III.8. Conclusie
De oude Balkanroute die in de handel Europa met Azi verbond,
heeft er een functie bijgekregen: de smokkel van herone via de
Turkse infrastructuur in Turkije zelf en in West-Europa. Over de
Turkse onderwereld die deze smokkel organiseert, is via berichten
in de media zeer veel bekend en het Turkse publiek kent de grote
families even goed als de Amerikanen hun mafia-prominenten. Deze
houden zich bezig met afpersing, smokkel van goederen waarover
belasting behoort te worden betaald, goudhandel en zeker ook
racketeering in de bouwnijverheid. Vanaf het moment dat zij de
verwerking en export van opiaten over konden nemen van de
producenten in de Gouden Driehoek, heeft deze illegale handel de
traditionele mafiose activiteiten voor een belangrijk deel
verdrongen. Het is voor de politie in West-Europa ondanks deze
openbaarheid in Turkije lang niet gemakkelijk om de werkzaamheid
van Turkse organisaties in eigen land te herkennen. Ten eerste zijn
de Turkse mafia’s zo verweven met de bovenwereld, dat het van
hieruit lastig is om de criminele activiteit in volle omvang te
doorzien. Bovendien manifesteren de grote mafia-families zich nu
lang niet zo duidelijk in het buitenland als ze het tien jaar
geleden nog deden. Zij laten in toenemende mate het initiatief aan
opkomende drugsondernemers onder de Turkse minderheden in de landen
van emigratie. De mafia’s kunnen worden onderverdeeld in drie
soorten en die hebben alle hun eigen invloedssector in Duitsland,
Frankrijk, Spanje, Engeland en zeker ook Nederland. Er is een
klassieke mafia in de zin dat het deze puur om economisch gewin is
te doen en ook dat deze niet is voortgekomen uit een politieke
beweging. Dat laat onverlet dat de klassieke mafia er wel hand- en
spandiensten voor politieke organisaties levert. Ter rechterzijde
zijn mafiose
groepen te vinden die voortkomen uit de vroegere organisatie der
Grijze Wolven (Amsterdam is voor hen een duidelijke plaats van
concentratie) en te linkerzijde zijn de PKK, Dev Sol en andere
kleinere groeperingen actief met de mafia verbonden (een duidelijke
kern bevindt zich in Arnhem), maar deze zijn minder gericht op de
handel in hard drugs.
De verschillende mafia’s hebben zich in West-Europa kunnen
ontwikkelen in de boezem van de grote Turkse en Koerdische
gastarbeidersgemeenschappen. De herstrukturering van de
Westeuropese economien in de jaren tachtig hebben deze
gemeenschappen ernstig geraakt en de voormalige gastarbeiders en
hun gezinnen of families zijn ertoe overgegaan een eigen
bedrijfsleven op te richten. Een aantal families vervult
ongetwijfeld ook een rol in de heronehandel. Ofschoon zij in
West-Europa een onopvallend bestaan leiden – veel drugshandelaren
in Nederland ontvangen een uitkering – wordt door hen in Turkije
volop genvesteerd in de toeristenindustrie, in de bouw van huizen,
in grond en wel op zo’n schaal dat het tegelijkertijd regionale
ontwikkeling bevordert als inflatie teweegbrengt. Onder de jongere
generatie drugshandelaren wordt ook waargenomen dat zij hun winsten
gebruiken om luxe goederen te kopen in Nederland of om het ook hier
al, met name in de horeca, te beleggen. Turkse criminele
organisaties zijn ook op andere terreinen actief, zoals in de
mensensmokkel (ten bate van illegale arbeid) en in fraude, maar de
drugshandel overschaduwt ook in Nederland al het andere. De Turkse
onderwereld in Nederland onderscheidt zich door zeer gewelddadig
optreden binnen eigen kring, het grootste aantal liquidaties per
etnische groep (inclusief de etnische groep der Nederlanders)
vinden we hier. In het algemeen staan Turkse criminele organisaties
in Nederland nog op zo’n laag niveau dat zij heimelijkheid
betrachten, maar de Turkse georganiseerde misdaad raakt
langzamerhand ook in Nederland zo gentegreerd dat zij ermee begint
zich actief tegen overheidsoptreden af te schermen. Enkele Turkse
politieagenten zijn corrupt gebleken, tolken in dienst van politie
en justitie eveneens, en in Amsterdam is een poging waargenomen om
te infiltreren in de plaatselijke politiek. Afpersing van
Koerdische zakenlieden en particulieren door de PKK en andere
organisaties is moeilijk te bewijzen omdat lang niet altijd
duidelijk is in hoeverre het gaat om een onvrijwillige bijdrage aan
de politieke strijd. Bij de Nederlandse politie en justitie is
thans een zekere Turken-moeheid waar te nemen. Slechts als er grof
geweld aan te pas komt of wanneer criminele activiteiten een
politiek aspect hebben, treden zij op.