• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Inhoud Bijlage IX

    Bijlage IX – Deelonderzoek 2

    Inleiding

    INLEIDING

    LITERATUUR

    De branche van het wegtransport

    1. ACHTERGRONDEN EN OPZET VAN HET
    DEELRAPPORT

    2. DE EUROPESE EN NATIONALE
    VERVOERSMARKT

    2.1. De sterke positie van Nederland:
    enkele cijfers
    2.2 De verhouding
    tussen de verschillende soorten van vervoer
    2.3 Beroepsvervoer en eigen vervoer
    2.4 Prognose

    3. DE NEDERLANDSE VERVOERSBRANCHE: NOG
    MEER CIJFERS

    3.1. Ondernemingen in aantal en
    grootte
    3.2 Bestemmingen

    4. DE ECONOMISCHE POSITIE VAN
    NEDERLANDSE TRANSPORTONDERNEMINGEN

    4.1 Rentabiliteitscijfers
    4.2 Faillissementen
    4.3
    Verkoopcijfers vrachtwagens

    5. OORZAKEN VAN DE SLECHTE ECONOMISCHE
    POSITIE VAN SOMMIGE BEDRIJVEN

    5.1. De toegenomen onderlinge
    concurrentie
    5.2 Van WAG naar
    WGW
    5.3 Benodigde diploma’s

    5.4 Kostenstijgingen
    5.5 De gevolgen van open grenzen Europa

    6. DE BRANCHE ALS SLACHTOFFER VAN
    DIEFSTAL EN OVERVALLEN

    6.1 De relevantie voor het
    onderzoek
    6.2. Diefstal en
    overvallen

    7. HET KARAKTER VAN DE
    BRANCHE

    7.1 De bedrijfscultuur van de
    transportondernemer
    7.2 De
    chauffeurscultuur

    8. DE ECONOMISCHE POSITIE VAN DE
    WEGVERVOERSBRANCHE: CONCLUSIE

    9. LEGALE MANIEREN OM HET HOOFD BOVEN
    WATER TE HOUDEN

    10. CRIMINALITEIT IN DE
    VERVOERSBRANCHE: CAO-FRAUDE EN WURGCONSTRUCTIES

    11. EUROFRAUDE IN DE
    VERVOERSBRANCHE

    11.1 Documenten
    11.2 Expediteurs
    11.3
    Landbouwfraude
    11.4 Grootschalige
    belastingfraude
    11.5 Fraude door
    onjuiste benaming
    11.6
    BTW-fraude
    11.7
    Combinaties

    12. SMOKKEL

    12.1. Nederlandse gedetineerden in het
    buitenland
    12.2 Drugssmokkel

          12.2.1 Nederwiet
          12.2.2 Hash en marihuana
          12.2.3 Harddrugs
    12.3 Andere vormen van smokkel: wapens en
    mensen
    12.4 Waar zit de smokkelwaar
    verstopt?
    12.5 Preventief beleid
    transporteurs
    12.6 Corruptie

    12.7 Rippen
    12.8 De organisatie van smokkeltransporten

    12.9 Chauffeurs en eigen rijders

    12.10 De rol van transporteurs

    12.11 Geweldsgebruik
    12.12 De omvang van het probleem

    13. CONCLUSIE

    13.1. De schade voor de branche

    13.2 Slotconclusie

    LITERATUUR

    De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol

    VOORWOORD

    1. INLEIDING

    2. DE NEDERLANDSE ZEE- EN
    LUCHTHAVENS

    2.1. De Rotterdamse haven
    2.2. De luchthaven Schiphol

    3. HET CRIMINALITEITSBEELD IN DE
    HAVENS

    3.1. Criminaliteit in de Rotterdamse
    haven
    3.2. Criminaliteit op de
    luchthaven Schiphol

    4. DE HAVENS ALS AAN- EN DOORVOERROUTES
    VOOR ILLEGALE MARKTEN

    4.1. Internationale smokkelroutes

    4.2. De Rotterdamse Haven
     
        4.2.1. De aard en omvang van smokkel van drugs
          4.2.2. De aard en omvang van smokkel van
    andere goederen en van personen
    4.3. De luchthaven Schiphol
     
        4.3.1. De aard en omvang van smokkel van drugs
          4.3.2. De aard en omvang van mensensmokkel
    Noot

    5. GEORGANISEERDE MISDAAD IN DE
    HAVENS

    5.1. De Rotterdamse haven
    5.2. De luchthaven Schiphol
       
      5.2.1. De beveiliging
          5.2.2. Medewerking aan smokkel

    6. SAMENVATTING EN
    CONCLUSIES

    LITERATUUR

          BIJLAGE

    De autobranche en (vracht)autocriminaliteit

    VOORWOORD

    1. ACHTERGRONDEN EN OPZET VAN HET
    DEELRAPPORT

    2. HET NEDERLANDSE WAGENPARK EN DE
    AUTOBRANCHE

    2.1. Het Nederlandse wagenpark

    2.2. De organisatie en structuur van de
    autobranche in Nederland
    2.3. De
    economische toestand van de autobranche

    3. CRIMINALITEIT IN DE
    AUTOBRANCHE

    3.1. De autobranche als slachtoffer van
    criminaliteit
    3.2 De autobranche als
    dader: organisatiecriminaliteit

    4.
    (VRACHT)AUTODIEFSTALLEN

    4.1. Achtergronden van
    autodiefstallen
    4.2. Autodiefstallen:
    aantallen en ontwikkelingen
    4.3.
    Terugvindpercentages gestolen auto’s
    4.4. Schatting van het aandeel van criminele groepen
    in autodiefstallen
    4.5. Omvang van de
    schade in Nederland door professionele autodieven

    5. CRIMINELE GROEPEN EN
    AUTODIEFSTALLEN

    5.1. De aantrekkelijkheid van
    autodiefstallen voor criminele groepen
    5.2. Gespecialiseerde autodiefstalgroepen

    5.3. Werkwijzen bij autodiefstallen

    5.4. De autobranche als object van
    infiltratie door criminele groepen
    5.5. Nevenactiviteiten van groepen

    6. DE OPSPORING VAN GESTOLEN
    AUTO’S

    6.1. Meldingssystemen van gestolen
    auto’s
    6.2. De commercie

    6.3. Corruptie en smeergelden bij de
    opsporing van gestolen auto’s

    7. SAMENVATTING EN
    CONCLUSIES

    LITERATUUR

          Appendix

    De branches horeca en gokautomaten

    1. ALGEMENE INLEIDING

    2. OMGEVINGSKENMERKEN VAN DE BRANCHE
    HORECA

    2.1. Inleiding
    2.2. Misdaad, wapenbezit en geweld
    2.3. Drugs en alcohol
    2.4. Gestolen goederen en heling
    2.5. De behoefte aan kapitaal

    3. EXTERNE EN INTERNE KENMERKEN VAN DE
    BRANCHE

    3.1. Inleiding
    3.2. De economische positie
    3.3. De toetredingseisen
    3.4. Kapitaalverstrekking
    3.5. Brouwerijen
    3.6.
    Organisatie van de branche
    3.7.
    Houding ten opzichte van autoriteiten
    3.8. Publieke toegankelijkheid
    3.9. Modegevoeligheid

    4. CRIMINALITEIT IN DE
    HORECA

    4.1. Inleiding: kwetsbaarheid in de
    branche
    4.2. Protectie

    4.3. Gedwongen overnames
    4.4. Witwassen
    4.5.
    Horeca als ontmoetingsplaats
    4.6.
    Afzet van harddrugs
    4.7.
    Heling
    4.8. Pachtconstructies die
    verworden tot wurgconstructies

    5. DE SCHADE

    6. DE
    GOKAUTOMATEN-BRANCHE

    6.1. Inleiding
    6.2. Het beleid
    6.3. De
    speelautomatenmarkt algemeen
    6.4.
    Voorwaarden en vergunningen
    6.5. Het
    imago van de branche
    6.6. De
    VAN

    7. CRIMINALITEIT IN DE
    SPEELAUTOMATEN-BRANCHE

    7.1. Inleiding
    7.2. Illegale plaatsing en illegale gokkasten

    7.3. Verpachting en leningverstrekking die
    verworden tot wurgconstructies
    7.4.
    Clustering en concentratie-vorming
    7.5. Witwassen en zwart maken

    8. CONCLUSIE

    LITERATUUR

          APPENDIX

    De bouwnijverheid

    VOORWOORD

    1. INLEIDING

    2. DE AANTREKKINGSKRACHT VAN DE
    BOUWNIJVERHEID OP DE GEORGANISEERDE MISDAAD

    2.1. De vakbonden in de
    bouwnijverheid
    2.2. De onderhandeling-
    en overlegstructuur
    2.3. De hevige
    onderlinge concurrentie
    2.4. De hoge
    kosten van vertragingen
    2.5. De
    kwetsbaarheid van het bouwproces

    3. DE BOUWNIJVERHEID IN
    NEDERLAND

    3.1. De structuur en organisatie van de
    bouwnijverheid
    3.2. Het
    bouwproces
    3.3. De
    vakbonden

    4. DE BOUWNIJVERHEID ALS SLACHTOFFER
    VAN CRIMINALITEIT

    4.1. Grootschalige diefstallen van
    bouwmateriaal
    4.2.
    Vernielingen
    4.3. Geweld.

    4.4. Ontvoeringen
    4.5. Liquidaties
    4.6.
    Bomaanslagen en brandstichtingen
    4.7.
    Intimidatie
    4.8.
    Afpersing

