IX – De afvalverwerkingsbranche – VOORWOORDJanuary 1, 1999
Gerben Bruinsma Universiteit Twente
VOORWOORD
De grote hoeveelheden afval die wij met z’n allen produceren
moet op de een of andere manier worden verwerkt en onschadelijk
gemaakt. De vrij jonge branche die in korte tijd heeft kunnen
uitgroeien tot een krachtige economische sector, wordt er al langer
van beschuldigd dat zich daar onoirbare praktijken voordoen die
ernstige gevolgen hebben voor het fysieke milieu en voor de
volksgezondheid. In het buitenland wordt er in diverse bronnen op
gewezen dat de georganiseerde misdaad bij de afvalverwerking
betrokken is. De markt is kwetsbaar voor infiltratie en het vele
geld dat in die branche omgaat maakt deze branche aantrekkelijk
voor criminele groepen. De opbrengsten kunnen met illegale
activiteiten nog verder worden vergroot. In dit deelrapport wordt
onder andere de vraag gesteld wat de aard en de omvang van de zware
milieucriminaliteit in Nederland is en wie voor deze vorm van
criminaliteit verantwoordelijk kunnen worden gesteld.
lees meer
IX – De bouwnijverheid – 3.1. De structuur en organisatie
van de bouwnijverheidJanuary 1, 1999
3. DE BOUWNIJVERHEID IN NEDERLAND
3.1. De structuur en organisatie van de bouwnijverheid
De bouwnijverheid is een van de grootste bedrijfstakken in
Nederland waarin per jaar ongeveer 60 miljard gulden omgaat. Het
totaalvolume van de bouwproduktie op lange termijn, en daarmee ook
voor een deel de werkgelegenheid in de bouwnijverheid, wordt door
een aantal factoren bepaald: (1) demografische factoren, (2) de
beschikbaarheid van overheidsgelden, (3) verwachtingen ten aanzien
van de toekomstige economische ontwikkeling en (4) de staat waarin
de huidige voorraad gebouwen verkeert (Bakens, 1986). Daardoor is
conjunctuurgevoeligheid een belangrijk kenmerk van de
bouwnijverheid. Gelijktijdig met de recessie in de Nederlandse
economie in de jaren tachtig bijvoorbeeld daalde de bouwproduktie
scherp. Dientengevolge nam de werkgelegenheid bij de bouwbedrijven
met 30 procent af.
lees meer
IX – De bouwnijverheid – 2.5. De kwetsbaarheid van het
bouwprocesJanuary 1, 1999
2.5. De kwetsbaarheid van het bouwproces
Vertragingen zijn voor een aannemer ook zo duur omdat het
bouwproces op een bepaald plaats moet gebeuren, nooit standaard is
en niet of nauwelijks in kleine, geprogrammeerde produktiestapjes
is uiteen te leggen. Voor elk bouwproces moet cordinatie plaats
vinden tussen vele onderaannemers, gespecialiseerde werknemers, en
dergelijke binnen een bepaald produktieschema. Dat luistert nauw en
heeft de medewerking van ieder nodig. Daardoor heeft elk van de
betrokken partijen de macht het bouwproces te vertragen en zelfs
plat te leggen. Logistieke en transportproblemen voor de aanvoer
van bouwmaterialen en personeel verhogen deze kwetsbaarheid
extra.
lees meer
IX – De bouwnijverheid – 2.4. De hoge kosten van
vertragingenJanuary 1, 1999
2.4. De hoge kosten van vertragingen
Het bouwproces staat altijd onder grote tijdsdruk. Wanneer niet
op tijd wordt opgeleverd moeten door de aannemers boetes worden
betaald aan de opdrachtgever. Het bouwproces moet dus zo gladjes
mogelijk verlopen en het liefst zonder vertraging. De kosten van
vertragingen zijn namelijk hoog. Naast de eventuele hoge boetes
voor te late oplevering, kost elke vertraging handen vol geld aan
de aannemer: kapitaalgoederen worden niet gebruikt (renteverlies),
arbeid ligt stil (zeer hoge uitgaven voor niet-produktieve arbeid)
en bouwmaterialen worden daardoor te vroeg geleverd
(renteverlies).
lees meer
IX – De bouwnijverheid – 2.3. De hevige onderlinge
concurrentieJanuary 1, 1999
2.3. De hevige onderlinge concurrentie
De concurrerende en gefragmenteerde economische omgeving draagt
bij aan de kwetsbaarheid van de bouwindustrie. De bouwindustrie
wordt gekenmerkt door een groot aantal algemene aannemers en een
nog groter aantal onderaannemers, die onderling in een felle
competitiestrijd zijn verwikkeld. In principe werken aannemers van
contract naar contract en zitten zo steeds in grote onzekerheid
over vervolgopdrachten. De combinatie van de felle competitie
tussen aannemers onderling en de controle die racketeers met hun
illegale middelen kunnen uitoefenen over cruciale en vitale
onderdelen van het bouwproces, vergroot de kwetsbaarheid van de
bouwnijverheid voor de georganiseerde criminaliteit. De grote
onderlinge concurrentie maakt ze tot een uiterst gemakkelijke prooi
voor afpersing: tegen betaling worden concurrenten uitgeschakeld en
wordt de orderportefeuille beter gevuld.
