2. DE NEDERLANDSE ZEE- EN LUCHTHAVENS

De Rotterdamse haven en de luchthaven Schiphol zijn nationaal de belangrijkste overslagplaatsen. In de Rotterdamse haven in tonnage gemeten, de grootste ter wereld, worden jaarlijks nabij de 300 miljoen ton goederen aan- en afgevoerd. Het goederenverkeer vindt plaats in een gebied van 10.000 hectare, dat 40 kilometer lang is en zich uitstrekt van Rotterdam tot aan de Noordzee. Jaarlijks bezoeken nabij de 32.000 zeeschepen en een veelvoud aan binnenvaartschepen de haven van Rotterdam. Behalve de Rotterdamse haven bevinden zich in de regio rondom Rotterdam nog havens in Schiedam, Dordrecht, Vlaardingen en Moerdijk (GHR, Havenplan 2010). Door de omvangrijke bedrijvigheid, in de vorm van industrile, distributie- en dienstverleningsactiviteiten, neemt Rotterdam ongeveer de helft van de door de Nederlandse zeehavens gegenereerde toegevoegde waarde voor zijn rekening (GHR, Trendrapport, 1994). Samen met de luchthaven Schiphol, en de kleinere Rotterdamse Airport, vormt de Rotterdamse haven de slagader van de Noordeuropese goederenstroom. De oppervlakte van luchthaven Schiphol beslaat 2.000 hectare. In 1992 bedroeg het aantal passagiersbewegingen meer dan 19 miljoen (NV Luchthaven Schiphol, 1993); in 1994 bedroeg dat aantal 23 miljoen.

Allereerst wordt in deze rapportage een schets gegeven van de organisatie, de structuur en de economische toestand van de Rotterdamse haven. Vervolgens komt de luchthaven Schiphol aan bod.


vorige         volgende         inhoudsopgave en zoeken