• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Ervaringen met peperspray in het buitenland

    Ervaringen met peperspray in het buitenland Meer dan 15 busjes leeggespoten op een demonstrant Ervaringen met peperspray in het buitenland

    Het houden van tests met vrijwilligers vindt de minister van binnenlandse zaken vooralsnog niet nodig. TNO dringt aan op zulk onderzoek om meer duidelijkheid te verkrijgen over de risico’s van peperspray.
    Niet nodig “gezien de reeds bestaande positieve ervaringen met peperspray bij de politie van diverse landen”, schrijft minister Peper in een begeleidende brief bij het TNO rapport aan de Tweede Kamer.
    Hoe ‘positief’ die ervaringen waren blijkt uit een rondgang langs landen waar peperspray al langer wordt gebruikt.

    Verenigde Staten

    In de Verenigde Staten is peperspray sinds 1989 door steeds meer korpsen en diensten ingevoerd als geweldsmiddel en sindsdien intensief gebruikt. Dit heeft tot de nodige incidenten geleid. Een kleine bloemlezing.

    In 1995 heeft een jongen, naar het oordeel van de politie, een te grote mond. Hij wordt geboeid en met peperspray bespoten. De politie zet hem in een politie-auto met de verwarming op de hoogste stand. Hitte verergert de pijn van het middel.

    James Flynn diende een aanklacht in tegen de politie van Eugene, Oregon, die hem langdurig van dichtbij bespoot met peperspray. Politieagenten bespoten zijn hoofd, zijn oren, zijn mond, zijn neusgaten, zijn kruis, zijn anus en verschillende andere gevoelige lichaamsdelen wat extreme pijn en ongemak veroorzaakte.
    James Flynn zat in juni 1997 in een boom om actie te voeren tegen het kappen van oerbossen. Hij weigerde eruit te komen zonder garantie dat de boom behouden zou worden. Via een hoogwerker met een platform kwam de politie naar hem toe, en begon hem te bewerken met peperspray. Toen ze 5 busjes hadden leeggespoten moesten ze naar beneden om een nieuwe lading te halen. Dit proces herhaalde zich een aantal keer. Nadat er ongeveer 15 spuitbusjes op James waren leeggespoten, waren zijn kleren compleet doorweekt, en werd een begin gemaakt met het afzagen van takken van de boom. Daarna kwamen ze terug en scheurden de kleding van zijn lijf om direct op de huid te sprayen, met name op zijn liezen en in zijn kruis. Ook toen hij van de tak afviel waar hij opstond, bleef de politie doorgaan met spuiten. Uiteindelijk werd James Flynn met het nodige geweld uit de boom getrokken. Toen hij zich uiteindelijk realiseerde dat de politieagenten totaal niet geïnteresseerd waren in zijn veiligheid, besloot hij zijn verzet op te geven.
    De aanklacht is november 1997 ingediend, de zaak loopt nog. Grote ophef veroorzaakten de beelden van van schreeuwende en van pijn kronkelende demonstranten die direct peperspray in hun ogen gewreven krijgen. De video werd in oktober 1997 door de politie gemaakt bij de bezetting van het kantoor van een Republikeinse Senator door de milieuorganisatie Earth First!. Vier vrouwen zaten op de grond, de armen in elkaar gehaakt met buizen (hier ten lande bekend van gebruik door Greenpeace en Milieudefensie). Toen ze bleven weigeren zich te verwijderen, wreef de politie bij een van hen van dichtbij peperspray in het gezicht. De videobeelden haalden in de Verenigde Staten de televisie- journaals (in Nederland ook) en riepen veel discussie op over het gebruik van peperspray. De vier demonstranten, een van hen een meisje van 16, hebben een aanklacht ingediend tegen de betrokken politiemensen vanwege het gebruik van peperspray tegen vreedzame demonstranten, die geen enkele bedreiging vormden voor wie dan ook. De zaak is eind 1998 juridisch nog steeds niet afgehandeld.
    Oktober 1998 werd peperspray opnieuw ingezet in Humboldt County. Een groep milieuactivisten had een protestkamp opgeslagen om een plek te beschermen waar een van hen onlangs om het leven was gekomen. Zij wilden de eventuele vernieling van sporen van een misdrijf voorkomen. Twee van hen hadden zich vastgeketend. De politie die het kamp ontruimde smeerde vloeibare peperspray in hun ogen. De demonstranten gaven zich door de verschrikkelijke pijn direct gewonnen. De verantwoordelijke commissaris vertelde in een reactie dat hij peperspray in dit geval als bruikbaar alternatief voor de betonschaar ziet.

    small_pepper02

    videofragment

    Een ander schandaal is de dood van Michael Coleman. Autopsie wees uit, dat het OC-ingrediënt in Coleman’s bloed de toevoer van zuurstof door de rode bloedlichaampjes zodanig had verlaagd, dat hij door de combinatie met bloeddrukverhoging en ademhalingsmoeilijkheden was overleden. Toen de pepersprayfabrikant hierover was ingelicht, werd de zaak razendsnel afgekocht met een schadevergoeding. Fabrikanten realiseren zich kennelijk wel degelijk dat er risico’s zitten aan het gebruik van peperspray.

    In Amerikaanse discussies rond dit soort incidenten komt de vraag naar boven of peperspray wel zo ideaal is als voorstanders ons willen doen geloven. Ook uit onverwachte hoek rijzen twijfels over de effectiviteit van het middel.
    Wetenschappers van het Amerikaanse leger staan zeer gereserveerd tegen over het gebruik van peperspray. In een studie uit 1993 (Salem, US Army) wordt gewaarschuwd voor ernstige bijwerkingen: ‘Mutagene en carcinogene effecten, overgevoeligheid, toxische effecten op de hartslagaders, de longen en het zenuwstelsel en mogelijk ook een dodelijke afloop’.
    Voormalig politie-agent Phil Messina geeft tegenwoordig trainingen in moderne gevechtstechnieken aan ex-collega’s en anderen. Hij heeft sinds 1990 ervaring met peperspray en heeft het middel ongeveer 200 keer getest op personen. De resultaten waren volgens hem teleurstellend: Alle testpersonen bleken in staat hun gewelddadige bedoelingen in daden om te zetten. Het duurde simpelweg te lang voordat peperspray het gewenste effect had.
    Dit beeld wordt bevestigd door een onderzoek van de onafhankelijke Berkeley Police Review Commission. Zij komen tot de conclusie dat peperspray in 53% van de gevallen niet werkte, in 28% van de gevallen meer agressie veroorzaakte bij het slachtoffer en dat in 20% van de gevallen de politie-agent het onderspit delfde.

    Canada

    In Canada kwam peperspray recentelijk in het nieuws toen de politie het gebruikte bij een uit de hand gelopen vechtpartij op een middelbare school. Twee veertien-jarige scholieres belanden in het ziekenhuis nadat ze herhaaldelijk in hun gezicht werden gesprayed. Een van de meisjes raakte tijdens de vechtpartij door het gedrang vooraan in de meute. Te dichtbij naar de zin van een politieman die haar bij de keel en borsten greep. Ze sloeg hem nadat ze hem een paar keer gevraagd had haar los te laten. Nadat hij haar al scheldend de trap afsleepte werd ze geboeid en kreeg ze peperspray in haar gezicht. Ze werd beschuldigd van verzet bij arrestatie. De 14- jarige Amanda Maxwell probeerde haar vriendin uit handen van de politie te trekken. Ook zij kreeg peperspray in haar gezicht. Ze viel daardoor op de grond en liep een hersenschudding op, maar de politieagente tilde haar op en sprayde haar nog een keer in het gezicht. De uren daarna raakte ze diverse keren buiten bewustzijn, maar de politie deed niets om haar te helpen. De artsen op de Eerste Hulp van het Kinderziekenhuis moesten een toxicoloog raadplegen om uit te vinden hoe haar verbrandingen behandeld moesten worden. Als kinderartsen hadden ze geen ervaring met de gevolgen van peperspray.

