De belangstelling voor anti-apartheidsactivisten
De laatste Anti-Apartheidskrant
De anti-apartheidsbeweging was vanaf het ontstaan verzekerd van een brede belangstelling van de tegenpartij. Niet alleen geheime diensten probeerden zich op de hoogte te houden van het doen & laten van de beweging. Bedrijven met belangen in Zuid Afrika schakelden particuliere adviesbureaus in, die vaak veel meer ondernamen om activisten tegen te werken. Ondanks het feit dat de anti-apartheidsstrijd tot het verleden lijkt te behoren, is de bereidheid tot opening van zaken niet groot. Kennelijk kan het onderwerp het daglicht niet verdragen. lees meer
Artikelen 1993
Privacynormen bij de koppeling van computerbestanden ( Uit: I&I nummer 1, 1993 Jan A.G.M. van Dijk )
Van Sharpeville naar Schengen; Achtergronden van 21 maart
Uit: De Peueraar 31, maart 1993 door Harry Westerink
THE COUNCIL,
Having regard to the Treaty establishing the European Community, and in particular Article 151 (131) thereof,
Having regard to its Rules and Procedure, and in particular Article 22 thereof, [Note 1]
Whereas on 6 December 1993 the Council and the Commission approved a code of conduct concerning public access to Council and Commission documents, reaching common agreement on the principles which must govern such access;
Wetsvoorstel 1991
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 1911-1992
22694 Aanwijzing van documenten dienende ter vaststelling van de identiteit van personen, alsmede van enige gevallen waarin de identiteit van personen aan de hand van deze documenten kan worden vastgesteld (Wet op de identificatieplicht)
Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING
ALGEMEEN
1. Inleiding
In het regeerakkoord van 1989 (Kamerstukken 111989/90,21 132, nr. 9, par. 14) wordt een beperkte identificatieplicht aangekondigd waaraan moet kunnen worden voldaan met behulp van bestaande documenten. Gezegd wordt dat de plicht uitsluitend zal gelden in bijzondere situaties die in de wet moeten worden omschreven. Genoemd worden de bestrijding van voetbalvandalisme en fraude. Een algemene identificatie-plicht wordt niet overwogen. Het bijgaande voorstel geeft uitvoering aan deze passage van het regeerakkoord. Binnen de gestelde grenzen is gekozen voor een zo effectief mogelijke aanpak. Dat is in lijn met de grotere waarde die men sedert de totstandkoming van het regeerakkoord is gaan hechten aan rechtshandhaving door de overheid.
Uit: Konfrontatie, nr.26, november 1993, buro Jansen & Janssen/autonoom centrum.
Sinds eind maart 1993 werken de vreemdelingendiensten van Den Haag en Eindhoven als eerste in Nederland met het VAS. Er wordt al zo’n tien gewerkt aan een geautomatiseerd vreemdelingenregistratie systeem en in de loop van dit jaar zal het landelijk worden ingevoerd.
Uit:Konfrontatie, nr.26
Sinds eind maart 1993 werken de vreemdelingendiensten van Den Haag en Eindhoven als eerste in Nederland met het VAS. Er wordt al zo’n tien gewerkt aan een geautomatiseerd vreemdelingenregistratie systeem en in de loop van dit jaar zal het landelijk worden ingevoerd. lees meer
Ingezonden brief aan het Algemeen Dagblad lees meer
Ingezonden brief aan het Algemeen Dagblad, buro Jansen & Janssen, augustus 1993.
“BVD verdenkt ‘oude’ verdachte van bomaanslag” kopte NRC-Handelsblad afgelopen vrijdag. Een zegsman van de Binnenlandse Veiligheidsdienst liet middels de kwaliteitskrant weten dat zijn dienst en justitie “exact” weten wie achter de bomaanslag zitten. Tot zover kan de berichtgeving door de beugel, al kunnen natuurlijk vraagtekens geplaatst worden bij de exactheid van de kennis van de diensten die “vier of vijf” mensen verantwoordelijk achten voor zowel de aanslag op de woning van staatssecretaris Kosto als die op het op het ministerie van sociale zaken.
Ingezonden brief aan het Algemeen Dagblad, buro Jansen & Janssen, augustus 1993.
“BVD verdenkt ‘oude’ verdachte van bomaanslag” kopte NRC-Handelsblad afgelopen vrijdag. Een zegsman van de Binnenlandse Veiligheidsdienst liet middels de kwaliteitskrant weten dat zijn dienst en justitie “exact” weten wie achter de bomaanslag zitten. Tot zover kan de berichtgeving door de beugel, al kunnen natuurlijk vraagtekens geplaatst worden bij de exactheid van de kennis van de diensten die “vier of vijf” mensen verantwoordelijk achten voor zowel de aanslag op de woning van staatssecretaris Kosto als die op het op het ministerie van sociale zaken. lees meer
Uit: Konfrontatie, nr. 23, zomer 1993, buro Jansen & Jansen.
In het eindrapport van de Commissie Zeevalking werd maar relatief weinig aandacht besteed aan het zogenoemde ‘operationele vreemdelingentoezicht’, de werkelijke controles op straat, in huis of op het werk van de verblijfsstatus van buitenlanders. In haar voorstellen voor de aanpak van migranten zonder verblijfsvergunning legde de Commissie Zeevalking vooral de nadruk op ‘de modernisering’ van het binnenlands vreemdelingentoezicht. Meer samenwerking, goede registratie en vooral een eenduidig overheidsbeleid moesten de basis vormen voor het vreemdelingentoezicht.
Verscherping van controles op buitenlanders werd door de commissie unaniem afgewezen. Men was juist van mening dat voorzichtig moest worden opgetreden om stigmatisering van minderheidsgroepen te voorkomen. “Grootscheepse controles op plekken waar veel buitenlanders zijn dienen zoveel mogelijk te worden voorkomen”, aldus de commissie. Hierbij plaatste zij echter een paar niet mis te verstane kanttekeningen. De bestrijding van criminaliteit, het herstellen van de openbare orde en het voorkomen van overlast zouden zwaarder moeten wegen dan het belang vanuit het minderhedenbeleid. Deze afweging zou ook moeten gelden bij illegale arbeid, mensenhandel of illegale huisvesting. Hiermee leverde de Commissie Zeevalking haar eigen afgewogen visie op straatcontroles eigenlijk al uit aan de politici die de laatste jaren het illegalenvraagstuk zo fijntjes hebben gekoppeld aan de bestrijding van overlast, criminaliteit en fraude.
Uit: Konfrontatie, nr. 23
In het eindrapport van de Commissie Zeevalking werd maar relatief weinig aandacht besteed aan het zogenoemde ‘operationele vreemdelingentoezicht’, de werkelijke controles op straat, in huis of op het werk van de verblijfsstatus van buitenlanders. In haar voorstellen voor de aanpak van migranten zonder verblijfsvergunning legde de Commissie Zeevalking vooral de nadruk op ‘de modernisering’ van het binnenlands vreemdelingentoezicht. Meer samenwerking, goede registratie en vooral een eenduidig overheidsbeleid moesten de basis vormen voor het vreemdelingentoezicht.
Verscherping van controles op buitenlanders werd door de commissie unaniem afgewezen. Men was juist van mening dat voorzichtig moest worden opgetreden om stigmatisering van minderheidsgroepen te voorkomen. “Grootscheepse controles op plekken waar veel buitenlanders zijn dienen zoveel mogelijk te worden voorkomen”, aldus de commissie. Hierbij plaatste zij echter een paar niet mis te verstane kanttekeningen. De bestrijding van criminaliteit, het herstellen van de openbare orde en het voorkomen van overlast zouden zwaarder moeten wegen dan het belang vanuit het minderhedenbeleid. Deze afweging zou ook moeten gelden bij illegale arbeid, mensenhandel of illegale huisvesting. Hiermee leverde de Commissie Zeevalking haar eigen afgewogen visie op straatcontroles eigenlijk al uit aan de politici die de laatste jaren het illegalenvraagstuk zo fijntjes hebben gekoppeld aan de bestrijding van overlast, criminaliteit en fraude.
