• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De afvalverwerkingsbranche – 3.2. De afvalketen en de aard en de omvang van afvalstromen in Nederland

    3.2. De afvalketen en de aard en de omvang van afvalstromen in
    Nederland

    Al deze branche-ondernemingen houden zich bezig met de
    verwerking van afvalstromen binnen de zogenaamde afvalketen. Deze
    afvalketen moet worden geplaatst binnen de context van de
    afvalproduktie. De industrie heeft voor de produktie van goederen
    grondstoffen en energie nodig. Als reststof van die produktie
    blijft afval over. Zowel producent als consument produceert afval.
    Dit afval kan worden onderscheiden in (1) huishoudelijk afval, (2)
    bedrijfsafval, (3) chemisch afval, (4) bouw- en sloopafval en (5)
    radio-actief afval. Al dat afval wordt ingezameld, gesorteerd
    (gescheiden) om vervolgens te worden verbrand, gestort of via
    compostering en recycling weer geschikt te maken voor grondstof of
    energie voor produktie. In figuur 1 is te zien dat binnen dit
    afvalproduktieproces vier fasen kunnen worden onderscheiden: (1)
    het aanbod van afval, (2) de logistiek van het afval, (3) de
    verwerking van het afval en ten slotte (4) de afzet van het afval.
    Afval wordt geproduceerd door burgers, bedrijven en instellingen.
    Zij bieden dat afval aan in de vorm van huishoudelijk afval,
    bedrijfsafval, puin, grond en slib. Dit afval wordt ingezameld op
    stortplaatsen waarna het afval vervolgens, als het gaat zoals is
    afgesproken met de overheid, wordt gesorteerd en voor verdere
    overslag wordt gezorgd. Voor de uitvoering van deze drie fasen
    vormt transport een onmisbare schakel. Na de overslag kan worden
    besloten het afval voor langere tijd te storten, direct te
    verbranden of te recyclen (bewerken voor hergebruik; denk hierbij
    aan composteren). In de verwerkingsfase kan afval wederom worden
    verplaatst naar een andere bewerkingsvorm. Afval kan eerst worden
    gestort om daarna, wanneer er voldoende capaciteit is, te worden
    verbrand. Het afval dat is bewerkt voor hergebruik (recycling) kan
    vervolgens worden afgezet aan de industrie, landbouw of andere
    produktiebedrijven om daar dienst te doen als nieuwe grondstof voor
    produktie. Figuur 1: De afvalketen met afvalstromen en financile
    stromen

    Met de afvalstromen lopen parallel financile stromen. Bij elke
    pijl in de afvalketen worden financile transacties afgesloten. Voor
    de aflevering van afval dient te worden betaald (en de prijs
    variert per soort afval), voor het transport moet worden betaald en
    ook voor de verwerking van het afval. De industrie of andere
    producenten betalen als laatste in de afvalketen voor de
    grondstoffen die hen worden geleverd. Om milieucriminaliteit te
    kunnen plaatsen moet men
    Place text describing image 1 here!
    inzicht hebben in de soorten afvalstromen en de daarbij horende
    financile stromen. Gemeenten houden zich al jaren bezig met de
    inzameling van huisvuil en grof huisvuil. In de gemeentelijk
    afvalverordening worden de regels voor de huisvuilinzameling
    beschreven. Zo wordt daarin geregeld hoe door de bevolking het
    huisafval moet worden aangeboden en wanneer. Ook wordt in de
    verordening vastgesteld dat gemeentelijke reinigingsdiensten
    niet het recht hebben het (grove) huisvuil te doorzoeken.
    Wel wordt in veel gemeenten oogluikend toegestaan dat mensen of
    kleine bedrijfjes (kringloopwinkels) het grofvuil doorzoeken op van
    hun gading zijnd afgedankt materiaal. Dit weggenomen afval blijft
    in dat geval buiten de afvalstromen en het is dan mogelijk dat dat
    afval niet op milieuhyginisch verantwoorde wijze wordt verwerkt. De
    meeste gemeenten voeren het huisvuil nog steeds af naar een
    (regionale) stortplaats.

    In tabel 1 van de Appendix is te zien dat in 1993 ruim 23.400
    kton afval in Nederland is gestort, verbrand en gecomposteerd. In
    totaal werd er ruim 13.000 kton gestort, 2.900 kton verbrand en
    voor 6.600 kton puingebroken. Composteren heeft slechts betrekking
    op een klein deel van de totale hoeveel verwerkte afval. Uit
    diezelfde tabel is op te maken dat de aangeboden hoeveelheid afval
    de laatste drie jaren nauwelijks is gewijzigd. Wel blijkt er 14%
    meer te zijn verbrand in 1993 dan het jaar daarvoor. Het
    composteren is in drie jaar tijd verdrievoudigd. Het aanbod bij
    puinbrekers is nagenoeg niet veranderd.

    De totale hoeveelheid gestort afval in Nederland bedraagt 13.000
    kton (zie tabel 2 in de bijlage). De grootste categorien gestort
    afval in kton gemeten zijn huishoudelijk afval (3.200),
    bedrijfsafval (2.150), bouw- en sloopafval (2.100) en
    verontreinigende grond (2.150). Storten is in Nederland nog
    altijd het goedkoopst. Maar uit een oogpunt van milieubescherming
    is storten een slechte methode om zich van het afval te ontdoen.
    Het vergt veel schaarse ruimte, het landschap wordt erdoor ontsierd
    en er komen allerlei dieren op af (vogels, ratten). Ook kunnen
    stortplaatsen ernstige bodem- en waterverontreiniging veroorzaken.
    Om deze nadelen te beperken moeten stortplaatsen van de overheid
    volgens de zogenaamde IBC-criteria (isoleren, beheersen en
    controleren) storten: (a) de stort bol leggen en het
    afstromende regenwater opvangen; (b) het door de
    stort sijpelende regenwater opvangen en (c) de stort dagelijks
    samendrukken en met aarde afdekken. Dit wordt gecontroleerd storten
    genoemd. Bij oudere stortplaatsen wordt de stort nog vaak met
    plastic afgedekt omdat een drainage ontbreekt. Op 31 december 1993
    waren in Nederland 62 stortplaatsen in exploitatie, verkeerden 41
    in de aanlegfase en waren voor 10 nieuwe stortplaatsen aanvragen
    ingediend. Deze stortplaatsen zijn regionaal georganiseerd: regio
    Noord-Nederland, regio Midden-Nederland, regio Noord-Holland, regio
    Zuid-Holland en regio Zuid-Nederland. De stortcapaciteit is veel
    groter dan nodig. Zo wordt ruim 13.000 kton in 1993 gestort terwijl
    er voor 82.300 kton restcapaciteit bestaat en nog eens 46.400 kton
    in procedure.

    Met betrekking tot tabel 1 van de Bijlage dient wel het volgende
    te worden aangetekend. De getallen wekken de indruk dat wij te
    maken hebben met goed gescheiden soorten afvalstromen. Dit is
    echter niet waar. Noot Dit betekent dat het al bij de
    stort onduidelijk is met welk soort afval de ontvangende bedrijven
    van doen hebben of dat enige controle door de overheid ten aanzien
    van de gescheiden stort niet of nauwelijks kan worden gerealiseerd.
    Deze mengvrachten bieden, zoals wij later nog uitgebreid zullen
    zien, gelegenheid tot criminaliteit. Kijken wij naar de
    afzonderlijke afvalstromen dan valt op dat de hoeveelheid
    geproduceerde bedrijfsafval fors is afgenomen. Voor een deel is
    deze afname toe te schrijven aan de afvalpreventie door de hoge
    kosten, maar is voor een ander deel fictief door het mengen van
    afval en door veranderingen in de registratie van gestort afval. De
    hoeveelheden zuiveringsslib, reinigingsdienstafval en bouw- en
    sloopafval nemen toe en de hoeveelheid huishoudelijk afval neemt in
    de laatste jaren af. In de toekomst zal huisvuil niet meer mogen
    worden gestort. Het alternatief is dan composteren of
    verbranden.

    De storttarieven variren per categorie afval en stijgen elk jaar
    fors. Huishoudelijk afval is binnen n jaar van f.73,- per 1000 kilo
    gestegen naar f.93,-. Bedrijfsafval van f.80,- naar f.100,- per
    1000 kilo.

    In totaal wordt er in Nederland 2.150 kton verontreinigde grond
    gestort waarvan 825 kton is gereinigd en 620 kton kan worden
    hergebruikt buiten de stortplaatsen. Bij 56 stortplaatsen in
    Nederland wordt verontreinigde grond geaccepteerd. Daarvan wordt
    het meeste bij Dok/Verolme/Rotterdam (865 kton) en in Noord-Holland
    (183 kton), Overijssel (143 kton) en Limburg (142 kton) gestort. Er
    is echter maar 825 kton gereinigd, terwijl de capaciteit 1.300 kton
    was in die periode, weer volgens opgave van de VAVV. De reden voor
    deze ondercapaciteit is dat provincies niet over voldoende
    financile middelen beschikken om grond te laten reinigen. Wel is
    470 kton als afdek of tussendek op stortplaatsen gebruikt (22%). De
    verwerkingsprijs bedraagt ongeveer f.80,- voor het storten van
    vervuilde grond (varirend van f.4,- tot f.250,- per ton). De
    stortprijs verschilt sterk per regio en varieert per stortplaats.
    Deze verschillen leiden er in de praktijk toe dat afval dat moet
    worden gestort, over grote afstanden wordt vervoerd om een zo
    gunstig mogelijke prijsstelling te krijgen. Internationaal gezien
    zijn de prijsverschillen nog groter. Het is dus voor bedrijven
    aantrekkelijk in het buitenland te storten om de kosten zo laag
    mogelijk te houden.

