7.5 De rechtshandhaving op Schiphol
7.5.1 De organisatie
De Koninklijke marechaussee, district luchtvaart, is per 1
januari 1994 belast met de uitvoering van de politietaken op
Schiphol. Veel rijkspolitiemensen die hiervoor werkzaam waren op
Schiphol zijn overgestapt naar de marechaussee. De organisatie
omvat drie diensten: de Politiedienst (uniformdienst), die onder
meer de handhaving van de openbare orde op Schiphol tot taak heeft,
de Dienst grensbewaking, die zich onder meer bezig houdt met de
opvang, de intake en het uitzetten van asielzoekers, en de
Justitile dienst (in burger), die zich onder meer bezighoudt met
aanhoudingen in het kader van de Opiumwet, maar ook in verband met
vrouwenhandel en mensensmokkel. Noot De Kmar heeft een
uitgebreid takenpakket. Zo doet de Kmar – op mandaat van de BVD
ingevolge de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten – sinds
drie jaar antecedentenonderzoek naar nieuwe medewerkers op
Schiphol. Hiertoe wordt onder meer samengewerkt met de CRI. Indien
blijkt dat iemand een criminele achtergrond heeft wordt dwingend
geadviseerd diegene niet in dienst te nemen. Noot Tevens
houdt zij toezicht op de particuliere beveiligingsdiensten die
werkzaam zijn op Schiphol. Hiertoe is zij gemandateerd door de
korpschef van de politieregio Kennemerland. Sinds 1985 beschikt het
Kmar-district luchtvaart over een eigen criminele
inlichtingendienst van zeven personen, een chef, een
plaatsvervangend chef, 4 runners en een documentaliste. Tevens
heeft de Kmar de beschikking over een observatieteam.
7.5.2 De verantwoordingslijnen
De Kmar valt onder het beheer van de minister van Defensie en
onder gezag van de minister van Justitie. De verschillende diensten
van de Kmar hebben te maken met afzonderlijke lijnen. De
Politiedienst valt onder de burgemeester van Haarlem, de Dienst
grensbewaking valt onder de Immigratie- en Naturalisatiedienst
(IND) van het ministerie van Justitie en de Justitile dienst
opereert op gezag van het OM. Er zijn vier vaste zaaksofficieren en
een CID-officier. De chef CID en de CID-officier houden wekelijks
contact. Op de luchthaven Schiphol is de Kmar de aangewezen
instantie voor de opsporing van strafbare feiten. Zaken die uit de
douanecontroles komen, worden niet, zoals bij andere buitengrenzen,
door de Douanerecherche overgenomen, maar door de Kmar. De Kmar
maakt proces-verbaal op en legt contact met het OM Haarlem. Bij de
rechtbank te Haarlem zijn twee van de zes kamers bijna uitsluitend
bezig met Schipholzaken.
7.5.3 Samenwerking
Onder meer in het kader van de versterking van de buitengrenzen
is in 1994 het Schipholteam opgericht. Dit team is een
samenwerkingsverband tussen de Kmar en de douanepost Surveillance
Hoofddorp. De dagelijkse aansturing van het Schipholteam gebeurt
door het hoofd van de tactische recherche op Schiphol. Het team
heeft tot taak het opsporen van drugdelicten in de passagierslijn,
of met andere woorden het aanhouden van drugkoeriers in de
passagiersterminal, alsmede het zo optimaal mogelijk verlenen van
assistentie aan zowel nationale als internationale
opsporingsinstanties. Er is contact met de CRI, en dan met name met
de liaison-officers. Twee teamleiders, twee cordinatoren en 24
rechercheurs maken deel uit van dit team, gelijkelijk verdeeld over
de beide samenwerkende diensten. De leden van de marechaussee zijn
ook onbezoldigd douaneambtenaar. Noot Er wordt gewerkt
in koppels. In het kader van de integriteit worden in het
Schipholteam om de zes maanden andere koppels geformeerd. Tevens
maken de leden van het team voor maximaal drie jaar deel ervan uit.
Er zijn vaste procedures voor inbeslagneming en weging van de
verdovende middelen.
Soms wordt actie ondernomen op basis van informatie van de
Kmar-CID, maar doorgaans op eigen initiatief. Hiertoe worden
risico-analyses naar vluchtroute, daderprofiel etc. gemaakt. De
grootste vangst van het Schipholteam betrof een persoon die 170
kilo cocane in zijn persoonlijke bagage vervoerde. Over het
algemeen houdt de Kmar zich bezig met het personenverkeer op
Schiphol, terwijl de douane zich richt op de controle van de
vracht, onder andere met honden en rntgenapparatuur. Er is
eigenlijk geen contact met de Douanerecherche of met het Douane
informatie centrum. Als de douane bij de controle iets vindt dan
neemt de tactische recherche van de Kmar het over. Op verzoek van
en samen met een RCID wordt wel eens in koffers gekeken op
Schiphol. Noot
7.5.4 Methoden
Het Schipholteam verricht in burger observatie- en
surveillancewerkzaamheden in de passagiersterminal op de luchthaven
Schiphol. Verder heeft de Kmar n observatieteam ter beschikking
voor Schiphol (het BSB-team). Er is in het recente verleden gebruik
gemaakt van een videocamera die gericht stond op een
XTC-laboratorium op Schiphol. Tevens geeft de douane aan dat
gebruik wordt gemaakt van videocamera’s, gericht op het
schoonmaak-en bedienend personeel op Schiphol. Door een OT is een
peilzender geplaatst in een koffer. Sinds twee jaar runt de CID
informanten. Op het moment zijn er tussen de tien en vijftien
informanten. De identiteit van de informanten is bekend bij de hele
CID-groep. Bij het actief werven van informanten gaat de voorkeur
uit naar werknemers op Schiphol met een crimineel uiterlijk of een
criminele achtergrond. De zware criminelen krijgen geen
toegangspasje, maar aangegeven wordt dat sommige werknemers diep
genoeg in het criminele circuit zitten om interessant te zijn. Hoe
deze wervingstactiek zich verhoudt tot het antecedentenonderzoek
onder toekomstige werknemers en het subsequente negatieve advies,
is niet duidelijk. Ook KLM-personeelsleden staan ingeschreven als
informant.
