4.6 Conclusies
1. De taak van de tactische recherche houdt in het doen van
onderzoek bij personen en instanties en het verslagleggen van dit
onderzoek ten behoeve van de mogelijke strafrechtelijke vervolging.
De tactische recherche is derhalve georinteerd op het aanleveren
van bewijsmateriaal in concrete strafzaken. Voor de tactische
recherche bestaat geen afzonderlijke wettelijke basis of nadere
regeling. 2. Het tactisch recherchewerk voltrekt zich op
verschillende organisatorische niveaus bij de politie: in
basiseenheden, in districten, op regionaal niveau, in kernteams.
Tactische onderzoeken naar ernstige criminaliteit worden vrijwel
steeds door speciaal daarvoor samengestelde teams verricht. 3. In
een groeiend aantal regiokorpsen wordt de laatste tijd het primaat
van de tactische recherche – in relatie tot de CID – benadrukt. Het
bewust onkundig houden van de tactische recherche en de
zaaksofficier van justitie van activiteiten van de CID staat
hiermee op gespannen voet. De vroegere – en in sommige regiokorpsen
nog steeds bestaande – geslotenheid in de communicatie tussen CID
en tactische recherche leidt tot misverstanden en gebrek aan
sturing en controle.
4. Er bestaan geen formele, specifieke opleidingseisen voor
regionale tactische rechercheurs; wel zijn er diverse cursussen.
Vooral buiten de Randstad heeft het openbaar ministerie in enkele
politiekorpsen invloed op de keuze van de leiding of samenstelling
van de tactische teams.
5. De eindverantwoordelijkheid voor de beslissing over aan te
pakken recherche-onderzoeken ligt bij de officier van justitie
(art. 13 Politiewet 1993 j art. 148 Sv), die beslist binnen de
kaders van het door de driehoek (art. 28 Politiewet 1993) vast te
stellen jaarplan. Hij dient overleg te plegen met de burgemeester
(art. 14 Politiewet 1993).
Aan de voorbereiding van de beslissing zijn twee aspecten
verbonden. Enerzijds is dat de organisatiegraad van de criminele
doelgroep, waarvan de CID aan de hand van de CBO/CRI-criteria een
inschatting maakt. Anderzijds spelen de door de tactische recherche
verwachte haalbaarheid en de regionale prioriteitstelling een
rol.
Het beheer van de politie komt in de zogenaamde regionale – of
beheersdriehoek aan de orde. In dit driehoeksoverleg hebben de
korpsbeheerder, de hoofdofficier van justitie en de korpschef van
politie zitting. 6. De tactische recherche maakt zelden zelfstandig
gebruik van geavanceerde observatiemethoden. Wel geeft zij
regelmatig opdrachten aan het AT, het OT en de STO als gevolg
waarvan die methoden worden gebruikt. 7. Uitzonderingen daargelaten
runt de tactische recherche geen informanten.
8. Het inzetten van politie-infiltranten vindt meestal plaats in
opdracht van de tactische recherche. Dit gebeurt dan met
toestemming van het openbaar ministerie.
9. De tactische recherche hanteert vooral opsporingsmethoden die op
de zitting in het openbaar te verantwoorden zijn. Daarbij past
verslaglegging van de activiteiten van de recherche bij
proces-verbaal. Dat betekent overigens niet dat alle
onderzoekshandelingen, waarvan niet op voorhand duidelijk is of die
in het dossier moeten worden opgenomen, bij proces-verbaal worden
verantwoord. Soms worden zij in journaals vermeld, soms blijven zij
geheel onvermeld.
10. Er zijn niet veel wettelijke belemmeringen om informatie die
bij een tactisch rechercheteam aanwezig is, door te geven aan een
ander tactisch team. Toch komt het voor dat dergelijke informatie
als CID-informatie wordt verstrekt.
11. Bij de nationale en internationale samenwerking spelen de
ARI’s een rol. Dat wil echter niet zeggen dat in alle gevallen van
samenwerking een beroep op de ARI’s wordt gedaan.
12. De tactische recherche wordt slechts in beperkte mate door de
korpsbeheerder, de korpsleiding en het openbaar ministerie
gestuurd.
In de meeste gewone strafzaken heeft het openbaar ministerie,
ondanks zijn directe verantwoordelijkheid, geen bemoeienis met de
opsporing.
Alleen bij zeer grote strafzaken is er veel betrokkenheid van de
zaaksofficier van justitie eventueel de CID-officier van justitie
en in zeldzame gevallen de korpschef.