Bijlage X – LITERATUURJanuary 1, 1999
LITERATUUR
Berends, M.,
NL Law. De dagelijkse gang van zaken,
Justitile Verkenningen, jrg. 18, nr. 6, 1992, pp. 64-75
Boekman, S.,
Het huidige advocatentuchtrecht,
Zwolle, Tjeenk Willink, 1993
Bruinsma, F., N. J. H. Huls,
De top-7 in de commercile advocatuur,
NJB 1990, pp, 851-859
Bijzondere Gedragscode NOB,
1995
Dijk, K. E. J.,
De notaris en de frauduleuze vennootschap,
SEC 1994, pp. 28-32
Domburg, P. J. M. van,
Over de grenzen van het verschoningsrecht,
Den Haag, VUGA 1994
Dubbeld, C. en F. A. van Schaik,
Accountants kiezen voor zelfregulering bij
fraudemelding,
NJB, afl. 42, 25 november 1994, pp. 1445-1449
Emanuels, J. A.,
Overwegingen van accountants bij beslissingen in
conflictsituaties, Den Haag, SDU, 1995
Gortemaker, J. C. A.,
Fraude in de Jaarrekening,
Dossier, 1992, nr. 9, pp. 162-165
Groot-Van Leeuwen de, L. E.,
De advocaat tussen clint en samenleving,
Justitile Verkenningen 1995, 4, pp. 107-118
Handleiding voor accountants bij de Verordening op de
Fraudemelding,
NIVRA,
1994 Hassel, W. G.,
Wat de advocaat betaamt,
Advocatenblad, 7 oktober 1992, pp. 509-513
Hogenboom, A. B., V. Mul, A. Wielinga,
Financile integriteit. Normafwijkend gedrag en (zelf)regulering
binnen het financile stelsel, Gouda Quint, Arnhem, 1995
Jacobs, F.,
Rechterlijke terughoudendheid bij een eerloze advocaat,
Trema 1995, no 4, pp. 118-120
Kwartaalbericht Rechtsbescherming en Veiligheid,
CBS, Den Haag, 1994/2
Klijn, A, J. G. C. Kester en F. W. M. Huls,
Advocatuur in Nederland 1952-1992,
Justitile verkenningen, jrg 18, nr 6, 1992, pp. 10-44
KPMG,
Kosten en opbrengsten van het notariaat,
Amstelveen 1994
Maurik, M. J. A. van,
De essentialia van het notarisambt,
NJB 19 mei 1995, pp. 731-737
Metselaar, F. J.,
De Federatie-belastingadviseur en criminaliteit,
NJB, afl. 42, 25 november 1994, pp. 1454-1456
Meurs, R. van,
De accountant wordt steeds kreukbaarder,
Vrij Nederland, 16 oktober 1993, pp. 42-47
Minkjan, E. E.,
Veertig jaar Nederlandse orde; vijftien dekens en hun
redes,
Justitile verkenningen, jrg 18, nr 6, 1992, pp. 45-63
Moleveld, W. P.,
Fraudemelding door accountants. Een overzicht van gebeurtenissen
vanaf 1987 tot heden, De Accountant, nr. 8, april 1992, pp.
459-462
Muis, J. W.,
Fraude en Accountant,
Dossier, 1992, nr. 7, pp. 135-142 NIVRA-Jaarverslagen, 1990/1991,
1991/1992, 1992/1993, 1993/1994
NIVRA,
Verordening Gedrags- en Beroepsregels
Registeraccountants,
1994
NOvAA,
Verslag van de Werkzaamheden,
1994
Quant, L. H. A. J. M.,
Advocaat en ethiek. Een inleidende beschouwing,
Advocatenblad, 6 januari 1995a, pp. 17-20.
