4.3. Verschijningsvormen
4.3.1. Harddrugs
Nijmegen neemt in de heronehandel vergeleken met Arnhem een
tweederangs positie in. Dit is vermoedelijk toe te schrijven aan
het feit dat de Turkse gemeenschap in Nijmegen in hoofdzaak niet
van Koerdische komaf is. Veel van de circa 3.500 in Nijmegen
woonachtige Turken zijn zogenaamde Zwarte Zee Turken. Zij komen
voornamelijk uit het oostelijke, bergachtige gedeelte. Enkele
honderden zijn afkomstig uit een aldaar gelegen dorpje.
In het eerste begin van de opkomst van de herone in Nijmegen
(medio jaren zeventig) was er Chinese herone op de markt. Enkele
Molukse jongeren zouden actief zijn geweest in het verhandelen van
herone in de stad. Niet lang hierna hebben enkele in Nijmegen
woonachtige Turkse groepen de handel in en rondom Nijmegen
gedomineerd. In de gesprekken komt naar voren dat de handel niet
piramidaal georganiseerd is. Hoewel er enkele kernfiguren zijn
rondom wie grote activiteiten gaande zijn, is de handel niet het
exclusieve domein van enkele groepen. In plaats van groepen zou
-volgens de respondenten- beter van netwerken gesproken kunnen
worden. Het woord netwerken zou veel beter het los-vast karakter
van de onderlinge relaties (vast op het moment dat het nodig is)
tot uitdrukking brengen en bovendien de betrekkelijke openheid van
de relaties aangeven. Hiermee brengt men onder woorden dat de
activiteiten in de drughandel niet tot een kleine kring beperkt
blijven die zich duidelijk afgrendelt van de buitenwereld, maar dat
de spreiding onder leden van vooral de Turkse gemeenschap
betrekkelijk groot is. De schattingen van betrokkenheid lopen sterk
uiteen, maar over een ding is men het eens: betrekkelijk veel leden
van de Turkse gemeenschap zijn vermoedelijk op enigerlei wijze
betrokken bij de drughandel; ofwel door er direct economisch
profijt uit te trekken, ofwel door op allerlei manieren hand- en
spandiensten te verlenen aan de handelaren.
Op ons verzoek is door de Nijmeegse politie een uitdraai gemaakt
van alle personen die in het bestand van de RCID Noot en
in een bestand van de drugsafdeling (Druwa) Noot vanaf
1991 tot september 1995 geregistreerd werden. Vervolgens is
geselecteerd op Turkse afkomst en enigerlei betrokkenheid bij
drughandel (de zgn. MO-code verdovende middelen). Hieruit
resulteerde dat momenteel 270 Turkse volwassen mannen in Nijmegen
bij de politie geregistreerd staan vanwege enige betrokkenheid bij
drughandel. De meerderheid van hen (ruim 60%) woont momenteel in
Nijmegen, de overigen zijn, voorzover bekend, niet in Nijmegen
woonachtig, maar wel actief in deze stad. Volgens opgave van de
afdeling sociaal economisch onderzoek van de gemeente bedraagt het
totale aantal volwassen Turkse mannen medio 1995 in Nijmegen 1.270.
Voordat twee kopstukken worden beschreven, wordt eerst in
vogelvlucht een beeld gegeven van de organisatie van de herone- en
cocanehandel.
Hoewel de handel in herone en cocane door enkele Turkse groepen
wordt gedomineerd, krijgen ook anderen de ruimte zich met de handel
in te laten. Het gaat om een groep kleinere handelaren
(autochtonen, Antillianen, Surinamers) die soms rechtstreeks herone
of cocane invliegen, dan weer bij grote leveranciers in Nederland
afnemen. De graad van organisatie en duurzaamheid van deze groepen
zou volgens de politie niet erg hoog zijn. Een uitzondering, wat
duurzaamheid betreft, vormt een Nederlandse dadergroep, die zich
al
jaren bezighoudt met het plegen van misdrijven, waaronder het
verhandelen van cocane. Deze kleine handelaren zijn in hoofdzaak
aangewezen op de afzet op de lokale markt. De grootte van deze
markt is alleen bij benadering vast te stellen. Een aanknopingspunt
biedt het aantal aanwezige distributiepunten in de stad, dat wil
zeggen plaatsen en panden waarvan bekend is dat verslaafden daar
terecht kunnen voor het kopen van cocane en herone. Volgens opgave
van de politie zou het aantal plaatsen momenteel 8 bedragen en het
aantal drugspanden wordt op 31 geschat. Een tweede aanknopingspunt
biedt het aantal verslaafden. Volgens het Centrum voor
verslavingszorg in Nijmegen waren in 1993 (het meest recente
gegeven) 477 drugverslaafden geregistreerd in de verslavingszorg
dan wel bekend bij het straathoekwerk. De politie stelt dat het
aantal verslaafden in de periode 1990-1995 stabiel is gebleven en
schat het aantal tussen de 1.100 en 1.500. Anders dan in Arnhem
maakt het Duitse achterland geen belangrijk onderdeel uit van de
vraagmarkt.
Lokale marktprijzen geven een indicatie over de eventuele
aanwezigheid van krapte of overdaad aan de aanbodzijde. Uit het
volgende overzicht blijkt dat de huidige prijzen ten opzichte van
eerdere jaren gedaald zijn. Als de schatting van de politie juist
is (constante vraag) zou de prijsdaling kunnen wijzen op een
overvloedig(er) aanbod.
Tabel
Wat is er bekend van onderling geweld tussen rivaliserende
criminele groepen op de drugmarkt? In de periode 1990 tot maart
1995 zijn 3 personen uit Nijmegen vermoord die iets met drugs
uitstaande hadden. De slachtoffers hadden de Turkse (2) en
Marokkaanse (1) nationaliteit. In alle drie gevallen werd de
vermoedelijke dader gedentificeerd; in een geval bleek sprake te
zijn van een ripdeal tussen heronegebruikers, in de beide andere
gevallen bleken zakelijke respectievelijk relationele problemen
tussen bekenden ten grondslag te hebben gelegen aan de
gebeurtenissen. Overigens betrof een geval de dood van een
belangrijke, hieronder nog te beschrijven, handelaar.
In geen van de drie gevallen is derhalve aangetoond dat er
sprake is geweest van een doelbewuste liquidatie, die voortkomt uit
conflicten tussen rivaliserende groepen of als een interne
repressaillemaatregel bedoeld is. Recentelijk werd een vierde
Nijmegenaar vermoord langs de autoweg in Duitsland auto
aangetroffen, die een bekende van de politie was. Maar ook in dit
geval zijn er slechts vage aanwijzingen dat zijn dood iets
uitstaande zou hebben met de handel in drugs.
Toch is het in Nijmegen allerminst pais en vree tussen de
personen die zich in het circuit van de drughandel begeven. Bij de
politie zijn veel harde en zachte gegevens bekend over afrekeningen
en bedreigingen in het milieu in de periode 1990 tot maart 1995.
Hieruit komt naar voren dat er onderling veel gekrakeel is over
niet-afgeloste drugschulden, ripdeals, ruzies en daaropvolgende
wraakacties over vriendinnen, en dergelijke. Speciale vermelding
verdient hierbij wederom de groep van personen rond een autochtone
Nijmegenaar die in de afgelopen jaren een reeks van gewelddadige
acties, die ook tegen personen uit het milieu gericht waren, heeft
ondernomen.
In de gesprekken over de organisatie van de drughandel kwamen
voortdurend de namen van twee in Nijmegen woonachtige Turken
prominent naar voren. Beiden zijn eind jaren vijftig geboren in
Turkije en op jonge leeftijd naar Nederland gekomen. Hiermee houden
de overeenkomsten tussen beide personen op. De ene persoon zou al
vanaf medio jaren tachtig herone invoeren en in Nederland
verhandelen. Hij heeft recent enkele jaren gevangenisstraf
uitgezeten, maar ook tijdens de detentie is zijn handel gewoon
doorgegaan. Hoewel zelf niet van Koerdische afkomst, liet hij de
import van herone altijd via Koerden verlopen; ofwel via de in
Arnhem opererende Koerden (in het kader van een onderzoek tegen een
aantal hunner is onze persoon politieel in beeld gekomen, vervolgd
en gestraft), maar ook via directe contacten in Turkije.
De Turkse handelaar is een krachtpatser. Het is niet duidelijk
geworden of hij hieraan zijn machtspositie te danken heeft.
Voorzover bekend zou het netwerk rond zijn persoon uit ongeveer 25
personen bestaan. Deze vervulden uiteenlopen taken: leveren,
verrichten van koeriersdiensten, opknappen van allerlei klusjes
(loopjongens), afnemen (dealers), innen van schulden, etc. Deze
personen behoorden bijna allen tot de in Nijmegen woonachtige
Turkse gemeenschap. Over de omvang van de investeringen in
Nederland bestaat geen volledige duidelijkheid. Vermoed wordt dat
hij slechts enkele investeringen in Nederland heeft verricht in
onroerend goed. Hij zou (indirect) eigenaar zijn van enkele
snackbars en een discotheek. Over zijn vermogen en investeringen in
Turkije is niets bekend.
In Nijmegen heeft nog een tweede belangrijke heronehandelaar
gewoond, die na het uitzitten van een korte gevangenisstraf in
1989, van 1990 tot zijn overlijden in 1993 een vooraanstaande rol
heeft gespeeld in de heronehandel in Nederland. Deze persoon is op
veertienjarige leeftijd naar Nederland gekomen, genoot een
RWW-uitkering en woonde met zijn Turkse vrouw en kind op een flatje
in Nijmegen. Beiden waren het toonbeeld van moderne, in de
Nederlandse samenleving gentegreerde Turken. Deze persoon
onderhield zowel in Nederland als in het buitenland contacten met
belangrijke drughandelaren. Hij maakte in 1992 vele vliegreizen,
vooral naar Spanje, Turkije en Colombia. Hij was veel meer dan de
eerder beschreven persoon, die als boertig wordt getypeerd, een man
van de wereld: zakelijk, gedistingeerd, goed gekleed en voorzien
van dure sieraden en high tech. Mede dankzij deze eigenschappen was
hij in staat om zich in de internationale drughandel te bewegen en
daar nieuwe wegen in te slaan. Hij heeft optimaal profijt getrokken
van de kennismaking met een Colombiaan tijdens zijn detentie.
Tijdens deze detentie werd de basis gelegd voor een ruilhandel
cocane-herone: vanuit Turkije werd een heronelijn richting Colombia
opgezet voor de Amerikaanse markt; tegen een voor hem gunstige
wisselkoers (naar het schijnt 1 kilo herone tegen 4 tot 6 kilo
cocane) werd vanuit Colombia een cocanelijn richting Turkije
opgezet. Hij bleef bij dit ruilverkeer tussen Colombia en Turkije
als commissionair vanuit Nijmegen op de achtergrond. Het is niet
duidelijk in hoeverre langs deze opgezette druglijnen daadwerkelijk
drugs zijn vervoerd. Wel is komen vast te staan dat hij via
vrachtwagens uit Turkije herone invoerde en deze – voorzover niet
in Nederland zelf gedistribueerd – via personenauto’s verkocht aan
enkele vaste afnemers in Spanje. Verkoop aan de groothandel in
Spanje leverde ongeveer het dubbele op van die in Nederland
(verkoopwaarde in Spanje per kilo circa 90.000 gulden). Het netwerk
van deze drughandelaar was breed internationaal samengesteld.
Behalve op enkele naaste familieleden en landgenoten in Nederland
kon hij een beroep doen op of zaken doen met enkele Nederlanders,
Spanjaarden en Colombianen. Ook onderhield hij nauwe contacten met
andere grote heronehandelaren in Nederland om gezamenlijk partijen
herone uit Turkije te importeren. Hij is altijd zeer bedacht
geweest op de mogelijkheid dat hij zou kunnen worden afgeluisterd
of geobserveerd; door steeds in andere lease-auto’s te rijden,
gebruik te maken van mobiele telefoons, gesprekken te voeren op
straat, te reizen onder valse naam, en dergelijke, heeft hij zich
effectief verweerd tegen de politie. Voorzover bekend, heeft hij in
Turkije enkele goede contacten opgedaan in de rechterlijke macht en
het bankwezen. Min of meer bij toeval is eenmaal vastgesteld dat
een Turkse rechter op uitnodiging van de heronehandelaar enkele
dagen in Nederland is gefteerd. Een ander voorbeeld van goede
contacten is het gedrag van een bankdirecteur in Istanbul. Ondanks
een verzoek van de politie om niet tot uitbetaling over te gaan van
enkele in Nijmegen in beslag genomen spaarcertificaten, die op naam
stonden van zijn familie, zijn familieleden in Turkije er toch in
geslaagd de saldi (een kwart miljoen gulden) op te nemen. Uit een
afgeluisterd telefoongesprek bleek dat de bankdirecteur de familie
waarschuwde voor de pogingen van de politie om beslag op het
vermogen te leggen.
Hoe slagvaardig hij ook was in het manipuleren van mensen om
zijn belangen te dienen en zijn onwettige activiteiten af te
schermen, hij had volgens onze respondenten een grote handicap die
hem noodlottig is geworden: hij was te veel zakenman die alleen
zichzelf verrijkte en anderen weinig in zijn rijkdom liet delen.
Tijdens een ruzie met zijn lijfwacht over achterstallige betalingen
werd hij in 1993 door zijn beschermer doodgeschoten.
Volgens ruwe schattingen van de politie zou hij in zijn laatste
jaren met de import van herone op jaarbasis een omzet van 10 tot 40
miljoen gulden hebben behaald. Met grotere precisie is vastgesteld
wat de netto-opbrengst, dat wil zeggen de opbrengst na aftrek van
de onkosten, was van een in 1992 geregistreerd transport van ruim
10 kilo herone naar Spanje. De netto-opbrengst hiervan zou bijna
800.000 gulden hebben bedragen.
De handelaar heeft op een enkele discotheek en coffeeshop na,
niet genvesteerd in Nederland; in Turkije zouden op zijn naam en
die van familieleden een aantal appartementen en
horeca-inrichtingen staan. Over de omvang en waarde van de in
Turkije gedane investeringen is evenwel bij de politie niets
bekend.
4.3.2. Softdrugs
In de jaren zeventig en de beginjaren tachtig was in Nijmegen
een koningskoppel actief van twee jonge Nijmegenaren die
aanvankelijk uit idele overwegingen hasj verkochten, maar naderhand
vooral de smaak van de grote financile opbrengsten te pakken
kregen. Zij importeerden hasj uit Marokko en leverden aan dealers
verspreid over het hele land. De beide mannen leefden op grote
voet, leidden enige tijd een luxueus bestaan in Hollywood en waren
ook buiten de regio bekende societyfiguren. Het ging mis nadat zij
hun werkterrein tot de cocane hadden verbreed. De een stierf na een
woest leven aan aids en de ander kreeg een lange onvoorwaardelijke
gevangenisstraf opgelegd. Na het verdwijnen van het koningskoppel
is de handel in softdrugs, meer nog dan de heronehandel, verspreid
over diverse ondernemers en ondernemertjes. Volgens de respondenten
zou de handel in hasj evenwel voor een groot deel in handen zijn
van Marokkaanse personen. Voorzover bekend laten ook andere groepen
en eenlingen van Nederlandse en Turkse komaf zich niet onbetuigd.
Een opmerkelijke figuur is een Nederlander die in de jaren tachtig
als koppelbaas fungeerde en momenteel werknemers chartert voor het
transporteren van hasj uit Marokko. Van deze persoon is bekend dat
hij
de hasj naar enkele andere Westeuropese landen doorvoert. Maar over
de precieze relaties met anderen en zijn modus operandi bestaat tot
op heden grote onduidelijkheid.
Begin 1994 deed de politie in Nijmegen een grote vangst dankzij een
melding van de douanerecherche die een verdachte container op het
spoor was gekomen. Deze container, afkomstig uit Colombia en
bestemd voor een Nijmeegs bedrijf dat op naam staat van een
Nijmegenaar, bleek ruim 7.000 kilo marihuana te bevatten met een
straatwaarde van ongeveer 30 miljoen gulden. De kern van de
dadergroep werd gevormd door vier verdachten, van wie drie de
Nederlandse nationaliteit en n de Colombiaanse nationaliteit
bezaten. Over de precieze onderlinge verhoudingen, de wijze van
financiering en de mogelijke regisseurs op de achtergrond is
evenwel niets bekend geworden.
Over de vraagzijde van de markt zijn niet veel gegevens
voorhanden. Het aantal coffeeshops in Nijmegen is de afgelopen
jaren vrijwel constant gebleven. In 1994 waren er volgens opgave
van de politie 16 coffeeshops. In toenemende mate schijnen deze
shops hun exclusiviteit als verkooppunt te verliezen; ook in
snackbars en shoarmazaken zouden softdrugs verkrijgbaar zijn. In de
afgelopen jaren is door de politie geconstateerd dat in enkele
coffeeshops harddrugs worden verkocht. Tot gedwongen sluitingen is
het tot op heden (maart 1995) op twee uitzonderingen na, niet
gekomen. Zoals uit de beschrijving van de tweede harddrughandelaar
bleek, is op zijn minst een coffeeshop indirect in eigendom geweest
van een handelaar in harddrugs. Van de eigenaars en/of beheerders
van de 16 coffeeshops blijken 12 de Nederlandse nationaliteit te
hebben, 8 de Marokkaanse en 1 de Turkse nationaliteit.
Bij de gemeente noch bij de politie zijn gegevens voorhanden
over het aantal softdruggebruikers. Uit het feit dat in de
nabijheid van de coffeeshops in Nijmegen relatief veel Duitse
auto’s geparkeerd staan, leidt de politie af dat Duitse gebruikers
vermoedelijk een groot aandeel in de vraag vormen.
4.3.3. Criminele loopbanen
Veel van onze respondenten memoreren bitter hoe zij jonge
criminelen carrire hebben zien maken in de misdaad. Deze jongeren
zouden enkele jaren terug nog middleman geweest zijn, maar zouden
door het achterwege blijven van effectieve interventies uitgegroeid
zijn tot grote criminelen. Zij zouden indertijd al te groot zijn
geweest voor de lokale teams en te klein voor de sectie zware,
georganiseerde misdaad. Zij zouden van dit vacum hebben
geprofiteerd. Als markant voorbeeld wordt een autochtone jonge
dertiger genoemd, die met enkele leeftijdgenoten in zijn kielzog
zwaardere misdrijven is gaan plegen. Volgens een van de
gesprekspartners voldoet hij ruimschoots aan de CRI-criteria voor
georganiseerde misdaad. Toch blinkt de groep niet uit door
effectieve afscherming; evenmin kan worden beweerd dat de politie
hem in zijn criminele loopbaan geen strobreed in de weg heeft
gelegd. Integendeel, hij heeft sedert de afgelopen 15 jaar ruim 20
antecedenten op zijn naam staan. Eind jaren zeventig trokken hij en
zijn companen de aandacht van de politie door strafexpedities te
houden tegen bepaalde personen of inrichtingen. Vanaf die tijd
hebben zij een spoor van geweld door de stad en omliggende gebieden
getrokken, varirend van intimidatie (niet betalen van consumpties),
afdwingen van protectie bij discotheken, afpersing van enkele
koppelbazen, intimidatie van getuigen en gericht en ongericht
geweld tegen personen. Ook zouden zij zich in de beginjaren aan
inbraken, overvallen en heling hebben schuldig gemaakt. In de
afgelopen jaren zijn hun criminele loopbanen in een
stroomversnelling geraakt. Zij hebben hun werkterrein verbreed tot
handel in cocane en hasj. Beide drugs zouden bij grote leveranciers
in Nederland worden afgenomen en lokaal (Nijmegen) worden
verhandeld. Ook in deze handel tonen zij hun gewelddadige karakter,
soms worden de leveranciers geript. De jonge dertigers zoeken
voortdurend de confrontatie en geven luidruchtig blijk van hun
aanwezigheid in de stad. In dit opzicht zijn zij geen goede
voorbeelden van plegers van georganiseerde misdaad, die zich
effectief afschermen. Het grote aantal antecedenten dat zij hebben,
wijst erop dat de verdedigingslinie van de groep niet sterk is.
Toch ondernemen ook zij activiteiten om zich af te schermen, zoals
onder andere blijkt uit het intimideren van getuigen. Over de
opbrengsten verkregen uit misdaad en de wijze van besteding bestaat
bij de politie grote onduidelijkheid.
4.3.4. Fraude
Nijmegen staat bekend als centrum van koppelbazerij. In de
afgelopen jaren hebben enkele oude Nijmeegse koppelbazen, na een
aanvankelijke impasse als gevolg van de Wet Ketenaansprakelijkheid,
nu een nieuwe methode bedacht om straffeloos als bemiddelaar te
kunnen optreden tussen werknemers en werkgevers, zonder afdracht te
hoeven betalen van sociale premies en belasting (zie verder 6.2 en
het deelrapport Branches).
Vanaf omstreeks 1987 is vanuit Nijmegen een groep fraudeurs
actief die in Nederland, Belgi en Duitsland
opereert. Enkele hoofdpersonen komen voort uit het indertijd in
Nijmegen sterk aanwezige koppelbazenmilieu. Uit die tijd hebben zij
de mogelijkheden leren kennen van het misbruik maken van
rechtspersonen. De hoofdpersonen, jonge veertigers, hebben enkele
gemeenschappelijke kenmerken: zij zijn van Nederlandse afkomst,
geboren in Nijmegen of directe omgeving, en worden beschreven als
snelle jongens. De fraude met BV’s komt in hoofdlijnen hierop neer:
via advertenties worden slecht lopende BV’s opgekocht; als nieuwe
directeur wordt een katvanger naar voren geschoven; bij
zakenrelaties van het oude bedrijf worden vervolgens bestellingen
gedaan, op rekening van het overgenomen bedrijf; de rekening wordt
niet betaald; na enige tijd worden alle aanwezige activa uit het
bedrijf gezogen; de BV failleert met achterlating van een grote
schuldenlast. Uit een strafrechtelijk onderzoek tegen een deel van
de groep bleek dat op deze manier een schade van circa 300.000
gulden bij leveranciers is ontstaan.
Naar schatting behoorden ongeveer dertig personen tot de groep,
waarin vier personen centraal stonden. Zij zochten slecht lopende
bedrijven op, voerden de onderhandelingen bij de overname,
verzorgden de juridische overname en wisten bij oude leveranciers
bestellingen te plaatsen. De overigen verrichtten regelmatig de
nodige hand- en spandiensten: de een trad op als directeur, de
ander kwam de bestelde goederen bij de leverancier ophalen, weer
een ander zorgde voor het afzetten van de verkregen goederen.
Gaandeweg is het netwerk rond de vier personen steeds meer uit
elkaar geraakt door onderlinge twisten. Ieder zette zelfstandig met
een eigen groepje om zich heen de activiteiten voort. Hoewel de
hierboven beschreven flessentrekkerij core business was van de
groep, zijn daarnaast nog veel andere frauduleuze nevenactiviteiten
verricht: goud- en investeringsfraude (investeerders werden met
behulp van valse papieren opgelicht); kredietfraude (personen in
grote financile nood werd een interessant krediet in het
vooruitzicht gesteld; na het incasseren van commissiegeld verdwenen
de kredietverstrekkers schielijk) en het organiseren van een
illegale lotto. Een van de hoofdpersonen heeft in de afgelopen
maanden zijn oude vak van koppelbaas weer opgepakt. Hij bemiddelt
vanuit Nijmegen tussen Britse werknemers en Duitse bouwputten.
Tegen een van de vier is een onderzoek ingesteld, waaruit naar
voren kwam dat hij met het plegen van de verschillende fraudes in
de afgelopen jaren 400.000 gulden heeft verdiend. Voorzover bekend,
heeft de groep geen gebruik gemaakt van geweld of van corruptie om
zijn doelen te bereiken.
4.3.5. Overige verschijningsvormen
Prostitutie/vrouwenhandel
In tegenstelling tot in Enschede bestaat in Nijmegen wel raam-
en straatprostitutie. In Nijmegen komt prostitutie van oudsher voor
in de Benedenstad, gelegen tussen de Waal en de binnenstad. Volgens
een recente schatting zijn er in Nijmegen 20 ramen, waarachter in
totaal circa 50 prostitues werkzaam zijn (Gorgels, 1993, p. 80). In
een recent door de politie opgesteld rapport wordt een lager aantal
genoemd, namelijk gemiddeld 25 vrouwen. Opmerkelijk is dat slechts
enkele Nederlandse vrouwen in de raamprostitutie actief zijn. De
kleine meerderheid van de vrouwen is afkomstig uit de Dominicaanse
republiek, de overigen hebben uiteenlopende nationaliteiten (o.a.
Duits, Italiaans, Colombiaans, Turks). De Nederlands prostitues
werken thuis voor zichzelf of in clubs. Het is niet duidelijk
hoeveel Nederlandse en buitenlandse vrouwen thuis werkzaam zijn of
in clubs. Momenteel zijn er drie clubs in Nijmegen.
Ook over het aantal straatprostitues lopen de schattingen
uiteen. Gorgels (1993, p. 80) schat het totale aantal op 60
prostitues, met een gemiddelde straatbezetting van 8 tot 10 vrouwen
per avond. De politie heeft circa 15 straatprostitues
geregistreerd. Na vele jaren repressief straatprostitutiebeleid en
geregeld terugkerende klachten van buurtbewoners over overlast, is
de gemeente ertoe overgegaan om de straatprostitutie op beperkte
schaal te gedogen in een zogeheten reguleringszone.
Volgens het oordeel van enkele deskundigen bij de politie is er
op dit moment geen sprake van vrouwenhandel in de Nijmeegse
prostitutiewereld. Tot dusverre is een belangrijk geval van
vrouwenhandel bekend geworden. In 1993 is geconstateerd dat een
Poolse man acht Poolse meisjes onder dwang liet werken als
raamprostitues in Nijmegen. Ook de twee betrokken Nijmeegse
exploitanten van de ramen werden aangehouden. De politie
controleert incidenteel of de in de prostitutie werkzame
buitenlandse vrouwen een legale verblijfstitel hebben in Nederland.
Bij een controle in 1993 werden vier illegale werkneemsters
ontdekt. Meer actuele gegevens over het aantal illegaal
verblijvende prostitues ontbreken.
Geweld, intimidatie, protectie
Begin jaren negentig zijn door enkele Nijmeegse personen (met
strafrechtelijke antecedenten) pogingen gedaan om door middel van
intimidatie en geweld een positie als portier te verwerven bij
Nijmeegse
discotheken. Deze pogingen om protectie op te dringen, zijn
voorzover bekend, niet geslaagd. Intimidatie van justitie en
openbaar bestuur is in de afgelopen jaren incidenteel voorgekomen
(althans: gesignaleerd). In het ene geval betrof het een
vermoedelijk politiek genspireerde actie tegen een landelijk
politicus, in het andere geval een bedreiging van een officier van
justitie in verband met een, naar het oordeel van de betrokkene, te
zwaar uitgevallen eis. Een bijzondere vorm van intimidatie werd
(wordt?) uitgeoefend door enkele oud-leden van de Nijmeger
beweging. Zij observeren en volgen leden van de PID en van de
reguliere politie en hebben hun waarnemingen onder meer publiek
gemaakt in het boek De tragiek van een geheime dienst. Hierin
werden de namen en adressen van de leden van de politieke
inlichtingendienst en van de RCID genoemd.
In het recente verleden hebben zich gewelddadige confrontaties
voorgedaan tussen de politie en linkse activisten. De jaren 1982 en
1986 staan wat dit optredend geweld betreft in het geheugen van
elke Nijmeegse politieman gegrift. Van geweld tussen politie en
criminele organisaties is in de afgelopen jaren geen sprake
geweest. Evenmin is er sprake van dat de politie de strijd op
straat verliest; er bestaan in Nijmegen geen no go areas die het
onaantastbaar domein zijn van criminelen en die de politie slechts
met veel machtsvertoon durft te betreden.
Tussen criminelen onderling hebben zich wel gewelddadigheden
voorgedaan. Maar voorzover de achtergronden hiervan bekend zijn
geraakt, duidt dit geweld niet op een oorlog tussen rivaliserende
bendes noch op een poging van een specifieke groep om met harde
hand de hegemonie te vestigen in drughandel. De belangrijkste vorm
van protectie (bedreiging, afpersing) in Nijmegen wordt uitgeoefend
door leden van de PKK, die jaarlijks zowel Turken als Koerden
(legale en illegale ondernemers) voor een bepaalde, financile
bijdrage aan de Koerdische zaak aanslaan. Voorzover bekend, is
hierbij in de afgelopen jaren eenmaal geweld (in de vorm van
brandstichting) uitgeoefend.
Gokken
In Nijmegen is sedert 1990 een legaal casino gevestigd van de
stichting Holland Casino’s. Specifieke problemen die in relatie
staan tot georganiseerde misdaad hebben zich tot dusverre,
voorzover bekend, niet voorgedaan. Recentelijk is in de omgeving
van Nijmegen een Chinese man vermoord. Hij zou zich schuldig hebben
gemaakt aan loan sharking, dat wil zeggen tegen woekerrentes geld
geleend hebben aan Chinezen met grote speelschulden. Vermoed wordt
dat hij is vermoord door een concurrent. Momenteel bevinden zich,
naar de politie aanneemt, geen illegale casino’s (Golden Ten) meer
in Nijmegen. In het verleden zijn er twee van dergelijke casino’s
geweest, maar deze zijn na herhaalde politie-acties momenteel
opgeheven.
In voornamelijk cafetaria’s worden enkele illegale kansspelen
bedreven, onder meer wordt een krasloterij gexploiteerd. Het aantal
toegestane legale kansspelautomaten is in deze laagdrempelige
gelegenheden teruggebracht van twee naar n. Over de eigenaars van
deze automaten zijn geen gegevens bekend.