6.3. De afwezigheid van georganiseerde criminele
activiteiten
De situatie inzake de aard, ernst en omvang van de
georganiseerde criminaliteit kan ook worden beschreven in termen
van wat niet voorkomt. Noot Zoals gezegd, komen
vormen van racketeering in legale branches vermoedelijk niet voor.
Ook de aan georganiseerde misdaad geparenteerde vormen van geweld
komen slechts op beperkte schaal voor. Van het voorkomen van andere
activiteiten die kenmerkend zijn voor de georganiseerde misdaad in
andere landen, zoals loan-sharking, illegale loterijen en
gokgelegenheden op
grote schaal, is ons weinig ter ore gekomen.
Het is van belang te onderstrepen dat sommige allochtone groepen,
die vaak met georganiseerde misdaad in verband worden gebracht, of
allochtone groepen uit de buurlanden nauwelijks in de drie steden
opereren. Een van de opmerkelijke bevindingen is dat er geen Duitse
criminele groepen actief zijn. Je zou op zijn minst in
grensgebieden toch wel enige grensoverschrijdende activiteiten van
criminele groepen mogen verwachten. Er zijn echter geen
aanwijzingen dat Duitse misdadigers georganiseerd in groepen in de
steden werkzaam zijn. De reden zou kunnen zijn dat het Duitse
achterland van Enschede, Arnhem en Nijmegen relatief dun bevolkt is
en dat Duitse criminele groepen voornamelijk hun aandacht richten
op het dichtbevolkte Ruhrgebied. Het Bundeskriminalambt wijst in
haar rapportage op de concentratie van de georganiseerde misdaad in
het gebied met de steden Dsseldorf, Dortmund, Keulen waar de meeste
kansen liggen om op illegale wijze geld te verdienen (BKA, 1990).
Politiemensen met een lange staat van dienst kunnen zich nog wel
herinneren dat er in de jaren zestig schuchtere pogingen zijn
ondernomen door Duitsers om in de steden te penetreren. Na enige
schermutselingen schijnen zij zich snel weer op hun eigen
grondgebied te hebben teruggetrokken. Het is vermoedelijk eerder zo
dat Duitsland meer te maken heeft met Nederlandse criminele groepen
dan andersom. Ook van de aanwezigheid van Belgische,
Scandinavische, Engelse of Franse criminele groepen zijn nauwelijks
sporen aangetroffen. Er zijn wel drugtransporten naar die landen
die door de Enschedese, Nijmeegse en Arnhemse groepen worden
georganiseerd, maar deze handel heeft niet geleid tot het overkomen
van criminele groepen uit die landen naar hier. Ook de Italiaanse
mafia is niet aanwezig in deze steden. De expansie van de
Italiaanse mafia in Europa heeft de Italianen vrijwel direct naar
Amsterdam geleid zonder eerst in de grenssteden pogingen te
ondernemen om de markt te verkennen. Opmerkelijk is wel dat de
koppelbazen uit Nijmegen nooit te maken hebben met hun Italiaanse
collega’s in de Duitse bouwnijverheid. Hoewel de Italiaanse mafia
koppelbazerij in Belgi en Frankrijk verricht, blijven deze
activiteiten in Nederland en Duitsland buiten haar werkterrein. Van
andere, ons bekende Europese criminele groepen is wel de
aanwezigheid door ons gesignaleerd. Ex-Joegoslaven houden zich
bezig met autodiefstallen (Enschede), met ripdeals (Enschede en
Nijmegen) en proberen Oosteuropese vrouwen te plaatsen binnen de
lokale prostitutie van de steden. In Enschede hebben
ex-Joegoslaven, in het bijzonder Serven en Kroaten een aantal jaren
geleden geprobeerd de lokale exploitant te intimideren in een
poging om de clubs over te nemen. Dat is toen niet gelukt, maar na
de dood van de grootste exploitant vreest de politie dat
Joegoslaven nogmaals pogingen zullen ondernemen. Hun gewelddadige
imago bezorgt menigeen in de plaatselijke onderwereld en de politie
grote zorgen.
In Arnhem heeft de politie een, tot dusverre, succesvolle
methode gebruikt om dat gevaar te keren. Omdat de politie vermoedt
dat Joegoslaven als eerste stap voor een geslaagde penetratie
proberen vrouwen (gedwongen) te plaatsen in de prostitutie, wordt
elke prostitue uit Oost-Europa bij aanwezigheid direct het land
uitgezet. Noot Er zijn hierover afspraken gemaakt met de
exploitanten en de politie voert dit beleid stringent uit.
