Rapport van de werkgroep wetgeving informatie-uitwisseling,
Actiepunt 43 van het Actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid
Rapport van de werkgroep wetgeving informatie-uitwisseling,
Actiepunt 43 van het Actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid
Politie en inlichtingendiensten hebben duidelijk verschillende
taken en daaraan gekoppeld bevoegdheden. De politie is de
leidende opsporingsdienst en heeft zich te houden aan een
beperkt aantal bevoegdheden. Er zijn duidelijke richtlijnen
voor het gebruik van observeren, afluisteren en dergelijke.
Hoe ernstiger het misdrijf, des te meer middelen de politie in
mag zetten om verdachten op te sporen. Tijdens het proces
controleren rechter en advocaat de ingezette methoden.
De inlichtingendiensten zijn er ter bescherming van de
nationale veiligheid. Dit is een veel ruimere taak en met veel
ruimere bevoegdheden dan de politie. Methoden, middelen,
werkwijze, operationele gegevens, alles wat deze diensten
betreft is geheim. Zeker een individuele burger heeft geen
zicht op mogelijke activiteiten van zo’n dienst tegen hem
of haar.
Volledige inhoudsopgave
De kwestie-calan leidde een paar jaar geleden tot een heuse soap tussen de europese inlichtingendiensten. De uitgeweken leider van de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) probeerde in verschillende EU-lidstaten asiel aan te vragen. Geruchten over arrestatie, asielverlening en uitlevering aan Turkije wisselden elkaar in hoog tempo af. Abdullah calan probeerde ook Nederland te bereiken, maar werd nog in de lucht tot persona non grata verklaard. Toen calan in februari 1999 uiteindelijk door een Turks commando werd gekidnapt, werden in heel Europa ambassades bezet.
Op hoog politiek niveau werd nadien de vraag gesteld
waarom de europese veiligheidsen inlichtingendiensten zo
slecht op de hoogte waren van de bewegingen van de PKK-leider
en elkaar niet informeerden. Zo zou Griekenland de
overige Europese landen niet hebben verteld dat het calan
tijdelijk onderdak bood. Ook het plotsklaps intrekken van een
Duits uitleveringsverzoek aan Itali, toen de Koerdenleider
daar op het vliegveld was gearresteerd, leidde tot opgetrokken
wenkbrauwen. Over deze affaire was volgens minister van
Binnenlandse Zaken Bram Peper heel veel te zeggen, maar
niet in het openbaar.
de europese lidstaten spraken tijdens een topontmoeting
in Duitsland af hun inlichtingenen veiligheidsdiensten
(IVD’s) beter te laten samenwerken.
27 925 Terroristische aanslagen in de Verenigde Staten
Nr. 49 Lijst van vragen en antwoorden
Vastgesteld 18 maart 2002
De vaste commissie voor Justitie heeft de Minister-President, minister van Algemene Zaken, de ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie en de staatssecretaris van Financiën de volgende vragen ter beantwoording voorgelegd over de brief van 14 december 2001 inzake de tweede voortgangsrapportage met betrekking tot het actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid van 5 oktober 2001 (Kamerstukken II, 2001-2002, 27 925 nr. 34). Deze vragen zijn beantwoord bij brief van 15 maart 2002.
De vragen en antwoorden zijn hieronder afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Swildens-Rozendaal
De griffier voor deze lijst,
Stahlie
NRC Handelsblad, vrijdag 2 november
In de strijd tegen het terrorisme staan in het Westen gekoesterde burgerlijke vrijheden onder druk sinds de aanslagen van de 11de september.
De ministers van Justitie van de landen van de Europese Unie hebben tot 7 december de tijd om het eens te worden over een Europees opsporings- en aanhoudingsbevel voor misdrijven die mogelijk verband houden met terrorisme. Het moet de uitlevering van verdachten binnen de EU vergemakkelijken. Komen de ministers er niet uit, dan willen de regeringsleiders de knoop een week later doorhakken op de Europese top van Laken. Want terreurbestrijding vergt ook strenger wetgeving, daarvan zijn ze overtuigd. Verschillende EU-landen hebben hun regels inmiddels aangehaald, of staan op het punt dat te doen.
27925 Terroristische aanslagen in de Verenigde Staten
nr. 21 Brief van de minister president, minister van Algemene Zaken en van de ministers van Justitie , van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties , van Financiën en van Defensie
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
‘s-Gravenhage, 26 oktober 2001
Al een aantal jaren wordt er in internationaal verband samengewerkt op het terrein van openbare orde. In het Schengen akkoord zijn bijvoorbeeld een aantal mogelijkheden om mensen die een gevaar vormen voor de openbare orde of staatsveiligheid toegang tot de Schengenlanden te weigeren.
Met het toenemen van de internationale demonstraties werd er in 1997 al door de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken een maatregel aangenomen om activisten beter in de gaten te houden. In de gemeenschappelijke conclusie Handhaving van de orde en de openbare veiligheid werd vastgelegd dat van grote groepen demonstranten informatie naar de betrokken landen moest worden doorgegeven. In het Zwartboek Eurotop, naar aanleiding van de arrestaties tijdens de Eurotop in juni 1997 in Amsterdam schreven we er al een stuk over.
6.7.1.1. Inleiding
Binnenlandse veiligheid is de hoeksteen van de nationale soevereiniteit. Overdracht van nationale bevoegdheden op dit gebied naar het niveau van de Europese Unie zal hoogstens het sluitstuk van vergaande politieke integratie vormen – als het er al ooit van komt. In het proces van Europese integratie blijkt de nationale soevereiniteit immers keer op keer op bepaalde terreinen springlevend. De samenwerking tussen politie en justitie blijft gedomineerd door nationale prerogatieven. Voor inlichtingen- en veiligheidsdiensten geldt dat eens te meer. Internationale regulering van bevoegdheden van inlichtingen- en veiligheidsdiensten, bijvoorbeeld door internationale verdragen, is om dezelfde reden niet te verwachten.
Er vindt echter wel vergaande samenwerking plaats tussen Europese inlichtingen- en veiligheidsdiensten (ivd’s), zowel op het terrein van beleidsafstemming als op het terrein van operationele samenwerking. Hierbij past wel meteen een kanttekening. Het sterk soevereine karakter van ivd’s bepaalt in hoge mate het karakter van de samenwerking. In de wereld van de ivd’s is er sprake van opportunisme, of vriendelijker gezegd: quid pro quo. Waar de belangen samenvallen werkt men samen, waar de belangen uiteenlopen werkt men niet samen, of is men elkaars concurrent.
Brabants Dagblad – zaterdag 27 februariruari 1999
Minister Peper wil snelle invoering
Proef pepperspray in regio Brabant Noord
Door Ad Rijken
DEN BOSCH – De politieregio Brabant Noord wordt samen met de regio
Rotterdam-Rijnmond proefgebied voor pepperspray. De Raad van
Hoofdcommissarissen heeft dat voorgesteld.
Dat zei korpschef E. van Hoorn gisteren tijdens het werkbezoek van minister
B. Peper (Binnenlandse Zaken) aan zijn politieregio.
Peper zei geen beletsel te zien voor een snelle invoering van pepperspray
als politiewapen tussen de wapenstok en het dienstpistool. Hij wees erop dat de
politie in de Verenigde Staten het middel al gebruikt.
Pepperspray zit in een spuitbusje dat de agent bij zich draagt. Hij kan
ermee in het gezicht van agressieve mensen spuiten. Die worden kort
uitgeschakeld door gezichtsverlies en ademhalingspro-blemen.
