1. ALGEMENE INLEIDING
De Parlementaire Enqutecommissie Opsporingsmethoden moet onder
meer antwoord geven op de vraag: wat is de aard en omvang van de
georganiseerde criminaliteit in Nederland? Het zal duidelijk zijn
dat deze eenvoudige vraag – wil men recht doen aan de werkelijkheid
die erin besloten ligt – slechts op een complexe manier kan worden
beantwoord. Een van de manieren waarop in dit onderzoeksproject
naar een antwoord is gezocht, is door na te gaan welke groepen zich
op welke manieren met welke vormen van georganiseerde criminaliteit
bezighouden. Een deel van de resulaten van dit onderzoek is
neergelegd in het rapport over de rol van buitenlandse en
allochtone groepen in de georganiseerde criminaliteit in Nederland.
Het andere deel is vervat in dit rapport over de rol van autochtone
groepen. In het eerstgenoemde rapport wordt reeds in de inleiding
geschetst hoe in het algemeen wordt gedacht over de rol van
buitenlandse en allochtone groepen in de georganiseerde
criminaliteit in Nederland, en wordt vervolgens per hoofdstuk (per
groep) dit beeld verfijnd. Het ligt voor de hand om in dit rapport
een wat andere werkwijze te volgen. Eerst wordt, in hoofdstuk 2,
het bestaande beeld van de geschiedenis van de georganiseerde
criminaliteit in Nederland behandeld. In de daaropvolgende
hoofdstukken worden dan de resultaten van het eigen onderzoek naar
de tegenwoordige toestand van de georganiseerde criminaliteit
weergegeven.