6.3 Gesprekken tijdens de verhoren
Tijdens de openbare verhoren heeft de commissie nog negen
gesprekken gevoerd. Vijf van de negen gesprekspartners waren naar
aanleiding van de verhoren aan de oorspronkelijke lijst van
getuigen toegevoegd. Daarnaast heeft de commissie nog met drie
getuigen gesprekken gevoerd, alvorens deze voor de tweede keer in
het openbaar te horen.
Een van die gesprekken verdient bijzondere aandacht. Mr J.C.J.G.
Barkman-Kuitert, landelijk CRI-officier, had de commissie te kennen
gegeven dat zij wegens persoonlijke omstandigheden niet in het
openbaar wilde worden verhoord. Omdat de commissie er weinig voor
voelde een besloten verhoor af te nemen, werd het volgende
overeengekomen. Barkman-Kuitert zou een gesprek met de commissie
hebben. Op basis van (het stenografisch verslag van) dit gesprek
zou zij een ambtsedig proces-verbaal opmaken en aan de commissie
doen toekomen. Dit proces-verbaal wordt openbaar gemaakt.
Noot Met elf getuigen heeft de commissie geen gesprek
gevoerd. In al deze gevallen achtte de commissie het niet strikt
noodzakelijk ter voorbereiding van het verhoor een gesprek te
houden en de betrokken getuigen hadden daar evenmin behoefte aan.
In n geval moest de commissie afzien van zowel een gesprek als een
openbaar verhoor. Het betrof C.H.J. de Jongh, werkzaam bij de
Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst, die wegens ziekte niet
in staat was voor de commissie te verschijnen. Als alternatief
besloot de commissie de heer De Jongh schriftelijke vragen te
stellen. De heer De Jongh is echter niet in staat gebleken deze
vragen te
beantwoorden.
Ook A.W.P. Augusteijn, chef van de criminele inlichtingendienst van
het kernteam Randstad Noord en Midden, bleek om gezondheidsredenen
niet in staat in het openbaar voor de commissie te verschijnen. Met
hem heeft de commissie wel een gesprek gevoerd. W.J. ten Brinks,
CID-rechercheur, kon tevens vanwege gezondheidsredenen niet voor de
commissie verschijnen. Voorts heeft de commissie geprobeerd in
contact te treden met A. Maske, de Duitse informant van de
Douanerecherche Haarlem en chauffeur voor het interregionaal
rechercheteam Noord-Holland/Utrecht en verschillende regionale
inlichtingendiensten. In een gesprek met zijn advocaat bleek dat
Maske niet bereid was een verklaring voor de commissie af te
leggen. Naast gesprekken heeft de commissie ook ter voorbereiding
van verhoren andere activiteiten ontplooid. Zo werd ter
voorbereiding van het verhoren van Blok en mr C.V. van der Voort,
officier van justitie te Den Haag, door T. Driessen, teamleider van
het kernteam Haaglanden/Hollands Midden, een presentatie over het
COPA -onderzoek verzorgd.