• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Bijlage X – LITERATUUR

    LITERATUUR

    Berends, M.,
    NL Law. De dagelijkse gang van zaken,
    Justitile Verkenningen, jrg. 18, nr. 6, 1992, pp. 64-75
    Boekman, S.,
    Het huidige advocatentuchtrecht,
    Zwolle, Tjeenk Willink, 1993
    Bruinsma, F., N. J. H. Huls,
    De top-7 in de commercile advocatuur,
    NJB 1990, pp, 851-859
    Bijzondere Gedragscode NOB,
    1995
    Dijk, K. E. J.,
    De notaris en de frauduleuze vennootschap,
    SEC 1994, pp. 28-32
    Domburg, P. J. M. van,
    Over de grenzen van het verschoningsrecht,
    Den Haag, VUGA 1994
    Dubbeld, C. en F. A. van Schaik,
    Accountants kiezen voor zelfregulering bij
    fraudemelding
    ,
    NJB, afl. 42, 25 november 1994, pp. 1445-1449
    Emanuels, J. A.,
    Overwegingen van accountants bij beslissingen in
    conflictsituaties
    , Den Haag, SDU, 1995
    Gortemaker, J. C. A.,
    Fraude in de Jaarrekening,
    Dossier, 1992, nr. 9, pp. 162-165
    Groot-Van Leeuwen de, L. E.,
    De advocaat tussen clint en samenleving,
    Justitile Verkenningen 1995, 4, pp. 107-118
    Handleiding voor accountants bij de Verordening op de
    Fraudemelding,
    NIVRA,
    1994 Hassel, W. G.,
    Wat de advocaat betaamt,
    Advocatenblad, 7 oktober 1992, pp. 509-513
    Hogenboom, A. B., V. Mul, A. Wielinga,
    Financile integriteit. Normafwijkend gedrag en (zelf)regulering
    binnen het financile stelsel
    , Gouda Quint, Arnhem, 1995
    Jacobs, F.,
    Rechterlijke terughoudendheid bij een eerloze advocaat,
    Trema 1995, no 4, pp. 118-120
    Kwartaalbericht Rechtsbescherming en Veiligheid,
    CBS, Den Haag, 1994/2
    Klijn, A, J. G. C. Kester en F. W. M. Huls,
    Advocatuur in Nederland 1952-1992,
    Justitile verkenningen, jrg 18, nr 6, 1992, pp. 10-44
    KPMG,
    Kosten en opbrengsten van het notariaat,
    Amstelveen 1994
    Maurik, M. J. A. van,
    De essentialia van het notarisambt,
    NJB 19 mei 1995, pp. 731-737
    Metselaar, F. J.,
    De Federatie-belastingadviseur en criminaliteit,
    NJB, afl. 42, 25 november 1994, pp. 1454-1456
    Meurs, R. van,
    De accountant wordt steeds kreukbaarder,
    Vrij Nederland, 16 oktober 1993, pp. 42-47
    Minkjan, E. E.,
    Veertig jaar Nederlandse orde; vijftien dekens en hun
    redes
    ,
    Justitile verkenningen, jrg 18, nr 6, 1992, pp. 45-63
    Moleveld, W. P.,
    Fraudemelding door accountants. Een overzicht van gebeurtenissen
    vanaf 1987 tot heden
    , De Accountant, nr. 8, april 1992, pp.
    459-462
    Muis, J. W.,
    Fraude en Accountant,
    Dossier, 1992, nr. 7, pp. 135-142 NIVRA-Jaarverslagen, 1990/1991,
    1991/1992, 1992/1993, 1993/1994
    NIVRA,
    Verordening Gedrags- en Beroepsregels
    Registeraccountants
    ,
    1994
    NOvAA,
    Verslag van de Werkzaamheden,
    1994
    Quant, L. H. A. J. M.,
    Advocaat en ethiek. Een inleidende beschouwing,
    Advocatenblad, 6 januari 1995a, pp. 17-20.
    Quant, L. H. A. J. M.,
    Advocaat en criminaliteit,
    Trema, nr. 6, 1995b, pp. 183-186
    Regoort, C. J., A. Schilder, E. Boom,