lees meer
IX – De bouwnijverheid – 2.2. De onderhandeling- en
overlegstructuurJanuary 1, 1999
2.2. De onderhandeling- en overlegstructuur
De eerder geschetste fragmentatie in de bouwnijverheid in New
York heeft ook consequenties voor de onderhandelingen tussen
werkgevers en werknemers in die bedrijfstak. Voor elke
specialisatie is een afzonderlijke vakbond: een voor metselaars,
een voor ijzervlechters, een voor sjouwers, enzovoorts. Wanneer een
van deze vakbonden niet aan een overeenkomst wil meewerken ligt
direct het bouwproces plat. De werkgevers ontwikkelen nauwelijks
tegenkrachten tegen de machtige vakbonden. Werkgevers zijn verzwakt
omdat zij slecht zijn georganiseerd en onderling grote
belangentegenstellingen kennen, al was het alleen al omdat elk
bedrijf keihard moet concurreren met de partners waarmee zij samen
een werkgeversorganisatie vormt.
lees meer
IX – De bouwnijverheid – 2.1. De vakbonden in de
bouwnijverheidJanuary 1, 1999
2.1. De vakbonden in de bouwnijverheid
In New York hebben de vakbonden in de bouwnijverheid zich in de
loop der jaren een zeer machtige positie kunnen verwerven tegenover
de werkgevers. Deze grote macht is tot stand gekomen (1) doordat de
vakbonden het monopolie hebben van de opleiding van geschoold
personeel in de bouwindustrie. Hierdoor zijn er nauwelijks meer
geschoolde niet-vakbondsleden in de bouwnijverheid van die stad te
vinden; (2) doordat de politieke steun voor georganiseerde arbeid
traditioneel gezien altijd groot is geweest; (3) doordat werknemers
wel lid van een vakbond moesten worden om aan de slag te kunnen
komen. Alle grote bouwprojecten werden en worden uitsluitend door
vakbondsleden bevolkt. In tegenstelling tot het werk in andere
branches is de werkgelegenheid in de bouwindustrie dus in handen
van de vakbonden, niet in de handen van de werkgevers. De machtige
positie van de bonden in de bouwnijverheid kende ook een
schaduwzijde. Zij werden een aantrekkelijk doelwit voor de
georganiseerde criminaliteit. Via het onder controle hebben van de
vakbonden kan namelijk de gehele bouwnijverheid (of andere legale
branches) worden beheerst. Door de medewerking van de vakbonden
kunnen aannemers rekenen op de beschikbaarheid, de betrouwbaarheid
en het vakmanschap van werknemers. Georganiseerde misdaad heeft in
de loop der historie van de USA van alles ondernomen om de
vakbonden daar in hun greep te krijgen.
lees meer
IX – De bouwnijverheid – 2. DE AANTREKKINGSKRACHT VAN DE
BOUWNIJVERHEID OP DE GEORGANISEERDE MISDAADJanuary 1, 1999
2. DE AANTREKKINGSKRACHT VAN DE BOUWNIJVERHEID OP DE
GEORGANISEERDE MISDAAD
In de inleiding van dit deelrapport staat aangeven dat de
bouwnijverheid een zeer aantrekkelijk doelwit voor criminele
groepen vormt om op illegale wijze hun inkomsten te vergroten.
Waarom dat zo is, moet worden geput uit de buitenlandse literatuur,
omdat in Nederland geen literatuur over dit onderwerp bekend is. Er
is niet gestreefd naar een volledig overzicht van de
wetenschappelijke literatuur. Anderson (1979) heeft zes redenen
naar voren gebracht waarom de georganiseerde criminaliteit in
legale economische sectoren actief wil zijn. In de eerste
plaats om de winsten die daarmee kunnen worden behaald. Door middel
van geweld, afpersing en opdringen van protectie kan een vaste bron
van inkomsten worden verkregen die niet afhankelijk is van onzekere
marktomstandigheden die illegale sectoren zo kenmerken. In de
tweede plaats kunnen criminele groepen daarmee hun criminele
activiteiten spreiden: de risico’s van opsporing door politie en
justitie zijn in legale bedrijfstakken doorgaans veel kleiner dan
in de markten van de levering van illegale goederen en diensten.
Politie en justitie zijn nauwelijks op de hoogte van het
functioneren van legale branches en hun opsporingsactiviteiten zijn
er, op enkele bijzondere uitzonderingen na, niet op gericht
(Wietink, e.a., 1994). In de derde plaats kunnen leden van
criminele groepen met legale bedrijven hun familieleden (niet
zelden hun nabestaanden) mee laten profiteren van hun criminele
activiteiten. Legale bedrijven kunnen worden gerfd, illegale
uiteraard niet. In de vierde plaats kan een lid van een
criminele groep met legale bedrijven diensten verlenen aan andere
leden van de groep, zoals een werkgeversverklaring, waarmee hun
aanwezigheid in de samenleving kan worden gelegitimeerd. Als
vijfde reden noemt Anderson dat een legaal bedrijf kan
fungeren als dekmantel voor veel criminele activiteiten als
drugsmokkel of het witwassen van geld. Als laatste reden
noemt zij dat een legaal bedrijf een belastingdekmantel biedt aan
de georganiseerde misdaad door gewoon, net als elk bedrijf of
burger, geheel of gedeeltelijk belasting te betalen. Daaraan kan
volledigheidshalve worden toegevoegd dat een plaats in een legale
branche ook een legitieme positie in de samenleving kan opleveren.
Deze komt tegemoet aan nieuwe uitingsvormen van misdaad:In keeping
with modern trends, and apart from their income producing criminal
activities, racketeers have been making increased efforts to
improve their image and to legitimize and better utilize their ill
gotten wealth. …they are adopting a changeover from rough
mob-type operations to the smooth business-like approach (NYSCI,
1970, p. 23).
lees meer
IX – De bouwnijverheid – LITERATUURJanuary 1, 1999
LITERATUUR
H. Abadinsky, Organized crime, Nelson-Hall, Chicago,
19913. A. C Berghuis, Rechtspersoonlijkheidsmisbruik,
speciaal gelet op BV’s, in A. C. Berghuis, C. H. Brants en H. M.
Willemse (red.), Witteboordencriminaliteit, Ars Aequi Libri,
Nijmegen, 1984, p. 231-242. A.C. Berghuis, C. H. Brants en H. M.
Willemse (red.), Witteboordencriminaliteit, Ars Aequi Libri,
Nijmegen, 1984.
lees meer
IX – De bouwnijverheid – 8. SAMENVATTING EN
CONCLUSIESJanuary 1, 1999
8. SAMENVATTING EN CONCLUSIES
In ons land is de bouwnijverheid een economische sector waar
veel geld in omgaat. Er is vrijwel altijd behoefte aan
bouwactiviteiten. Criminele groepen zouden indien gewenst met
racketeering een vaste bron van inkomen kunnen krijgen. Het
bouwproces is en blijft kwetsbaar in Nederland. Standaardiseren in
de bouwnijverheid is vrijwel onmogelijk. Er moet ter plekke worden
gebouwd. Bovendien is het bouwproces uiterst arbeidsintensief
waardoor de kosten per produktie-eenheid erg hoog liggen. Personeel
moet altijd naar de bouwplaats worden gebracht in tegenstelling tot
andere bedrijfstakken die hun produktie naar gebieden met de
goedkoopste arbeidskrachten kunnen verplaatsen. Die kwetsbaarheid
wordt verhoogd door de grote onderlinge concurrentie.
Bouwondernemers moeten onder grote tijdsdruk het produktieproces
uitvoeren. De bouwnijverheid is zeer gefragmenteerd en flexibel.
Het grote aantal bouwbedrijven biedt aan ruim 330.000 mensen werk.
De meeste bedrijven hebben nauwelijks zelf personeel in dienst en
bestaan relatief kort. Dit korte bestaan wordt mede in de hand
gewerkt door de snelheid waarmee kan worden teruggekeerd in de
bouwnijverheid. Het is in Nederland vrij eenvoudig als nieuwe
onderneming tot de bouwnijverheid toe te treden (personeel, kennis
en kapitaalgoederen zijn makkelijk in te huren of via een katvanger
te koop). Het aantal faillissementen in de bouwnijverheid is groter
dan in andere bedrijfstakken. Als gevolg van te weinig kapitaal en
te gering eigen vermogen lopen veel bedrijven het risico van
faillissement.
lees meer
IX – De bouwnijverheid – 7.2. Infiltratie en afpersing van
vakbondenJanuary 1, 1999
7.2. Infiltratie en afpersing van vakbonden
In Nederland hebben de vakbonden een belangrijke en legitieme
positie in de samenleving verworven als belangenbehartiger van de
werknemers. Deze positie is voornamelijk verkregen door een
jarenlange coperatieve opstelling ten opzichte van de overheid en
de werkgevers in Nederland, zonder overigens de eigen
verantwoordelijkheid en de eigen belangen uit het oog te verliezen.
