomen en werden naam,
    interieur en identiteit totaal vernieuwd: de nieuwe zaak wordt druk
    bezocht. Waren tien jaar geleden de spiegelbal en verlichte
    dansvloer nog favoriet, tegenwoordig zijn deze interieurelementen
    hopeloos verouderd en dus fout. Er schieten mega-dancings
    uit de grond, zoals de Metropool in Rotterdam, waar veel meer
    mogelijk is dan dansen en drinken alleen; er is een coctailbar, er
    zijn snacks verkrijgbaar en worden shows opgevoerd. In veel grotere
    dancings zijn verschillende hoeken ingericht die ieder hun eigen
    sfeer ademen; van junglebar en ijssalon tot lasergame-room.
    Afgezien van de echte buurtcafs – waar zelfs het wassen van de
    gordijntjes klanten kost-, moet de ondernemer van een moderne
    horecagelegenheid flexibel zijn en zich naar de modes richten. Het
    publiek verwacht verrassingen en de conservatieve ondernemer gaat
    niet lang mee. Het is de vraag of een branche waarin veel kleine,
    onvermogende en laag opgeleide ondernemers opereren een dergelijke
    flexibiliteit kan opbrengen. Uit onderzoek (Lenting en Partners,
    1990) blijkt dat vooral de grotere ondernemer (hoge omzet, meer en
    grotere horecagelegenheden) regelmatig geld uitgeeft aan reclame om
    zijn zaak te promoten. Dezelfde ondernemer volgt de
    marktontwikkelingen, bezoekt regelmatig beurzen en is lid van
    Horeca Nederland. Zijn assortiment is breed, zowel op het gebied
    van voedstel en drank, als wat amusement aangaat. De kleine
    caf-eigenaar besteedt daarentegen nog geen honderd gulden per maand
    aan reclame (27%) en laat ook de meeste andere middelen om bij te
    blijven voor wat ze zijn. De gemiddeld korte levensduur van
    horecagelegenhedenspreekt boekdelen.

    House-parties

    Nieuwkomers op de markt horeca zijn de organisatoren van
    house-parties of schuurfeesten; grote dansfeesten die vaak door
    enkele duizenden jongeren tegelijk worden bezocht. De house-parties
    worden in korte tijd georganiseerd en vaak is de lokatie vooraf nog
    onbekend. Uitnodigingen voor deze feesten – zogenaamde flyers
    worden onder jongeren verspreid en deze vermelden vaak alleen een
    datum, tijd en startpunt. Vanaf dit vertrekpunt worden de bezoekers
    naar de feestlokatie geleid, vaak op afgelegen plekken zoals
    industrieterreinen en sportcomplexen. Voor deze evenementen is
    meestal geen toestemming aan autoriteiten gevraagd en de geldende
    voorschriften voor onder andere veiligheid, geluidsnormen en
    sluitingstijden worden zelden nageleefd. Dat is des te gevaarlijker
    omdat de house-parties hun aantrekkingskracht voor een groot deel
    ontlenen aan de pepmiddelen en andere drugs die gebruikt worden om
    de lange nacht prettig door te komen. House-parties duren vaak een
    etmaal lang, soms zelfs 24 tot 36 uur. De entreeprijs ligt
    doorgaans tussen de dertig en zestig gulden. In 1988 vond in
    Nederland de eerste house-party plaats. De horecabranche werd nogal
    overvallen door deze nieuwe vorm van massale vrijetijdsbesteding,
    maar ontwikkelde al snel een aantal richtlijnen voor gemeenten; zo
    wil Horeca Nederland dat alleen erkende horeca-ondernemers
    (ingeschreven bij het Bedrijfsschap) dergelijke feesten mogen
    organiseren en moeten de plaatselijke autoriteiten toestemming
    verlenen en voorwaarden stellen betreffende veiligheid en
    openingstijden. Het hangt echter van de gemeentelijke autortiteiten
    af of zij deze voorwaarden daadwerkelijk opleggen. De illegale
    house-parties leveren forse concurrentie voor de legale discotheken
    en bars en zijn Horeca Nederland dan ook een doorn in het oog.
    Volgens het Bedrijfsschap Horeca gaan er enkele tientallen
    miljoenen gulden om in het illegale feestenbedrijf.

    Inmiddels zijn de house-parties bij een groter publiek bekend
    geworden en storten grote, professionele party-organisatiebedrijven
    zich op deze sector: de feesten vinden meestal plaats in veemarkt-
    of sporthallen en voldoen dan (deels) aan de geldende
    voorschriften. Illegale feesten komen anno 1995 zelden meer voor.
    Er
    zijn verschillende stijlen house-parties; afhankelijk van de
    muzieksoort trekt ieder genre zijn eigen publiek, varirend van
    hoogmodisch avant-gardisme, de house-broeken van de
    friettent-jeugd tot de kaalgeschoren schedels van de
    gabbers. Op house-parties zijn de bezoekers gemiddeld zeer
    jong. De jongeren leggen grote afstanden af om de bekende
    house-parties te bezoeken en spenderen naar schatting 100 tot 150
    gulden per feestnacht, inclusief drugs.

    Restaurants

    Ook restaurantondernemers moeten de trends zorgvuldig bijhouden.
    Was het vroeger reuze modern om met de familie te gaan fonduen,
    tegenwoordig zijn de gourmet en steengrill populair. De
    modegevoeligheid van het buitenshuis eten geldt in sterke mate voor
    de talloze buitenlandse restaurants die ons land telt. De aloude
    Chinees-Indisch restaurants verliezen steeds meer terrein aan
    nieuwkomers zoals de Turkse, Argentijnse en Japanse keuken. Vooral
    de Griekse eethuizen zien hun publiek sterk teruglopen, terwijl de
    pizzeria’s nog steeds in trek zijn.

    De meest restaurant-keukens brengen Hollandse pot op tafel;
    ruim43 %. Maar het aantal restaurants met een buitenlandse keuken
    neemt per jaar toe. In 1994 zijn er weer 5 % meer buitenlandse
    eetgelegenheden dan in het voorgaande jaar. De Chinese en de
    combinatie van Chinees-Indische keuken zijn daarna het populairst:
    bijna achttien procent van alle maaltijdverstrekkers kookt Chinees
    of Chinees-Indisch. Er zijn in totaal ruim 2100 van dergelijke
    restaurants. De Chinees-Indische restaurants nemen nog steeds licht
    in aantal toe, maar het aantal Chinese maaltijdverstrekkers neemt
    af: er verdween vorig jaar 1 procent van deze restaurants. Daarna
    eet de Nederlander graag Frans; twaalf procent van alle restaurants
    heeft een Franse keuken. Ruim acht procent van de
    maaltijdverstrekkers in Nederland heeft de Italiaanse keuken; het
    aantal pizzeria’s neemt nog steeds toe, vorig jaar groeide het
    aantal Italiaanse eethuizen met zeven procent. De Griekse keuken
    staat op de vijfde plaats; het aantal Griekse restaurants nam in
    1994 met drie procent af, vergeleken met het voorgaande jaar. De
    overige buitenlandse keukens doen het goed; vooral de Turkse
    restaurants nemen in aantal toe. Het aantal Turkse
    maaltijdverstrekkers nam de afgelopen vier jaar 27 % toe en staat
    nu al op de vierde plaats. Verder valt de opkomst van Argentijnse,
    Surinaamse, Japanse en Koreaanse restaurants op. De Nederlandse en
    Franse keuken buiten beschouwing gelaten, ziet de top-tien van
    buitenlandse restaurants er als volgt uit:

    Tabel
    (Bedrijfschap Horeca, 1994)


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken