V.5. Conclusie
De conclusie van dit hoofdstuk kan moeilijk een andere zijn dan
dat de Chinese georganiseerde criminaliteit zich ook in Nederland
in vele varianten manifesteert. Zowel waar het gaat om het soort
van illegale activiteiten als waar het gaat om de groepen die
betrokken zijn bij hun uitvoering. Naast groepen die moeten worden
gerekend tot de meer traditionele triades (in hun moderne
organisatievorm) vinden we ook stilaan groepen die daar, zo
onmiddellijk tenminste, niet mee in verband kunnen worden gebracht
en, zoals in de Verenigde Staten, ook niet met andersoortige
Chinese genootschappen (tongs). Belangrijk is ook om op te merken
dat het er op begint te lijken dat deze vorm van georganiseerde
criminaliteit niet alleen meer wordt bedreven door personen en
groepen die als het ware van buitenaf de Nederlandse samenleving
binnendringen, maar ook door Chinezen die al lange(re) tijd, zelfs
al in de tweede of wellicht in de derde generatie, in Nederland
wonen. Dit betekent dat – wl net als in Amerika – ook hier de
Chinese georganiseerde criminaliteit minder en minder een vreemd
verschijnsel zal worden, maar onderdeel van de Nederlandse
samenleving. Zij het ook direct met de kanttekening dat dit heel
goed kan samengaan met de verdere internationalisering van de
manier waarop deze criminaliteit ook in West-Europa wordt
georganiseerd en gepleegd. De berichten die ons hieromtrent vanuit
het Verenigd Koninkrijk bereiken, houden steek.
In hoeverre een en ander met zich zal brengen dat steeds meer
autochtone Nederlanders samenwerkingsverbanden met Chinese
criminele organisaties zullen aangaan, valt moeilijk te
voorspellen. Dat zal sterk afhangen van de evolutie van de Chinese
gemeenschap in ons land in het algemeen. Blijft zij zo gesloten als
zij tot op de dag van vandaag is, dan zal de kans dat dit gebeurt
gering zijn. Zou zij daarentegen langzaam opgaan in de Nederlandse
samenleving als geheel, dan is die kans groot, veel groter althans.
En ditzelfde geldt voor het antwoord op de vraag of Chinese
misdadigers op den duur ook buiten hun eigen
gemeenschap slachtoffers zullen gaan maken. Want dat is toch nog
altijd wel typisch voor veel vormen van de Chinese georganiseerde
criminaliteit: die worden enkel ten aanzien van (vroegere)
landgenoten begaan. Maar de winkeldiefstallen indachtig: er is
wellicht een kentering op komst.
Over de omvang van de Chinese georganiseerde criminaliteit valt
in het kader van deze studie weinig te melden. Alleen dit: als het
inderdaad waar is dat de Ah Kong, de Tai Huen Chai en de 14K zoveel
bendes onder hun hoede hebben als de actuele politiebronnen
suggereren, dan kan de omvang van deze criminaliteit niet vlug
worden overschat. Dan moet er op veel grotere schaal worden
afgeperst dan nu wordt vermoed. Dan moet de (internationale)
smokkel van herone formidabele proporties aannemen. En dan zullen
andere criminele activiteiten noodzakelijkerwijze veel omvangrijker
moeten zijn dan op dit moment voor mogelijk wordt gehouden:
mensensmokkel, diefstallen, woekerleningen enzovoort. Anders zou de
strijd om de macht op deze (deel-)markten nog gewelddadiger zijn
dan zij nu al is.