• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • IX – De illegale handel in nucleair materiaal – LITERATUUR

    LITERATUUR

    H. Abadinsky, Organized Crime, Nelson-Hall, Chicago,
    19913. CBO, Landelijke inventarisatie criminele
    groeperingen 1995
    , CRI, Zoetermeer, 1995 CRI, Risico analyse
    afvalmarkt
    , CRI, Zoetermeer, 1992.

    lees meer

    IX – De illegale handel in nucleair materiaal – 3. CONCLUSIES

    3. CONCLUSIES

    In deze studie van beperkte omvang zijn drie vragen gesteld:
    1. welke criminele groepen maken zich schuldig aan de illegale
    handel in nucleair materiaal? 2. Op wat voor manieren wordt deze
    vorm van illegale handel gepleegd?
    3. Hoe worden de opbrengsten uit deze illegale handel besteed?
    De illegale handel in nucleair materiaal lijkt aan Nederland
    voorbij te gaan. Er bestaat ook weinig aanleiding deze handel via
    Nederland te laten verlopen, wanneer de markt voornamelijk in het
    Midden-Oosten, Zuid-Amerika en in Azi ligt. Er zijn geen
    aanwijzingen dat in Nederland zoiets als een atoommafia of zelfs
    maar een serieus te nemen handel in dit materiaal bestaat. Zelfs de
    Duitse berichten over de illegale handel moeten met enig wantrouwen
    worden bejegend. Zij moeten eerder worden opgevat als een manier om
    de publieke opinie te benvloeden en niet als betrouwbare informatie
    over de werkelijke aard en omvang van de illegale handel in
    nucleair materiaal.

    lees meer

    IX – De illegale handel in nucleair materiaal – 2. DE ILLEGALE HANDEL IN NUCLEAIR MATERIAAL

    2. DE ILLEGALE HANDEL IN NUCLEAIR MATERIAAL

    De handel in nucleair materiaal is doorgaans direct verbonden
    met de hoogste politieke, militaire en ambtelijke echelons van
    landen en vormt sinds de Tweede Wereldoorlog een van de meest
    geheimzinnige en gevoelige onderdelen van de internationale
    buitenlandse politiek. Nucleair materiaal is noodzakelijk voor
    landen om kernwapens te produceren en het bezit van kernwapens is
    van evident belang voor de interstatelijke betrekkingen en voor de
    wereldvrede. De betrokkenheid van centrale inlichtingendiensten bij
    deze militaire produktie is vanzelfsprekend en valt buiten het
    domein van dit deelrapport. Wel van belang is een nieuwe
    ontwikkeling waarover de laatste tijd met enige regelmaat in de
    media wordt gerept. Deze betreft de toenemende bemoeienis van de
    georganiseerde misdaad met deze handel. Met name zou er sprake zijn
    van de verkoop van nucleair materiaal door Russische criminele
    organisaties aan andere landen in de wereld (Schmidbauer, 1995;
    Mller, 1995). Wanneer deze verontrustende berichten waar zijn, dan
    is het voor landen, die thans internationaal worden geboycot omdat
    zij het non-proliferatieverdrag niet hebben ondertekend, mogelijk
    buiten alle controle om aan verrijkt uranium of plutonium te komen.
    Met deze grondstoffen zijn deze landen in staat zelf kernwapens te
    ontwikkelen en te produceren. Het nucleair materiaal zou afkomstig
    zijn van kerncentrales uit Oost-Europa die het nucleaire materiaal
    aan Russische mafiagroepen leveren. De Russische mafia zou als
    makelaar fungeren of als koper-verkoper deze handel organiseren. De
    meeste berichten over deze illegale handel in nucleair materiaal
    stammen uit Duitsland. Mller (1995) bericht over een stijging in
    Duitsland van 5 vermeende of echte illegale nucleaire
    handelsactiviteiten in 1992 naar 241 gevallen in 1994. Hiervan
    werden 240 zaken nooit opgelost. In 1994 kwamen in Duitsland 182
    gevallen van illegale smokkel van radio-actief materiaal ter kennis
    van de politie (Volkskrant, 1995). De grootste vangst van Duitsers
    van illegaal nucleair materiaal (verrijkt uraan) in Duitsland is
    drie kilo Noot in 1994 (Mller, 1995).
    Wat was het geval. In 1994 ontstond in de Bondsrepubliek grote
    consternatie over de ontdekking van een staaf plutonium door de
    geheime dienst. Drie koeriers uit Moskou met in hun bezit 363 gram
    verrijkt plutonium werden op het vliegveld van Mnchen aangehouden.
    De staaf plutonium zou afkomstig zijn van een Russische
    kerncentrale. De kerncentrale zou als gevolg van slechte
    economische ontwikkelingen, verwaarlozing, technische onkunde en
    corrupte technici en ambtenaren nucleair materiaal leveren aan
    politiek extremistische groepen en aan de georganiseerde misdaad.
    Doordat de BND (Inlichtingendienst van Duitsland) via
    undercover-agenten het gerucht in Europa had laten verspreiden dat
    er grote interesse zou zijn voor een omvangrijke
    plutoniumtransactie was een Russische criminele groep met een
    interessant aanbod gekomen. Tijdens een Lufthansavlucht zou de
    transactie worden geregeld.

    lees meer

    IX – De illegale handel in nucleair materiaal – 1. INLEIDING

    Gerben Bruinsma Universiteit Twente

    1. INLEIDING:

    ACHTERGRONDEN EN OPZET VAN HET ONDERZOEK

    Een nieuwe ontwikkeling waarover de laatste tijd met enige
    regelmaat in de media wordt gerept, betreft de bemoeienis van de
    georganiseerde misdaad met de illegale handel in nucleair
    materiaal. Met name zou er sprake zijn van handel in nucleair
    materiaal dat door Russische criminele organisaties via het westen
    aan andere delen van de wereld wordt aangeboden (Schmidbauer, 1995;
    Mller, 1995). Wanneer deze verontrustende berichten waar zijn, dan
    is het voor landen die het non-proliferatieverdrag niet hebben
    ondertekend mogelijk buiten alle internationale controle om aan
    verrijkt uranium of plutonium te komen. Daarmee zijn deze landen in
    staat zelf kernwapens te ontwikkelen en te produceren. Het nucleair
    materiaal zou afkomstig zijn van kerncentrales uit Oost-Europa die
    wegens geldgebrek, desinteresse en een tekort aan gekwalificeerd
    personeel kwetsbaar zijn voor Russische mafiagroepen. Corrupt
    personeel van de (verouderde) kerncentrales zou nucleair
    (afval)materiaal verkopen aan degene die interesse toont. De
    Russische mafia zou als makelaar deze illegale handel organiseren.
    De meeste berichten over de illegale handel in nucleair materiaal
    stammen uit Duitsland. In deze deelstudie staan de volgende drie
    onderzoeksvragen centraal: 1. welke criminele groepen maken zich
    schuldig aan de illegale handel in nucleair materiaal? 2. Op welke
    manieren wordt deze vorm van illegale handel gepleegd? 3. Hoe
    worden de opbrengsten uit deze illegale handel besteed? Deze studie
    gaat over de illegale handel in nucleair materiaal. Aan de hand van
    een aantal zaken zal worden besproken of van een atoommafia in
    Nederland sprake is. De basis van de empirische analyses wordt
    gevormd door enkele dossiers die door de CRI en diverse
    regiokorpsen ter beschikking zijn gesteld. Het rapport wordt
    afgesloten met enkele conclusies.

    lees meer

    IX – De wildlifebranche – LITERATUUR

    LITERATUUR

    AID, Controlestaten NMF, 1991.
    M. V. C. Aalders, Het handhavingsvraagstuk, in P. Glasbergen
    (red.), Milieubeleid. Een beleidswetenschappelijke
    inleiding
    , VUGA, ‘s-Gravenhage, 19944, p. 289-319.
    M. V. C. Aalders, Handhaving en zelfregulering, in Justitile
    Verkenningen
    , jaargang 20, 1994, p. 47-69. H. Abadinsky,
    Organized crime, Nelson-Hall, Chicago, 19913. E.
    A. I. M. van den Berg en W. Waelen, Politie en
    milieuhandhaving
    , Gouda Quint, Arnhem, 1991. E. A. I. M. van
    den Berg en A. Hahn, Politie, partners en milieu. Woorden en
    daden
    , Gouda Quint, Arnhem, 1992.