6.7.1 Europa
Jelle van Buuren
6.7.2 Nederland
Willem Wagenaar
lees meer
Augustus 2000
In 1995 besluit de Tweede Kamer onderzoek te laten doen naar cameratoezicht omdat er veel onduidelijkheid, en nauwelijks beleid of wetgeving over is. Vragen waar camera’s worden geplaatst, hoeveel het er eigenlijk zijn en wat voor regelgeving van toepassing is moeten beantwoord worden. Dit is het begin van een jaren durende politieke discussie. Van deze discussie geven we in dit hoofdstuk een samenvatting(1).
lees meer
Augustus 2000
‘…we were all blinded to the fact that this was a small addition in police terms, but a rather large incursion in civil liberty terms’.
(Professor Jason Ditton, 1999)(1)
Veel Nederlandse gemeentes gaan, voordat ze een beslissing nemen over cameratoezicht, op excursie in Engeland, het walhalla van de CCTV (Closed Circuit Television, een systeem waarin een gebied volledig wordt bekeken door middel van camera’s). Arnhem, Ede, Rotterdam, Zwolle en Groningen zijn enthousiast over hun bezoek en de ervaringen die ze daar hebben opgedaan. Dit land is volgens deze gemeentes “veel verder” met cameratoezicht en er zouden “goede ervaringen” zijn. Hoe ver Engeland is en welke ervaringen er zijn, wordt hieronder beschreven in een kort overzicht van een aantal manieren van cameratoezicht en de consequenties ervan.
Hoofdstuk 1 uit ZOOM
Dossier Cameratoezicht
In 1995 besluit de Tweede Kamer onderzoek te laten doen naar cameratoezicht omdat er veel onduidelijkheid, en nauwelijks beleid of wetgeving over is. Vragen waar camera’s worden geplaatst, hoeveel het er eigenlijk zijn en wat voor regelgeving van toepassing is moeten beantwoord worden. Dit is het begin van een jaren durende politieke discussie. Van deze discussie geven we in dit hoofdstuk een samenvatting(1). lees meer
Hoofdstuk 5 uit ZOOM
Dossier Cameratoezicht
‘…we were all blinded to the fact that this was a small addition in police terms, but a rather large incursion in civil liberty terms’.
(Professor Jason Ditton, 1999)(1)
Veel Nederlandse gemeentes gaan, voordat ze een beslissing nemen over cameratoezicht, op excursie in Engeland, het walhalla van de CCTV (Closed Circuit Television, een systeem waarin een gebied volledig wordt bekeken door middel van camera’s). Arnhem, Ede, Rotterdam, Zwolle en Groningen zijn enthousiast over hun bezoek en de ervaringen die ze daar hebben opgedaan. Dit land is volgens deze gemeentes “veel verder” met cameratoezicht en er zouden “goede ervaringen” zijn. Hoe ver Engeland is en welke ervaringen er zijn, wordt hieronder beschreven in een kort overzicht van een aantal manieren van cameratoezicht en de consequenties ervan. lees meer
Iedereen die acties organiseert heeft een bepaald doel. Een doel dat op verschillende manieren bereikt kan worden. Een voorlichtingsavond, een demonstratie, een bezetting, een ingraving, een vastketening, een bevrijding, een bom, ga zo maar door.
Degene tegen wie de actie gericht is zal meestal niet al te blij zijn met de aandacht van een actiegroep. Of het nu de overheid is, het bedrijfsleven of individuen, allemaal zullen ze graag willen weten wie de actie organiseert en wat de plannen zijn. Alle mogelijke informatie over jou en je actiegroep kan voor hen van belang zijn. Dat geldt zeker als je strafbare feiten hebt gepleegd. Politie en justitie zullen hun best doen om de uitvoerders van bepaalde acties op te sporen.Dit hoofdstuk gaat er dan ook over hoe je problemen kunt voorkomen door zorgvuldig om te gaan met informatie en je acties goed te organiseren. Welke diensten op wat voor manier interesse hebben in informatie over jouw actie of actiegroep beschrijven we in een later hoofdstuk.