    Een schandaal rond het gebruik van peperspray leidde in de herfst van 1998 tot een parlementair onderzoek en het aftreden van de minister verantwoordelijk voor politie vanwege politieke inmenging in dit onderzoek. Een jaar eerder had de Canadese premier de (toen nog) Indonesische president Soeharto beloofd dat hij geen demonstranten zou tegenkomen bij zijn bezoek aan de top van Aziatische landen in Vancouver. Net als bij de Eurotop in Amsterdam werden vreedzame demonstranten met groot politiegeweld verwijderd. De Canadese televisie maakte opnames van een politiechef die zonder waarschuwing studenten en de camera van dichtbij bespoot met peperspray. Hij staat sindsdien bekend als Sgt. Pepper. Premier Chétien gaf de politie persoonlijk opdracht tot dit politie-optreden; gevraagd naar het rijkelijk gebruik van peperspray antwoordde hij in alle ernst: ‘In plaats van honkbalknuppels in te zetten, gebruiken ze nu meer beschaafde methoden.’ De oppositie wil nu een gerechtelijk vooronderzoek om de rol van de premier in ‘Peppergate’ tot de bodem uit te zoeken.

    Groot Brittannië

    Groot Brittannië besloot peperspray niet in te voeren. Bij de discussie hierover werd aangevoerd dat met het gebruik van peperspray het verdrag tegen chemische wapens zou worden overtreden. Het Engelse Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft van invoering afgezien omdat er onduidelijkheid bleef bestaan over de risico’s. Zo zijn er aanwijzingen dat het kankerverwekkend is. Daarnaast bleek er bij de leverbare produkten grote verschillen in de concentraties werkzame stof te bestaan. Hierdoor weet je als agent van te voren niet welk effect het spuiten met peperspray zal hebben, en kunnen er fouten worden gemaakt.

    België

    In België is de spray al geruime tijd in gebruik als politiewapen. De Rijkswacht kreeg het in 1995 na een testperiode van vier jaar, de politie in Antwerpen heeft het sinds 1996, hulpagenten daar sinds begin 1997. Men is in België overigens wel degelijk bekend met de risico’s: “We wisten uit de literatuur en eigen ervaring dat het gebruik niet geheel zonder gevaar was. Daarom zullen onze manschappen grondig worden voorgelicht over mogelijke symptomen bij de slachtoffers. Bij hart- of astmapatiënten is het gebruik van deze verstuiver niet zonder risico” , aldus een majoor van de Rijkswacht tegenover de Morgen.
    Inmiddels behoort peperspray tot de standaarduitrusting. Dit levert echter ook de nodige problemen op. In februari 1998 voerde een groepje actievoerders een toneelstuk op voor het Paleis van Justitie in Brussel. Om te protesteren tegen de mogelijke invoering van een Wet op Criminele Organisaties verbeeldden zij de arrestatie van een aantal politieke groeperingen. De politie greep echter in en wilde een deelnemer arresteren. Toen dit leidde tot een schermutseling werden een aantal demonstranten bespoten met peperspray. Terwijl de agenten, die zelf ook last hadden van de gevolgen van de spray, zichzelf spoelden met water, werd de gepepersprayde arrestant opgesloten en aan zijn lot overgelaten. Absoluut niet volgens de richtlijnen!
    In België werden in 1997 beelden op televisie uitgezonden, van een agent die wordt bespoten met peperspray. Hij stort na korte tijd huilend in elkaar van de pijn en wordt door collega’s in een emmer met water geduwd.
    Ondanks deze incidenten is er in België geen sprake van een discussie over het gebruik van peperspray.