    lees meer

    IX – De wildlifebranche – 4. CONCLUSIES

    4. CONCLUSIES

    In deze studie van beperkte omvang zijn drie vragen gesteld:
    1. welke criminele groepen maken zich schuldig aan de illegale
    handel in bedreigde dieren- en plantesoorten? 2. Op wat voor
    manieren wordt deze vorm van illegale handel gepleegd?
    3. Hoe worden de opbrengsten uit deze illegale handel besteed?
    Om deze vragen te beantwoorden is daaraan voorafgaand de
    organisatie en de structuur van de wildlifebranche uit de doeken
    gedaan. De handel is grotendeels gebaseerd op de grote vraag uit
    het westen (Europa, de Verenigde Staten), het Midden-Oosten en
    Japan. De prijs van de verhandelde dieren komt tot stand onder
    invloed van vraag en aanbod (zeldzaamheid en beschikbaarheid) van
    de planten en dieren. Voorts moet een prijs worden betaald voor de
    risico’s bij het vervoer. Er bestaan geen goede officile cijfers
    over de legale en de illegale handel. Dat het op wereldschaal om
    grote aantallen gaat mag duidelijk worden aan de
    hand van de enorme achteruitgang in het bestand aan exotische
    dieren en planten. Zoals gezegd, diverse mondiaal bekende
    organisaties wijzen op de omvang van de illegale handel in
    beschermde dier- en plantesoorten, maar voor Nederland wordt de
    omvang daarvan, als wij bij de cijfers blijven, sterk overdreven.
    De meeste gemporteerde dieren en planten worden door hobbyisten
    afgehaald bij de winkels of via advertenties in dieren- en
    plantenmagazines aangeboden aan de liefhebber. De daders in
    Nederland behoren niet tot een of andere groene mafia, maar zijn
    eigenaren van (kleine) dieren- en plantewinkels van stad en
    platteland en leden van hobbyclubs. Zij importeren tussen de legale
    handel illegale exemplaren naar Nederland. De internationale handel
    loopt via netwerken van individuele personen met behulp van moderne
    communicatiemiddelen. Internationale makelaars bemiddelen in deze
    handel. De daders maken gebruik van allerlei zwakke plekken in de
    internationale wetgeving, in het internationale wildlifebeleid en
    van de gebrekkige samenwerking tussen opsporingsinstanties in
    buiten- en binnenland. De opbrengsten worden voornamelijk bebruikt
    om de eigen dierenwinkel in de markt te houden. De afscherming van
    hun illegale activiteiten is erop gericht om ontdekking en
    opsporing te voorkomen. Het mengen van illegale met legale vrachten
    per boot of per vliegtuig is een belangrijke en veel gebruikte
    smokkelmethode. De aanvoer verloopt via de haven Rotterdam en het
    vliegveld Schiphol. Verder wordt door de dader vaak een dubbele
    administratie bijgehouden om controles te bemoeilijken. De pakkans
    bij illegale smokkel mag klein worden genoemd.

    lees meer

    IX – De wildlifebranche – 3.3. Zaakanalyse in de wildlifebranche

    3.3. Zaakanalyse in de wildlifebranche

    Door de CRI zijn ons vijftien dossiers met betrekking tot
    wildlifecriminaliteit ter beschikking gesteld (CRI-AID, 1994). Deze
    zaken bevinden zich vrijwel alle in de pro-actieve fase van het
    opsporingsonderzoek, met uitzondering van n die zich in de fase van
    het gerechtelijk vooronderzoek bevindt. Hoewel de meeste
    regiokorpsen de bestrijding van milieucriminaliteit hoog in het
    vaandel hebben staan en zelfs als prioriteit
    hebben gesteld, is het feitelijke aantal opsporingsonderzoeken naar
    de illegale wildlifehandel zeer beperkt. Voor een deel heeft dat te
    maken met de relatieve onbekendheid bij de politiekorpsen en het OM
    met dit soort strafzaken. Bovendien beschikt de politie over weinig
    kennis van deze handel. Als laatste mogelijkheid mag natuurlijk
    niet worden uitgesloten dat er zich in Nederland gewoon niet veel
    wildlifecriminaliteit voordoet (zie vorige paragraaf).

    lees meer

    IX – De wildlifebranche – 3.2. Soorten van criminele activiteiten

    3.2. Soorten van criminele activiteiten

    Om de illegale handel in wildlife produkten vorm te geven moeten
    verschillende soorten criminele handelingen worden verricht: 1) het
    smokkelen van dieren en/of planten; 2) het valselijk opmaken of
    vervalsen van vereiste CITES-documenten en het gebruik daarvan en
    3) het omkopen van overheidsvertegenwoordigers. De smokkel
    van levende dieren vereist veel vernuft, creativiteit en kennis bij
    de smokkelaars. Handelaren moeten goed op de hoogte zijn van de
    CITES-lijsten. Zij moeten beschikken over kennis van het produkt
    (tropische vissen, reptielen, vogels, katachtigen en primaten), zij
    moeten op de hoogte zijn van de zwakke plekken in het
    internationale wildlife- beleid, de internationale wetgeving en van
    de verschillen daarin tussen landen en, ten slotte, van de
    opsporingsinstanties en hun werkwijzen.

    lees meer

    IX – De wildlifebranche – 3.1. De officieel geregistreerde wildlifecriminaliteit

    3.1. De officieel geregistreerde wildlifecriminaliteit

    In Nederland bestaan geen afzonderlijke
    CBS-criminaliteitsstatistieken in de rubriek wildlife. De
    werkelijke omvang van de smokkel en illegale handel in Nederland is
    derhalve onbekend. Als indicatie voor de omvang kunnen de
    opbrengsten van de controles aan de landsgrenzen dienen. De douane
    controleert in samenwerking met de AID de import van wildlife.
    Wildlifevrachten die op Schiphol aankomen en voor de Nederlandse
    markt bestemd zijn, worden door de AID de ene keer aan de hand van
    de papieren gecontroleerd en de andere keer door middel van een
    grondige inspectie wanneer vermoedens bestaan over illegale
    zendingen. In 1990 werden 5.344 op het oog legale wildlifevrachten
    naar Nederland vervoerd, in 1991 7.038 en in 1992 was het aantal
    vrachten toegenomen tot 7.060.

    lees meer

    IX – De wildlifebranche – 3. CRIMINALITEIT IN DE WILD-LIFE HANDEL

    3. CRIMINALITEIT IN DE WILD-LIFE HANDEL

    Volgens de CRI-AID (1994) bedraagt de omvang van de illegale
    handel in planten en dieren ongeveer 30% van de totale
    internationale wildlife handel. Australische schattingen spreken
    echter van een veel hoger percentage, namelijk 50%. Een groot deel
    van de internationale wildlifehandel betreft de illegale handel in
    niet bedreigde plant- en diersoorten. Of deze cijfers enigszins met
    de werkelijkheid overeenkomen is moeilijk te zeggen. Deze cijfers
    over de omvang van de smokkel zijn niet erg betrouwbaar omdat
    internationale statistieken ontbreken en de meeste smokkel zich in
    het verborgene afspeelt. Enerzijds kan het gebrek aan goede
    informatie tot gevolg hebben dat de illegale handel in de
    landelijke statistieken wordt onderschat, dan wel overschat.
    De genoemde aantallen slangen (10 miljoen) dat jaarlijks illegaal
    naar de afnemers zouden worden gesmokkeld, kunnen juist zijn, maar
    zijn zeer waarschijnlijk overdreven. Ook het internationale
    CITES-bureau moet geregeld gissen naar de omvang van de illegale
    wildlife. Internationaal moet het smokkelen van deze bedreigde
    dieren en planten wel worden aangenomen omdat biologen bij
    tellingen steeds minder dier- en plantsoorten waarnemen. Van den
    Berg e.a. (1995) noemen een bedrag van ruim 3 miljard gulden per
    jaar dat internationaal zou worden omgezet bij de smokkel van
    wildlife dieren en planten. De winsten worden door de CRI (1992) en
    andere organisaties per exemplaar zeer hoog genoemd. De inkoop van
    een schildpad kost bijvoorbeeld 5 dollar en de verkoop brengt
    ongeveer 200 dollar per stuk op. Voor bijzondere roofvogels wordt
    grif 20.000 gulden neergelegd, terwijl de stropers of de lokale
    bevolking met 100 gulden of minder genoegen moeten nemen. In
    hoeverre deze informatie juist is kan niet goed worden
    beoordeeld.

    lees meer

    IX – De wildlifebranche – 2. ACHTERGRONDEN VAN DE WILDLIFEBRANCHE

    2. ACHTERGRONDEN VAN DE WILDLIFEBRANCHE

    Duizenden jaren geleden begonnen mensen in West-Azi en in het
    Midden-Oosten wilde dieren tot huisdieren te maken. Honden, geiten,
    varkens, runderen, schapen en paarden waren de eerste
    gedomesticeerde dieren die met het oog op de voedselvoorziening, de
    huiden en het vervoer in gevangenschap werden gehouden. Eeuwen
    later werden wilde dieren vaker als gezelschapsdier gehouden. De
    rijke vorstenhuizen, farao’s, keizers en andere
    hoogwaardigheidsbekleders namen wilde dieren als statussymbool op
    in hun huishouding. In Rome vochten 2.000 jaar geleden christenen
    en slaven voor hun leven tegen wilde dieren terwijl duizenden
    toeschouwers van het geboden spektakel genoten.

    lees meer

    IX – De wildlifebranche – 1. INLEIDING

    1. INLEIDING:

    ACHTERGRONDEN EN OPZET VAN HET ONDERZOEK

    Recentelijk is een nieuwe, aantrekkelijke illegale markt ontdekt
    waar met crimineel gedrag geld valt te verdienen. Die markt bestaat
    uit het illegaal weghalen van allerlei bedreigde en beschermde
    dieren en planten uit hun natuurlijke omgeving om ze vervolgens met
    grote winst te verkopen aan klanten uit de westerse wereld die om
    diverse redenen willen pronken met het bezit van exotische dieren
    of planten. Als de berichten in de media waar zijn, dan is hierin
    in de afgelopen jaren op internationale schaal een levendige handel
    ontstaan. De handelaren bekommeren zich niet om het behoud van de
    natuur en verrijken zich ten koste van flora en fauna van landen
    als Madagaskar, Nigeria, Indonesi, Brazili, om maar enkele
    leveranciers te noemen. Reptielen, papegaaien, apen, schildpadden
    worden uit hun natuurlijke omgeving weggeroofd en vervolgens onder
    veelal erbarmelijke omstandigheden per schip of per vliegtuig naar
    het rijke westen op transport gezet. Veel dieren sterven voor zij
    hun eindbestemming hebben bereikt of anders spoedig nadat zij bij
    de natuurliefhebber in een te kleine kooi zijn neergezet en
    ondeskundig zijn verzorgd. Deze illegale handel in planten en
    dieren wordt ook wel de groene drugshandel genoemd omdat hierin
    veel geld valt te verdienen. Volgens diverse berichten in de media
    en in politievakbladen zou deze wildlifebranche volledig in handen
    zijn van de georganiseerde misdaad. De verdiensten zouden volgens
    diverse schattingen enorm zijn. Organisaties als het Wereld Natuur
    Fonds en Greenpeace hebben de noodklok geluid over het
    leegplunderen van de natuur. Hoe exotischer een dier of een plant
    en hoe zeldzamer, des te groter de bedragen die door klanten worden
    betaald. Weliswaar bestaan er internationale verdragen op dit
    gebied maar de illegale handel in dieren en planten zou nog steeds
    blijven groeien en wel in zo’n aard en omvang dat vele dier- en
    plantesoorten op korte termijn met uitsterven worden bedreigd. Al
    deze berichten vormen voldoende reden om in Nederland na te gaan
    wat de eventuele betrokkenheid van de georganiseerde misdaad in de
    wildlifebranche is. In deze deelstudie staan de volgende drie
    onderzoeksvragen centraal: 1. welke criminele groepen maken zich in
    Nederland schuldig aan de illegale handel in bedreigde dier- en
    plantsoorten? 2. Op wat voor manieren wordt deze vorm van illegale
    handel gepleegd? 3. Hoe worden de opbrengsten uit deze illegale
    handel besteed? Om deze drie vragen te kunnen beantwoorden is als
    volgt te werk gegaan. Eerst is een aantal gesprekken
    gevoerd met experts op het gebied van de wildlifehandel. Vervolgens
    is bestaand statistisch materiaal geraadpleegd waarmee vermoedelijk
    de omvang van deze vormen van illegale handel kan worden geschat.
    Daarnaast is gebruik gemaakt van vijftien dossiers over pro-actieve
    opsporingsonderzoeken die afkomstig zijn van diverse regiokorpsen
    en van de CRI. Bovendien stelde de CRI enkele andere analyses en
    dossiers over de genoemde onderwerpen ter beschikking. Ten slotte
    is door de Algemene Inspectie Dienst van het ministerie van
    Landbouw, Natuurbeheer en Visserij informatie ter beschikking
    gesteld over de aard en de omvang van de uitgevoerde controles op
    dit gebied. Dit deelrapport is als volgt opgebouwd. In het volgende
    hoofdstuk worden de achtergronden van de wildlifebranche
    geschilderd. Wij beperken ons noodgedwongen tot het beschrijven van
    enkele facetten van deze internationale markt. Daarna wordt de
    handelsketen beschreven. Vervolgens komt in het derde hoofdstuk de
    officieel geregistreerde criminaliteit op het gebied van de
    wildlife aan bod. In .3.2 wordt ingegaan op de manieren waarop deze
    illegale handel in dieren en planten wordt uitgevoerd (de smokkel).
    In de daarop volgende paragraaf (3.3) worden aan de hand van het
    analyseschema de daders beschreven en de wijze waarop zij hun
    criminele activiteiten organiseren op basis van de dossiers van de
    Nederlandse politie. Het rapport wordt afgesloten met enkele
    conclusies.