    Zoals aangegeven bestaat het grootste deel van het aangeboden
    afval uit mengvrachten. Deze mengvrachten worden vaak
    verbrand. In de jaren zestig en zeventig zijn naast de
    verbrandingsinstallaties in Rotterdam en Amsterdam aan de rand van
    negen grote steden vuilverbrandingsinstallaties (AVI’s) gebouwd.
    Het doel van verbranden is te zorgen voor volumevermindering van
    het afval door het om te zetten in gassen en restprodukten
    (slakken). In de hete oven wordt van het vaste afval 75% omgezet in
    rookgassen, 23% in slakken en 2% in vliegstof. Deze gassen kunnen
    sterk bijdragen aan de zure regen. In het vliegstof kunnen
    gevaarlijke zware metalen en zeer kleine, maar uiterst giftige
    stoffen zitten. Tot voor enkele jaren konden AVI’s deze rookgassen
    onbelemmerd de lucht in stoten, maar sinds 1989 worden filters
    voorgeschreven. Het vliegas moet op een gecontroleerde stortplaats
    worden gestort. De eisen die daaraan worden gesteld, zullen de
    verwerkingsprijs in de toekomst sterk laten oplopen. In 1993 is in
    13 verbrandingsinstallaties in totaal circa 2.9 miljoen ton afval
    verbrand. In tabel 3 van de Bijlage is te zien hoe die 2.900 kton
    verbrand afval is verdeeld over de soorten afval. Het meeste
    verbrande afval in Nederland bestaat uit huishoudelijk afval. Het
    verbranden van bedrijfsafval neemt toe. Er bestaat in Nederland een
    grote variatie in prijzen per ton verbrand afval. De laagste
    vraagprijs voor verbranding van huishoudelijk afval bedraagt f.72,-
    en de hoogste f.230,-. De gemiddelde prijs voor verbranding van
    huishoudelijk afval ligt in Nederland op f.159,-. De
    verbrandingscapaciteit bedraagt 2.982 kton en wordt dus vrijwel in
    zijn geheel gebruikt. Meer afval betekent dus in wezen dat er meer
    verbrandingsinstallaties moeten komen. Recentelijk (27 april 1995)
    is door het Afval Overleg Orgaan (AOO) Noot in een
    ontwerp voor een tweede Tienjarenprogramma Afval 1995-2005 gesteld
    dat een uitbreiding van de verbrandingscapaciteit voor afval
    overbodig is. De reden hier is dat de afvalberg in 1994 – dank zij
    de gescheiden inzameling van GFT-afval – al met een miljoen ton per
    jaar is verminderd. Een andere vorm van afvalverwerking is het
    composteren. Composteren is het omzetten van
    groente-fruit-tuinafval (GFT) in compost. In totaal werd in
    Nederland in 1993.883 kton groente, fruit en tuinafval verwerkt tot
    compost. De prijs hiervoor bedroeg tussen de f.62,- en f.100,- per
    1000 kilo.

    Het composteren van (ongesorteerd) afval is in de loop der
    tijden moeilijker geworden doordat het steeds meer onverteerbaar
    materiaal bevat, zoals glas, blik, plastics en andere kunststoffen.
    Daarnaast zijn de normen voor compost strenger geworden. Dit houdt
    in dat het gehalte aan zware metalen drastisch omlaag moet wil men
    ook in de toekomst nog compost op de markt afzetten. Om de normen
    te halen is het belang van een aparte GFT-inzameling sterk
    toegenomen. Composteren is veel goedkoper dan verbranden.

    Met betrekking tot puinbreken kan worden opgemerkt dat er
    een capaciteit bestaat van 10.000 kton en dat daarvan slechts 65%
    wordt gebruikt.
    Samenvattend kan over de afvalketen in Nederland worden opgemerkt
    dat:
    1. er verschillende afvalstromen zijn;
    2. de prijs per afvalstroom sterk varieert;
    3. de prijs van elke bewerking per afvalstroom varieert;
    4. de prijs per gebied, per stortplaats, per
    verbrandingsinstallatie sterk varieert; 5. de
    afvalverwerkingscapaciteit in Nederland de laatste sterk is
    toegenomen; 6. de internationale prijsverschillen van punt 1 tot en
    met 4 zeer groot zijn; 7. het vaak niet mogelijk is een onderscheid
    te maken tussen huishoudelijk, industrieel bedrijfsafval,
    industrieel chemisch afval, enz. De afvalstromen zijn dus moeilijk
    te scheiden en kunnen gemengd worden aangeboden en verwerkt,
    terwijl de prijzen per afvalstroom verschillen.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken