5. SLOTBESCHOUWING
Advocaten, notarissen en accountants hebben de beschikking over
specifieke deskundigheid op juridisch, financieel en fiscaal
terrein. In dit opzicht zijn zij aantrekkelijk voor criminele
organisaties. Daarnaast kunnen zij dienen als een belangrijke en
betrouwbare faade, waarachter criminelen zich kunnen afschermen. In
bepaalde gevallen kunnen criminelen zelfs niet om deze
dienstverleners heen. Advocaten hebben het wettelijk monopolie van
procesvertegenwoordiging, bij het passeren en opmaken van
authentieke akten schrijft de wetgever de tussenkomst van een
notaris dwingend voor, en accountants hebben het alleenrecht om
goedkeurende verklaringen af te geven bij jaarrekeningen. In dit
rapport wordt de aandacht gevestigd op de verwijtbare betrokkenheid
van deze vrije-beroepsbeoefenaars bij hun dienstverlening aan
criminele organisaties. Deze verwijtbare betrokkenheid kan eruit
bestaan dat de beroepsbeoefenaar welbewust en opzettelijk meewerkt
aan strafbare handelingen. Daarnaast onderscheid ik verwijtbare
betrokkenheid in ruimere zin. Hiervan is sprake als de
beroepsbeoefenaar niet voldoende zorgvuldigheid in acht neemt ter
voorkoming van misbruik van zijn ambtsuitoefening voor criminele
doeleinden. Er is dan weliswaar niet sprake van het welbewust
meewerken aan strafbare handelingen, maar wel kan hem worden
verweten dat hij had moeten of kunnen weten dat van zijn diensten
misbruik werd gemaakt voor criminele doeleinden.
De omvang van verwijtbare betrokkenheid is per beroepsgroep
moeilijk vast te stellen. Op grond van de bronnen die zijn
geraadpleegd, kan worden geconstateerd dat de meeste gevallen van
verwijtbare betrokkenheid plaatsvinden bij de advocaten. In elke
beroepsgroep hebben zich in de afgelopen jaren enkele ernstige
gevallen van betrokkenheid voorgedaan. De vrije beroepen
ontwikkelen zich alle drie in dezelfde richting naar meer
commercile dienstverlening. Advocaten zien een markt in de
juridische dienstverlening, notarissen verrichten naast hun
traditionele taak ook advieswerkzaamheden en accountants begeven
zich steeds nadrukkelijker in de wereld van financile advisering.
In de verhoudingen binnen de beroepsgroep hebben commercialisering
en concurrentie hun intrede gedaan. Toch zijn de
vrije-beroepsbeoefenaars niet gelijk te stellen met commercile
dienstverleners. De ideologie en het handelen worden nog steeds
sterk bepaald door klassieke professionele waarden. Maar deze
waarden komen meer en meer onder druk te staan onder invloed van de
zojuist geschetste ontwikkelingen.
Advocaten dienen van oudsher in hun handelingen het evenwicht te
bewaren tussen de professionele waarden van onafhankelijkheid en
partijdigheid. De uitbreiding van het werkterrein (van
procesbijstand naar advisering) en de grotere commercialisering
dreigen het evenwicht te verstoren. Dit brengt risico’s met zich
mee. Het kan ertoe leiden dat advocaten in hun partijdigheid over
de schreef gaan. In dit rapport worden voorbeelden gegeven van de
medewerking die advocaten verlenen aan het afschermen van
misdaadgeld, het onder druk zetten van verdachten ten behoeve van
hun clint op de achtergrond en het verzinnen van illegale
constructies.
Notarissen kennen de plicht tot dienstverlening, de
ministerieplicht. Dit brengt een zekere lijdelijkheid met zich mee
in het verlenen van diensten. Over de beantwoording van de vraag
waar lijdelijkheid ophoudt en dient over te gaan in een
rechercheplicht bestaat binnen het notariaat nog niet veel
duidelijkheid. De gesignaleerde voorvallen van verwijtbare
betrokkenheid hebben nagenoeg alle betrekking op de klassieke
taakuitoefening. Van de diensten van de notaris wordt zowel gebruik
gemaakt vanwege de parafernalia van het ambt als voor handelingen
waarbij zijn tussenkomst wettelijk is voorgeschreven zoals de
verkoop van onroerend goed en de oprichting van rechtspersonen. Ook
de notaris loopt risico’s wanneer hij zich meer en meer als
particuliere dienstverlener gaat gedragen. Hij stelt zich dan bloot
aan de kans dat zijn clinten de parafernalia van het notarisambt
misbruiken.
Openbaar accountants dienen objectiviteit en onafhankelijkheid
te bewaren bij het controleren van jaarrekeningen. Aan de eis van
onafhankelijkheid ligt een maatschappelijk belang ten grondslag. Er
zijn immers naast de directe opdrachtgever ook andere partijen die
belang hebben bij een accountantsverklaring. De accountants
verkeren in hun beroepsuitoefening in een spanningsveld, omdat de
waarden objectiviteit en onafhankelijkheid vooral tot gelding
moeten worden gebracht ten aanzien van degenen (opdrachtgevers) van
wie zij economisch afhankelijk zijn. Ook de accountants die niet
optreden als openbaar accountant zijn gebonden aan professionele
waarden en normen. Verschillende voorvallen van verwijtbare
betrokkenheid van accountants zijn gesignaleerd. We hebben gezien
dat zij zowel vanwege hun technische kennis als vanwege hun
uitstraling van betrouwbaarheid van nut kunnen zijn voor de
georganiseerde misdaad. De verwijtbare betrokkenheid lijkt in het
bijzonder voor te komen bij de kleinere kantoren.
Zoals in het eerste hoofdstuk is gesteld, is nog een vierde
beroepsgroep voor zover dat mogelijk was, meegenomen bij het
raadplegen van de bronnen en het voeren van gesprekken. De
belastingadviseur is pur sang adviseur en heeft de uitstraling noch
de kenmerken ( verschoningsrecht; monopolie) van de klassieke vrije
beroepen. Hoewel de adviseur veel specifieke fiscale expertise
bezit, lijkt het beroep slechts weinig aantrekkingskracht uit te
oefenen op criminele organisaties. Slechts enkele gevallen van
verwijtbare betrokkenheid zijn door mij gesignaleerd. Wellicht is
de adviseur, als kenner van legale, fiscale ontgaansconstructies,
aantrekkelijker voor de legale dan voor de illegale wereld. Deze
gegevens bevestigen overigens eens te meer hoe belangrijk voor het
misbruik kennelijk de parafernalia van het klassieke professionele
beroep zijn.
Uit het onderzoek naar de tuchtrechtspraak is gebleken dat het
tuchtrecht onvoldoende garanties biedt voor het opsporen van, en
disciplinaire maatregelen nemen tegen, beroepsbeoefenaars die in
hun contacten met criminele organisaties over de schreef zijn
gegaan. Voor zo ver ik kon nagaan zijn betrekkelijk weinig gevallen
van verwijtbare betrokkenheid bij de tuchtrechter aangekaart. Bijna
alle beroepsbeoefenaars die betrokken waren bij de in dit rapport
beschreven voorvallen, zijn in functie gebleven.
Een verklaring voor de beperkte reikwijdte van het tuchtrecht is
dat de tuchtrechtspraak van de advocatuur en het notariaat wordt
geactiveerd door rechtstreeks belanghebbenden. Behoudens de
gevallen van ambtshalve ingediende klachten, geldt als regel:
zonder klager geen klacht. De klager moet kunnen aantonen duidelijk
een eigen belang te hebben bij de betreffende klacht, anders is de
kans groot dat de klacht niet-ontvankelijk wordt verklaard.
Beroepsorganisaties kunnen zelf het initiatief nemen tot het
indienen van ambtshalve klachten, maar daar wordt maar zeer beperkt
gebruik van gemaakt. Het ontbreekt de organisaties aan een
opsporingsapparaat en er bestaat te weinig zicht op het individuele
handelen van leden. Bij politie en justitie bestaat bovendien
terughoudendheid om verwijtbaar gedrag van de
vrije-beroepsbeoefenaars in strafrechtelijke zin aan te pakken of
aan te melden bij de tuchtrechter. In het geval van de advocatuur
zijn er enkele procedurele beletsels voor de toegang van de OvJ tot
de tuchtrechter. Het zelfreinigend vermogen van de
beroepsorganisaties via de tuchtrechtspraak is daarom niet bijster
groot.
In de afgelopen jaren is door de beroepsorganisaties het
initiatief genomen tot het ontwerpen van nieuwe richtlijnen,
fraudeverordeningen, meldpunten en ethische codes teneinde
betrokkenheid te voorkomen bij de georganiseerde misdaad. De
gentroduceerde maatregelen kunnen zeker een preventief effect
hebben, maar de echt kwaadwillenden zullen zich er niet door laten
benvloeden. De effectiviteit van het tuchtrecht zou groter kunnen
zijn, wanneer de toegang tot de tuchtrechter wordt verbreed.
De in dit rapport beschreven voorvallen laten zien dat criminele
organisaties naast de know-how ook de kenmerken van het vrije
beroep misbruiken: de geheimhouding en verschoning, de uitstraling
van de professionale waarden als onkreukbaarheid en
onafhankelijkheid. Het is daarom van belang te overwegen onder
welke omstandigheden kantoorrekeningen, schriftelijke en mondelinge
communicatie, en dergelijke ten behoeve van de vertrouwensrelatie
met de clint bescherming behoeven. Een aanknopingspunt biedt dat
het object van verschoning alleen de feiten betreft die de
verschoningsgerechtigde in zijn hoedanigheid van advocaat of
notaris zijn toevertrouwd. Dit onderstreept het belang van het
maken van duidelijke onderscheidingen tussen de traditionele,
beroepsspecifieke werkzaamheden (bv. procesbijstand, ambtelijke
dienstverlening) van de vrije-beroepsbeoefenaar en de activiteiten
die in het kader van de commercile dienstverlening ook tot zijn
werkzaamheden zijn gaan behoren.