IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 6.3.
Corruptie en smeergelden bij de opsporing van gestolen
auto’sJanuary 1, 1999
6.3. Corruptie en smeergelden bij de opsporing van gestolen
auto’s
Een aantal jaren geleden is een lid van de Koninklijke
Marechaussee op Schiphol door de rechter veroordeeld voor het feit
dat hij zelf in diensttijd en in vrije avonden op parkeerplaatsen
bij het vliegveld op zoek ging naar gestolen auto’s en die zelf
meldde aan verzekeringsmaatschappijen om het terugvindloon te
innen. In Nederland wordt in het geruchtencircuit wel vaker
gesuggereerd dat menig politie-agent daarmee extra inkomsten
verwerft, al dan niet met hulp van vrienden en kennissen. Gegevens
daarover bestaan er niet. Mocht dit het geval zijn dan moeten die
ambtenaren bij verzekeringsmaatschappijen bekend zijn. Maar deze
informatie wordt door de verzekeringsmaatschappijen gekoesterd als
bedrijfsgeheim. In ieder geval kan worden vastgesteld dat
verzekeringsmaatschappijen bepaalde vormen van corruptie in de hand
werken wanneer zij buiten de officile kanalen om
opsporingsambtenaren zouden betalen voor hun tips. Een even sterk
geruchtencircuit bestaat er over keurmeesters van keuringsstations
van de RDW die betalingen zouden ontvangen om gestolen en omgekatte
auto’s goed te keuren. Er bestaan echter geen concrete bewijzen van
dergelijke corruptie. Zij zijn wel een kwetsbare schakel in de
levering van gestolen auto’s aan de legale branche.
lees meer
IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 6.2.
De commercieJanuary 1, 1999
6.2. De commercie
Voor private instellingen is het van levensbelang over die
meldingen te kunnen beschikken. De reden is dat
verzekeringsmaatschappijen vindersloon of bemiddelingskosten
uitbetalen aan die instellingen die gegevens verstrekken over de
vindplaats van een vermiste auto. Dergelijke bedrijven worden ook
wel carhunters genoemd. Er zijn in Nederland diverse
carhunter bedrijven actief die opereren in de zelfkant van
opsporingsland. AVRO’s Televisier heeft in een uitzending aandacht
besteed aan dergelijke onderzoeksbureaus, annex priv-detectives,
annex schade-onderzoeksbureaus. Deze carhunters zoeken bij
grote parkeerplaatsen en parkeergarages (in grote steden en bij
stations en vliegvelden) de kentekens op van de daar geparkeerde
auto’s om een eventueel gestolen exemplaar te ontdekken. Is dit het
geval dan wordt contact opgenomen met de verzekeringsmaatschappij
met de mededeling dat de auto op een zekere plaats is
aangetroffen. Wanneer de maatschappij prijsstelt op teruggave dan
wordt zij verzocht een bepaald bedrag op de rekening van de
carhunter te storten, waarna de plaats waar de auto zich bevindt
bekend zal worden gemaakt. Eventueel kan de carhunter, uiteraard
tegen vergoeding, de auto zelf terugbrengen. De bedragen die
daarmee kunnen worden verdiend zijn zeker aantrekkelijk, varirend
van 3.000 tot 5.000 gulden per auto. De verzekeringsmaatschappij
gaat op zo’n voorstel in omdat het om bedrijfseconomische redenen
aantrekkelijker is een bedrag van f.3.000,- uit te keren dan de
gehele vervangingswaarde aan de verzekerde te betalen.
lees meer
IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 1.
ACHTERGRONDEN EN OPZET VAN HET DEELRAPPORTJanuary 1, 1999
1. ACHTERGRONDEN EN OPZET VAN HET DEELRAPPORT
Georganiseerde misdaad wordt vrijwel altijd geassocieerd met de
levering van illegale goederen en diensten, zoals drugs, aan een
illegale markt. Maar het gebeurt ook dat georganiseerde misdaad op
een illegale wijze een legaal goed levert voor een legale markt.
Een voorbeeld van de illegale levering van legale goederen betreft
het op de markt brengen van (onderdelen van) gestolen auto’s. Het
stelen van auto’s en de verkoop van deze auto’s aan garages,
dealers en burgers behoort tot de klassieke delicten van de
criminele groep in de twintigste eeuw. In Itali en de Verenigde
Staten worden al vanaf de introductie van de auto als massagoed (in
opdracht van de mafia) door bendes personenauto’s gestolen en
vervolgens op de legale en zwarte markt verhandeld. Hoe beter de
administratieve controle op het autobezit in de loop der jaren
werd, hoe inventiever de criminele groepen te werk moesten gaan en
des te meer professionele kennis autodiefstal vereiste. Die kennis
werd voor een belangrijk deel verkregen uit de legale autobranche.