Op het moment wordt gewerkt met een gestuurde burgerinformant
met een blanco verleden die in het criminele milieu is
gemanoeuvreerd door hem op bepaalde cafs te wijzen. Deze persoon
kan burgerinfiltrant worden genoemd. In de loop der jaren heeft hij
ongeveer tweehonderdduizend gulden verdiend. De criminele gelden
die door hem binnengebracht zijn naar aanleiding van activiteiten
voor de CID, zijn afgedragen en successievelijk aan hem uitbetaald.
Met de afbouw is begonnen doordat door de ogen van de buitenwereld
deze persoon gezien werd als een crimineel. Een nieuwe informant
met een crimineel verleden is nu bij de runners in opleiding om de
plaats van de vorige in te nemen.
De officier van justitie geeft geen toestemming voor het door
laten gaan van partijen van meer dan twee kilo harddrugs. Dit is
problematisch voor het beschermen van de informant. Dit probleem
wordt opgelost door te vegen en in een persbericht te vermelden dat
de partij toevallig ontdekt is. Op Schiphol wordt de import van
verdovende middelen via de vracht op drie manieren afgehandeld. De
voorkeur gaat uit naar gecontroleerde afleveringen. Na het fiat van
het OM-Haarlem wordt contact gezocht met een wijkbureau van de
Amsterdamse politie. Een OT uit Amsterdam komt de partij dan
ophalen. De officier van justitie geeft bijna altijd automatisch
toestemming. Een andere mogelijkheid is dat het eigen OT een
gecontroleerde aflevering doet. Dan moet het een partij van minder
dan twee kilo betreffen. De tweede manier om een lading drugs af te
handelen is in samenwerking met de douane de vracht te observeren
en de afhalers op te pakken. Soms leidt het verhoor van deze
personen dan verder, en wordt er meegegaan bij de huiszoeking. In
samenwerking met een BFO is vorig jaar ruim een half miljoen cash
in beslag genomen. Als derde mogelijkheid en als sluitpost wordt er
geveegd, de zogeheten NN-zending. Het Schipholteam maakt melding
van een aantal gecontroleerde afleveringen in 1994, onderscheiden
naar soorten verdovende middelen. Na ontdekking door het
Schipholteam werd n partij marihuana gecontroleerd afgeleverd naar
Frankrijk, n heronezaak naar Belgi en er werden 44 cocanezaken
gecontroleerd afgeleverd naar vijftien verschillende landen.
Noot In dit verband gaf de Kmar aan dat indien sprake is
van koeriers, bijna nooit een gecontroleerde aflevering
plaatsheeft, tenzij zulks wordt verzocht door andere korpsen of
bijzondere opsporingsdiensten. Volgens de douane gebeurt het
regelmatig dat er gecontroleerde afleveringen plaatsvinden bij
uitgaande reizigers die binnen de Europese Unie blijven.
Bijvoorbeeld, wanneer
een drughond aanslaat op drugs in de kelder of gaat zitten naast
een passagier, dan wordt de officier gebeld of het gecontroleerd
door mag gaan. De officier van justitie vraagt dan naar het land
van herkomst, naar het aantal kilo’s en de bestemming. Als er een
partij doorgaat gebeurt het altijd in overleg met de officier. Als
er geen goed contact is met het bestemmingsland, zoals bijvoorbeeld
Singapore, gaat het niet door. De teamleiders bellen zelf naar het
buitenland om de overname te regelen.
Een groot aantal gecontroleerde afleveringen in 1994 werd tevens
gemeld door de Justitile dienst van de Kmar. Binnen Nederland vond
dit dertien maal plaats in 1994, tegen 51 maal in 1993. Naar het
buitenland werden in 1994 49 gecontroleerde afleveringen uitgevoerd
naar achttien verschillende landen, tegen 23 in 1993.
Noot Waarschijnlijk is er sprake van een overlap tussen
deze twee overzichten. De verhouding tussen zaken met koeriers en
vrachtzaken is onduidelijk.
Er is overleg geweest met de commissie de Wit over het voorstel
om een frontstore op te richten waarin de huidige burgerinfiltrant
kon worden betrokken. Dit voorstel is afgewezen op het feit dat de
CID een langdurige operatie wilde en de commissie een
kortlopende.
Het opvragen van informatie uit CID-registers door de Kmar
geschiedt op basis van de algemene benoeming tot gerechtigde door
de minister. De chef CID van de Kmar participeert in het
CID-overleg. Er zijn geen belemmeringen bij de uitwisseling van
CID-informatie. CID-informatie die van belang is voor de BVD wordt
via een contactman verstrekt.
Veel oud Kmar-medewerkers zijn in dienst van een particulier
recherchebureau en vormen zo deel van het old boys network. Hieraan
wordt weleens informatie verstrekt. Voor vluchtinformatie wordt
weleens een reisbureau benaderd. Tips uit het buitenland lopen via
persoonlijke contacten of via de liaison-officers van de CRI. De
informatie-uitwisseling met met name de FIOD gaat zeer moeizaam. De
Kmar-CID wordt regelmatig bevraagd door andere CID-en, met name
over namen op vluchtlijsten.