Het is dan ook maar zeer de vraag of het imago dat de Commissie Zeevalking de laatste jaren heeft opgebouwd, dat ze toch in ieder geval redeneerde vanuit een standpunt dat rekening hield met de belangen van migranten, wel verdient. Het eindrapport van de Commissie Zeevalking legt de schuld, net als zoveel politici, uiteindelijk toch weer bij de illegalen zelf, als veroorzakers van de problemen. “In al deze gevallen moet in aanmerking worden genomen dat een stigmatiserende werking op de doelgroepen van het minderhedenbeleid niet in eerste instantie uitgaat van de overheidscontrole maar vooral van het gedrag van de illegale vreemdeling zelf: als laatstgenoemde groep betrokken is bij criminaliteit of anders dan incidenteel overlast veroorzaakt, is een belangrijk deel van de samenleving al snel geneigd dit gedrag ook meer in het algemeen aan vreemdelingen toe te schrijven, waardoor indirekt ook de houding ten opzichte van legaal verblijvende vreemdelingen wordt beïnvloed.” lees meer
Secretariaat vergadering van procureurs-generaal Gedeelte notulen PG-vergadering dd. 30-6-1993 nr 12
Toegezonden aan: mr Docters van Leeuwen
WBO 3. Besipreking met hoofd BVD
De vergadering beschikt over het-jaarverslag van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) over 1992, een notitie inzake de werkafspraken tussen het openbaar ministerie en de BVD betreffende het overleg, bedoeld in artikel 22, derde lid van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten en een agendavoorstel voor de bespreekpunten. Deze bespreekpunten zijn: het jaarverslag BVD over 1992, bekrachtiging werkafspraken BVD/OM, rol van de BVD met betrekking tot de bestuurlijke integriteit en de samenwerking BVD-politie.
WERKAFSPRAKEN TUSSEN HET OPENBAAR MINISTERIE EN DE BVD BETREFFENDE HET OVERLEG, BEDOELD IN ARTIKEL 22, DERDE LID VAN DE WET OP DE INLICHTINGEN- EN VEILIGHEIDSDIENSTEN.
Inleiding
Artikel 22, derde lid van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten bepaalt, dat steeds wanneer de vervulling van de taak van het openbaar ministerie en van een dienst daartoe aanleiding geeft, de betrokken procureur-generaal en het hoofd van de betrokken dienst overleg plegen.
door Wil van der Schans
Twee maanden geleden verscheen het nieuwe ‘Crimineel Jaarboek uitgave 1993’. Het boek geeft een weergave van de activiteiten van justitie in het jaar 1992. Zowel beleidsvoorbereiding, nieuwe wetten als de uitvoerende kant worden belicht. Voor de koppensnellers, die niet meer weten of hun geheugen gevuld zit met een wetsvoorstel of één van de ferme uitspraken van deze of gene politicus (en dat worden er steeds meer), is het zeker de moeite waard het boekje er nog eens op na te slaan. Het Crimineel Jaarboek is daarnaast ook voor mensen die goed ingevoerd zijn in het onderwerp een nuttig overzichtswerk.
Uit: MensenRechtenMagazine 1993, buro Jansen & Janssen.
Hoeveel slachtoffers heeft de dumping van medicijnen en babyvoeding in de Derde Wereld gekost? Hoeveel mensen zijn gestorven, gehandicapt geraakt of berooid achtergebleven in Seveso, na de ramp met Union Carbide of na het Spaanse spijsolieschandaal? Hoeveel miljarden zijn in de zakken van dictators verdwenen, hoeveel mensen zijn door toedoen van die dictators vermoord? En: Hoeveel geld is verdiend aan het gewetenloos handel drijven? Waarom worden mensenrechtenschendingen slechts aan staten toegeschreven? Niet slechts regeringen of autoriteiten, ook misdadigers en criminele organisaties kunnen in veel gevallen als schenders van mensenrechten beschouwd worden.