12 MINISTERIES
12.1 Inleiding
12.1.1 Algemene introductie
De ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken staan bekend
als de politieministeries. De minister van Justitie draagt op
centraal niveau de primaire verantwoordelijkheid voor het
strafrechtelijk beleid, met inbegrip van het beleid ten aanzien van
de georganiseerde criminaliteit. De minister van Binnenlandse Zaken
draagt op centraal niveau de primaire verantwoordelijkheid voor het
binnenlands bestuur en voor het beleid inzake de openbare orde.
In het rapport van de Werkgroep vooronderzoek opsporingsmethoden
wordt n vraag opgeworpen waarin de rol van het ministerie van
Justitie expliciet aan de orde komt:
Welke rol dient de top van het ministerie van Justitie te
spelen bij de bepaling van de randvoorwaarden voor de inzet van
opsporingsmethoden?
Dat de werkgroep er slechts n vraag aan wijdt, neemt niet weg dat
het functioneren van het ministerie van Justitie en, in mindere
mate, van het ministerie van Binnenlandse Zaken ook aan de orde is
bij de beantwoording van vele andere vragen van de werkgroep en bij
de beantwoording van de drie hoofdvragen van de commissie
opsporingsmethoden.
12.1.2 Plan van aanpak
De opbouw van dit hoofdstuk is als volgt. In paragrafen 12.2 en
12.3 worden de taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en
organisatie van de beide ministeries weergegeven. Daarbij komt
tevens de daadwerkelijke uitoefening van deze taken, bevoegdheden
en verantwoordelijkheden aan de orde. De nadruk ligt op de
betrokkenheid van de ministeries bij de bestrijding van de
georganiseerde criminaliteit en bij het gebruik van
opsporingsmethoden. In paragraaf 12.4 komt de interdepartementale
samenwerking aan de orde. In paragraaf 12.5 worden conclusies
getrokken.