Lodewijk Asscher
NRC Handelsblad , 15 oktober 2001
De roep om maatregelen ter voorkoming van nieuwe terreuraanslagen blijft klinken. Maar in de strijd tegen het terrorisme mogen de grenzen van de Grondwet niet worden overschreden, meent Lodewijk Asscher.
De aanslagen van 11 september hebben een vloedgolf aan maatregelen teweeggebracht ter voorkoming van nieuwe aanslagen. Maar deze maatregelen kunnen de privacy en het communicatiegeheim aantasten. In een klimaat van brandende moskeeën, oorlogsretoriek en een jihad wordt praten over grondrechten echter al gauw bestempeld als `gemekker van de zijlijn’.
De juridische maatregelen die in de Verenigde Staten zijn genomen in de dagen na de ramp lijken op het eerste gezicht draconisch. Het voorstel uit de Provide Appropriate Tools Required to Intercept and Obstruct Terrorism Act om verdachte vreemdelingen (aliens) voor onbepaalde tijd vast te mogen houden, haalde het niet. Wel wordt het onderscheppen van voicemails makkelijker. De afluistermogelijkheden worden uitgebreid en een rechter krijgt minder mogelijkheden een tapverzoek te weigeren.
De Combatting Terrorism Act 2001 van 13 september is een andere nieuwe wet. De FBI mag eerder en langer aftappen. Voor het opvragen van verkeersgegevens is geen rechterlijke toestemming nodig. Deze gegevens omvatten mede de ingetoetste webadressen, en de routerings- en adresseringsgevens van e-mail. Ook het onderwerp van de e-mails in de zogenaamde subject line zou onder de nieuwe bevoegdheid kunnen vallen. Zo kan in een oogwenk een profiel worden gemaakt van alles wat iemand online doet. Is dat overdreven of moet Nederland volgen?
De realiteit is dat deze bevoegdheden – en meer – in Nederland nu al aan de BVD zijn toegekend in de nieuwe Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV). De BVD krijgt onder meer de bevoegdheid `niet-kabelgebonden communicatie’ op te vangen en te analyseren. Voor een telefoontap is nog maar toestemming van één minister nodig in plaats van drie onder de oude wet. Zelfs de post is niet meer heilig. Voor het eerst in de geschiedenis krijgt de BVD het recht brieven te openen. Het is echter de vraag of de WIV voldoet aan de eisen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Het bestaan van onvoldoende gecontroleerde spionagediensten is in strijd met de grondrechten. Artikel 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens beschermt van een ieder het recht op respect voor zijn privé-leven en zijn correspondentie. Dit artikel heeft grote betekenis verworven voor de bescherming van privacy in de lidstaten van de Raad van Europa. Inbreuken op dat recht zijn alleen toegestaan onder strikte voorwaarden. Het Europese Hof van de Rechten van de Mens sprak zich al eens uit over de manier waarop de Duitse veiligheidsdiensten gecontroleerd werden. Daarbij werd bepaald dat controle door een onafhankelijk orgaan vereist is. Het Mensenrechtenhof waarschuwt heel duidelijk: Only in a police state is the unrestricted interception of communications permitted by government authorities. Dit voorjaar liet het Europees Parlement een onderzoek uitvoeren naar het aftapnetwerk Echelon. Dit spionageverbond tussen Engeland, de Verenigde Staten en een aantal andere Engelstalige landen is een overblijfsel uit de Koude Oorlog. Het Europees Parlement achtte het bestaan van Echelon bewezen en waarschuwde voor het gebrek aan democratische controle.
De gebeurtenissen van 11 september hebben het falen van de inlichtingendiensten overduidelijk aangetoond. Er is echter geen bewijs dat meer afluistermogelijkheden de aanslagen hadden kunnen voorkomen. Alle commentaren wijzen juist in de richting van klassieke spionage. Wellicht heeft de westerse wereld te veel vertrouwd op elektronische opsporing. De roep om law and order dreigt echter de vraag te overstemmen naar de effectiviteit én noodzakelijkheid van nieuwe aftapbevoegdheden.
Op 5 oktober presenteerde premier Kok het `Actieplan Terrorismebestrijding’. Het gaat om een lijstje actiepunten dat mikt op versterking van de inlichtingendiensten. Zo wordt gepleit voor uitbreiding van de satellietinterceptiecapaciteit. Onderzoek wordt aangekondigd naar de knelpunten die de geheime diensten ondervinden bij het analyseren van verkeersgegevens. Ook het gebruik van cryptografie, software om geheimtaal te maken van je communicatie zoals e-mails en telefoongesprekken, komt aan de orde. Het kabinet wil dat alleen software gebruikt wordt waarbij de geheime dienst via een achterdeur mee kan lezen.
In dit kader is de voorgenomen wijziging van de Grondwet in het digitale tijdperk actueel. Daarin gaat het onder meer om een aanpassing van het oude briefgeheim aan de moderniteit van e-mail en fax. Het eerder (in 1997) mislukte voorstel een recht op `vertrouwelijke communicatie’ in te voeren, is weer ingediend. In de voorstellen van het kabinet vallen de verkeersgegevens ten onrechte niet onder het communicatiegeheim. Deze gegevens zeggen zoveel over de inhoud en de deelnemers van communicatie dat bescherming niet losgekoppeld kan worden van het geheim van de inhoud. Het kabinet wil het recht op het gebruik van cryptografie evenmin in de Grondwet opnemen.
De parlementaire behandeling van de grondwetswijziging en het Actieplan Terrorismebestrijding moet nog plaatsvinden. Het kabinet zal daarbij haast willen maken. Het is te hopen dat de volksvertegenwoordiging zich noch door de haast van het kabinet, noch door oorlogspsychose laat leiden. De strijd tegen het terrorisme moet gevoerd worden binnen de grenzen die de Grondwet stelt, en met de bevoegdheden die de BVD thans heeft. Volmaakte veiligheid is een mythe. Een te sterke reactie, ten koste van de privacy, vormt een bedreiging van de democratische rechtsstaat.