Het volledige rapport van de enquêtecommissie
opsporingsmethoden en het Rijksrechercherapport RCID Kennemerland.
Bijna 5500 bladzijden, met een full-text zoekmogelijkheid.
Inzake Opsporing. Enquêtecommissie opsporingsmethoden
Bijlage I – Werkwijze en Procedures
Bijlage II – Verhoren 1-32
Bijlage III – Verhoren 33-59
Bijlage IV – Verhoren 60-93
Bijlage V – Opsporingsmethoden
Bijlage VI – Organisatie van de
opsporing
Bijlage VII – Eindrapport Georganiseerde
Criminaliteit in Nederland
Bijlage VIII – Deelonderzoek 1, Autochtone,
allochtone en buitenlandse criminele groepen
Bijlage IX – Deelonderzoek 2, Branches
Bijlage X – Deelonderzoek 3, Vrije
beroepsbeoefenaars, fraude en witwassen
Bijlage XI – Deelonderzoek 4, Situatie in
Amsterdam, Enschede, Nijmegen en Arnhem
Nu ook op deze site:
Rijksrechercherapport RCID
Kennemerland
Opsporing in Uitvoering
Het rapport van de Commissie
Kalsbeek
Buro Jansen & Janssen vult de van Traa site aan met het
onderzoek van Van de Bunt, Fijnaut en Nelen
Het strafrechtelijk onderzoek dat in 1996 werd gestart naar
aanleiding van de bevindingen van het onderzoek van de
rijksrecherche (het zogenaamde .Fort-team.) naar de gebeurtenissen
in de IRT-affaire, ging gebukt onder een gebrek aan een
eensluidende en duidelijke visie op het doel en de te volgen
strategie en tactiek. Tevens liepen bij gebrek aan een duidelijk
eenhoofdig gezag diverse onderzoekssporen hinderlijk door elkaar
heen en zijn de betrokken leden van het openbaar ministerie ernstig
met elkaar in aanvaring gekomen. De leiding van het OM heeft in de
betrokken periode (1996-1999) deze conflicten te lang op hun beloop
gelaten.
Tot deze conclusies komen de wetenschappers Van de Bunt, Fijnaut
en Nelen in het rapport Post-Fort; evaluatie van het
strafrechtelijk onderzoek (1996-1999), dat vandaag door de minister
van Justitie aan de Tweede Kamer is aangeboden. Het rapport is een
uitvloeisel van een toezegging van de minister aan de Kamer in 1999
naar aanleiding van de bevindingen van de Commissie-Kalsbeek. Deze
commissie constateerde destijds dat het strafrechtelijk onderzoek
dat in 1996 was gestart op basis van de bevindingen van het
onderzoek van het .Fort-team. stagneerde. Het doel van de evaluatie
was om het verloop van dit strafrechtelijk onderzoek -het
post-Fort-onderzoek- inzichtelijk te maken en lering te trekken uit
de gebeurtenissen voor toekomstige complexe onderzoeken. De
evaluatie bestrijkt de periode maart 1996 tot met juni 1999.
Post-Fort,
Evaluatie van het strafrechtelijk onderzoek (1996-1999), H. van de
Bunt, C. Fijnaut en J. Nelen
Deel I De
periode maart 1996 tot november 1997
Deel II
De periode november 1997 tot juni 1999
Ook in Belgie is er inmiddels onderzoek verricht naar de
georganiseerde misdaad en de bestrijding ervan.Verslag van de Belgische Senaat.
Inzake Opsporing op CD-ROM
Het Enquêterapport, het Rijksrechercherapport en een
selectie artikelen van buro Jansen & Janssen samen op een
CD-ROM. Met full-text zoekmogelijkheid. Te bestellen bij buro Jansen & Janssen.