• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage VII – V.7. De textielnijverheid

    V.7. De textielnijverheid

    Van de textielnijverheid kan men zeggen dat zij historisch
    verdacht is wanneer het gaat om georganiseerde criminaliteit. De
    georganiseerde criminaliteit kreeg greep op de textielnijverheid in
    New York door de vakbonden van textielwerknemers over te nemen na
    ernstige arbeidsconflicten (Block en Chambliss, 1981). In Nederland
    is echter van een dergelijke ontwikkeling nooit sprake geweest. Na
    de ineenstorting van de textielindustrie in de jaren zestig en
    zeventig als gevolg van de concurrentie van de lage-lonen-landen in
    Azi, verschenen op diverse plaatsen in het midden van de jaren
    tachtig wel allerlei naaiateliers. Deze ateliers kwamen op als
    gevolg van de internationale ontwikkelingen in de
    confectie-industrie waarin om een flexibele en snelle produktie
    wordt gevraagd. Zij werden veelal door Turken als zelfstandige
    ondernemers opgezet en waren gevestigd in Amsterdam, de Achterhoek,
    Brabant, Limburg en Twente. Het aantal bedrijven in Nederland steeg
    spectaculair, van 28 in 1981 tot ongeveer 1.000 in 1993 (Van
    Vondelen, 1993). In het begin waren de confectie-ateliers bijna
    allemaal legaal, maar toen de prijzen gingen dalen en de
    concurrentie toenam, terwijl het aanbod aan illegale werkers in
    Nederland alsmaar groter werd, gleden de meeste van de legale
    ateliers af naar een gedeeltelijk en later zelfs naar een volledig
    illegale bedrijfsvoering. Zwarte loonbetalingen, werken met
    illegale vreemdelingen, handel in valse facturen waren instrumenten
    om het hoofd boven water te houden. Na verloop van tijd drong tot
    de buitenwereld door dat er met illegale werkneem(st)ers onder
    uiterst slechte arbeidsomstandigheden werd gewerkt en deden
    geruchten de ronde dat de (Turkse) georganiseerde criminaliteit
    daarbij zou zijn betrokken.

    Zoals eerder aangegeven, is de textielnijverheid uitsluitend op
    lokaal niveau bestudeerd. In Amsterdam schat de overheid dat er
    ongeveer 600 naaiateliers bestaan met tussen de 6.000 en 15.000
    werknemers. Onderzoek door een team van verschillende
    opsporingsdiensten (het confectieteam) bij Turkse naaiateliers
    leidde tot de conclusie dat er weliswaar sprake was van diverse
    vormen van organisatiecriminaliteit en van veel vuurwapensbezit,
    maar dat voor enige betrokkenheid van de (Turkse) georganiseerde
    criminaliteit geen aanwijzingen bestonden. Geruchten dat de Grijze
    Wolven, PKK en Dev Sol bij de naaiateliers waren betrokken, konden
    niet hard worden gemaakt.

    In Enschede, de textielstad bij uitstek in Nederland, die door
    de ineenstorting van de textielnijverheid harde klappen heeft
    gehad, zijn het voornamelijk Turken geweest die in het gat van de
    markt zijn gesprongen, omdat
    zij met deze vorm van produktie in het thuisland ervaring hebben.
    In 1990 werden 25 illegale naaiateliers opgespoord. Een stringent
    overheidsoptreden heeft de verplaatsing van naaiateliers van
    Enschede naar Almelo teweeggebracht waar zij ook in handen zijn van
    daar wonende Turken. Een inventarisatie van alle confectie- en
    naaiateliers in Enschede die op ons verzoek door de Kamer van
    Koophandel is vervaardigd, laat het volgende zien. Er zijn in 1995
    72 ateliers ingeschreven. De meeste daarvan zijn al jaren bestaande
    bonafide bedrijven (gemiddeld 15 jaar oud). De oudste vier dateren
    uit 1919. Zij zijn voornamelijk in handen van autochtone Enscheders
    die vroeger werkzaam waren in de textielindustrie. Er zijn ongeveer
    10 Turkse naaiateliers in de stad (begin 1995).

    In Nijmegen bestaan 29 confectie- of naaiateliers die alle
    geregistreerd staan bij de Kamer van Koophandel en de
    Belastingdienst. Een aantal daarvan is in handen van Chinese en
    Vietnamese eigenaren. Er bestaan vier Turkse ateliers. De overige
    staan op naam van Nederlandse vrouwen. In hoeverre met katvangers
    wordt gewerkt is onbekend, evenals het bestaan van illegale
    ateliers. In het begin van de jaren negentig is een van de
    confectiebedrijven die in financile moeilijkheden verkeerde, in
    handen gevallen van enkele, eerder in de lokale studie besproken
    fraudeurs. Deze BV was binnen een maand van naam veranderd en
    helemaal leeggeplunderd. Meer is over naaiateliers in Nijmegen niet
    bekend.

    In Arnhem tenslotte zijn geen gegevens voorhanden over het
    aantal gevestigde confectie- en naaiateliers. De
    opsporingsinstanties hebben medio 1993 drie illegale Turkse
    ateliers ontdekt. Hierin waren per bedrijf ongeveer 10-15 illegale
    vreemdelingen werkzaam. Bij de politie is verder niet bekend of de
    georganiseerde criminaliteit bij deze bedrijvigheid is
    betrokken.

    Hoewel de gezamenlijke opsporingsinstanties incidenteel nog wel
    eens een kleine illegale werkplek ontdekken die de naam atelier
    nauwelijks waard is, stelt men dat het verschijnsel tegenwoordig
    vrijwel helemaal is uitgebannen. Van enige infiltratie door of
    relaties met georganiseerde criminaliteit is volgens woordvoerders
    van deze instanties geen sprake. Politiebronnen bevatten ook geen
    gegevens die wijzen op geweld, afpersing of iets dergelijks in deze
    sector van de textielnijverheid. De politie en andere
    opsporingsdiensten hebben ook geen informatie die wijst op de
    infiltratie van criminele groepen in deze branche.


    vorige        
    volgende        
    inhoudsopgave en zoeken