    5. DE BOUWNIJVERHEID EN
    ORGANISATIECRIMINALITEIT

    5.1. Fraudes door werkgevers

          5.1.1. Fraude via een rechtsvorm
          5.1.2. Fraude door malafide inlening en
    onderaanneming
          5.1.3. Contributieve fraude
          5.1.4. Informatieve fraude
    5.2. Overige vormen van
    criminaliteit

    6. KOPPELBAZERIJ IN DE
    BOUWNIJVERHEID

    7. GEORGANISEERDE CRIMINALITEIT IN DE
    BOUWNIJVERHEID?

    7.1. Infiltratie, afpersing en protectie
    in de bouwnijverheid
          7.1.1. De
    gelijkenis van de organisatie en de structuur van de bouwnijverheid
    in Nederland.
          7.1.2. Het vrkomen van afpersing,
    brandstichting, bommeldingen en bomaanslagen,
          7.1.3. Het op grote schaal vrkomen van fraudes
    in de bouwnijverheid.
          7.1.4. Het vrkomen van koppelbazerij.
          7.1.5. Het vrkomen van faillissementen.
          7.1.6. Het betalen van protectiegelden.
          7.1.7. Het op grote schaal voorkomen van
    corruptie.
          7.1.8. Het voorkomen van buitenlandse
    criminele groepen in de bouwnijverheid.
    7.2. Infiltratie en afpersing van
    vakbonden

    8. SAMENVATTING EN
    CONCLUSIES

    LITERATUUR

          BIJLAGE

    De afvalverwerkingsbranche

    VOORWOORD

    1. INLEIDING

    2. DE MILIEUBRANCHE

    3. ORGANISATIE EN STRUCTUUR VAN DE
    AFVALVERWERKINGSBRANCHE

    3.1. Soorten bedrijfstakken in de
    afvalverwerkingsbranche
    3.2. De
    afvalketen en de aard en de omvang van afvalstromen in
    Nederland
    3.3. De economische situatie
    van de afvalverwerkingsbranche

    4. DE AFVALCRIMINALITEIT

    4.1. De definiring van zware
    milieucriminaliteit
    4.2. Soorten
    milieucriminaliteit: de officile cijfers

    5. DE GELEGENHEIDSSTRUCTUUR VAN DE
    AFVALVERWERKINGBRANCHE

    5.1. Achtergronden van het milieubeleid
    van de overheid
    5.2. De complexe wet-
    en regelgeving en de handhaving daarvan
    5.3. Zelfregulering
    5.4. Convenanten
    5.5.
    De rol van afvalmakelaars
    5.6. De
    invloed van de branche-organisaties
    5.7. De internationale context
    5.8. Kartel- en monopolievorming in de
    afvalbranche
    5.9. Samenvatting van
    risico’s van de afvalbranche voor criminaliteit

    6. DE AARD EN OMVANG VAN ZWARE
    MILIEUCRIMINALITEIT IN DE AFVALVERWERKINGSBRANCHE

    6.1. De aard van criminele
    activiteiten
    6.2. De zaakanalyses van
    de afvalverwerkingsbranche
          6.2.1. Het
    dossieronderzoek
          6.2.2. De werkwijzen
          6.2.3. Afscherming tegen de overheid

    7. SAMENVATTING EN
    CONCLUSIES

    LITERATUUR

          APPENDIX

    De verzekeringsbranche

    VOORWOORD

    1. INLEIDING: ACHTERGROND EN OPZET VAN
    DE STUDIE

    2. DE
    VERZEKERINGSBRANCHE

    2.1. Aard en omvang van de
    verzekeringsbranche
    2.2. De
    organisatie van de verzekeringsbranche
    2.3. Ontwikkelingen in de
    verzekeringsbranche

    3. VERZEKERINGSFRAUDE NADER
    GEANALYSEERD

    4. VERZEKERINGSFRAUDE DOOR CRIMINELE
    GROEPEN?

    4.1. Literatuuronderzoek
    4.2. De zaakanalyses
    4.3.
    Soorten verzekeringen en fraudes

    5. CONCLUSIES

    LITERATUUR

          APPENDIX

    De wildlifebranche

    VOORWOORD

    1. INLEIDING: ACHTERGRONDEN EN OPZET VAN
    HET ONDERZOEK

    2. ACHTERGRONDEN VAN DE
    WILDLIFEBRANCHE

    3. CRIMINALITEIT IN DE WILD-LIFE
    HANDEL

    3.1. De officieel geregistreerde
    wildlifecriminaliteit
    3.2. Soorten van
    criminele activiteiten
    3.3.
    Zaakanalyse in de wildlifebranche

    4. CONCLUSIES

    LITERATUUR

    De illegale handel in nucleair materiaal

    1. INLEIDING: ACHTERGRONDEN EN OPZET VAN
    HET ONDERZOEK

    2. DE ILLEGALE HANDEL IN NUCLEAIR
    MATERIAAL

    3. CONCLUSIES

    LITERATUUR


    inhoudsopgave en zoeken