    lees meer

    Bijlage X – 5. SLOTBESCHOUWING

    5. SLOTBESCHOUWING

    Advocaten, notarissen en accountants hebben de beschikking over
    specifieke deskundigheid op juridisch, financieel en fiscaal
    terrein. In dit opzicht zijn zij aantrekkelijk voor criminele
    organisaties. Daarnaast kunnen zij dienen als een belangrijke en
    betrouwbare faade, waarachter criminelen zich kunnen afschermen. In
    bepaalde gevallen kunnen criminelen zelfs niet om deze
    dienstverleners heen. Advocaten hebben het wettelijk monopolie van
    procesvertegenwoordiging, bij het passeren en opmaken van
    authentieke akten schrijft de wetgever de tussenkomst van een
    notaris dwingend voor, en accountants hebben het alleenrecht om
    goedkeurende verklaringen af te geven bij jaarrekeningen. In dit
    rapport wordt de aandacht gevestigd op de verwijtbare betrokkenheid
    van deze vrije-beroepsbeoefenaars bij hun dienstverlening aan
    criminele organisaties. Deze verwijtbare betrokkenheid kan eruit
    bestaan dat de beroepsbeoefenaar welbewust en opzettelijk meewerkt
    aan strafbare handelingen. Daarnaast onderscheid ik verwijtbare
    betrokkenheid in ruimere zin. Hiervan is sprake als de
    beroepsbeoefenaar niet voldoende zorgvuldigheid in acht neemt ter
    voorkoming van misbruik van zijn ambtsuitoefening voor criminele
    doeleinden. Er is dan weliswaar niet sprake van het welbewust
    meewerken aan strafbare handelingen, maar wel kan hem worden
    verweten dat hij had moeten of kunnen weten dat van zijn diensten
    misbruik werd gemaakt voor criminele doeleinden.

    lees meer

    Bijlage X – 4.6. Slotbeschouwing

    4.6. Slotbeschouwing

    De openbaar accountant heeft een maatschappelijke
    vertrouwensfunctie. Ook de accountant die in dienst van een bedrijf
    werkzaam is of op commercile basis adviezen verstrekt, heeft een
    dergelijke uitstraling. Accountants staan borg voor deugdelijkheid
    en objectiviteit inzake het ontwerpen en controleren van de
    financile verslaggeving.

    lees meer

    Bijlage X – 4.5. De voorvallen

    4.5. De voorvallen

    4.5.1. De bronnen

    Tuchtzaken

    lees meer

    Bijlage X – 4.4. De kwetsbare positie van de accountant

    4.4. De kwetsbare positie van de accountant

    De accountant lijkt om drie redenen interessant te kunnen zijn
    voor de georganiseerde misdaad. Men kan zijn technische kennis
    benutten voor het witten van misdaadgeld of het afdekken van zwart
    geld. Men kan bij criminele handelingen gebruik maken van zijn
    professionele uitstraling in contacten met derden, bijvoorbeeld
    banken en bedrijven. Tot slot kan de openbaar accountant die een
    goedkeurende verklaring geeft bij een jaarrekening of anderszins
    zijn goedkeuring hecht aan bepaalde financile gegevens, gebruikt
    worden om een onjuist beeld te geven van de financile positie van
    een onderneming. Hierdoor kunnen belanghebbenden zoals beleggers,
    aandeelhouders en potentile aandeelhouders op het verkeerde been
    worden gezet. In zo’n geval wordt misbruik gemaakt van de positie
    van de openbaar accountant als betrouwbare verschaffer van
    financile informatie.

    lees meer

    Bijlage X – 4.3. De tuchtrechtspraak

    4.3. De tuchtrechtspraak

    Tot september 1993 hadden de NOvAA en het NIVRA ieder een eigen
    tuchtrechtspraak. Voor de AA’s werd de tuchtrechtspraak in eerste
    instantie uitgeoefend door de raad van tucht en in tweede instantie
    door het college van beroep van het bedrijfsleven. Voor de RA’s
    werd dit gedaan door de raad van tucht en door de raad van beroep.
    Sindsdien zijn de RA’s een AA’s onderworpen aan een gezamenlijk
    wettelijk geregeld tuchtrecht en wordt dit voor beide
    beroepsgroepen uitgeoefend door de raden van tucht en het college
    van beroep voor het bedrijfsleven. Maatregelen die door beide
    instanties kunnen worden opgelegd, zijn: schriftelijke
    waarschuwing, schriftelijke berisping, schorsing voor maximaal zes
    maanden en doorhaling in het accountantsregister. Naast de direct
    betrokkene kunnen ook het bestuur van de beroepsvereniging en de
    OvJ een klacht indienen over de gedragingen van een accountant. Wij
    hebben de tuchtrechtspraak – in beide instanties – van de twee
    beroepsorganisaties bekeken over de periode 1990 tot medio 1995,
    Noot met als doel voorbeelden van verwijtbare
    betrokkenheid van accountants bij criminele organisaties op het
    spoor te komen. De bestudeerde uitspraken vielen onder het oude
    regime omdat de uitspraken die op 10 september 1993 reeds aanhangig
    waren, nog door de desbetreffende instanties werden
    afgehandeld.

    lees meer

    Bijlage X – 1.1. Verwijtbare betrokkenheid

    INLEIDING

    1.1. Verwijtbare betrokkenheid

    In dit rapport wordt een inventarisatie gemaakt van de
    verwijtbare betrokkenheid van advocaten, notarissen en
    accountants bij strafbare gedragingen van de georganiseerde
    misdaad. Advocaten en notarissen behoren van oudsher tot de
    klassieke professionele beroepen. De accountants zijn hiermee
    vergeleken nieuwkomers. In de afgelopen jaren zijn enkele
    beoefenaars van juist deze beroepen in verband met verwijtbare
    betrokkenheid bij georganiseerde misdaad in opspraak geraakt. In
    mei 1993 ontstond hierover beroering toen een ambtenaar van het
    ministerie van Justitie, J.J.M. van Dijk, op een besloten
    conferentie van de Jonge Balie in Amsterdam meedeelde dat de CRI
    een lijst zou bezitten waarop de namen van zeker meer dan tien
    advocaten stonden die criminele organisaties met raad en daad
    terzijde zouden staan (NRC 7-5-1993). Noot

    lees meer

    Bijlage X – 4.2. Karakteristiek van het beroep

    4.2. Karakteristiek van het beroep

    Zowel de accountant in dienst van een onderneming als de
    zelfstandig of openbaar accountant vallen onder de gedragsregels
    van de beroepsorganisaties. De accountant dient waarheidsgetrouw te
    rapporteren, conform de professionele standaarden, wet- en
    regelgeving. Belangrijke waarden van het beroep zijn
    betrouwbaarheid en objectiviteit. Zo dient de accountant, die in
    zijn optreden jegens anderen een bijzonder belang vertegenwoordigt
    – bijvoorbeeld als accountant van een bedrijf – dit aan de
    betrokkenen kenbaar te maken. Ook dan moet hij een zo groot
    mogelijke objectiviteit in acht te nemen, zodat hij bijvoorbeeld
    feiten die in het nadeel van zijn opdrachtgevers zijn, niet mag
    verzwijgen. De openbaar accountant die als zodanig optreedt, heeft
    daarnaast nog te voldoen aan de eis van onafhankelijkheid van de
    opdrachtgever en andere belanghebbenden. Dit alles brengt met zich
    mee dat vertrouwen gesteld moet kunnen worden in de getrouwheid van
    de verklaringen van de accountant.

    lees meer

    Bijlage X – 4.1. Kerngegevens

    4. ACCOUNTANCY

    4.1. Kerngegevens

    4.1.1. De accountant als vertrouwenspersoon van onderneming en
    publiek

    De accountant stelt de betrouwbaarheid van financile gegevens
    vast. Deze controlerende taak kan hij uitoefenen in dienst van een
    bedrijf ten behoeve van dit bedrijf (interne accountant), als
    accountant-administratieconsulent of als openbaar accountant,
    veelal in dienst van een van de accountantskantoren. In deze
    laatste functie heeft hij de exclusieve bevoegdheid de jaarrekening
    van een onderneming van een verklaring te voorzien, die gebruikt
    mag worden in het maatschappelijke verkeer. Dit houdt in dat derden
    op de betrouwbaarheid van deze verklaring af moeten kunnen gaan en
    dat derhalve hoge eisen worden gesteld aan de onafhankelijkheid van
    de openbaar accountant.