Quant, L. H. A. J. M.,
Advocaat en criminaliteit,
Trema, nr. 6, 1995b, pp. 183-186
Regoort, C. J., A. Schilder, E. Boom,
lees meer
Bijlage X – 5. SLOTBESCHOUWINGJanuary 1, 1999
5. SLOTBESCHOUWING
Advocaten, notarissen en accountants hebben de beschikking over
specifieke deskundigheid op juridisch, financieel en fiscaal
terrein. In dit opzicht zijn zij aantrekkelijk voor criminele
organisaties. Daarnaast kunnen zij dienen als een belangrijke en
betrouwbare faade, waarachter criminelen zich kunnen afschermen. In
bepaalde gevallen kunnen criminelen zelfs niet om deze
dienstverleners heen. Advocaten hebben het wettelijk monopolie van
procesvertegenwoordiging, bij het passeren en opmaken van
authentieke akten schrijft de wetgever de tussenkomst van een
notaris dwingend voor, en accountants hebben het alleenrecht om
goedkeurende verklaringen af te geven bij jaarrekeningen. In dit
rapport wordt de aandacht gevestigd op de verwijtbare betrokkenheid
van deze vrije-beroepsbeoefenaars bij hun dienstverlening aan
criminele organisaties. Deze verwijtbare betrokkenheid kan eruit
bestaan dat de beroepsbeoefenaar welbewust en opzettelijk meewerkt
aan strafbare handelingen. Daarnaast onderscheid ik verwijtbare
betrokkenheid in ruimere zin. Hiervan is sprake als de
beroepsbeoefenaar niet voldoende zorgvuldigheid in acht neemt ter
voorkoming van misbruik van zijn ambtsuitoefening voor criminele
doeleinden. Er is dan weliswaar niet sprake van het welbewust
meewerken aan strafbare handelingen, maar wel kan hem worden
verweten dat hij had moeten of kunnen weten dat van zijn diensten
misbruik werd gemaakt voor criminele doeleinden.
lees meer
Bijlage X – 4.4. De kwetsbare positie van de
accountantJanuary 1, 1999
4.4. De kwetsbare positie van de accountant
De accountant lijkt om drie redenen interessant te kunnen zijn
voor de georganiseerde misdaad. Men kan zijn technische kennis
benutten voor het witten van misdaadgeld of het afdekken van zwart
geld. Men kan bij criminele handelingen gebruik maken van zijn
professionele uitstraling in contacten met derden, bijvoorbeeld
banken en bedrijven. Tot slot kan de openbaar accountant die een
goedkeurende verklaring geeft bij een jaarrekening of anderszins
zijn goedkeuring hecht aan bepaalde financile gegevens, gebruikt
worden om een onjuist beeld te geven van de financile positie van
een onderneming. Hierdoor kunnen belanghebbenden zoals beleggers,
aandeelhouders en potentile aandeelhouders op het verkeerde been
worden gezet. In zo’n geval wordt misbruik gemaakt van de positie
van de openbaar accountant als betrouwbare verschaffer van
financile informatie.
lees meer
Bijlage X – 4.3. De tuchtrechtspraakJanuary 1, 1999
4.3. De tuchtrechtspraak
Tot september 1993 hadden de NOvAA en het NIVRA ieder een eigen
tuchtrechtspraak. Voor de AA’s werd de tuchtrechtspraak in eerste
instantie uitgeoefend door de raad van tucht en in tweede instantie
door het college van beroep van het bedrijfsleven. Voor de RA’s
werd dit gedaan door de raad van tucht en door de raad van beroep.
Sindsdien zijn de RA’s een AA’s onderworpen aan een gezamenlijk
wettelijk geregeld tuchtrecht en wordt dit voor beide
beroepsgroepen uitgeoefend door de raden van tucht en het college
van beroep voor het bedrijfsleven. Maatregelen die door beide
instanties kunnen worden opgelegd, zijn: schriftelijke
waarschuwing, schriftelijke berisping, schorsing voor maximaal zes
maanden en doorhaling in het accountantsregister. Naast de direct
betrokkene kunnen ook het bestuur van de beroepsvereniging en de
OvJ een klacht indienen over de gedragingen van een accountant. Wij
hebben de tuchtrechtspraak – in beide instanties – van de twee
beroepsorganisaties bekeken over de periode 1990 tot medio 1995,
Noot met als doel voorbeelden van verwijtbare
betrokkenheid van accountants bij criminele organisaties op het
spoor te komen. De bestudeerde uitspraken vielen onder het oude
regime omdat de uitspraken die op 10 september 1993 reeds aanhangig
waren, nog door de desbetreffende instanties werden
afgehandeld.
lees meer
Bijlage X – 1.1. Verwijtbare betrokkenheidJanuary 1, 1999
INLEIDING
1.1. Verwijtbare betrokkenheid
In dit rapport wordt een inventarisatie gemaakt van de
verwijtbare betrokkenheid van advocaten, notarissen en
accountants bij strafbare gedragingen van de georganiseerde
misdaad. Advocaten en notarissen behoren van oudsher tot de
klassieke professionele beroepen. De accountants zijn hiermee
vergeleken nieuwkomers. In de afgelopen jaren zijn enkele
beoefenaars van juist deze beroepen in verband met verwijtbare
betrokkenheid bij georganiseerde misdaad in opspraak geraakt. In
mei 1993 ontstond hierover beroering toen een ambtenaar van het
ministerie van Justitie, J.J.M. van Dijk, op een besloten
conferentie van de Jonge Balie in Amsterdam meedeelde dat de CRI
een lijst zou bezitten waarop de namen van zeker meer dan tien
advocaten stonden die criminele organisaties met raad en daad
terzijde zouden staan (NRC 7-5-1993). Noot
lees meer
Bijlage X – 4.2. Karakteristiek van het beroepJanuary 1, 1999
4.2. Karakteristiek van het beroep
Zowel de accountant in dienst van een onderneming als de
zelfstandig of openbaar accountant vallen onder de gedragsregels
van de beroepsorganisaties. De accountant dient waarheidsgetrouw te
rapporteren, conform de professionele standaarden, wet- en
regelgeving. Belangrijke waarden van het beroep zijn
betrouwbaarheid en objectiviteit. Zo dient de accountant, die in
zijn optreden jegens anderen een bijzonder belang vertegenwoordigt
– bijvoorbeeld als accountant van een bedrijf – dit aan de
betrokkenen kenbaar te maken. Ook dan moet hij een zo groot
mogelijke objectiviteit in acht te nemen, zodat hij bijvoorbeeld
feiten die in het nadeel van zijn opdrachtgevers zijn, niet mag
verzwijgen. De openbaar accountant die als zodanig optreedt, heeft
daarnaast nog te voldoen aan de eis van onafhankelijkheid van de
opdrachtgever en andere belanghebbenden. Dit alles brengt met zich
mee dat vertrouwen gesteld moet kunnen worden in de getrouwheid van
de verklaringen van de accountant.
lees meer
Bijlage X – 4.1. KerngegevensJanuary 1, 1999
4. ACCOUNTANCY
4.1. Kerngegevens
4.1.1. De accountant als vertrouwenspersoon van onderneming en
publiek
De accountant stelt de betrouwbaarheid van financile gegevens
vast. Deze controlerende taak kan hij uitoefenen in dienst van een
bedrijf ten behoeve van dit bedrijf (interne accountant), als
accountant-administratieconsulent of als openbaar accountant,
veelal in dienst van een van de accountantskantoren. In deze
laatste functie heeft hij de exclusieve bevoegdheid de jaarrekening
van een onderneming van een verklaring te voorzien, die gebruikt
mag worden in het maatschappelijke verkeer. Dit houdt in dat derden
op de betrouwbaarheid van deze verklaring af moeten kunnen gaan en
dat derhalve hoge eisen worden gesteld aan de onafhankelijkheid van
de openbaar accountant.
lees meer
Bijlage X – 3.2. De karakteristiek van het beroepJanuary 1, 1999
3.2. De karakteristiek van het beroep
3.2.1. De plicht tot dienstverlening
Als openbaar ambtenaar c.q. als de functionaris wiens
tussenkomst dwingend is voorgeschreven, heeft de notaris veel
minder speelruimte dan bijvoorbeeld de advocaat of de accountant om
clinten of diensten te weigeren. Sterker nog, hij is volgens de
heersende leer in beginsel zelfs verplicht om zijn diensten te
verlenen als daarom wordt gevraagd. Op deze ministerieplicht kan
alleen uitzondering worden gemaakt als de notaris gegronde redenen
heeft om zijn dienst te weigeren. In de gedragsregels, die de KNB
onlangs heeft gepubliceerd, en in de ontwerpwet op het Notarisambt
zijn enkele gronden gespecificeerd.
lees meer
Bijlage X – 3.1. KerngegevensJanuary 1, 1999
3. HET NOTARIAAT
3.1. Kerngegevens
3.1.1. Openbaar ambtenaar in een vrij beroep
De notaris is een openbaar ambtenaar, die in de gevallen waarin
de wetgever zijn tussenkomst dwingend voorschrijft, een specifieke
overheidstaak uitoefent. De notaris wordt bij Koninklijk Besluit
benoemd. Aan hem wordt tevens een standplaats toegewezen. Hij is
geen gewoon ambtenaar want hij krijgt zijn inkomsten uit de
opbrengst van zijn dienstverlening. In die zin is hij ondernemer,
maar dan wel een die als monopolist opereert op een markt zonder
veel risico’s.
lees meer