• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De bouwnijverheid – 4.1. Grootschalige diefstallen van bouwmateriaal

    4.1. Grootschalige diefstallen van bouwmateriaal

    De vele op bouwterreinen aanwezige goederen en gereedschappen
    vormen aantrekkelijke doelwitten voor dieven. De prijzen van
    bouwmaterialen zijn meestal hoog en het gereedschap en de
    apparatuur zijn door hun hoge aanschafwaarde kostbaar. Daarom zijn
    zij aantrekkelijk om te worden gestolen en vervolgens aan helers te
    worden verkocht. In de VS worden door de georganiseerde
    criminaliteit als een van de afpersingsmethoden grootschalige
    diefstallen gepleegd (of zij laten dergelijke diefstallen door
    anderen uitvoeren). Grootschalige diefstallen houden voor een
    aannemer flinke verliezen in. Er ontstaan flinke vertragingen in
    het bouwproces (renteverlies) en verzekeringen zijn niet altijd
    bereid het gestolen materiaal (snel) te vergoeden. Een recent
    onderzoek van het ministerie van Justitie Inbraak in
    bedrijven
    geeft helaas geen enkele informatie over welke
    bedrijven slachtoffer worden van inbraken. Een eerder uitgebrachte
    onderzoek Bedrijfsleven en criminaliteit uit 1990 laat zien
    dat op grond van een slachtofferenqute de bouwnijverheid in
    1988 niet overgerepresenteerd is als slachtoffer van criminaliteit.
    In vergelijking met bedrijven uit andere bedrijfstakken geven
    bouwbedrijven aan in 33% van de gevallen slachtoffer te worden van
    inbraak, diefstal en andere vormen van criminaliteit, maar deze
    kans is lager dan die in andere economische sectoren. De
    bouwnijverheid heeft gemiddeld genomen een kleinere kans op
    slachtofferschap dan bijvoorbeeld de horeca, de autohandel, het
    transportwezen of de industrie.

    De meeste schade vloeit voort uit diefstallen van
    bouwmaterialen. Deze diefstallen worden voornamelijk door het eigen
    personeel gepleegd. Dit gegeven is voor een van de genterviewden
    aanleiding te stellen dat diefstal van bouwmaterialen en
    gereedschappen door eigen personeel in Nederland op grote schaal
    voorkomt. Hij wees er met name op dat – zeker gelet op het
    gemiddelde inkomen van deze beroepsgroep geen enkele beroepsgroep
    zo’n hoog percentage eigen woningbezit kent als bouwvakkers.
    Aannemers, zo zeggen ingewijden in de bouwnijverheid, houden met
    deze diefstallen rekening door meer bouwmateriaal te bestellen dan
    volgens het bestek noodzakelijk is. De opdrachtgever moet uiteraard
    voor deze extra uitgaven betalen. Diefstal door eigen personeel
    vormt ook een van de redenen voor aannemers om van diefstal zelden
    aangifte doen bij de politie. Uit diezelfde slachtofferenqute kwam
    naar voren dat het bij ongeveer de helft van de inbraken door
    daders van buiten blijft bij een poging (Bureau
    Criminaliteitspreventie, 1990, p. 36). Gegevens van een zeer
    recente slachtofferstudie onder bedrijven zijn afkomstig van een
    internationaal enqute-onderzoek (Van Dijk en Terlouw, 1995). In dit
    internationale empirisch onderzoek is ook een steekproef van 1139
    Nederlandse bedrijven betrokken. Van deze bedrijven waren 129 uit
    de bouwnijverheid afkomstig Noot . Slechts 18 van deze
    129 (14%) geeft aan in de periode van maart 1993 tot maart 1994
    slachtoffer te zijn geworden van diefstallen van bouwmateriaal van
    een bedrijfsterrein. Over de aard en de omvang van de schade van
    deze diefstallen valt op grond van het aanwezige materiaal niets te
    zeggen. Ook verzekeringsmaatschappijen kennen geen bijzondere
    analyse op grond waarvan de omvang van deze diefstallen kan worden
    nagegaan (zie ook het rapport van Bruinsma over de
    verzekeringsbranche).


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken