• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage VIII – 5.2. De situatie in Rotterdam

    5.2. De situatie in Rotterdam

    Vanuit de regio Rotterdam-Rijnmond bereikten ons in totaal 38
    rapportages. Gelet op de aard, omvang en ontwikkeling van de
    criminaliteit in de Rotterdamse regio in het algemeen, ligt het
    voor de hand dat de zaken die in deze rapportages aan de orde zijn,
    gemiddeld een zwaarder kaliber hebben dan de zaken die door de
    regio Midden- en West-Brabant zijn aangeleverd. Wanneer men dan op
    de Rotterdamse zaken dezelfde selectiecriteria toepast als die
    hiervoor voor de Midden- en West-Brabantse zaken zijn gehanteerd,
    dan blijven er maar tien van de 38 zaken over die in dit rapport
    thuishoren.

    Welke zaken vallen er dan zoal af? Om te beginnen diverse zaken
    in de sfeer van de drugsgroothandel, waar vrijwel uitsluitend
    Turken, Marokkanen, Surinamers, Antillianen, Israli’s en Pakistani
    bij betrokken zijn. Ten tweede zaken die betrekking hebben op
    Antilliaanse overvallers, Surinaamse autodieven en Surinaamse
    vrouwenhandelaren, en Belgische en Joegoslavische
    vrouwenhandelaren. Ten derde Chinese criminele groepen die van
    alles en nog wat doen, en een groep buitenlandse zigeuners. En ten
    vierde dan nog twee zaken die spelen in de sfeer van de
    afvalverwerking en, gezien de modi operandi, moeten worden
    gerangschikt onder het kopje ernstige organisatiecriminaliteit.
    Voor een heel groot deel gaat het hier dus om allemaal belangrijke
    zaken, maar niet voor dit rapport. Diverse van deze zaken zijn
    overigens wl meegenomen in andere rapporten die in het kader van
    dit onderzoeksproject zijn vervaardigd. Welke zaken blijven er dan
    nog over? Ze kunnen worden ingedeeld in drie categorin. De eerste
    categorie omvat de groepen beroepsmisdadigers die zich hebben
    gespecialiseerd in de ene of de andere tak van ernstige
    criminaliteit. Het gaat hier om vier groepen. De eerste groep,
    geleid door een uiterst gewiekst man, is gespecialiseerd in
    container-diefstallen. Hij beschikt met zijn mensen over
    voortreffelijke contacten (informanten) – portiers, loodsbazen en
    dergelijke – in de haven, weet aan wat voor goederen zoal behoefte
    bestaat in het achterland (meubelen, melkpoeder, nikkel), huurt op
    het geschikte moment ver buiten Rotterdam trekkers en laat ervaren
    chauffeurs hiermee de gewenste containers naar zijn schuilplaatsen
    rijden. De tweede groep is eigenlijk geen groep, maar een man die
    zich helemaal heeft toegelegd op het plegen van overvallen en die,
    samen met een soort van vaste maat, per project in het milieu de
    mensen uitzoekt die beschikken over de vaardigheden die in dt
    project van node zijn. De derde groep is eigenlijk niet goed te
    identificeren, maar is een clubje specialisten dat in staat is om
    gewone speelautomaten op een perfecte manier om te bouwen tot meer
    lucratieve, maar verboden automaten. En de vierde groep, die
    beschikt over transportbedrijven, tracht zich tesamen met haar
    Italiaanse partners te bekwamen in het bedrijven van Europese
    Unie-fraude. Waar ze vooral rijk van denkt te worden is de fraude
    waarbij bepaalde goederen die zogezegd zijn gexporteerd (textiel of
    fruit bijvoorbeeld), in feite worden gedumpt op de Europese markt;
    het geld dat deze fraude oplevert, bestaat uit de exportrestituties
    die (ten onrechte) worden uitgekeerd, en uit de
    prijzen die zijn gemaakt voor de gedumpte goederen. In
    tegenstelling tot de eerste drie groepen verdient deze groep ook
    nog wat bij in de drugshandel, vooral door het verzorgen van
    hashtransporten uit Marokko. De tweede categorie van zaken (vijf)
    heeft betrekking op de drugshandel maar de schaal en de manier
    waarop deze handel door de ene groep wordt bedreven, verschillen
    nogal van die van de andere groep binnen deze categorie. Ruwweg
    gesproken, bevindt zich aan het ene einde van het spectrum een
    groepje transportondernemers dat, om uit de financile problemen te
    geraken, drugstransporten voor derden, echte groothandelaren,
    verricht. Aan het andere einde is een groep gesitueerd van zo’n man
    of 30 die, in het bezit van de nodige infrastructuur en van de
    nodige internationale contacten, zit in de im- en export van hash
    (vooral uit Marokko, naar Nederland, Canada en Engeland) en
    betrokken is bij de produktie en distributie van synthetische
    drugs. Tussen deze extremen in treft men dan groepen aan die op
    kleinere en grotere schaal, alleen of in samenwerking met anderen,
    in de internationale drugshandel actief zijn. Hoe zelfstandiger en
    grootschaliger de groepen worden, des te gewelddadiger ze trouwens
    optreden, vooral ook tegen eigen mensen die in de weg lopen of die
    worden verdacht van contacten met de politie. In hun omgeving
    hebben zich diverse onopgeloste moorden afgespeeld, waarvan
    insiders denken dat ze gewoon als liquidaties moeten worden
    beschouwd.

    En van de laatstbedoelde groepen beperkt zich overigens niet tot
    de drugshandel. In elk geval haar voorman had op bepaalde momenten
    bemoeienis met heel andere criminele activiteiten, zoals de
    diefstal en heling van consumptiegoederen en de uitgifte van vals
    geld.

    De brede spreiding van activiteiten is ook precies wat de
    laatste groep – die op haar eentje de derde categorie vormt –
    typeert. Zij wordt centraal geleid door ongeveer drie man, kan
    rekenen op zo’n tien vaste mededaders, bezit een wirwar van
    buitenlandse en binnenlandse ondernemingen, en heeft directe
    contacten met enkele van de toppers in de internationale
    drugshandel, n van de misdaadsectoren waarin deze groep actief is.
    Zij pleegt echter ook overvallen en speciaal ripdeals, doet
    in vuurwapens, handelt in aparte grondstoffen en bedrijft
    grootschalige fraudes. Wat als een rode draad door deze mengelmoes
    van activiteiten heen loopt, is de bereidheid om grof geweld te
    gebruiken, dit keer niet alleen tegen gewezen medestanders en
    tegenstanders, maar ook tegen de overheid. Haar leden gaan liever
    een vuurgevecht met de politie aan dan dat ze zich rustig laten
    aanhouden. En als n van hen onverhoopt toch vast komt te zitten,
    zullen de anderen er alles aan doen om hem te bevrijden.

    Het spreekt welhaast voor zichzelf dat al deze Rotterdamse zaken
    niet de basis van de georganiseerde criminaliteit weerspiegelen
    zoals die in dit rapport wordt bedoeld. Bijna al de groepen die
    hiervoor de revue zijn gepasseerd, zitten op het niveau van de
    bovenlokale netwerken, enkele kunnen worden gerekend tot de
    onderste lagen van de top van de georganiseerde criminaliteit in
    Nederland. Het zou meer dan de moeite waard zijn om te onderzoeken
    waar de onderhavige groepen in die netwerken en in die lagen
    zitten, speciaal op de lijn tussen de Randstad en Noord-Brabant. En
    van de doeleinden van het gewezen Randstad-project was juist om de
    verwevenheid tussen de Hollandse groepen in dit gebied zichtbaar te
    maken.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken