De aanslagen op de WTC-torens in New York en het Pentagon
in Washington van 11 september 2001 hebben de wereld
geschokt. De Verenigde Staten reageerden met een alomvattende
strategie. Leger, politie, inlichtingendiensten, politiek
en diplomatie, alles en iedereen werd ingezet in de nieuwe
oorlog tegen het terrorisme.
De vijand kreeg al snel een gezicht: Osama bin Laden en
zijn Al Qaedanetwerk zouden achter de aanslagen zitten.
Maar de ‘nieuwe oorlog tegen het terrorisme’ zou zich niet tot
dit netwerk moeten beperken. Ook terroristen in Indonesi,
de Filipijnen, Jemen, en de landen die ze ondersteunen, zoals
Syri, Soedan en Irak, worden door de VS als doel in de nieuwe
oorlog beschouwd.
De VS zien een belangrijke rol weggelegd voor de inlichtingendiensten.
Zij moeten de terroristische netwerken blootleggen
en de .nanciering lamleggen. Als militair ingrijpen
onmogelijk is, moeten de inlichtingendiensten zelf optreden.
De CIA zou zijn ‘licence to kill’ weer terug moeten krijgen.
Een prominente rol
Ook in Nederland kwam een roep om een krachtdadig optreden
van de inlichtingendiensten. Politici van bijna alle partijen
bepleitten een uitbreiding van de dienst. Oudminister
van Binnenlandse Zaken Bram Peper was voor het samenvoegen
van de BVD met de mid, en anderen, onder wie professor
Arnold Heertje, wilden zelfs het principe van bewijsvoering
omdraaien: je bent verdacht tot je je eigen onschuld
kunt bewijzen.
De regering zat ook niet stil en bediscussieerde in de
Stuurgroep Terrorisme haar reactie. Op 5 oktober 2001 presenteerde
premier Kok het ‘actieplan terrorismebestrijding’,
waarin een pakket van 43 maatregelen werd aangekondigd.
De BVD krijgt inderdaad een prominente rol in de aanpak van
terrorisme in Nederland.
Om te beginnen moet de dienst het roer omgooien en meer
mensen vrij maken voor terreurbestrijding. De BVD en d
e Regionale Inlichtingendiensten krijgen daartoe meer mensen
en middelen. De BVD stelde direct na de aanslagen van
11 september een operationeel crisisteam in, dat nauw ging
samenwerken met de CIA, fbi en inlichtingendiensten
in Europa.
Het ligt erg voor de hand om de BVD een belangrijke rol te
geven in de bestrijding, maar is de manier van werken van
inlichtingendiensten nu eigenlijk wel zo geschikt om terrorisme
te bestrijden? Het is goed om hier nog eens duidelijk het
onderscheid tussen politie en inlichtingendiensten te benadrukken.
De politie spoort verdachten op, doet daarvoor veel
onderzoek (ook als mensen alleen nog maar het idee hebben
een misdaad te begaan, de proactieve fase), met het uiteindelijke
doel om daders veroordeeld te krijgen.
Inlichtingendiensten zijn geen opsporingsdiensten. Zij
bewegen zich vooral in de pro proactieve fase. Ze houden
zoveel mogelijk staatsgevaarlijke mensen in de gaten, maar
voeren daarnaast ook veel politiek getinte operaties uit. De
middelen die ze daarvoor gebruiken zijn onuitputtelijk: manipulatie,
ifiltratie, opzetten van neporganisaties, vervalsen
van brieven, moorden, ga zo maar door.
De BVD was tijdens de koude oorlog erg actief om de cpn
te manipuleren. Er werden valse kaderbrieven geschreven
waardoor con?icten binnen de partij oplaaiden, er werd actief
meegewerkt aan oppositie binnen de partij en er werd meegewerkt
aan het opzetten van concurrerende partijtjes.
Provocatie en uitlokking
Ook over de acties van inlichtingendiensten tegen terroristen
is inmiddels meer bekend.
Zo is over de Rode Brigades in Itali en de Duitse raf veel
gespeculeerd over mogelijke betrokkenheid van de inlichtingendiensten.
Bekend zijn de grote twijfels rondom de ontvoering
van de christendemocratische leider Aldo Moro waarbij
het vooral opvallend was dat de Rode Brigades een kopieerapparaat
van de Italiaanse inlichtingendienst gebruikten.
Leden van Action Directe werden in Frankrijk jarenlang door
de Franse inlichtingendienst met rust gelaten terwijl deze wist
op welke boerderij ze zich hadden teruggetrokken. In dezelf de
tijd werden wel allerlei linkse groepen aangepakt.
In Duitsland zijn veel linkse organisaties aangepakt op
grond van ‘ondersteuning’ van de raf. In Nederland is zo’n
poging ondernomen toen de journalisten van Opstand vervolgd
werden voor deelname aan de rara. In Itali en Spanje
is het associren van mensen met terroristen een veelgebruikte
methode om actiegroepen aan te pakken.
De BVD schuwt bij terreurbestrijding provocatie en uitlokking
niet en ook het laten doorgaan van aanslagen is een
beproefd middel. Oud maar bekend is het voorbeeld van de
BVD’er De Roo, die in januari 1973 de Rode Jeugd provoceerde
door een wapen te leveren, waarop een informant de vingerafdrukken
van een prominent lid moest zien te krijgen,
zodat de beweging eindelijk vervolgd kon worden. Helaas
voor de BVD’er liep het anders af: de informant vertelde zijn
verhaal aan de pers en de dienst stond te kijk.
Een ander voorbeeld van provocatie is het geval van John
Gardiner. In een gezamenlijke operatie van de BVD en de CIA
in.ltreerde deze man in 1983 en 1984 de het Vredes Aktie
Kamp tegen kernwapen in Woensdrecht. Hij brak in bij een
Belgische kazerne en ontvreemdde een aantal handgranaten,
die hij vervolgens onder de actievoerders probeerde te slijten.
Zijn bedoeling was meer dan duidelijk: mensen aanzetten tot
harde actie, waardoor de beweging gecriminaliseerd kon worden.
Geen enkele actievoerder peinsde erover de granaten aan
te nemen.
Ook de Zaanstad afkomstige Lex Hester moest mensen uit
de actiebeweging aanzetten tot het plegen van aanslagen. De
in 1978 geworven man werkte meer dan twaALF jaar voor de
pid/ BVD en cri. Hester vroeg diverse mensen of ze interesse
hadden in springstof. Hij legde ook internationaal veel contacten
en produceerde in opdracht van de BVD een blaadje, het
Info, over de internationale gewapende strijd.
Ook in Nijmegen was in de jaren 1978 1981 een BVDinformant
druk bezig mensen op te hitsen om geweld te
gebruiken. In het boek ? Operatie Homerus ? spioneren voor de
BVD ? beschrijft het OBIV de werkwijze van Cees van
Lieshout. Zowel binnen het Rood Verzetsfront als bij actievoerders
drong hij erop aan om wapens aan te schaffen. Ook
drong hij er bij een actie tegen militair speelgoed op aan het
speelgoed in de v&d, in plaats van erbuiten, in brand te steken.
Bij een congres van de International Police AssoCIAtion
in 1979 stelde hij voor een bom te plaatsen in de tent.
De BVD fungeerde op deze manier eerder als katalysator van
terrorisme dan ter preventie ervan. Ook is de dienst niet vies
van het simpel laten lopen van terroristen. ‘Om een betere
informatiepositie op te bouwen’ vergoelijkt de BVD zijn optreden
dan, maar politiediensten reageren niet altijd even
gecharmeerd. Zo observeerde de BVD in 1985 al een tijdje het
Rood Revolutionair Front, dat in Den Haag een aantal aanslagen
pleegde. De dienst stond erbij en keek ernaar, en pas toen
de Rotterdamse politie actief werd, volgde arrestatie van de
daders.
Dit probleem van in.ltratie en uitlokking zal zich in een
‘oorlog tegen het terrorisme’ vaak genoeg aandienen. Waar
ligt nu de grens voor een ongecontroleerde dienst als de BVD?
Zo mag de politie bijvoorbeeld niet met criminele burgerin.ltranten
werken, de BVD wel? En hoever mag een in.ltrant
gaan met het plegen van een misdrijf? Moeten ‘lichte’ terreurdaden
worden getolereerd om door te dringen tot de leiding
van de organisatie?
Het zijn voor een deel vragen die ook opduiken als de politie
deze taak verricht. Groot verschil is dat er bij de politie
inmiddels een min of meer sluitend systeem van controle is.
Bijzondere middelen mogen spaarzaam worden ingezet en
moeten worden getoetst door de Centrale Toetsingscommissie
(ctc) van het openbaar ministerie. Ook een verdachte
blijft inzicht houden in hoeverre zijn grondrechten
zijn gewaarborgd. Tijdens een proces moet de politie inzicht
geven in gebruikte methodes, terwijl de BVD meestal volstaat
met een vaag ambtsbericht.
In Vrij Nederland van 29 september 2001 stellen de advocaten
Gerard Spong en Oscar Hammerstein dat de wetgeving in
Nederland al meer dan genoeg mogelijkheden biedt om
potentile terroristen op te sporen: ‘Via strafbaarstelling van
het plegen van voorbereidingshandelingen, deelname aan een
criminele organisatie, de wapenwetgeving, is een potentile
terrorist op dit moment al vele jaren in de gevangenis op te
bergen. ‘ Gezien alle garanties voor verdachten ligt deze strafbaarstelling
wel meer voor de hand dan de ondoorzichtige
paden van de BVD.
Mensenrechten
De regering stelt in haar actieplan terrorismebestrijding dat
de BVD nauwer moet samenwerken met andere inlichtingendiensten
en Europol. Daar waar het gaat om westerse inlichtingendiensten
lijkt de samenwerking nog het soepelst te
lopen, maar met een internationale coalitie, vol landen waar
mensenrechtenschendingen aan de orde van de dag zijn, is
samenwerking eigenlijk uit den boze.
De BVD constateert dit zelf overigens al jaren in zijn jaarverslag.
Over 2000 schrijft de dienst: ‘De intensiteit van een
relatie met buitenlandse inlichtingenen veiligheidsdiensten
hangt af van een aantal factoren, zoals de vraag of een dienst
in voldoende mate is ingebed in de overheidsorganisatie van
een democratische rechtsstaat. Ook worden professionaliteit
en betrouwbaarheid van de buitenlandse relatie beoordeeld.
Voorts wordt bezien of juridische bezwaren bestaan tegen het
aangaan van een relatie’. De BVD hamert er vooral op dat de
door hem verstrekte inlichtingen niet worden doorgeleid naar
andere diensten. Wel is hij in het kader van het opzetten van
de directie Inlichtingen Buitenland al jaren bezig om de contacten
met andere inlichtingendiensten uit te breiden.
Na de aanslagen van 11 september 2001 zijn de diensten
waarmee moet worden samengewerkt, duidelijk van signatuur
veranderd. Waar tot nu gold dat de samenwerking altijd
binnen legitieme kaders moest plaatsvinden, zal de wens
om terroristen op te sporen zegevieren. Geheel nieuw is dit
overigens niet, want ondanks de mooie woorden van de BVD
en de wens van de Tweede Kamer om het mensenrechtenprincipe
hoog te houden, ligt dat voor internationale samenwerking
toch wat subtieler.
In antwoord op kamervragen van Leoni Sipkes en Tara
Singh Varma van GroenLinks op 18 juli 1995 stelde minister
van Binnenlandse Zaken Dijkstal destijds al dat ‘de vraag of
onrechtmatig handelen van de Turkse of een andere inlichtingendienst
samenwerking met de BVD uitsluit niet zomaar te
beantwoorden is’. De samenwerking moet in ieder geval voldoen
aan het Nederlands recht, ‘maar daarbij spelen meerdere
factoren een rol’, aldus Dijkstal. ‘Ook de gevolgen van nietsamenwerking
zijn van belang, zo kan nietsamenwerken in
verband met het voorkomen van terroristische activiteiten ook
onrechtmatig zijn. ‘ Met andere woorden: de BVD hoeft zich
niets aan te trekken van de mensenrechtensituatie in een
bepaald land als het gaat om terreurbestrijding. Professor
Y. Buruma, hoogleraar strafrecht aan de Katholieke
Universiteit Nijmegen toont zich verbaasd over deze uitspraak
van Dijkstal. ‘Van dit soort gedachten word ik heel zenuwachtig,
het idee dat je je beroept op je plicht boeven te vangen kan
nooit als vergoelijking dienen. Aan plichten zitten ook spiegelrechten,
dat moet in balans zijn. ‘
De huidige internationale coalitie tegen terrorisme bevat
een flink aantal landen waar mensenrechtenschendingen
schering en inslag zijn. SaoediArabi, Rusland, de Verenigde
Arabische Emiraten zijn de meest in het oog lopende, maar
hoe zit het met Tadzjikistan, Turkije en Pakistan? Toch zal de
BVD intensief informatie met deze landen uitwisselen, mt het
risico mee te werken aan het schenden van mensenrechten.