    Australië

    In Australië is geprobeerd invoering van het wapen tegen te houden. Tegenstanders voerden aan dat invoering in strijd is met het verdrag tegen chemische wapens. Inmiddels is het middel echter in een aantal provincies (Victoria, Queensland, South Australia en New South Wales) in gebruik genomen, nadat er commotie was ontstaan over het grote aantal schietpartijen waarbij de politie betrokken was. De introductie ging vergezeld met een flinke pr-campagne, waarin de spray wordt afgeschilderd als dé oplossing tegen straatgeweld en vuurwapengebruik door de politie.
    Maar andere korpsen (bijvoorbeeld dat van West-Australië) zijn niet het minst overtuigd van de effectiviteit en weigeren vooralsnog het te gaan gebruiken. Bij een test die dit politiekorps deed werd een politieagent besproeid met een busje peperspray. Vervolgens moest hij op een schietschijf schieten met een pistool, waarbij hij het volledige magazijn raak schoot. Daarmee had het effectiviteitsverhaal volledig afgedaan voor dit korps.

    Kortgeleden is er in Melbourne een rel ontstaan rond de arrestatie van een astmatische vrouw. Zij was bij haar aanhouding bewusteloos geslagen door een agent. Na behandeling in het ziekenhuis werd ze overgebracht naar een politie-bureau. Daar stonden de aanwezige agenten in twee rijen bij het busje dat haar vervoerde te wachten, Ze weigerde het busje uit te komen omdat ze bang was dat ze spitsroeden moest lopen, vervolgens werd ze twee keer bespoten met peperspray. Na haar vrijlating bleef ze ruim anderhalve week last houden van astmatische verschijnselen. Uiteindelijk oordeelde de rechter dat haar hele arrestatie illegaal was geweest en dat ook het gebruik van peperspray in strijd met de wet was. Het middel mag namelijk alleen in gewelddadige situaties gebruikt worden en niet in een afgesloten ruimte zoals een politie-bus.

    Dit is niet het enige verhaal waaruit blijkt dat peperspray door politieagenten wordt gebruikt als middel om te straffen of wraak te nemen. Omdat het geen blijvende (zichtbare) verwondingen achterlaat, kan de dader volstaan met ontkennen. Om dit te voorkomen zijn de busjes spray in Victoria voorzien van een ultraviolette kleurstof, zodat na gebruik te constateren is dat iemand inderdaad bespoten is.

    Zweden

    In Zweden wordt peperspray niet ingevoerd. Er is te veel twijfel vanwege de gevaren van peperspray en men heeft bezwaar tegen de grote variatie die er is in de samenstelling van peperspray- varianten.

    Conclusie

    Er is geen duidelijkheid over de risico’s van het gebruik van peperspray, de gevolgen zijn onvoldoende onderzocht. Voor Groot- Brittannië en Zweden was deze onduidelijkheid voldoende aanleiding om van invoering af te zien.
    Ook over de effectiviteit van peperspray bestaat veel verwarring, wat nog versterkt wordt door de variatie in de preciese samenstelling van de verschillende sprays die in de handel zijn. Standarisatie en richtlijnen zouden een basis moeten zijn voor welk nader onderzoek dan ook.
    Ook instructies voor gebruik blijken in veel gevallen niet duidelijk genoeg -als ze al bestaan- of anders niet te worden nageleefd. Politiemensen blijken zeer creatief in het verzinnen van methodes om peperspray te gebruiken als martelwerktuig.
    Direct in de ogen smeren, van dichtbij spuiten, véél langer dan die ene seconde (van 1 meter afstand) die als voldoende geldt, soms hele busjes achter elkaar, rechtstreeks op gevoelige delen, het effect versterken door verwarming, en natuurlijk het onthouden van water ter verkoeling.
    Uit genoemde voorbeelden blijkt bovendien dat de politie peperspray gebruikt in allerlei situaties waar het absoluut niet nodig is. Om medewerking af te dwingen van mensen die zich geweldloos verzetten (kom uit die boom, kom uit dat busje, laat elkaar los) of om lijfstraffen uit te delen (vervelende arrestanten het even laten voelen).
    Het is kennelijk nogal verleidelijk om peperspray niet slechts in plaats van potentieel dodelijk geweld te gebruiken, als opvulling van het gat tussen de wapenstok en het pistool. Peperspray blijkt nieuwe mogelijkheden te bieden, als extra geweldsmiddel – met grote gevolgen.