Na de aanslagen van 11 september 2001 in de Verenigde
Staten krijgt de BVD een grote rol in de strijd tegen het terrorisme.
De inspanningen zullen zich in Nederland hoofdzakelijk
richten op asielzoekers en migranten. Intensiever dan
in de afgelopen jaren zal de BVD mensen uit deze groepen
werven. In eerste instantie om informatie in te winnen, maar
wellicht ook om te in.ltreren. Maar wat zijn nu eigenlijk de
gevolgen voor asielzoekers en migranten van een grotere BVD-bemoeienis?
Gaat de BVD wel netjes en eerlijk te werk? Maakt
de dienst geen misbruik van de afhankelijke positie waarin
mensen verkeren? Zjn er wel regels waar de BVD zich aan
moet houden? En wordt de BVD hierin gecontroleerd?
Nu de roep om bestrijding van terrorisme luid klinkt, zijn
dit niet de vragen die in de politiek gesteld worden. Maar wanneer
wij niet willen dat iedere asielzoeker of migrant bij voorbaat
verdacht is van betrokkenheid bij terrorisme, moet er wel
degelijk gekeken worden naar de gevolgen van de inzet van de
BVD op dit terrein. In de asielprocedure worden asielzoekers
reeds doorgelicht door de Immigratieen Naturalisatiedienst.
Wanneer hier ook nog een ondoorzichtige BVD omheen cirkelt,
blijken de gevolgen niet altijd te overzien.
Intimidatie en beloftes
In 1994 onderzocht Buro Jansen & Janssen de wijze waarop
de BVD vluchtelingen benaderde om aan geheime informatie
te komen over hun land van herkomst of over (politieke)
belangenorganisaties in Nederland. Uit dit onderzoek, De
Vluchteling Achtervolgd, bleek dat de BVD ?ink misbruik maakte
van de kwetsbare positie van asielzoekers in de periode dat
zij niet over een verblijfsvergunning beschikten. Ze werden
onder druk gezet om met de BVD te praten. Grofweg gebruikte
de BVD twee manieren. Intimidatie: als je niet meewerkt,
komt je asielprocedure in gevaar. En beloften: als je meewerkt,
volgt een verblijfsvergunning. Naar aanleiding van de resultaten
van dit onderzoek zijn er in 1992 kamervragen gesteld en
werd de BVD op de vingers getikt.
Minister Ien Dales van Binnenlandse Zaken stelde toentertijd
dat aan deze praktijken een einde moest komen. De BVD mag
mensen slechts op vrijwillige basis om medewerking verzoeken.
Buitenlanders mogen niet onder druk van intimidatie of
(valse) beloften gedwongen worden tot meewerken met de
BVD. De ind gaat over verblijfsvergunningen, niet de BVD.
Dales beloofde om de Tweede Kamer vanaf 1992 op de hoogte
te stellen van het aantal vreemdelingendossiers dat de BVD
jaarlijks bij de ind opvraagt. De controle op de veiligheidsdienst
zou op deze manier aangescherpt worden.
Vandaag de dag lijkt de BVD zijn aloude werkwijze toch te
hebben voortgezet. In een hernieuwd onderzoek van Buro
Jansen & Janssen naar de BVDbemoeienis met buitenlanders
blijkt de praktijk van intimidatie en beloften nog altijd in
gebruik. Ook de belofte van minister Dales dat het aantal door
de BVD ingeziene dossiers wordt bijgehouden zijn haar opvolgers
niet nagekomen. De getallen zijn nooit in het parlement
aan de orde geweest. Na een beroep op de Wet Openbaarheid
van Bestuur om de cijfers van de laatste jaren in te mogen
zien, blijkt dat er helemaal niets is bijgehouden.
In de praktijk gebruikt de BVD het uitzicht op de zo fel
begeerde verblijfsvergunning nog steeds als het lokmiddel om
mensen aan het praten te krijgen. Zo ervoer in ieder geval
Ahmed zijn contact met de BVD. Ahmed vluchtte in 1999
vanuit Irak naar Nederland. Als advocaat van iemand uit de
inner circle van Saddam Hoessein wekte hij de belangstelling
van de cia en de BVD. Zij waren zeer genteresseerd in zijn
ervaringen en spraken hem meerdere malen na zijn aankomst
in Nederland.
‘Natuurlijk’, zei meneer ‘Bert’ van de BVD, ‘krijg je een verblijfsvergunning
voor bewezen diensten. ‘ Eerst moest hij echter
alles wat hij wist, netjes aan de dienst vertellen. Het was
zijn advocaat, mr. Cor Jan Schoorl, die duidelijk maakte dat dit
onmogelijk is. Schoorl kaartte de zaak aan bij de Adviescommissie
voor Vreemdelingenzaken. De commissie,
geschokt door de feiten, nam contact op met het Bureau
Bijzondere Zaken van de ind om haar kritiek op de gang
van zaken te uiten. Ahmed heeft alsnog een verblijfsvergunning
gekregen.
De BVD lijkt vaak dit soort vage beloften te doen. Eerst uitmelken
en dan laten vallen, zo ervaren de meeste mensen het.
‘Asielzoekers worden’, zoals een medewerker van
VluchtelingenWerk het uitdrukt, ‘als een kip kaalgeplukt, en
kunnen daarna oprotten. ‘ Voor de buitenwereld houdt de BVD
zich hiermee aan de afspraak dat de veiligheidsdienst geen
verblijfsvergunning regelt. De benaderde asielzoekers blijven
echter geschoffeerd achter. Zij verwachten dat Nederland hen
niet uit zal zetten nadat zij zichzelf vrijwillig in gevaar hebben
gebracht door met de BVD mee te werken. Deze misvatting
leidde tot de zelfmoordpoging van een Palestijnse asielzoeker
die, nadat hij de BVD informatie over de plo had gegeven, een
negatief antwoord op zijn asielverzoek kreeg.
Hoe desperater de benaderde vreemdeling is, hoe beter,
schijnt de BVD te denken. De Iraanse asielzoeker Kadir, die in
zijn land van herkomst een hoge positie bekleedde, bevond
zich in een penibele .nancile situatie. De BVD’er die hem
benaderde, wilde hem maar al te graag een bedrag van enkele
duizenden guldens geven als hij met hem zou willen praten.
Maar nadat Kadir in een vijftal gesprekken alles had verteld
wat hij wist, was het contact wat betreft de BVD afgelopen. En
van de vergunning tot verblijf die hem was toegezegd, hoorde
Kadir al helemaal niets meer.
Kadir kreeg echter wel te maken met het stringentere
beleid van de ind. Kort na de gesprekken met de BVD vond hij
een afwijzing van zijn asielverzoek op zijn deurmat. Telefonische
navraag bij zijn contactpersoon van de BVD leverde
als antwoord op: ‘Dit is afgelopen. U belt mij niet meer. Als ik
iets wil weten, neem ik wel contact met u op. ‘ Nu moest Kadir
in een beroepszaak aantonen dat hij bij afwijzing gevaar zou
lopen door het Iraanse regime vervolgd te worden. Aangezien
Iran het zeker niet op prijs stelt als voormalige inwoners met
een buitenlandse geheime dienst spreken, vroeg hij schriftelijk
om bevestiging van het feit dat deze gesprekken hadden
plaatsgevonden. Na lang bellen en inschakeling van zijn advocaat
kreeg hij een kort briefje terug. De BVD wilde hierover
geen mededeling doen omdat de tekst van de wet verplicht
‘zorg te dragen voor de veiligheid van de personen met wier
medewerking gegevens worden verzameld’.
Toch zijn er ook benaderingen van asielzoekers waarbij
de BVD wel degelijk een verblijfsverguning regelt. Niet alleen
de belofte van Dales wordt gebroken, ook het beleid om
oorlogsmisdadigers te vervolgen of uit te zetten wordt hiermee
doorkruist.
Oorlogsmisdadigers
Sinds duidelijk werd dat in Nederland flink wat Afghaanse
asielzoekers verbleven die in eigen land hadden meegewerkt
aan martelingen, werd er een actief beleid tegen oorlogsmisdadigers
ontwikkeld. Artikel 1f van het Vluchtelingenverdrag,
er wordt geen asiel verleend aan oorlogsmisdadigers, werd
nadrukkelijk toegepast. Er is een speciale officier van justitie
op dit terrein werkzaam, en de ind beslist over het wel of niet
verlenen van een verblijfsvergunning. Over Afghanistan
schrijft de ind in de werkinstructie voor beslisambtenaren:
‘Alle hoge functionarissen van de staatsveiligheidsdienst
Khad, van wie formele medeverantwoordelijkheid voor en
daarmee wetenschap van mensenrechtenschendingen mag
worden verondersteld, mag op basis van artikel 1F een verblijfsvergunning
geweigerd worden. ‘
Een Afghaanse politieagent, geconfronteerd met zijn verleden
in dit land waar mensenrechtenschendingen onder de
diverse regimes aan de orde van de dag waren, krijgt op basis
van dit beleid geen verblijfsvergunning. Maar wat te denken
als een chef van de Afghaanse inlichtingendienst, rijk aan
informatie betreffende het Talibanregime, een aantal gesprekken
heeft met de BVD en een aantal maanden later wel degelijk
over een verblijfsvergunning beschikt?
Er zijn vergelijkbare voorbeelden. Zo liep, geheel onverwachts,
op een dag een naaste medewerker van Saddam
Hoessein een asielzoekerscentrum binnen. De hier aanwezige
Iraakse Koerden schrokken van de man die in hun streek
bekend stond vanwege zijn gruweldaden tegen Koerden.
Helemaal verwarrend werd het toen de man na regelmatig
contact met de BVD een verblijfsvergunning kreeg. Een aantal
van zijn slachtoffers wacht nog steeds op een status.
In de contacten die de BVD legt met asielzoekers, werkt de
dienst vaak niet alleen. De BVD heeft, zoals gezegd, onbeperkt
toegang tot de asieldossiers van de ind. Op basis van deze
dossiers selecteert de veiligheidsdienst informanten en
bereidt men gesprekken voor.
Bij de Nationale Ombudsman kwam in 1996 een klacht
binnen van Farid, een Palestijn die voor de plo werkte. Farid
kreeg een oproep bij de Vreemdelingendienst van de politie.
Hij verscheen ‘s ochtends op het bureau, waar echter niemand
iets van de afspraak wist. Diezelfde middag kreeg hij
thuis onverwacht bezoek van de medewerker van de
Vreemdelingendienst. Er waren mensen die een gesprek met
hem wilden hebben, of hij maar mee wilde komen. In de auto
werd hij naar een wegrestaurant gebracht waar twee medewerksters
van de BVD hem opwachtten. Wat kon hij hun vertellen
over Abu Nidal, een organisatie die met name in de
jaren tachtig aanslagen pleegde op Arabische en westerse doelen?
Farid was in eerste instantie geschokt dat de BVD zijn dossier
bij de ind vrij kon inzien. Bij deze instelling had men
hem verteld dat ‘de informatie die u geeft vertrouwelijk
behandeld wordt en alleen gebruikt voor de asielprocedure’.
Farid noemde het ‘een overvalmethode’. Zo kreeg hij geen
bedenktijd of gelegenheid een advocaat te raadplegen. Over
Abu Nidal kon hij de BVD geen mededelingen doen en het
gesprek was dan ook spoedig beindigd. Volgens zijn advocaat,
mr Koopmans is het bij deze ene poging gebleven. De
Ombudsman concludeerde echter dat het de BVD volgens de
wet vrijstaat om dossiers in te zien en asielzoekers te benaderen,
en wees Farids klacht af.
Nader gehoor
De BVD hoeft bovendien lang niet altijd zelf de asielzoeker te
benaderen om aan informatie te komen. D instantie die
asielzoekers ondervraagt, is immers de Immigratieen
Naturalisatie Dienst. In het kader van de asielprocedure krijgen
asielzoekers vaak een oproep voor een ‘nader gehoor’ om
op de details van hun vluchtverhaal in te gaan. Bij gevluchte
ambassadeurs en militairen staat in dit gehoor soms juist strategische
en militaire informatie centraal.
Zo vond een Libische asielzoeker, werkzaam geweest bij
de Libische veiligheidsdienst, dat zijn nader gehoor erg lang
duurde. Tijdens dit urenlange gesprek was de ambtenaar die
het gehoor afnam, voornamelijk genteresseerd in allerlei
militaire installaties in Libi. Een ander voorbeeld waarbij de
aard van de vragen te denken geeft, is dat van een Palestijn die
recentelijk tot in detail gevraagd werd naar mogelijke wapenleveranties
in het MiddenOosten.
Voormalig inddirecteur Nawijn, nu vreemdelingenadvocaat
in Zoetermeer, heeft ervoor gepleit dat de BVD niet in
het wilde weg contacten met asielzoekers of ind onderhoudt.
‘Vroeger liep de BVD zomaar binnen op de kantoren van de
ind, en vroeg overal maar wat rond. Maar het was nodig dat
daar wat lijn in kwam, en dat in een convenant de contacten
tussen BVD en ind gestroomlijnd werden. ‘ In dit convenant,
dat na 1992 tot stand kwam, is vastgelegd dat vragen van de
veiligheidsdienst via het Bureau Bijzondere Zaken (BBZ) van
de ind lopen. Het convenant is slechts deels openbaar.
Dit Bureau speelt binnen de ind de sleutelrol in contacten
met inlichtingenen politiediensten. Vragen van de BVD worden
in principe doorgespeeld aan de contactambtenaren van
het nader gehoor. De antwoorden worden langs dezelfde weg
terug weer in handen van de BVD gesteld. De asielzoeker hoeft
hiervan dus niets te merken. Door tussenkomst van het
Bureau Bijzondere Zaken is het voor buitenstaanders schier
onmogelijk geworden om te controleren welke activiteiten tot
het inlichtingenwerk behoren en welke tot het daadwerkelijke
asielverzoek. Veel vreemdelingenadvocaten en medewerkers
van VluchtelingenWerk zijn niet eens op de hoogte van het
bestaan van het BBZ.
Wanneer de ind de vluchteling voor een nader gehoor wil
spreken, krijgt in beginsel ook VluchtelingenWerk of
Rechtsbijstand Asiel een uitnodiging hierbij aanwezig te zijn.
Maar het overkomt vluchtelingenwerkers ook dat zij bij een
nader gehoor van een clint niet toegelaten worden. De indcontactambtenaar
staat erop alleen met de clint te spreken,
zoniet, dan vindt het gehoor geen doorgang. Welke asielzoeker
durft het risico te nemen een gehoor bij de ind te weigeren?
Bijna alle vluchtelingen stemmen in met het gesprek.
Tijdens een dergelijk nader gehoor wordt de asielzoeker
geconfronteerd met vragen die vooral speci.eke achtergrondinformatie
over de politieke of militaire situatie in het land van
herkomst betreft. Is dit in het belang van de asielprocedure?
Of weet een inlichtingendienst zich zo verzekerd van een
informant die niet geneigd zal zijn informatie te weigeren?
Direct na 11 september 2001 waren in diverse media al
geluiden te horen die asielzoekers in verband brachten met
terrorisme. De regering doet hier in haar Actieplan terrorismebestrijding
en veiligheid een schep bovenop. Volgens dit
plan moet illegale immigratie harder aangepakt worden,
omdat terroristen mogelijk op deze manier Nederland binnen
zouden komen. In een tijd waarin maar weinig asielzoekers
zelfs maar de mogelijkheid hebben om via de o; cile weg
Nederland te bereiken, is verdergaande criminalisering van
vluchtelingen hiermee een feit.
Het CDAkamerlid Joop Wijn vindt dat de ind voortaan ook
toegang moet krijgen tot de dossiers van de BVD. Asielzoekers
moeten op die manier gescreend worden op banden met fundamentalistische
organisaties. Ook PVDA en VVD zien graag
meer betrokkenheid van de BVD. Bert Koenders (PVDA) vindt
dat Nederland niet achter kan blijven nu de globalisering van
het terrorisme zich aandient. Geert Wilders (VVD) pleit er al
langer voor om bewegingen als de PKK en de Iraanse Volksorganisatie
Mujaheddin de pas af te snijden.
Uit het onderzoek van Buro Jansen & Janssen blijkt dat de
werkwijze van de BVD niet altijd even koosjer is. Terrorismebestrijding
moet niet ontaarden in een aanval op asielzoekers
en migranten in het algemeen. Nu de BVD zijn taak hier
uitbreidt, zal het functioneren van de dienst ook beter gecontroleerd
moeten worden.
Mag de dienst met verblijfsvergunningen mensen blijven lokken?
Mag de BVD die belofte vervolgens gewoon weer breken?
Mag de dienst oorlogsmisdadigers beschermen in ruil voor
‘strategische informatie’? Het zijn vragen die nu angstvallig
vermeden worden in de hoop een terrorist uit de asielprocedure
te kunnen vissen. Maar net als in de koude oorlog dreigen
veel mensen het slachtoffer te worden van de manier van
werken van de inlichtingsdienst.
Om redenen van privacy zijn sommige namen in dit hoofdstuk
gefingeerd