Aan:
De woordvoerders Binnenlandse Zaken
van de Tweede Kamerfracties
Binnenhof
Den Haag Amsterdam, 17 februari 2000
Geacht kamerlid,
Donderdag 24 februari vindt er een algemeen overleg met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties plaats over de plannen om peperspray versneld in te voeren als nieuw wapen voor de Nederlandse politie.
In februari 1999 bracht buro Jansen & Janssen het Dossier Peperspray uit om te waarschuwen voor de gevolgen van de invoering van peperspray. Wij beargumenteerden dat:
- er onvoldoende en -ook door TNO- sterk eenzijdig onderzoek was gedaan naar de gevaren van peperspray;
- de voorwaarden voor gebruik van peperspray onwerkbaar en onrealistisch zijn;
- peperspray ernstige risico’s met zich meebrengt voor slachtoffers van het gebruik;
- de politie is geneigd is om meer gewelddadige confrontaties aan te gaan, wanneer ze uitgerust is met peperspray;
- peperspray bij uitstek een wapen is dat zich leent voor misbruik, omdat het geen zichtbare sporen achterlaat.
Na het uitbrengen van het Dossier Peperspray en discussie over de invoering bij de politie, in de media en in de Tweede Kamer heeft Minister Peper het advies van TNO overgenomen om de effecten van peperspray te testen op astmatische personen. Een dergelijk onderzoek was voor veel Kamerleden een voorwaarde voor de invoering van peperspray in Nederland.
Dit onderzoek is nu echter afgeblazen, omdat de Commissie Medische Ethiek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) de daarvoor vereiste toestemming niet wilde geven. Die beslissing, zo schrijft de Minister aan de Kamer “is gebaseerd op de overtuiging dat de belasting van de vrijwilligers door het onderzoek niet opweegt tegen het mogelijke kleine risico dat bij toepassing van pepper spray op personen met astma dit gebruik zal leiden tot een astma-aanval met een zodanig onverwachte loop dat daartegen niet adequaat kan worden opgetreden met de gangbare luchtwegverwijdende middelen”.
De Minister wil peperspray nu versneld invoeren zonder verder onderzoek op mensen met longproblemen, tegen de nadrukklijke adviezen in van TNO, het PIOV, het Korpsbeheerdersberaad, het Hoofdofficierenberaad en de Raad van Hoofdcommissarissen.
Hiermee wordt de deur open gezet voor een gevaarlijke ontwikkeling, zoals die in de Verenigde Staten is te zien. Sinds de invoering van peperspray in 1989 zijn daar diverse personen overleden na bespoten te zijn met peperspray; mensenrechtenorganisaties komen op een aantal van 64 discutabele sterfgevallen. Zowel ademhalingsproblemen als het verlagen van de toevoer van zuurstof door rode bloedlichaampjes als doodsoorzaak waren terug te voeren op het gebruik van peperspray.
Ook de FBI -en met name de research-afdeling in Quantico die altijd overtuigd voorstander is geweest van peperspray- maakt zich zorgen over de veiligheid van het gebruik, gezien het aantal doden dat in verband gebracht wordt met het middel. Het FBI Law Enforcement Bulletin (11-1997) drukt politiemensen op het hart om na het gebruik van peperspray bij mensen met ademhalingsmoeilijkheden onverwijld een dokter te waarschuwen. Altijd onmiddelijk nazorg verlenen in vorm van langdurig naspoelen met water en wassen met zeep, is een instructie die niet vaak genoeg herhaald kan worden volgens de FBI – in de praktijk van alledag komt dat er niet altijd van. De arrestant mag geen moment alleen gelaten worden tijdens het herstel. Alleen het gebruik onder zeer strikte instructies en voorwaarden garandeert een minimale kans op ongelukken.
Uit dit recent door Jansen & Janssen opgespoorde artikel blijkt dat ook de FBI het risico van fatale gevolgen van het gebruik van peperspray erkent.
Wij willen er hier -andermaals- voor pleiten om peperspray niet in te voeren in Nederland. De voordelen wegen niet op tegen de nadelen en gevaren die invoering met zich meebrengt.
Als bijlage sturen wij u de samenvatting van het Dossier Peperspray.
Voor meer informatie over peperspray kunt u ons eerder aan u toegezonden Dossier Peperspray inzien, onze website over dit onderwerp raadplegen, of telefonisch contact met ons opnemen.
Met vriendelijke groeten,
Eveline Lubbers
Willem Wagenaar