    lees meer

    Bijlage X – 3.6. Slotbeschouwing

    3.6. Slotbeschouwing

    De notaris is een openbaar ambtenaar wiens tussenkomst dwingend
    is voorgeschreven; de notaris heeft door zijn ministerieplicht veel
    minder speelruimte om clinten of diensten te weigeren dan
    bijvoorbeeld de advocaat. Het takenpakket van de notaris is in de
    afgelopen periode uitgebreid. Hij verleent in toenemende mate
    advieswerkzaamheden voor clinten. In de uitoefening van deze
    werkzaamheden is de notaris partijdig.

    lees meer

    Bijlage X – 3.5. De voorvallen

    3.5. De voorvallen

    3.5.1. Inleiding

    Evenals bij de advocaat kan de verwijtbare betrokkenheid van de
    notaris bij georganiseerde misdaad eruit bestaan dat hij specifieke
    kennis (informatie, e.d.) levert en afscherming biedt. Als
    bijzonder kenmerk van de notaris komt erbij dat zijn tussenkomst
    wettelijk is voorgeschreven voor het kunnen verrichten van
    rechtshandelingen.

    lees meer

    Bijlage X – 3.4. De kwetsbare positie van de notaris

    3.4. De kwetsbare positie van de notaris

    3.4.1. Onmisbaar en aantrekkelijk voor criminele
    organisaties

    De notaris is een onmisbare schakel in tal van dubieuze
    constructies. Of het nu gaat om de oprichting van BV’s waarmee
    gefraudeerd gaat worden, of om witwasoperaties waar onroerend goed
    mee is gemoeid of waarbij rechtspersonen worden gebruikt, de
    tussenkomst van de notaris is wettelijk voorgeschreven. In deze zin
    is er een grote mate van potentile betrokkenheid tussen het
    notariaat en de georganiseerde misdaad.

    lees meer

    Bijlage X – 3.3. De tuchtrechtspraak

    3.3. De tuchtrechtspraak

    3.3.1. Twee vormen van tuchtrecht

    Het notariaat kent twee vormen van tuchtrecht: het wettelijke
    tuchtrecht en het verenigingstuchtrecht. Het verenigingstuchtrecht
    is in het kader van deze bespreking niet van belang. Via deze
    procedure worden de relatief mineure klachten over de
    beroepsuitoefening van de notaris behandeld. Het betreffen klachten
    over bijvoorbeeld het gebrek aan snelheid in het notarile optreden
    of over de hoogte van de declaratie. De uitspraken van het
    scheidsgerecht (eerste aanleg) en het college van beroep zijn
    bindend. Zo kan de uitspraak luiden dat de notaris zijn declaratie
    moet verlagen.

    lees meer

    Bijlage X – 3.2. De karakteristiek van het beroep

    3.2. De karakteristiek van het beroep

    3.2.1. De plicht tot dienstverlening

    Als openbaar ambtenaar c.q. als de functionaris wiens
    tussenkomst dwingend is voorgeschreven, heeft de notaris veel
    minder speelruimte dan bijvoorbeeld de advocaat of de accountant om
    clinten of diensten te weigeren. Sterker nog, hij is volgens de
    heersende leer in beginsel zelfs verplicht om zijn diensten te
    verlenen als daarom wordt gevraagd. Op deze ministerieplicht kan
    alleen uitzondering worden gemaakt als de notaris gegronde redenen
    heeft om zijn dienst te weigeren. In de gedragsregels, die de KNB
    onlangs heeft gepubliceerd, en in de ontwerpwet op het Notarisambt
    zijn enkele gronden gespecificeerd.

    lees meer

    Bijlage X – 3.1. Kerngegevens

    3. HET NOTARIAAT

    3.1. Kerngegevens

    3.1.1. Openbaar ambtenaar in een vrij beroep

    De notaris is een openbaar ambtenaar, die in de gevallen waarin
    de wetgever zijn tussenkomst dwingend voorschrijft, een specifieke
    overheidstaak uitoefent. De notaris wordt bij Koninklijk Besluit
    benoemd. Aan hem wordt tevens een standplaats toegewezen. Hij is
    geen gewoon ambtenaar want hij krijgt zijn inkomsten uit de
    opbrengst van zijn dienstverlening. In die zin is hij ondernemer,
    maar dan wel een die als monopolist opereert op een markt zonder
    veel risico’s.

    lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>