12.10 De rol van transporteurs
Grote transport-ondernemers worden met enige regelmaat benaderd
door verdachte opdrachtgevers, zo horen we van alle genterviewde
transporteurs. En ondernemer vertelt dat er op een dag Poolse heren
op de stoep stonden met de vraag of hij wel eens wat kon opslaan.
Hij heeft subtiel geweigerd met de smoes dat hij geen extra werk
nodig had. Een andere transporteur vertelt de nep-klanten er altijd
blind uit te kunnen halen, omdat ze zich niet als normale
opdrachtgevers gedragen. Ze wisselen niet de gangbare
vervoerstechnische gegevens uit en vragen vaak niet eens naar de
prijs.
Volgens de enige analyse die ons door de politie ter hand is
gesteld die exclusief gaat over n Nederlandse organisatie,
gevestigd in Midden-Nederland, houden drugshandelaren zich actief
bezig met de opsporing van bonafide transportondernemingen die
financieel in de knel zijn geraakt. Deze transporteurs worden
vervolgens benaderd met een financieel aantrekkelijk aanbod waarmee
ze snel uit de rode cijfers kunnen geraken. Volgens de betreffende
analyse gaat het om 7 bedrijven waarvan de politie zeker is en om 9
chauffeurs waarvan bekend is dat ze voor de organisatie hebben
gereden. In korte tijd werden deze bedrijven draagkrachtig en
groeiden explosief. Of er ondernemers zijn die ermee ophouden en
daarna hun bedrijf weer volledig legaal voortzetten, is niet
duidelijk.
Naast het benaderen van individuele chauffeurs, eigen rijders of
transportondernemingen, kunnen er dekmantelfirma’s worden opgezet,
speciaal voor smokkeldoeleinden. Volgens de CRI kopen onder andere
Turkse drugsbendes transportondernemingen op om ze vervolgens voor
de smokkel te gebruiken (CRI, 1993). Uiteraard is de voorgevel van
een dekmantelfirma zo legaal mogelijk en worden er normale heenen
terugvrachten geregeld om zo min mogelijk aandacht te trekken. Onze
gesprekspartner uit de smokkel opereerde met behulp van diverse
dekmantelbedrijfjes, speciaal voor de smokkel opgezet. Deze
ondernemingen wisselden legale transporten af met
drugszendingen.
Nep-bedrijven kenmerken zich vaak door onnauwkeurigheden in de
bedrijfsvoering, zoals een misleidende boekhouding en gebrekkige
bedrijfsoverzichten. Ze doen vaak veel contante betalingen en
hebben geen toegang tot de reguliere geldmarkt. Natuurlijk proberen
ze de overheid buiten te houden, wat naar voren komt doordat ze
geen gebruik maken van de voorzieningen van de wettige economie,
zoals subsidie-regelingen. Ze voeren geen tot weinig schriftelijk
berichtenverkeer, onthouden zich meestal van advertering en leggen
overeenkomsten zelden op papier vast. Ook het regelmatig wisselen
van boekhouder kan een indicator zijn voor malafide
bedrijfsvoering.
Malafide transportondernemingen vallen voorts op wanneer de
rij-route van de vrachtwagen onlogisch is: de truck maakt grote
omwegen of rijdt een seizoensgebonden route in de verkeerde tijd
van het jaar. Ook trucks zonder of met onvolledige lading wekken
argwaan. Ook kan een nepbedrijf zichzelf verraden door veel geld te
investeren in laagwaardige produkten. Een voorbeeld hiervan uit
politiegegevens is een diervoederbedrijf dat onevenredig vet wordt
gespekt. Tijdens transport naar Engeland blijkt er hash onder de
zakken kattebakzand te zitten. Smokkelfirma’s vallen verder op
doordat ze tijdens de rit nogal eens van chauffeur wisselen: vaak
vliegt een vervanger naar het land van wisseling, vlak voor de
grens. Ook veranderen smokkelende bedrijven de opschriften van de
wagens nogal eens, meestal nadat n van de drugstransporten is
onderschept. Het werken met charters komt in zo’n geval ook van
pas, want dan rijdt er een nieuwe – bij de douane onbekende –
wagen.