• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Overige trajecten – Cocaïne

    6.4. COCAINE

    6.4.O. Inleiding

    In deze paragraaf worden 4 trajecten beschreven waarbij sprake is van betrokkenheid van de RCID Kennemerland in relatie tot het in Nederland invoeren van partijen cocaïne. Daarnaast wordt informatie over cocaïne-handel weergegeven waarin de RCID Kennemerland een rol speelt. De beschikbare gegevens over dit onderwerp waren niet compleet (te krijgen). Dit had tot gevolg dat in een aantal zaken geen duidelijk beeld kan worden gegeven en dat een aantal vragen vooralsnog onbeantwoord blijft.

    lees meer

    Overige trajecten – XTC-Engeland-traject

    6.3 XTC-ENGELAND-TRAJECT

    6.3.0. Inleiding

    In het kader van het onderzoek dat het Fort-team heeft ingesteld naar het functioneren van de CID van het regionale politiekorps Kennemerland in de periode van 1990 tot heden werd eveneens de betrokkenheid van de genoemde dienst onderzocht met betrekking tot een zogenoemd XTC-traject.

    lees meer

    Overige trajecten – Sigaretten-transporten

    6.2. SIGARETTEN-TRANSPORTEN

    6.2.0. Inleiding

    Op 24 januari 1994 was een vrachtauto van het transportbedrijf B te Duitsland betrokken bij een ongeval, waarbij de lading sigaretten op straat terecht kwam. Dit was de aanleiding voor een onderzoek door de Zoll Fahndung in Düsseldorf, omdat men fiscale fraude vermoedde. Het onderzoek leidde uiteindelijk tot de aanhouding van B in Duitsland. B verklaarde, dat hij sedert meer dan 20 jaar intensieve contacten had met Duitse douaneambtenaren, te weten Obaron, Böttcher en Brandl, die hem als informant hadden gerund. Ook verwees hij naar zijn frequente contacten met de Fiod-ambtenaar Cees de Jongh, met wie hij sedert ongeveer 1989 in diverse onderzoeken samenwerkte en door wie hij gerund zou zijn.

    lees meer

    Overige trajecten – Het Saptraject

    6.1. HET SAPTRAJECT

    6.1.0. Inleiding

    In dit onderdeel van de rapportage wordt ingegaan op de activiteiten die de CID Haarlem/RCID Kennemerland heeft verricht tussen 1990 en 1996 in samenwerking met een vruchtesapfabrikant, die in dit rapport wordt aangeduid als Sapman.

    In april 1995 meldde Sapman zich bij de CRI en verklaarde vanaf eind 1991 contact te hebben met Van Vondel en later ook met Langendoen. Aan Van Vondel verstrekte Sapman vanaf eind 1991 informatie over de produktie van vruchtesapconcentraten in Marokko en het vervoer van dit produkt naar Nederland. Nadat Sapman in 1992 een vruchtesapfabriek in België was begonnen, leerde hij begin 1993 Langendoen, eerst onder zijn pseudoniem, kennen. In deze rapportage zal niet de naam waarvan Langendoen gebruik maakte genoemd worden. Die naam wordt aangeduid met ‘Alias’. Op verzoek van Van Vondel en Alias richtte Sapman begin 1994 de vruchtesapfabriek Delta Rio in Ecuador op. Ondanks dat Van Vondel en Langendoen, aldus Sapman, miljoenen guldens in zowel de fabriek in België als in Delta Rio hadden geïnvesteerd moest Delta Rio van Langendoen en Van Vondel in september 1994 gesloten en verkocht worden. Sapman, die deze beslissing niet kon begrijpen, begon wantrouwen ten opzichte van Van Vondel en Langendoen te krijgen. Hij lichtte vervolgens de CRI in. Door de CRI werd Sapman, na een korte oriëntatie, in contact gebracht met de rijksrecherche.

    Tijdens het onderzoek van de rijksrecherche zijn de verklaringen van Sapman, waar mogelijk, gecontroleerd en is onderzocht of en zo ja, waarom Van Vondel en Langendoen de fabriek in België financieel hebben gesteund en Delta Rio in Ecuador hebben laten oprichten.

    lees meer

    Overige trajecten – Inleiding

    HOOFDSTUK VI

    6. OVERIGE TRAJECTEN

    6.0 Inleiding

    Naast de hiervoor in hoofdstuk V beschreven containertrajecten, verdient een aantal andere operationele CID-activiteiten bijzondere aandacht. In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens de volgende onderwerpen beschreven:

    – het zogenoemde ‘saptraject’;

    – sigarettentransporten naar het buitenland;

    – XTC-transporten naar Engeland;

    – cocaïne-trajecten;

    – de opzet van C-laboratoria;

    – liquidaties;

    – bedreigingen en

    – ambtelijke integriteit.

     

    Container-trajecten – Containers Kennemerland

    5.3.6. CONTAINERS KENNEMERLAND

    5.3.6.1. Beschrijving

    In eerdere paragrafen zijn de trajecten beschreven waarin de RICD Kennemerland heeft samengewerkt met andere politie diensten/regio’s.

    Uit het door het Fort-team ingestelde onderzoek is gebleken dat de RCID Kennemerland betrokken is geweest bij de invoer van containers, waarvan het niet duidelijk is geworden ten behoeve van welke andere politiedienst of regio dit gebeurde.

    Bij de invoer van deze containers, in totaal 13 stuks, heeft het vermoeden bestaan dat deze containers verdovende middelen zouden bevatten. In vijf gevallen bleek achteraf dat bij controle van deze containers geen verdovende middelen werden aangetroffen.

    lees meer

    Container-trajecten – Containers Gooi en Vechtstreek

    5.3.5. CONTAINERS GOOI EN VECHTSTREEK

    5.3.5.1. Beschrijving

    Door de RCID Gooi en Vechtstreek werd in het 1994 een onderzoek gedraaid, waarbij de RCID Kennemerland de informant/infiltrant aanleverde, die in dat traject verder door runners van Gooi en Vechtstreek werd overgenomen en gerund.

    In dit onderzoek was sprake van één container met verdovende middelen. De bij het binnenbrengen van de container en afleveren van de daarin verborgen drugs gebruikte methode had sterke overeenkomsten met die, welke bij o.a. het Delta-onderzoek van het IRT was gebruikt.

    lees meer

    Container-trajecten – Containers Rotterdam

    5.3.4. CONTAINERS ROTTERDAM

    5.3.4.1. Beschrijving

    Bij de beschrijving van deze containers dient te worden opgemerkt dat betrekkelijk veel informatie over dit traject werd gekregen van een Rotterdamse CID-functionaris die in februari 1996 werd aangehouden op verdenking van corruptie. Deze functionaris is meerdere malen in het rijksrecherche-onderzoek gehoord. Hij onderhield de nodige contacten met Van Vondel en Langendoen ten behoeve van het Rotterdamse traject.

    Door de RCID Kennemerland werd, in samenwerking met de RCID Rotterdam Rijnmond een traject gedraaid, waarbij met behulp van een informant tien containers met verdovende middelen na aankomst in de haven werden ‘geveegd’ dan wel gecontroleerd af- of doorgeleverd. De hiervoor gebruikte methode vertoonde op hoofdlijnen sterke overeenkomsten met die welke bij het Delta-onderzoek van het IRT waren gebruikt.

    lees meer

    Container-trajecten – Containers IRT

    5.3.3. CONTAINERS IRT

    5.3.3.1. Beschrijving

    In deze paragraaf worden de zogenoemde IRT-containers besproken. Hier is sprake geweest van 19 zendingen die te relateren zijn aan IRT-onderzoeken. Bij twee zendingen werden twee containers gelijktijdig in de haven aangevoerd.

    Totaal was hier sprake van invoer van 70.316 kg soft drugs, verdeeld over 16 containers/kranen. In de overige drie containers/kranen werden geen soft drugs aangetroffen. Tot deze selectie werd gekomen op grond van gegevens in CID-informatierapporten van Kennemerland en de administratie van het IRT, vermelding op een door Langendoen vervaardigde lijst met 32 containers en verklaringen van o.a. Langendoen, Lith, Wortel en Teeven.

    lees meer

    Container-trajecten – Containers Dordrecht

    5.3.2. CONTAINERS DORDRECHT

    5.3.2.1. Beschrijving

    Tijdens het onderzoek naar de door de RCID Kennemerland gehanteerde methode van gecontroleerde af- en doorlevering van verdovende middelen, werd bekend dat deze methode in 1991/1992 ook door de RCID Dordrecht zou zijn gehanteerd. Vanuit de wens te bezien in welke mate de door de RCID Kennemerland toegepaste methode uniek was en eigenstandig werd ontwikkeld, werd besloten het Dordtse traject te beschouwen. In dit traject werd een totale hoeveelheid van tussen de 15250 en 15750 kg soft drugs uit drie containers ongemoeid gelaten terwijl er een hoeveelheid van tussen de 1000 en 1500 kg werd geveegd. De drugs kwamen in handen van de criminele organisatie. Op het moment dat de criminelen letterlijk de hand legden op de 1100 kg cocaïne uit de vierde container, werd ingegrepen. Een grote groep verdachten, waaronder de hoofdverdachte en enige Colombianen, werd aangehouden en de cocaïne werd inbeslaggenomen.

    lees meer

    Container-trajecten – Algemeen

    5.3. CONTAINER-TRAJECTEN (algemeen)

    De basis van deze paragraaf wordt gevormd door onderliggende dossiers die per containerzending werden samengesteld en waarin alle relevante gegevens zijn opgeslagen. Deze dossiers konden niet worden opgenomen in dit rapport omdat vermelding van tijdstippen, hoeveelheden drugs, soort deklading, personen en adressen onnodige gevaarzetting met zich mee kan brengen.

    lees meer

    Container-trajecten – De uitvoering van de methode door RCID Kennemerland

    5.2. De uitvoering van de methode door RCID Kennemerland

    Begin 1994 onderzocht de commissie Wierenga de methode die toen de ‘gewraakte IRTmethode’ werd genoemd. De commissie moest op zeer korte termijn rapporteren (zes weken) en besteedde veel aandacht aan de gezags- en beheersproblemen in het ressort Amsterdam. Een aantal direct betrokken uitvoerenden bij de methode werd door de commissie niet gehoord. Bovendien is door anderen die, tenminste tot op zekere hoogte, bekend waren met de uitvoering van de methode, daarover niet volledig verklaard. Andere betrokkenen waren kennelijk niet op de hoogte van bepaalde elementaire aspecten van de methode:

    Het ‘bypass’-principe, waarbij de drugs fysiek in handen van de politie kwamen, om daarna in handen van de criminele organisatie te worden gesteld; De onvolledige controle in de ‘politieloods’, die geen garanties bood voor het niet op de markt komen van andere illegale goederen;

    lees meer

    Hoofdstuk dertien, slot vervolging Opstand

    Het slot van de vervolging van Opstand,
    gepubliceerd in ‘Dagboek van een RARA-terrorist’

    Een inval, twee maanden ‘niet verdacht’, iets meer dan 400 dagen wel, 5 daarvan in een Haagse cel. Tientallen tapverslagen, een lijst met honderd vragen, een dossier waar de honden geen brood van lusten en een officier van justitie, die -zwaaiend met z’n armen- plastisch spreekt over een stamboomonderzoek naar RaRa. Als toneelstuk had het de kritieken waarschijnlijk niet overleeft, maar de werkelijkheid is weerbarstiger. Het hoge Kafka gehalte maakt het moeilijk gissen naar de werkelijke bedoelingen van Justitie. Een verhaal met meerdere dimensies: een combinatie van serieus inlichtingenwerk, een eigen dynamiek en een poging tot een juridische testcase. lees meer

    ISDN, afluistern in het kwadraat

    Inleiding
    B-kanalen en D-kanaal
    Analoge en ISDN-apparatuur
    Apparaten aansluiten
    ISDN-centrales
    Afluistermogelijkheden bij ISDN
    D-Kanaal manipulaties
    D-Kanaal beveiliging
    Veiligheidsmaatregelen voor ISDN-centrales en apparatuur
    lees meer

    De arrogantie van de macht: De Eurotop anderhalf jaar later

    ‘Justitie en politie gingen over de schreef’ oordeelde de Nationale Ombudsman over het politieoptreden bij de Eurotop in 1997. De conclusies van het rapport dat in november 1998 verscheen hebben overal de krant gehaald, maar de inhoud bleef onderbelicht. En dat terwijl het rapport leest als een proeve van de arrogantie van de macht. lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>