IV.3. De organisatie van de hashhandel in Marokko
Hoe is de produktie en distributie van cannabis georganiseerd?
In Marokko zijn nog geen peetvaders opgestaan
van het type dat we in Turkije hebben leren kennen en die
gemakkelijk opening van zaken geven. Het verschijnsel is nog te
recent om een gedegen wetenschappelijke studietraditie op te
leveren zoals die over de Italiaanse mafia bestaat. Als we de
Marokkaanse pers mogen geloven, zijn vooral en in de eerste plaats
buitenlandse criminele groeperingen in Marokko actief. Er zijn
Spaanse criminele groepen in de Spaanse vrijhandelszones
aangetroffen. In september 1995 hield de Spaanse politie 12
personen aan die deel uitmaakten van een bende die handelde in
drugs en wapens. Er waren Marokkanen bij, Algerijnen, Fransen en
Spanjaarden. In februari 1995 arresteerde de Spaanse politie een
Marokkaanse cocanesmokkelaar die deel uitmaakte van een Spaans
netwerk. Verder is de aanwezigheid van de Italiaanse mafia in
Marokko aangetoond bij de smokkel van drugs, mensen en nog meer. De
Franse compagnon van de eertijds roemruchte gangster Mesrine werd
in Marokko gearresteerd en toen bleek dat misdadigers met een
internationale reputatie zich in het land vestigden. Er zijn
Afrikaanse drugshandelaren (uit Gambia) waargenomen. In de
Marokkaanse pers wordt ook uitvoerig aandacht geschonken aan de rol
van Nederlandse groepen. Marokko heeft sterk aan belangrijkheid
gewonnen voor internationaal opererende Hollandse organisaties. De
berichtgeving omtrent criminele organisaties maakt een uitgesproken
internationale indruk. Er worden steeds grotere aantallen
buitenlandse handelaren en vrachtwagenchauffeurs gearresteerd.
Spanjaarden, Fransen en Nederlanders vormen de grootste Europese
groepen in Marokkaanse gevangenissen. Thans verblijven in Marokko’s
naargeestige kerkers niet minder dan 60 Nederlanders en die zitten
daar vrijwel allemaal in verband met drugsdelicten. Naar schatting
zijn veertig van hen vrachtwagenchauffeurs die met drugstransporten
zijn aangehouden. De overheid (de koning) hanteert het argument van
de aanwezigheid van criminele buitenlanders om in ruil voor zijn
bijdrage aan de oorlog tegen de drugs subsidie te ontvangen die het
mogelijk maakt de gewassen die de boeren verbouwen te vervangen. Is
het probleem immers niet in de wereld geholpen doordat in het rijke
Europa grote vraag naar cannabis is ontstaan? De onderhandelingen
daarover met de Europese Unie hebben veel minder opgeleverd dan was
gevraagd. Brachet (1992: 169) constateert dat de Marokkaanse
overheid pressie en politieke chantage hanteert als middel in haar
internationale betrekkingen. Dat gebeurt zeker voor de in Marokko
gedetineerde Europeanen.
Maar hoe zit dat met de Marokkanen zelf? En meer in het
bijzonder met de betrokkenheid van de overheid? De cannabis-branche
is in de staatshuishouding zo omvangrijk en belangrijk dat deze
activiteit niemand kan ontgaan. Uitspraken van de koning zelf, van
leden van zijn hof, van ministers en van ambtenaren laten er geen
twijfel over bestaan of men weet precies wat zich er afspeelt.
Ondanks de verklaarde oorlog tegen de drugs is in de zomer van 1995
door Spaanse onderzoekers een hoeveelheid cannabis-stuifmeel per
eenheid uit Marokko aangewaaide lucht gemeten die ongevenaard hoog
is. De hoeveelheid cannabis die door de Marokkaanse autoriteiten
per jaar in beslag is genomen loopt snel op: in 1986 werd 6000 kilo
geconfisceerd, in 1987 was dat 22.000 kilo, in 1991 48.000 kilo, in
1992 65.000 kilo, in 1993 47.000 kilo en 1994 was het voorlopige
kroonjaar met 100.000 kilo. Nochtans vormen deze hoeveelheden niet
meer dan een fractie van de totale produktie en zoals steeds is een
grotere inbeslagname geen aanwijzing voor betere opsporing, maar
veeleer voor hogere produktie. Het kan de autoriteiten ook niet
ontgaan dat de smokkelorganisaties professionaliseren en gebruik
maken van geavanceerde technieken van communicatie en vervoer. De
cannabis wordt vaak meegezonden met exportprodukten uit de
landbouw, de voedingsindustrie en de zeevisserij. Het vervoer uit
de moeilijk toegankelijke plaatsen van produktie in de Rif
geschiedt nog wel steeds met lastdieren, maar in het omringende
gebied zijn op verscholen plaatsen ateliers gebouwd om de hash op
te slaan. Er wordt van moderne telecommunicatie gebruik gemaakt
zoals faxapparaten en autotelefoons. Konvooien met drugs van het
Noorden naar het Zuiden worden begeleid door auto’s en gevolgd
vanuit meldkamers. In oktober 1994 werd bekend gemaakt dat een
groep buitenlanders was gearresteerd die elektronische apparatuur
verkocht aan drugshandelaren. Het vervoer over zee is onder invloed
van de strenge controle gediversificeerd. Een deel van de
visserijvloot is in handen van Marokkaanse en internationale
drugshandelaren. Via deze wordt de kostbare handelswaar op volle
zee overgeladen op grotere schepen. Een ander deel gaat via
zeecontainers en daarvoor zijn dekmantelfirma’s opgezet. Verder
wordt het ingeladen in jachten, speedbootjes en zeilschepen. Ook
die brengen hun waar naar grotere schepen op zee, maar soms maken
ze de tocht helemaal naar de haven van bestemming in Noord-Europa.
Michiel Scholtes (1995) werd op zo’n zeiltocht door de Franse
douane aangehouden bij het naderen van Het Kanaal en schreef een
verslag van de zeven jaar die hij in de Franse gevangenis heeft
moeten doorbrengen. De drugs worden over de weg vervoerd in
personenauto’s, vrachtwagens en autobussen. Daarover verderop meer,
want ook hier zijn Nederlandse transportbedrijven bij betrokken.
Tenslotte worden de drugs ook via de lucht vervoerd. Ze zijn
verstopt in de bagage van koeriers op lijnvluchten, maar ze worden
ook in particuliere vliegtuigen opgezonden. In april hield de
Spaanse politie drie Belgen aan met 300 kilo hash aan boord van een
vliegtuig dat op het vliegveld van Jerez de la Frontera een
tussenlanding maakte op de vlucht van Agadir naar Belgi. De
groothandel in drugs is thans zo goed en modern georganiseerd en
het transport loopt zo perfect dat andere categorien dan
traditionele smokkelaars uit de Rif en buitenlandse handelaren van
wie niet mag worden verondersteld dat zij de ingewikkelde politiek
en het bestuur van het land voldoende kennen, zich er wel mee
moeten bemoeien. Er zijn in deze branche
werkloze afgestudeerde academici aangetroffen die weten hoe
internationale handel wordt georganiseerd en die hun talen spreken.
Dat laatste is ook nodig om zaken te doen met handelaren die cocane
aanvoeren uit Zuid-Amerika welke voor een deel wordt geconsumeerd
in welgestelde milieus en voor een ander deel wordt doorgevoerd
naar Europa. Op de aanwezigheid van hard drugs ligt in Marokko een
politiek taboe, maar ook herone, aangevoerd vanuit Spanje, is
aangetroffen op plaatsen waar vroeger veel buitenlandse toeristen
kwamen. We schrijven kwamen, in de verleden tijd, omdat de
toeristenindustrie recentelijk nogal is ingezakt. De
cannabis-economie is thans gestratificeerd. Boven de brede laag van
boeren die het produkt verbouwen, vinden we afnemers die het
produkt brengen naar werkplaatsen waar het kan worden bewerkt.
Daarboven bevindt zich een laag van groothandelaren die zich bezig
houden met opslag, camouflage en distributie. Zij werken samen met
vervoerders. De klant koopt de drugs, onderhandelt over het vervoer
en in de prijs voor het laatste wordt de door (omgekochte)
autoriteiten ongecontroleerde doortocht inbegrepen. Dit staat
bekend als de aankoop van wegen. Dit alles staat onder regie van
wat in Marokko altijd drugsbaronnen worden genoemd: ras kbir, wat
grote hoofden betekent. Dit zijn de mensen die zorgen voor de
financiering en die de activiteiten cordineren. Zij onderhandelen
met de genoemde dienaren van de overheid in Marokko en ook in
andere landen. Welke Marokkanen dat zijn, is bij het ontbreken van
investigative reporting of een goede sociologische studie
onduidelijk, zij blijven goeddeels onzichtbaar.
Dit alles is ondenkbaar zonder medewerking van althans een deel
van de overheid: de politieke top, leden van het binnenlandse
bestuur op alle niveaus, de gendarmerie, de politie, de Mokhaznia
(hulptroepen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken), de douane
en zeker ook het leger en de marine. Het goed functioneren van de
logistieke lijnen wordt op het conto geschreven van militairen. Hun
invloed zou reiken tot de distributiepunten in Europa doordat zij
macht kunnen uitoefenen op achtergebleven familie en de bezittingen
van emigranten. De revenuen van gastarbeid en tegenwoordig dus ook
handel in drugs worden voor een deel genvesteerd in grond. Omdat
boeren in droge gebieden afhankelijk zijn van irrigatie, zijn
degenen die dit systeem controleren oppermachtig. Welnu, dit is de
overheid en de sanctie tegen onwillige onderdanen overzee kan bij
wijze van spreken bestaan uit niet anders dan het dichtdraaien van
de kraan. In vergelijking met de drugshandel in Turkije, Colombia
en andere landen is de Marokkaanse drugshandel opvallend
weinig gewelddadig. Dat geldt voor Marokko zelf, maar ook
onder de Marokkaanse drugshandelaren in het buitenland. Ook dat is
een teken dat de georganiseerde misdaad uiteindelijk niet zelf
regeert, maar dat de touwtjes in handen zijn van het
overheidsapparaat. Er wordt heel wat Morokko binnengesmokkeld, maar
de overheid controleert streng op wapens. De dreiging dat het
geweld in het buurland Algerije over zou slaan, is daar mede debet
aan. Deze vorm van beheersing vraagt om enige uitleg van de
structuur en de werking van die overheid.