7. SAMENVATTING EN CONCLUSIES
De afvalbranche heeft zich in Nederland in relatief korte tijd
kunnen ontwikkelen van een marginale bezigheid naar een krachtige
economische sector. De omzet is groot en er valt veel geld te
verdienen aan de restanten van de welvaartsmaatschappij. Afval is
een inelastisch goed waardoor de bedrijven in zekere zin zelf de
prijs voor de verwerking kunnen bepalen. Het milieubeleid van de
Nederlandse overheid heeft aan de ene kant geleid tot het
opschroeven van de eisen die aan de verwerking van het afval werden
gesteld en aan de andere kant heeft zij aangestuurd op een
verregaande vorm van zelfregulering en privatisering zonder voor
een adequaat controlesysteem te zorgen. Bepaalde condities in de
afvalverwerkingsbranche hebben zich jarenlang redelijk ongestoord
kunnen ontwikkelen waardoor een gelegenheidsstructuur is ontstaan
die een voedingsbodem voor zware milieucriminaliteit vormt. Er zijn
veel instanties bij betrokken die door de branche-organisaties en
handige afvalverwerkers tegen elkaar worden uitgespeeld. In deze
branche zijn bedrijven actief die een monopoliepositie in de
afvalketen nastreven. Daarmee kan de prijs van afvalverwerking
worden verhoogd en kunnen (overheids)controles worden
bemoeilijkt.
Zware milieucriminaliteit wordt om twee redenen gepleegd: om
geld mee te verdienen en om bedrijfsproblemen op te lossen. Deze
bedrijfsproblemen ontstaan door de druk van de markt op de kleinere
bedrijven, verkeerde kostencalculaties en door de verscherpte eisen
van de overheid. De omvang van zware milieucriminaliteit kan in
Nederland nog niet op een betrouwbare en valide manier worden
geregistreerd. Bovendien worden veel milieu-overtreders veroordeeld
op grond van fraudes, valsheid in geschrifte en fiscale delicten en
maar zelden (nog) op milieucriminaliteit. De situatie in deze
branche moet zeker ernstiger worden ingeschat dan op grond van de
bekende gegevens kan worden aangenomen. Het gebeurt in deze branche
nog steeds dat gevaarlijk afval op het oppervlaktewater wordt
geloosd of illegaal vermengd met ander materiaal wordt gestort, dat
afval wordt verbrand terwijl dat niet mag, dat afval valselijk
wordt benoemd of illegaal naar het buitenland wordt
gexporteerd.
Het is zeer onwaarschijnlijk dat criminele groepen zich in de
afvalverwerkingsbranche hebben ingenesteld. Op grond van gegevens
verkregen uit interviews met brancheleden, vakbonden,
wetenschapsbeoefenaren en uit politiedossiers en uit dossiers van
het Milieu Bijstands Team en op grond van een antecedentenonderzoek
kan worden aangenomen dat de georganiseerde misdaad niet in deze
branche actief is (hoofdstuk 6). Een beschrijving van de daders aan
de hand van ons analyseschema wijst uit dat ernstige
milieuverontreinigers meestal familiebedrijven zijn die in de jaren
zestig en zeventig groot zijn geworden. De eigenaren hebben zelden
een hoge (technische) opleiding genoten en regeren met vaste hand
hun bedrijf op zo’n wijze dat tegenspraak niet wordt geduld en
loyaliteit royaal wordt beloond. De medeplichtigen zijn
(mede)directeuren, de boekhouder en ander personeel van het
bedrijf. Bijzondere aandacht verdienen de afvalmakelaars die
vrijwel ongecontroleerd afval kunnen verplaatsen. Zij opereren
steeds vaker internationaal waarbij het moeilijk is vast te stellen
of en waar het afval uiteindelijk wordt gestort, verbrand,
gecomposteerd of misschien illegaal gedumpt. Een Wet
Afvalketenaansprakelijkheid wordt node gemist.
Opvallend is dat veel afvalverwerkers weinig respect tonen voor
de overheid. Strafrechtelijke sancties lijken weinig uit te halen.
Boetes worden niet of zeer laat betaald. Voert de overheid de
sancties verder op dan wordt een andere tactiek toegepast: dreigen
het afval te laten liggen en niet meer te behandelen of dreigen met
vertrek van het bedrijf. Afvalverwerkers zoeken gericht naar
gedoogsituaties. Eerst wordt een kleine vergunning aangevraagd
waarna allerlei soorten afval worden geaccepteerd op het bedrijf.
Vervolgens wordt de vergunningverlener onder druk gezet om een
grote vergunning te verlenen. Gedogen (al dan niet gedwongen) werkt
collusie in de hand. De overheid wordt met het tijdelijk toelaten
als het ware medeplichtig aan de ongewenste situatie en dat maakt
het voor justitie achteraf weer moeilijker om strafrechtelijk te
vervolgen.
Afvalverwerkers die zich aan zware milieuverontreiniging
schuldig maken, doen er van alles aan om opsporing door de politie
of door andere instanties te voorkomen. Er worden verschillende
administraties bijgehouden, er wordt in codes gepraat, de
personeelsleden worden getraind wat te doen en te zeggen wanneer
inspecties worden uitgevoerd. Er worden bv-constructies bedacht om
zich af te schermen, katvangers gebruikt en tegen elke
overheidsbeslissing, hoe klein ook, worden alle juridische
registers opengetrokken en alle beroepsmogelijkheden optimaal
benut. Of dat laatste het gevolg is van een doelbewuste strategie
is kan moeilijk op grond van de gegevens worden beweerd. Effect
heeft het in ieder geval wel, want de verschillende overheden
worden flink beziggehouden. Afvalverwerkers worden bijgestaan door
een keur van deskundige juristen, technici, mediaspecialisten en
wetenschapsbeoefenaren en, niet vergeten, diverse
overheidsbestuurders worden als adviseur of als lid van de Raad van
Bestuur in de arm genomen. Daarmee wordt een belangenverstrengeling
bewerkstelligd die gemakkelijk kan afglijden tot corruptie.
De opbrengsten van illegale activiteiten in de
afvalverwerkingsbranche worden voornamelijk weer in het eigen
bedrijf genvesteerd of gebruikt voor een uitbundige levensstijl en
voor het kopen van de loyaliteit van het eigen personeel. De
salarissen van de eigenaar en bedrijfsleiders worden daarmee
aangevuld en in sommige gevallen worden de opbrengsten aan de
sponsoring van bijzondere evenementen uitgegeven.
Een belangrijke vraag die nog niet beantwoord is of in de
afvalverwerkingsbranche sprake is van georganiseerde misdaad. In de
CBO-inventarisatie zijn vier hoog georganiseerde criminele groepen
genoemd die zich systematisch zouden bezig houden met
milieumisdrijven. De analyse van dit deelrapport laat zien dat in
de afvalverwerkingsbranche gn sprake is van georganiseerde misdaad.
Geen van de bedrijven of organisaties die zich schuldig maken aan
milieudelicten voldoen aan de elementen van de omschrijving van
georganiseerde misdaad zoals die door de onderzoekers in hun
studies naar de georganiseerde misdaad wordt gehanteerd.
In alle 18 bestudeerde gevallen is sprake van
organisatiecriminaliteit, die uiteraard grote schade veroorzaakt
aan het fysiek milieu en de volksgezondheid. Het zijn in se
legale bedrijven die door illegaal gedrag proberen extra inkomsten
te verwerven of voor het bedrijf kosten te besparen. De wijze
waarop dat in een enkel geval gebeurt maakt duidelijk dat deze vorm
van organisatiecriminaliteit op diverse punten dicht in de buurt
van georganiseerde criminaliteit komt. Een van de belangrijkste
verschillen tussen georganiseerde criminaliteit en
organisatiecriminaliteit is dat bij de eerstgenoemde vorm gebruik
wordt gemaakt van intern en extern geweld en dat pogingen worden
ondernomen om zich te weer te stellen tegen overheidsoptreden door
middel van handige methoden om het criminele gedrag te
verheimlijken en/of om zich actief tegen de overheid te keren.
Bij de onderzochte malafide afvalverwerkingsbedrijven, hebben
wij geen aanwijzingen voor het gebruik van intern geweld kunnen
vaststellen. Maar op het personeel wordt wel veel druk uitgeoefend
door aan de ene kant diverse beloningen in het vooruitzicht te
stellen en aan de andere kant door te dreigen met ontslag of
overplaatsing naar onderdelen van het bedrijf waar de
arbeidsomstandigheden het slechts zijn.
Incidenteel is extern geweld naar de overheid waargenomen. De
gebruikte tactieken zijn als agressief te kwalificeren waarbij de
strategien erop zijn gericht om controles te bemoeilijken of zelfs
te verhinderen en om overheidsoptreden vrijwel onmogelijk te maken
door belangrijke personen op vitale posities in het openbaar
bestuur in te kapselen in het eigen bedrijf. In de
afvalverwerkingsbranche is te zien dat bepaalde vormen van
organisatiecriminaliteit dicht tegen georganiseerde misdaad aan
liggen. De analyses maken duidelijk dat in feite nooit sprake is
van zwart-wit situaties, maar dat eerder van glijdende schalen kan
worden gesproken waarop bepaalde vormen van criminaliteit kunnen
worden gepositioneerd. In de drie casussen is te zien dat illegale
activiteiten in de bedrijven langzaam maar zeker de overhand gaan
vormen boven legale activiteiten. Bedrijven kunnen zo afglijden
naar vormen van georganiseerde criminaliteit zoals wij die in deze
reeks studies hebben omschreven.
Op grond van het bovenstaande en de eerder in dit deelrapport
geconstateerde feiten en ontwikkelingen kan worden geconcludeerd
dat in de afvalverwerkingsbranche een zorgelijke situatie is
ontstaan.