3.4. Tot besluit
Ter afronding van dit hoofdstuk kan allereerst met nog groter
stelligheid dan in het begin worden beweerd, dat er in Nederland
geen octopus is die de georganiseerde criminaliteit in het gehele
land omspant. Een dergelijke syndicaat bestaat niet, ook niet in de
sfeer van de drugsgroothandel. Wat men in deze handel wel ziet,
werd hiervoor met een aantal voorbeelden duidelijk gemaakt: een
beperkt aantal criminele groepen van heel verschillend kaliber die
elk een deel van de hashmarkt bezetten.
Dit wil natuurlijk niet zeggen – het werd ook al onderstreept –
dat deze groepen niets met elkaar van doen hebben. Vanzelfsprekend
kennen allerhande sleutelfiguren elkaar, vanzelfsprekend wordt er
somtijds op de een of andere manier samengewerkt (bij de aankoop
van partijen, hun vervoer, enzovoort), en even zo vaak geruzied.
Hier weten we bitter weinig van. Dit is niet een gevolg van een
soort van contrastrategie van deze groepen, maar vooral een gevolg
van de verdeeldheid van het politiebestel. Elk korps, maar ook elk
IRT, bakent zijn onderzoeksobject territoriaal (en zodoende ook
functioneel) af en verwerft dus weinig of geen inzicht in het
geheel. En de CRI heeft het kennisgat dat zo ontstaat, niet
opgevuld. Waarom niet, doet hier verder niet ter zake.
In het verlengde van deze vaststelling mag niet worden
verzwegen, dat er haast geen kijk meer is op allerlei personen die,
ook wat betreft de top van de georganiseerde criminaliteit,
belangrijke ondersteunende functies vervullen. En dan denk ik nog
niet zozeer aan advocaten, notarissen en accountants, hoewel hun
rol in dit verband – zie de vorenstaande beschrijvingen – niet mag
worden uitgevlakt. Maar waar met name ook aan moet worden gedacht,
dat zijn: witwasspecialisten, illegale vuurwapenhandelaren,
valsemunters en vervalsers van officile bescheiden, professionele
autodieven, en noem ze verder maar op. Door de verregaande
despecialisatie van de CRI en van de centrale recherches op
stedelijk en regionaal niveau zijn al deze figuren, zeker op
landelijk niveau, zo goed als volledig uit beeld verdwenen. Dit is
ook een van de redenen waarom ons beeld van de top van de
georganiseerde criminaliteit zo’n gedrogeerde indruk maakt.