In Nijmegen zijn tot dusverre, op het geval van de Poolse
vrouwenhandel na, geen Oosteuropese prostitues werkzaam en van de
aanwezigheid van Joegoslaven is daar nog geen spoor aangetroffen.
Andere, elders in Nederland wel actieve, buitenlandse groepen zijn
niet opgemerkt in de drie steden. Colombianen hebben geen mensen in
het oosten gestationeerd. De rol van hen blijft beperkt tot de
levering van cocane aan Surinamers en Antillianen en marihuana aan
diverse autochtone groepen. De Colombianen blijven op de
achtergrond en regelen, zo wordt vermoed, hun zaken vanuit
Amsterdam en Den Haag, waar diverse Colombianen woonachtig zijn. De
Colombianen hoeven ook geen eigen mensen in het oosten te plaatsen
(met alle risico’s tot ontdekking die dat met zich meebrengt) omdat
de lokale cocanemarkt te klein is. De Arnhemse Turks-Koerdische
families ruilen met de Colombianen herone tegen cocane, maar de
transacties worden voornamelijk in de Randstad afgewikkeld.
Van Nigerianen en Ghanezen of andere bekende Afrikaanse
criminele groepen is geen teken van aanwezigheid aangetroffen. In
Nijmegen is wel in zeer korte tijd een concentratie van Somalirs in
de binnenstad opgekomen. De opening van een discotheek waar enkele
Somalirs verse qat verkopen, heeft geleid tot een toestroom van
enkele honderden Somalirs uit heel Nederland die zijn neergestreken
in de stad en daar samenkomen. In hoeverre zij zich inlaten met
georganiseerde criminele activiteiten is bij de politie
onbekend.
De Chinese triades hebben in Nederland al een lange traditie
(zie het deelrapport van Bovenkerk en Fijnaut over de allochtone
groepen). Volgens zegslieden houden de lokale Chinezen zich nog
altijd bezig met drie activiteiten: illegaal gokken, afpersing van
landgenoten, leningen verstrekken tegen woekerrentes en
mensensmokkel. Over de aard en de omvang tast men in het duister
omdat deze groep moeilijk is te doorgronden en moeilijk op te
sporen. Dat er allerlei zaken verkeerd zitten, leidt men af uit een
aantal liquidaties die in het Chinese milieu in het oosten van het
land zijn uitgevoerd. De Chinezen spelen in Arnhem verder geen
enkele rol van betekenis. Ook daar zijn hun landgenoten hun
slachtoffer. Voor Nijmegen en Enschede geldt ongeveer hetzelfde. In
deze steden heeft de politie weinig kijk op de kleine Chinese
gemeenschap die niet is gentegreerd met de Nederlandse samenleving.
Bij diverse opsporingsinstanties heeft men kennis van het feit dat
illegalen werkzaam zijn in de keukens van de restaurants. Als het
grote toekomstige gevaar worden door alle korpsen de Russische
mafiagroepen gezien. De dreiging is voor de politie nog redelijk
vaag. Slechts de basispolitiezorg in de wijkbureaus heeft te maken
met Russische en andere Oosteuropese daders. In alle drie korpsen
worden steeds vaker inbrekers, fraudeurs, zakkenrollers en
autodieven uit die landen aangehouden. Vroeger, dat wil zeggen voor
1992, kwam dat nooit voor. De overvallen op landgenoten langs de
autosnelweg de A1 (Enschede-Amsterdam) en Russische groepen die
zich inlaten met autodiefstallen in het hele land, wijzen op een
grotere betrokkenheid van Russen in het oosten van Nederland.
Verder kopen Russen met contant geld onroerend goed op in de buurt
van Nijmegen en Enschede en kopen zij bij boeren in de omgeving met
dollars vee op tegen zeer aantrekkelijke prijzen. Maar al deze
gebeurtenissen wijzen op zich niet op de aanwezigheid van de
Russische mafia in het oosten van het land. De afdeling
fenomeenonderzoek van het Kernteam Noord- en Oost-Nederland gaat
thans na of, en zo ja in hoeverre, Russische criminele groepen in
Nederland actief zijn, of mogelijk op korte termijn worden. Het BKA
te Wiesbaden meldt in zijn rapporten dat steeds meer criminele
groepen uit het voormalige oostblok in Duitsland worden
gesignaleerd. In het oosten van Nederland zullen vermoedelijk de
eerste tekenen waargenomen moeten worden (Bruinsma, 1994), omdat de
Russische groepen tot dusverre via asielzoekerscentra aldaar legaal
Nederland proberen binnen te komen.