Daar weet men hoe auto’s in elkaar zitten, welke papieren vereist
zijn, enzovoorts. Vandaar dat met de jaren steeds meer garages,
autosloperijen werden betrokken bij autodiefstallen. Ook blijken
veel garage-eigenaren mede als gevolg van de moeilijke economische
positie van hun bedrijfstak de aantrekkelijke financile kanten van
illegale handel binnen hun legale bedrijf te zien.
lees meer
IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 6.1.
Meldingssystemen van gestolen auto’sJanuary 1, 1999
6.1. Meldingssystemen van gestolen auto’s
Vrijwel altijd wordt na diefstal van een auto aangifte gedaan
bij de politie, al was het maar omdat zonder officile aangifte geen
uitkering van de verzekeringsmaatschappij mogelijk is. Meestal gaat
er enige tijd over heen voordat het slachtoffer de vermissing merkt
en voordat hij of zij daarvan aangifte doet. De politieman of
-vrouw maakt van de aangifte een proces-verbaal op en kan direct de
auto aanmelden bij het OPS (het landelijk Opsporingsregister) van
de CRI. Dit heet in vaktaal een A87. De meeste agenten weten echter
uit ervaring dat een auto heel vaak binnen enkele uren tot enkele
dagen weer wordt teruggevonden. Hij of zij meldt dus meestal niet
direct. Voor professionele dieven werkt deze meldingspraktijk
uiteraard in hun voordeel. Wanneer men auto’s snel de grens over
wil hebben is het aantrekkelijk dat die auto nog niet als vermist
of gestolen gesignaleerd staat.
lees meer
IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 6. DE
OPSPORING VAN GESTOLEN AUTO’SJanuary 1, 1999
6. DE OPSPORING VAN GESTOLEN AUTO’S
De opbrengsten van autodiefstallen zijn voor daders
aantrekkelijk genoeg om daarmee lange tijd door te gaan. Niet
alleen het stelen en het verhandelen is een lucratieve bezigheid,
ook de opsporing van gestolen auto’s is thans een interessante
economische bedrijvigheid geworden waarmee velen een goed belegde
boterham verdienen. Zoals eerder al in .4.2 is gemeld, is de
registratie van gestolen auto’s erg ondoorzichtig als gevolg van de
vele partijen die daarbij zijn betrokken. In de bijlage is een
schema bijgevoegd van organisaties die op de een of andere manier
te maken hebben met gestolen auto’s Noot . Deze wirwar
van organisaties en daarmee gepaard gaande belangenstrijd hebben
uiteraard gevolgen voor de betrouwbaarheid en de validiteit van de
gegevens over het aantal gestolen en teruggevonden personen- en
vrachtauto’s in Nederland. Dezelfde versnippering van
gegevensbanken leidt ertoe dat de opsporing van gestolen auto’s
niet op een efficinte en effectieve manier door de overheid wordt
aangepakt. Sterker nog: de overheid, in het bijzonder politie en
justitie laten de opsporing van vermiste en gestolen voertuigen
over aan het particulier initiatief.
lees meer
IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 5.5.
Nevenactiviteiten van groepenJanuary 1, 1999
5.5. Nevenactiviteiten van groepen
De autodieven en handelaren in gestolen auto’s behoren van
oudsher tot klassieke dadergroepen die tegenwoordig met de term
groepscriminaliteit worden aangeduid. Zij rommelen met auto’s,
houden zich bezig met allerlei diefstallen, valsheid in geschrifte,
inbraken, overvallen en heling en zijn ook vaak betrokken bij
prostitutie en bordelen. Dat laatste komt mede doordat zij vaak in
bars, clubs en bordelen vertoeven en in de diefstal van
personenauto’s wel extra-inkomsten zien. Deze groepjes van vier tot
vijf mannen doen allerlei illegale zaken wanneer dat zo uitkomt.
Opsporing door de politie was pech en hoorde erbij, en
gevangenisstraf hoorde bij hun levensstijl. De ene periode vrij, de
andere werd op staatskosten doorgebracht. Velen hebben, zoals al
eerder is aangegeven, een crimineel verleden met daarin een ruim
aantal veroordelingen voor geweldsdelicten, overvallen, enzovoorts.
De kleine groepen die de laatste vijf jaar in Nederland regionaal
crimineel actief zijn op het gebied van autodiefstallen wijken in
deze opzichten nauwelijks van dat klassieke beeld af. Uit de
gegevens komt naar voren dat naast het plegen van autodiefstallen
en het omkatten daarvan de daders ook worden verdacht van inbraken,
roofovervallen, wapenhandel, heling van gestolen goed. Bepaalde
delicten als valsheid in geschrifte zijn onverbrekelijk aan
autodiefstallen verbonden. Het bezit van vuurwapens wordt de
laatste jaren vaker in de tenlastelegging opgenomen. Dit zou kunnen
wijzen op een toenemende verharding van het milieu. Zonder wapens
is geen illegale activiteit meer te beschermen. De laatste jaren is
ook te zien dat autodiefstalgroepen vaker betrokken zijn bij de
handel in verdovende middelen. Het vaakst worden zij aangetroffen
in de handel van XTC en hasj. Daarin spelen zij overigens geen
grote rol.
lees meer
IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 5.4.
De autobranche als object van infiltratie door criminele
groepenJanuary 1, 1999
5.4. De autobranche als object van infiltratie door criminele
groepen
Zoals hiervoor is aangegeven is het voor criminele groepen die
op grote schaal in gestolen auto’s handelen aantrekkelijk om
samenwerking te zoeken bij bonafide bedrijven. Het feit dat er per
jaar ongeveer 5 tot 7.000 auto’s Noot niet terug worden
gevonden maakt duidelijk dat er wel samenwerking met
garagebedrijven in Nederland moet zijn. Criminele groepen
moeten voor deze illegale handel beschikken over veel
deskundigheid. Voor de levering van nummerplaten, valse
kentekenbewijzen, het plaatsen van nieuwe sloten, het veranderen
van chassisnummers en het eventueel overspuiten van auto’s is veel
vakkennis nodig en veel handelingen kunnen niet op straat en in het
openbaar gebeuren. Daarvoor heeft een criminele groep een
gespecialiseerde werkplaats nodig en vakspecialisten voor de
werkzaamheden. Een auto met de oude nummerplaten te laten
rondrijden is vragen om moeilijkheden voor de chauffeur en door
internationale signaleringen wordt de pakkans aan de buitengrenzen
van de Europese Unie na verloop van tijd vanzelf verhoogd.
Anderzijds zijn er signalen (Sehr, 1995) dat professionele dieven,
door de afschaffing van grenscontroles, niet meer de auto omkatten
in Nederland of in Duitsland, maar daarvoor garages en werkplaatsen
in Polen en andere landen in het Oostblok gebruiken. De controle is
in die landen slechter geregeld dan in Nederland en de koerier
behoudt zijn tijdvoorsprong omdat opsporingssignaleringen pas na
enkele dagen uitstaan in nationaal en internationaal verband.
lees meer
IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 5.3.
Werkwijzen bij autodiefstallenJanuary 1, 1999
5.3. Werkwijzen bij autodiefstallen
De bediening van de markt van gestolen personen- of vrachtauto’s
vraagt om een aantal specieke criminele activiteiten en om speciale
personen die deze activiteiten, zoals wij in de vorige paragraaf
hebben gezien, afzonderlijk en onder leiding van een of meer
organisatoren planmatig en binnen een strakke tijdsvolgorde
uitvoeren. Er bestaan meer werkwijzen om deze deze activiteiten te
verrichten (zie hierover: Sieber en Bgel, 1993, p. 74 – 130). Deze
werkwijzen zijn afhankelijk van de omvang van het werkgebied.
Regionaal actieve groepen zijn kleiner en werken anders dan
(inter)nationaal opererende groepen.
lees meer
IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 5.2.
Gespecialiseerde autodiefstalgroepenJanuary 1, 1999
5.2. Gespecialiseerde autodiefstalgroepen
In de vorige paragraaf hebben wij kunnen zien dat het voor
criminele groepen aantrekkelijk is auto’s te stelen en met winst
weer te verkopen. De pakkans in Nederland is erg laag en de waarde
van elke auto is hoog genoeg om bepaalde kosten te kunnen dekken.
Maar, wie zijn eigenlijk de daders? Wat weten wij ervan?
lees meer
IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 5.1.
De aantrekkelijkheid van autodiefstallen voor criminele
groepenJanuary 1, 1999
5. CRIMINELE GROEPEN EN AUTODIEFSTALLEN
5.1. De aantrekkelijkheid van autodiefstallen voor criminele
groepen
Een van de klassieke terreinen van criminele groepen is in
landen als Itali, de Verenigde Staten en Rusland de diefstal van
auto’s. Gelet op het eerder geschatte schadebedrag kan met
autodiefstallen een aardige hoeveelheid geld worden verdiend.
Waarom is het plegen van autodiefstallen zo interessant voor
criminele groepen? Hiervoor zijn, in willekeurige volgorde, de
volgende factoren aan te geven.
lees meer
IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 4.5.
Omvang van de schade in Nederland door professionele
autodievenJanuary 1, 1999
4.5. Omvang van de schade in Nederland door professionele
autodieven
Wanneer het aantal personenauto’s dat per jaar verdwijnt door
toedoen van professionelen en criminele groepen wordt geschat
tussen de 5.000 en 7.000 dan kan ook de schade die de Nederlandse
bevolking daarvan ondervindt, worden berekend. Eerder hebben
Bruinsma, Crijns en Kroes (1993) de gemiddelde schade van alle
gestolen auto’s geschat op f.12.000,- per stuk (dagwaarde). De
schade van een auto die (snel) wordt teruggevonden is uiteraard
lager dan dat bedrag. Voor niet teruggevonden auto’s moet het
gemiddelde schadebedrag hoger liggen omdat deze auto’s meestal
jonger zijn en uit een duurdere prijscategorie komen. De nieuwprijs
komt als bedrag niet in aanmerking omdat verzekeringsmaatschappijen
deze niet uitkeren maar de dagwaarde aanhouden. In Belgi wordt een
bedrag van f.17.000,- voor permanent verdwenen auto’s gerekend.
lees meer
IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 4.4.
Schatting van het aandeel van criminele groepen in
autodiefstallenJanuary 1, 1999
4.4. Schatting van het aandeel van criminele groepen in
autodiefstallen
Omdat de daders van autodiefstallen vrijwel altijd onbekend
blijven, is ook moeilijk na te gaan wat de beweegredenen zijn
geweest een auto te stelen. Is dat om financieel gewin? Is het voor
joy-riding of om de onderdelen van een auto? In vroeger tijden
werden door de politie in ieder geval autodiefstallen die onder de
noemer joy-riding kunnen worden gerangschikt, afzonderlijk
genoteerd en in de statistieken opgenomen. In de jaren tachtig is
de politie joy-riding minder als afzonderlijk delict gaan
registreren omdat zij uiteindelijk bij een onbekende dader niet in
staat was het motief achter het delict te kennen. Zo werd het
langzamerhand de gewoonte dat wanneer een auto als vermist wordt
aangemeld die dan maar altijd als autodiefstal te registreren.
lees meer
IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit – 4.3.
Terugvindpercentages gestolen auto’sJanuary 1, 1999
4.3. Terugvindpercentages gestolen auto’s
Niet elke auto die in Nederland wordt gestolen, verdwijnt uit
het zicht. Veel gestolen auto’s worden vroeger of later
teruggevonden. Eijken en De Waard (1994) rapporteren een percentage
van 60, en Van der Heijden (1995) stelt dat voor 1993 op 64%.
Hoewel het percentage vanaf 1990 is toegenomen (vanaf 58% in 1990
tot 64% in 1993) is het absolute aantal personenauto’s dat niet
meer terechtkomt, wel toegenomen.
lees meer
IX – De autobranche en de (vracht)autocriminaliteit –
VOORWOORDJanuary 1, 1999
Gerben Bruinsma Universiteit Twente
VOORWOORD
Deze deelstudie die in opdracht van de Parlementaire Enqute
Commissie
Opsporingsmethoden is uitgevoerd, heeft tot doel de aard en de
omvang van de georganiseerde (vracht)autodiefstallen in Nederland
in kaart te brengen, vast te stellen welke criminele groepen zich
met deze misdrijven bezighouden en na te gaan in hoeverre de
autobranche daarbij is betrokken.
lees meer
IX – De zeehaven Rotterdam en de luchthaven Schiphol – 4.1.
Internationale smokkelroutesJanuary 1, 1999
4.1. Internationale smokkelroutes
Om de internationale smokkelroutes te beschrijven is het van
belang onderscheid aan te brengen tussen de soorten goederen. Voor
de aanvoerroutes van de drugs moet een onderscheid naar de soort
drug worden aangebracht.
lees meer
<< oudere artikelen nieuwere artikelen >>