In veel van deze landen worden oppositiebewegingen al
snel in verband gebracht met terrorisme. In de wereld van de
inlichtingendiensten bepaalt het credo ‘voor wat hoort wat’ de
samenwerking. De eigen politieke invalshoek, over wat terrorisme
is en hoe het bestreden dient te worden, voert ook de
boventoon. Neem bijvoorbeeld Turkije, dat een povere parlementaire
traditie heeft en oppositie of afscheidingsbewegingen
al snel het predikaat terrorisme geeft. De aan deze bewegingen
gelieerde politieke organisaties in Nederland worden
hier te lande getolereerd, mits er geen misdrijven in het spel
zijn. En zal Turkije nu echt nauwer samen gaan werken met
de BVD als Nederland zijn grootmoedig beleid handhaaft?
Ook tal van westerse landen hebben een regime van terreurbestrijding
waar Nederland zich tot nu verre van heeft
gehouden. In de BVDnota Terrorisme aan het begin van de 21e
eeuw (juni 2001) legt de dienst zelf uit waarom dat zo is. ‘De
ervaringen uit de zeventiger jaren hebben geleerd dat het tot
terrorist verklaren van politiek gewelddadige activisten, met
de daarbij behorende overkill van justitile en politile maatregelen,
in ernstige mate radicaliserend kan werken. ‘
Deze houding verklaart wellicht waarom ook organisaties als
de Iraanse volksorganisatie Mujaheddin in Nederland volkomen
legaal kunnen bestaan. Zij komen echter wel voor op
de jaarlijks gepubliceerde lijst Foreign terrorist Organisations in
de VS. De kans dat de Nederlandse aanpak sneuvelt in het
internationale krachtenveld is erg groot. De Verenigde Staten
zullen er alles aan doen om hun visie op terrorisme op te dringen
aan de landen van de coalitie.
Spanje wil nu eindelijk wel af van de eta, Rusland zit nog
steeds met die lastige Tsjetsjenen, Griekenland zit nog met
een terroristische splinter en ook de ira is wat betreft GrootBrittanni
nog niet uitgevochten. Buruma: ‘Al een aantal jaar
wordt er in Europa gewerkt aan meer geformaliseerde banden
tussen inlichtingendiensten. Daar komen ook impulsen waar
we niet op zitten te wachten. We zitten in Europa met een groot
aantal nog minder transparante diensten dan de BVD, zoals
bijvoorbeeld in Frankrijk, Engeland, Itali of Spanje. Je raakt
volledig het zicht kwijt als dat verder geformaliseerd wordt. ‘
Geen enkele inlichtingendienst wordt zodanig gecontroleerd
dat de betrouwbaarheid van zijn gegevens te checken
valt. In Nederland is er geen kamerlid of minister die kan
inschatten hoe betrouwbaar de registraties bij de BVD zijn. Uit
via de Wet Openbaarheid van Bestuur vrijkomen persoonsdossiers
blijkt dat de dienst in ieder geval in de periode van de
koude oorlog veel fouten maakte. Mensen zaten ten onrechte
in bestanden of feiten werden aangedikt.
Een van de weinige gedegen analyses van de kwaliteit van de
BVDregistraties is De BVD en inlichtingenrapportages (1996)
van Giliam de Valk, die moest vaststellen dat ‘fouten, vertekeningen,
suggestieve en vage termen, afwezigheid van beleidsrelevante
conclusies, en aanbevelingen een terugkerend probleem
waren bij onderzoeken en rapportages van de BVD’.
Andere westerse landen zijn beslist niet terughoudender bij
het registreren van ‘staatgevaarlijken’. Duitsland staat al sinds
de jaren zeventiger bekend om de grote hoeveelheid registraties,
en ook Spanje, Itali, Belgi en Frankrijk weten de computers
van hun inlichtingendiensten te vullen.
Juist het oncontroleerbare karakter maakt de uitwisseling van
deze informatie erg gevoelig. Met het voorstel van de
Europese Commissie om in heel Europa terrorisme strenger
aan te pakken is het ook nodig om na te denken over de waarborgen
van verdachten. Bij een uitgebreidere nauwere samenwerking
van inlichtingendiensten komen die rechten steeds
meer in het geding.
