Gerben Bruinsma Universiteit Twente
VOORWOORD
De bouwnijverheid is een van de grootste bedrijfstakken waarin
ongeveer per jaar 60 miljard gulden omgaat. De aard van de
werkzaamheden maakt deze branche uiterst kwetsbaar voor infiltratie
door criminele groepen. In het buitenland zoals in Itali, Japan,
Colombia en de Verenigde Staten, heeft de georganiseerde misdaad
deze branche vrijwel volledig in handen. Aannemers worden gedwongen
protectiegelden te betalen, concurrerende legale bedrijven worden
met brandstichting en geweld uit de markt gewerkt en aanbestedingen
worden geregeld via corruptie bij publieke en private
opdrachtgevers.
In dit deelrapport wordt de vraag gesteld of de bouwnijverheid
te maken heeft met georganiseerde misdaad. Is in Nederland de
bouwnijverheid ook door criminele groepen als een aantrekkelijk
doelwit uitgekozen? Velen hebben de auteur wegwijs gemaakt in
wereld van koppelbazen, aanneemsommen, onderaanneming en de Wet
Ketenaansprakelijkheid. Ik dank de heren J. ten Wolde en P.
Wijbenga van het Sociaal Fonds Bouwnijverheid, de heer A. Kamp van
de Hout- en Bouwbond van de FNV, de heren P. Huizendveld en Ch. van
Van Vondelen van het ministerie van Sociale Zaken en
werkgelegenheid, de heer P. Boer van de Vereniging Registratie
Onderaannemers, de heer Van de Werf van de Fiod, P. van Rooij van
het Algemeen Verbond Bouwbedrijf, de heren M. Kruissink, G.
Paulides en G-J. Terlouw van het ministerie van Justitie, de heer
E. Kleemans, de dames C. de Boer en C. Hoekstra van het IPIT van de
Universiteit Twente.