    lees meer

    IX – De wildlifebranche – VOORWOORD

    Gerben Bruinsma Universiteit Twente

    VOORWOORD

    Wanneer wij de berichten in de media mogen geloven is de
    georganiseerde misdaad tegenwoordig actief betrokken bij de
    plundering van de natuur. Zeldzame dieren en bijzondere
    plantesoorten worden geroofd uit hun natuurlijke omgeving en met
    grote winsten verkocht aan klanten afkomstig uit het rijke westen
    en uit het Midden-Oosten. De handel is zo sterk gegroeid dat vele
    beschermde dieren en planten door deze criminele activiteiten met
    uitsterven worden bedreigd.

    lees meer

    IX – De verzekeringsbranche – 4.3. Soorten verzekeringen en fraudes

    4.3. Soorten verzekeringen en fraudes

    In hoofdstuk 2 hebben we de volgende typen verzekeringen
    onderscheiden: levensverzekeringen en hypotheken,
    motorrijtuigenverzekeringen, zorgverzekeringen zoals verzekeringen
    tegen ongevallen en ziekte, transportverzekeringen voor zee-, wegen
    luchtvaarttransport, brandverzekeringen, inboedelverzekeringen en
    reisverzekeringen. Van al deze typen verzekeringen zullen we hierna
    aangeven wat er op basis van de literatuur, de zaakanalyses en de
    interviews bekend is over de omvang van fraude en de eventuele
    betrokkenheid van criminele groepen hierbij.

    lees meer

    IX – De verzekeringsbranche – 4.2. De zaakanalyses

    4.2. De zaakanalyses

    Om de vraag te beantwoorden of de georganiseerde misdaad actief
    is in de verzekeringsbranche, hebben wij de beschikking gekregen
    over drie soorten gegevens: 1) de politile bronnen; 2) de gegevens
    van de Economische Controle Dienst (in het bijzonder het WABB-team)
    en 3) de gegevens van het CIS, de schade registrerende instantie
    van de gezamenlijke verzekeringsmaatschappijen.

    lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>