De regering wil ook dat de BVD nauwer gaat samenwerken
met de politie. De Raad van Hoofdcommissarissen moet een
plan van aanpak ontwikkelen om de informatieuitwisseling
tussen politie en BVD te verbeteren. Gedacht wordt aan het
opzetten van een nieuwe structuur. De samenwerking moet
zich richten op preventie van terrorisme, zo stelt de regering,
onder andere door het ‘verbeteren van de informatiepositie
van politie en inlichtingenen veiligheidsdiensten’. Uiteindelijk
moet het leiden tot een gerichtere opsporing van terroristen.
De capaciteit van de opsporingsdiensten (de kernteams,
KLPD en om) wordt dan ook uitgebreid.
In eerste instantie moet ook hier het roer om: minder
onderzoek naar georganiseerde misdaad, meer onderzoek
naar terrorisme. De regering wenst vooral een versterking van
de analysecapaciteit (zowel KLPD als BVD) ‘om de voordelen
van samenwerking in een zo vroeg mogelijk stadium optimaal
te kunnen benutten’. Ze wil laten onderzoeken of er een relatie
is tussen mensensmokkel en terrorisme en zelf maatregelen
treffen om illegale immigratie (‘ waaronder mogelijk
terroristen’) tegen te gaan. De Task Force Mensensmokkel
wordt dan ook uitgebreid. Waarschijnlijk krijgt de Afdeling
Terrorisme en Bijzondere Taken (ATBT) van het KLPD hierin
een doorgeeffunctie. Reeds op 15 februari 1999 ondertekenden
het hoofd van de BVD, Sybrand van Hulst, en de voorzitter
van het College van ProcureursGeneraal, Mr C. R. L. R. M. Ficq,
een convenant dat de samenwerking tussen de BVD en de
ATBT (destijds DBRZ ) regelt. Vastgelegd werd hoe gezamenlijk
analyserapporten moeten worden opgesteld ‘om situaties
waarin door een gebrek aan vergelijking van de beschikbare
informatie (terroristische) acties niet tijdig worden onderkend,
voorkomen moeten worden’. De samenwerking moest
daarvoor ‘verder gentensiveerd worden, en niet alleen informatie
uitwisselen, maar ook informatie bundelen in
gezamenlijke, uitsluitend voor intern gebruik, te vervaardigen
analyserapporten’.
De versterking van de samenwerking met de politie
zal dus voornamelijk gestoken worden in het nog verder
aanhalen van de banden met de Kernteams. De positie van
BVD-liaisons, die bij grote onderzoeken meelopen om te
kijken welke informatie van belang is, zal verder worden uitgebouwd.
Het zal een stroom van oncontroleerbare informatie
opleveren.
Ook moet de BVD meer gaan aftappen en decoderen.
Volgens de regering maken ‘terroristen namelijk intensief
gebruik van de moderne technologie’. Enkele projecten
worden nu versneld uitgevoerd: de regelgeving over de
aftapbaarheid van internetproviders, de toegang van de
overheid tot cryptovoorzieningen bij zogeheten Trusted
Third Parties en de invoering van het Nationaal Actieplan
Digitaal Rechercheren. Verder dient de BVD de capaciteit om
satellietverkeer af te kunnen luisteren uit te breiden
(er was juist een inkrimping voorzien) en moeten BVD en
politie toegang krijgen tot verkeersgegevens van telecom
en internetproviders. Dit opent onder andere de mogelijkheid
om met terugwerkende kracht te kunnen zien van
welke plek iemand met zijn of haar mobiele telefoon heeft
gebeld. Ook eenieders surfen emailgedrag kan hiermee
vastgelegd worden.
Gecombineerd met de nieuwe wiv creert de overheid
hiermee een Nederlandse variant van het Echelonsysteem.
Het betekent een .kse aantasting van de privacy van erg veel
mensen, waarbij het de grote vraag blijft hoe effectief dit alles
eigenlijk is tegen terroristen. Versleuteling van berichten zal
voor hen namelijk altijd mogelijk blijven. In feite schept de
overheid een soort nepveiligheid waarbij essentile grondrechten,
zoals het recht op vertrouwelijke communicatie in
het geding komen.