De vakbonden, ook die in de bouwnijverheid actief zijn, hebben geen
gewelddadige historie achter zich. Er bestaat een hoge
organisatiegraad van de beide bouwbonden van het FNV en het CNV.
Meer dan de helft van alle bouwvakkers in Nederland is lid van een
van de bonden.
lees meer
IX – De bouwnijverheid – 7.1. Infiltratie, afpersing en
protectie in de bouwnijverheidJanuary 1, 1999
7. GEORGANISEERDE CRIMINALITEIT IN DE
BOUWNIJVERHEID?
7.1. Infiltratie, afpersing en protectie in de
bouwnijverheid
In dit hoofdstuk gaan wij nog eens de indicatoren langs zoals
die in het tweede hoofdstuk aan de orde zijn gesteld. Het is van
belang nogmaals te onderstrepen dat niet n indicator op zich
voldoende is om de aan- of aanwezigheid van georganiseerde misdaad
in de bouwnijverheid aan te tonen. Waar nodig zal gebruik worden
gemaakt van aanvullend materiaal.
lees meer
IX – De bouwnijverheid – 6. KOPPELBAZERIJ IN DE
BOUWNIJVERHEIDJanuary 1, 1999
6. KOPPELBAZERIJ IN DE BOUWNIJVERHEID
In het vorige hoofdstuk is bij de bespreking van de
werkgeversfraudes aangegeven dat de bouwnijverheid altijd op zoek
is naar wegen om de arbeidskosten zo laag mogelijk te houden. Dit
kan op legale, maar ook op diverse illegale manieren gebeuren. Een
aannemer kan zelf personeel in dienst nemen en vervolgens met valse
nota’s, facturen, en dergelijke frauderen met de afdracht van
premies en belastingen. Van deze fraudes zijn in het vorige
hoofdstuk enkele voorbeelden gegeven. Een andere illegale manier
behelst het inschakelen van arbeidskrachten die worden geleverd
door koppelbazen.
lees meer
IX – De bouwnijverheid – 5.2. Overige vormen van
criminaliteitJanuary 1, 1999
5.2. Overige vormen van criminaliteit
Naast de in de vorige paragrafen genoemde vormen van
organisatiecriminaliteit kunnen eigenaren van bouwbedrijven zich
schuldig maken aan andere vormen van crimineel gedrag. Deze vormen
zijn op de n of andere manier verbonden aan de bouwnijverheid zelf,
in het bijzonder om verlichting te brengen in de grote druk die de
bouwnijverheid nu eenmaal op de participanten uitoefent.
Fraudegevoeligheid in de bouw heeft vooral te maken met kenmerken
van de structuur en de organisatie van de bouwnijverheid en is mede
het gevolg van het feit dat administratieve controles doorgaans
zeer moeilijk zijn en zeer tijdrovend. Deze fraudes zijn lastig te
onderscheiden van fraudes die door malafide bouwondernemingen of
door criminele groepen worden veroorzaakt.
lees meer
IX – De bouwnijverheid – 5.1. Fraudes door
werkgeversJanuary 1, 1999
5.1. Fraudes door werkgevers
Door Houwen en Kempkes (1993) zijn vier soorten van fraude in de
bouw te onderscheiden: (1) fraude via een rechtsvorm, (2) malafide
inlening en onderaanneming, (3) contributieve fraude en (4)
informatieve fraude. Bij al deze fraudevormen in de bouwnijverheid
gaat men ervan uit dat aannemers arbeid laten verrichten door
personeel dat bij die werkgever in dienst is. Zij omschrijven
werkgeversfraude alshet door een natuurlijke of rechtspersoon
opzettelijk niet voldoen aan de op hem rustende verplichtingen met
als vooropgezet doel om
geen, of in onvoldoende mate, over het loon te heffen loonbelasting
en premies (werknemers- en volksverzekeringen) aan
bedrijfsverzekering en/of belastingdienst af te dragen
(ibid, 1993, p. 14). De in de definitie aangegeven
verplichtingen omvatten volgens de wet het inschrijven bij een
bedrijfsvereniging en het zich aanmelden bij de belastingdienst als
ondernemer. Verder bestaan er voor de werkgever informatieve-,
medewerkings- en betalingsverplichtingen aan deze twee instanties.
Door schade en schande wijs geworden, in het bijzonder om de
koppelbazerij in de jaren zeventig een halt toe te roepen, zijn
drie wetten ingevoerd om werkgeversfraudes in de (bouw)nijverheid
zo veel mogelijk terug te dringen:
lees meer
<< oudere artikelen nieuwere artikelen >>