6.4 Landelijk rechercheteam (LRT)
De ontwikkelingen rond de oprichting en het functioneren van de
kernteams lijken het belang van een LRT te onderstrepen. De
korpschef van het Korps landelijke politiediensten (KLPD) heeft in
september 1994 de opdracht gekregen een plan van aanpak te maken
voor de oprichting van een LRT. Dat plan is gemaakt door de Divisie
ondersteuning van het KLPD in samenwerking met de CRI.
Het LRT, dat in november 1995 is ingesteld Noot ,
moet in oktober 1996 operationeel zijn. Tot de werkzaamheden van
het LRT behoren:-omvangrijke en complexe onderzoeken naar zware en
georganiseerde criminaliteit waarvoor specialistische kennis en
expertise op het gebied van financile recherchemethodieken
noodzakelijk is (MOT-meldingen, EG-fraude, toepassing van
Plukze-instrumentarium);-onderzoeksactiviteiten van internationaal
belang die voortvloeien uit buitenlandse rechtshulpverzoeken;-zaken
van nationaal belang die onvoldoende binding hebben met regionale
belangen.
De teamleider van het LRT is het voormalig hoofd van het bureau
financile ondersteuning (BFO) van het regiokorps
Amsterdam-Amstelland. Noot Het LRT is een afzonderlijke
eenheid binnen het KLPD. In die zin zal het door diensten van
andere divisies binnen het KLPD op dezelfde wijze worden behandeld
als de kernteams. Het LRT dient volledig zelfstandig te
functioneren. Daartoe beschikt het over eigen observatiecapaciteit
en over een nauw aan de bestaande structuren gekoppelde
CID-ondersteuning. Voor de CID van het LRT is inmiddels een aparte
CID-officier van justitie aangewezen, die deel uitmaakt van het
Landelijk bureau openbaar ministerie.
De minister benadrukt bij herhaling de betekenis van het LRT
voor het financieel rechercheren. Dat zou tot een inhoudelijk
verschil met de andere kernteams kunnen leiden, hoewel duidelijk is
dat alle kernteams belangstelling hebben voor financieel
rechercheren. Wat het LRT betreft, valt echter als bijzonder taak
te denken aan het direct optreden naar aanleiding van meldingen
krachtens de Wet melding ongebruikelijke transacties en aan
EG-fraude. Over de participatie van financieel deskundigen van de
FIOD en de ECD vindt nog overleg plaats. Er zijn gesprekken gevoerd
met medewerkers uit het bankwezen waarin zij hun kennis en ervaring
met het LRT hebben uitgewisseld. Een deel van de specialisten –
fiscaal juristen, economen en medewerkers uit het bank- en
effectenwezen – zal tot het team behoren, maar ook zullen ad hoc
externe specialisten worden aangetrokken. Het ligt in de bedoeling
dat het LRT daarmee een eigen takenpakket krijgt, maar voor het
overige nevengeschikt aan de kernteams werkt. De kernteams zullen
hun eigen internationale onderzoeken blijven uitvoeren.
Uitgaande van het beschikbare budget van ruim acht miljoen
gulden op jaarbasis, zal het LRT bestaan uit ongeveer 60
fte’s die worden geplaatst voor een periode van vier tot zes jaar.
De leden van het team treden in dienst van het KLPD. Voor
het regiokorps dat personeel levert, zal worden voorzien in een
terugkeergarantie. Hoewel bij de meeste regiokorpsen verzet
bestaat tegen het landelijk rechercheteam, wijzen anderen erop dat
buitenlandse collega’s het vreemd vinden dat internationale
verzoeken naar de regiokorpsen worden doorgeleid. De traagheid
waarmee Nederland op rechtshulpverzoeken uit het buitenland
reageert, wordt schandalig genoemd.
- De heer Koekkoek :
- Mijnheer Wiarda, laat ik maar met de deur in huis vallen.
Het landelijk rechercheteam is door u ooit een ernstige vergissing
genoemd. Zou u kunnen toelichten wat u daarmee bedoelde? - De heer Wiarda:
- Ja, en ik herinner mij ook nog de plaats waar ik dat gezegd
heb en u was daarbij, naar ik mij meen te herinneren. Ik denk dat
een van de ergste dingen die ons kan overkomen bij de Nederlandse
politie is, dat wij twee soorten politie krijgen. Twee soorten
politie onder twee verschillende departementen. Ik ben er
natuurlijk op zichzelf geen tegenstander van om het werken op het
terrein van de zware en georganiseerde
criminaliteit op een efficinte en professionele manier te
organiseren en te specialiseren – want het is zeker een specialisme
– maar dat zou voor mij moeten gebeuren binnen n Nederlandse
politie, onder n departement. Nu zou dat kunnen als het huidige
landelijke rechercheteam zich verder gaat ontwikkelen en het ligt
zeer in de lijn der verwachtingen dat het gaat gebeuren. Het begint
nu met ongeveer 60 man. Maar een van de meest belangrijke
argumenten om tot een landelijk rechercheteam te komen, is geweest
dat aan de vele verzoeken vanuit het buitenland – want Nederland
heeft, zoals een van onze ministers ooit heeft gezegd, een heel
groot buitenland en daarom konden er ook wel twee ministers van
Buitenlandse Zaken zijn – niet voldoende voldaan kan worden omdat
de regionale politiekorpsen helemaal vol bezet zijn met het werken
aan lopende projecten en je de mensen niet steeds van lopende
projecten kunt afhalen om een kort lopende operatie voor een
buitenlandse instantie te doen. Daarom zou er een landelijk
rechercheteam moeten komen om aan al die buitenlandse vragen te
voldoen. En ik kan u verzekeren dat daar ook het argument in
gevonden kan worden om het landelijk rechercheteam, dat nu uit 60
man bestaat, te vergroten tot 100 en daarna tot 200 en daarna tot
400. Plus het feit dat er een bijna onweerstaanbare neiging in zit
om wat nu interregionale rechercheteams of wel kernteams
wordt genoemd, in n veeg samen met het landelijk rechercheteam
om te vormen tot n justitile politie onder andere…
Noot
De door het LRT uit te voeren opsporingsonderzoeken worden
geselecteerd en geleid door het LBOM. Het LBOM is tevens
verantwoordelijk voor de afdoening van de strafzaken van het LRT.
Daarmee zijn de beleidsmatige en cordinerende taken verbonden met
operationele taken van het LBOM. Het LBOM is operationeel sinds 1
juni 1995. Bij het LBOM werken naast een hoofdofficier van
justitie, de drie landelijke officieren van justitie, die tot juli
1995 bij de CRI waren gedetacheerd. Tevens zijn inmiddels
aangesteld een zaaksofficier van justitie en een CID-officier die
het gezag heeft over de CID van de Divisie mobiliteit van het KLPD
en over de CID van het LRT.
Er is nog discussie gaande over de vraag of het LBOM
ook een bijzondere taak met betrekking tot fraude en
milieu moet krijgen.
Met het oog op de operationele taak van het LBOM wordt een
wetswijziging wenselijk geacht waardoor het landelijk parket zijn
zaken zal kunnen aanbrengen bij n of meer (gespecialiseerde)
rechtbanken, in die zin dat de normale regels van de relatieve
competentie niet behoeven te gelden. Ook de territoriale optiek van
art. 148 Sv (leiding opsporing) zou moeten worden doorbroken.
Noot Volgens de huidige stand van zaken zal het
landelijk parket niet gaan behoren tot het parket-generaal dat in
oprichting is als uitvloeisel van het rapport van de
commissie-Donner. Het is nu verantwoording schuldig aan de
procureur-generaal, portefeuillehouder zware, georganiseerde
criminaliteit. Het Cordinerend beleidsoverleg ( CBO) zal het LRT
begeleiden.