5.3. Zelfregulering
De gebrekkige handhaving en controle op de naleving van die
wetten en regels worden pijnlijk zichtbaar wanneer de overheid,
zoals de laatste jaren is te zien, in de afvalbranche het principe
van zelfregulering gaat toepassen. Het milieubeleid loopt daarmee
niet uit de pas met het overige overheidsbeleid waarin een
herijking van de relaties tussen overheid en maatschappij plaats
vindt: de terugtredende overheid. De overheid is de laatste jaren
meer tot de overtuiging gekomen dat overreden beter is dan
straffen. Overreding gaat in die visie samen met een verinnelijking
van milieunormen (Aalders, 1994). Het vergunningenstelsel moet z
worden dat vergunningen en procedures het bedrijfsleven niet meer
onnodig belemmeren. Deze nieuwe aanpak belemmert wel het Openbaar
Ministerie in zijn vervolgende rol, omdat wanneer de ene overheid
een bepaalde gang van zaken toestaat, dat de andere overheid wel
heel moeilijk maakt voor dezelfde zaken een strafvervolging te
beginnen.
De afvalbranche heeft de gedachte van zelfregulering aangegrepen
als een kans om de overheid buiten de deur te houden. De instelling
van zogenaamde certificaten van kwaliteitszorg is aan de ene kant
een poging van branche-organisaties in eigen huis orde te scheppen
en regels te maken, aan de ander kant kan certificering worden
ontdoken door malafide afvalverwerkers, waarbij het certificaat als
dekmantel voor illegale activiteiten fungeert. Papier is nog altijd
geduldig en certificaten zijn niet afdwingbaar binnen de branche.
Zoals de CRI (1992) opmerkt zijn certificaten zeer fraudegevoelig
omdat zij zijn gebaseerd op gerechtvaardigd vertrouwen en niet op
goede controle. Certificaten kunnen valselijk worden opgemaakt,
oneigenlijk worden gebruikt, een werkwijze van afvalverwerking
omschrijven die niet is nagekomen en, niet onbelangrijk te
vermelden, certificaten kunnen eenvoudig worden gekopieerd.
Concluderend kan worden opgemerkt dat de overheid meer en meer
zaken overlaat aan de afvalbranche zelf en daarop wordt door
branche-organisaties ingespeeld met de instelling van
kwaliteitscertificaten. Deze certificaten geven, bij een gebrek aan
overheidscontrole, nauwelijks enige waarborg voor een ordentelijke,
niet illegale afvalverwerking.