• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage VIII – IX.1. Opkomst, samenstelling en bedrijvigheid van de Russische mafia in Rusland

    IX.1. Opkomst, samenstelling en bedrijvigheid van de Russische
    mafia in Rusland

    Om te beginnen moet worden gesteld dat wetenschappelijke
    literatuur over de opkomst, samenstelling en werkwijze van de rode
    mafia zo goed als onbestaand is. De redenen hiervan zijn niet ver
    te zoeken. Tot een paar jaar geleden bestond er in Rusland
    officieel geen georganiseerde criminaliteit en sinds haar bestaan
    wordt erkend zijn er nauwelijks onderzoekers die er in behoorlijke
    omstandigheden zelfstandig onderzoek naar hebben kunnen doen. Ook
    voor een relaas als dit moet noodgedwongen worden teruggevallen op
    politieberichten en journalistieke impressies.

    Lezing van deze stukken leidt tot de conclusie dat de huidige
    rode mafia voor een belangrijk deel haar origine heeft in de
    hecht-georganiseerde dievenbendes die in de jaren twintig en dertig
    opbloeiden in en rond de strafkampen uit de Goelag-archipel,
    waarover Solzjenitsyn zo’n indrukwekkend boek heeft geschreven. De
    vorming van deze bendes was een uitvloeisel van het barbaarse
    regime in deze kampen: om dit regime te kunnen overleven was het
    welhaast noodzakelijk voor de gestraften om een illegale, een
    criminele, economie op gang te brengen n te houden. Toen dan in de
    jaren vijftig en zestig een einde kwam aan de Stalinistische
    terreur en een zekere liberalisering van het economische leven werd
    doorgevoerd, waren deze bendes uitermate goed geplaatst om de
    bevoorrading van de snel groeiende zwarte markten te organiseren.
    Niet alleen waren zij zeer bedreven in de illegale produktie en
    distributie van legale goederen en diensten, maar ook verstonden
    zij als geen ander de kunst om hiervoor de samenwerking met zowel
    het staatsapparaat als de nomenclatura, het partijbonzendom,
    te mobiliseren. Met als gevolg dat in de jaren zeventig en tachtig
    op tal van plaatsen in Rusland zeer lucratieve bondgenootschappen
    ontstonden tussen ambtenaren, met name politie-ambtenaren,
    partijgangers en criminele roergangers. De talrijke schandalen
    waarin leden van de Brezjnev-familie waren betrokken, zijn
    prototypisch voor deze tijd (Gurow, 1991). In de jaren tachtig – en
    vooral tegen het einde van dit decennium – kreeg de georganiseerde
    criminaliteit opnieuw ongehoorde kansen om zich verder te
    ontplooien. Aan de ene kant maakten de privatisering van de
    economie en de destabilisering van de politiek het niet alleen
    mogelijk dat talrijke bendes zowel legale bedrijven oprichtten als
    illegale diensten (prostitutie, gokspelen, drugs, pornografie)
    begonnen te organiseren, maar ook dat de bedrijven die niet door
    criminele groepen werden opgericht, systematisch werden onderworpen
    aan hardhandige protectie-praktijken van allerlei slag en soort:
    verplichte beveiliging, gedwongen aankopen, regelmatige afdracht
    van geld om niet, opgelegde plaatsing van personeel, enzovoort;
    daarenboven zetten veel bendes – vermomd als legale bedrijven of
    niet – hun geweldspotentieel in om voor weinig geld kostbaar
    onroerend goed in handen te krijgen. Aan de andere kant leidden de
    politiek-economische ontwikkelingen van de jaren tachtig er direct
    en indirect toe dat naast de van oorsprong Russische bendes ook
    alle mogelijke criminele groepen uit de Aziatische en Europese
    landen die eertijds met harde hand bij de Sovjet-Unie werden
    ingelijfd, in de grote steden van het oude Rusland machtsposities
    konden uitbouwen: uit de Oekrane, uit Georgi, uit Tsjetsjeni, uit
    Armeni. Waarbij overigens meer dan eens is gesteld dat tenminste
    een deel van deze groepen nog altijd nauwe bindingen onderhoudt met
    politieke
    formaties in de landen van herkomst, zeker ook met zulke die in
    halve of hele burgeroorlogen zijn verwikkeld. Wat hier ook van zij,
    in een aantal Russische grote steden maken zij zich schuldig aan
    afpersing, zijn ze betrokken bij prostitutie, doen ze aan smokkel
    van levensmiddelen en zijn ze bezig met andere criminele
    ondernemingen (Waksberg, 1991; Illesch, 1991; Coulloudon,
    1990).

    Op het aantal georganiseerde misdaad-groepen dat in Rusland
    actief is, valt geen staat te maken. Alle mogelijke cijfers doen
    hierover de ronde. Ze variren van enkele tientallen (al dan niet op
    etnische basis stoelende) misdaadsyndicaten in Moskou tot 4.000
    5.000 criminele organisaties in heel Rusland (Krause, 1995;
    Flormann, 1994). Belangrijker dan exacte cijfers hieromtrent is dan
    ook wellicht enerzijds het feit dat de betrokken groepen qua
    samenstelling, omvang, organisatiegraad en machtspositie zeer sterk
    uiteenlopen, en anderzijds het gegeven dat zij er met z’n allen in
    zijn geslaagd om in steden als Moskou en St. Petersburg de
    gewapende hand te leggen op heel het illegale en legale economische
    leven. Dit laatste wordt niet alleen geroepen door naar lezers
    snakkende journalisten en naar geld dorstende Westerse
    veiligheidsfirma’s, maar het wordt ook beweerd door een van de
    weinige Russische wetenschappelijke onderzoekers op dit gebied:
    Prof. J. Gilinskij uit St. Petersburg (Gilinskij, 1994). Zijn
    onderzoek naar de georganiseerde criminaliteit in deze stad leverde
    de conclusie op dat The business sphere of Petersburg is divided
    between mafia groups. Excellently informational service enables
    them to track and monitor all the commercial structures and the
    moment, when the new commercial structure begins making profit and,
    consequently, arouses the interest of the mafia. As the businessmen
    – respondents asserted: 100% of commercial structures are embraced
    by racket, except the ones located in the premises of large-scale
    state-owned enterprises, or the ones, which have not yet begun
    making profit. Racket penetrated all the enterprises except those
    of military-industrial complex and some foreign firms. Dat de
    Russische steden, tenslotte, veelvuldig het toneel zijn van
    gewelddadige conflicten tussen criminele groepen, ligt, gelet op
    hun origine, hun aantal en hun diversiteit, voor de hand. Met name
    de Armeense, Tsjetsjeense en Aserbajdzjaanse groepen die elk met
    enkele honderden aanhangers in Moskou opereren, staan bekend om hun
    bereidheid grof geweld aan te wenden tegen iedereen die hun
    territoria respectievelijk activiteiten in het gedrang brengt. Of
    er ook een relatie bestaat tussen de gewelddadigheid van criminele
    groepen en hun corruptieve verwevenheid met bestuur en politie, is
    bij ons weten nooit nagegaan. Maar is het zo gek om te
    veronderstellen dat de genoemde en andere etnische criminele
    groepen – nog even afgezien van het krijgshaftige verleden van de
    volken waaruit zij stammen en hun mogelijke verbindingen met
    oorlogvoerende partijen in de landen van herkomst – ook zo
    gewelddadig opereren omdat zij, anders dan autochtone Russische
    criminele groepen, veel minder in staat zijn zich te verzekeren van
    de corruptieve ondersteuning door de stedelijke en nationale
    ambtenaren? Ons dunkt van niet. Hoe corrupt de ambtenarij in
    Rusland overigens is, moge blijken uit het feit dat in 1993 3.000
    ambtenaren werden vervolgd voor corruptie, waaronder 250 uit de
    hoogste rangen. Dit aantal moet worden gehouden voor het
    spreekwoordelijke topje van de ijsberg (Krause, 1995).


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken