• Buro Jansen & Janssen, gewoon inhoud!
    Jansen & Janssen is een onderzoeksburo dat politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch volgt. Een grond- rechten kollektief dat al 40 jaar, sinds 1984, publiceert over uitbreiding van repressieve wet- geving, publiek-private samenwerking, veiligheid in breedste zin, bevoegdheden, overheidsoptreden en andere staatsaangelegenheden.
    Buro Jansen & Janssen Postbus 10591, 1001EN Amsterdam, 020-6123202, 06-34339533, signal +31684065516, info@burojansen.nl (pgp)
    Steun Buro Jansen & Janssen. Word donateur, NL43 ASNB 0856 9868 52 of NL56 INGB 0000 6039 04 ten name van Stichting Res Publica, Postbus 11556, 1001 GN Amsterdam.
  • Publicaties

  • Migratie

  • Politieklachten

  • Advies Raad van State 2003 29 218

    Tweede Kamer der Staten-Generaal

    2

    Vergaderjaar 2003–2004

    KST70368
    0304tkkst29218-5
    ISSN 0921 – 7371
    Sdu Uitgevers
    ’s-Gravenhage 2003

     

    29 218 Wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de Algemene wet bestuursrecht, de Politiewet 1993 en enige andere wetten in verband met de invoering van een identificatieplicht van burgers ten opzichte van ambtenaren van politie aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en van toezichthouders (Wet op de uitgebreide identificatieplicht)

    lees meer

    Observant #29, september 2004

    24 september 2004
    Rasterfahndung in Nederland
    Ravage #12 , Wil van der Schans

    Terwijl in kringen van Duitse terrorismebestrijders de twijfel groeit over het nut van rasterfahndung, komt minister Remkes van Binnenlandse Zaken met een voorstel om het systeem ook in Nederland in te gaan voeren. Hiermee krijgt de AIVD onbeperkt toegang tot digitale bestanden, hetgeen gevaren oplevert voor de burger.

    ,,Goedemorgen, AIVD, mag ik even binnenkomen?” Het zal niet de eerste associatie zijn bij nieuwe vormen van geautomatiseerde data-analyse om in een vroeg stadium mogelijke terroristen te ontdekken. Plannen die minister Johan Remkes deze zomer bekend maakte.
    Toch zullen de Arie’s en Freek’s van de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst) na elke gevonden afwijking in de gekoppelde databestanden op pad moeten gaan. De maatregel werd aangekondigd na de aanslagen van 11 maart jl. in Madrid en dringt diep binnen in het privé-leven van burgers.
    Volgens Remkes tonen de aanslagen aan dat minder dan voorheen bij de opsporing van de daders de aandacht zich kan beperken tot bepaalde groepen en organisaties. Een analyse die de plank aardig mis lijkt te slaan. In Duitsland is gebleken dat vergaande data-analyse, rasterfahndung (fijnmazige opsporing), niets dan narigheid oplevert.


    Maatregelen op het gebied van de bestrijding van terrorisme

    Brief van 15 juli van minister Remkes:

    • Inzetten van Rasterfahndung om zo vroeg mogelijk terroristen te kunnen onderscheiden
    • De Koninklijke Marechaussee gaat (net als de KLPD al doet) technische ondersteuning geven aan de MIVD en AIVD
    • De procedures voor de inzet van bijzondere bevoegdheden (afluisteren, hacken, observeren, inzet agenten, etc.) worden vereenvoudigd. Als voorbeeld noemt Remkes dat voor de inzet van agenten de minister nu elke drie maanden opnieuw toestemming moet geven, terwijl de operaties meestal langer duren.
    • De Nationale Sigint Organisatie (NSO), de afluisterpost die alles wat door de ether gaat opvangt, wordt verzelfstandigt. Nu valt deze dienst nog onder de MIVD.
    • Aan de hand van een evaluatie van de Wet Veiligheidsonderzoeken wordt gekeken of er iets verandert moet worden aan de screeningen
    • Het ministerie van Buitenlandse Zaken kan ook opdrachten gaan geven aan de AIVD/MIVD in het kader van hun inlichtingentaak buitenland.
    • Alle ambtenaren van de belastingdienst krijgen de plicht gegevens die van belang zijn voor de AIVD/MIVD te melden. Meldingsplicht voor andere ambtenaren wordt onderzocht.
    • Onderzocht wordt of ook bijvoorbeeld de FIOD of andere diensten kunnen worden ingezet bij de technische ondersteuning van de AIVD/MIVD

    Brief van 10 september van de ministers Donner en Remkes

    • De bestrijding van terrorisme wordt gecoördineert door de Natioale coördinator terrorismebestrijding, Joustra. Bedoeling is dat de werkzaamheden bij de departementen van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties worden samengebracht binnen zijn eenheid. (NCTb)
    • Voor het verwerven combineren, analyseren, veredelen en gebruiken van informatie wordt een andere organisatie opgezet. Onder leiding van het NCTb wordt een expertise- en analysecentrum gevormd, waarin naast de AIVD en de politie, ook de MIVD, de IND, de Kmar, de FIOD/ECD, de Douane en Buitenlandse Zaken en eventuele andere partners participeren. Dit centrum gaat
      – integrale (regionale, nationale en internationale) dreigingsanalyses;
      – analyses ten behoeve van het Nationaal Alerteringssysteem;
      – analyses ten aanzien van Bewaking en Beveiliging;
      – specifieke analyses op verzoek van bijvoorbeeld gemeenten (onder andere ten behoeve van evenementen of andere soft targets).
    • Al een tijd worden zo’n 100 – 150 mensen ivm terrorisme in de gaten gehouden. ‘Het gaat daarbij niet om personen die zijn te typeren als “hard core” terroristen van wie een acuut gevaar uitgaat of ten aanzien van wie concrete vermoedens bestaan van betrokkenheid bij aan terrorisme gerelateerde strafbare feiten; het betreft personen die in eerdere of nog lopende onderzoeken van de AIVD en politie, op enig moment naar voren zijn gekomen als mogelijke schakels in terroristische netwerken.” In dit kader werken de AIVD, politie, OM en IND nauw samen. De MIVD wil ook gaan meedoen.
    • Informatie-uitwisseling tussen deze diensten gaat via de CT(Contra-Terrorisme)-infobox.
      Deze CT-infobox is een informatieknooppunt en analyse-eenheid. Verschillende informatiebestanden worden zo met elkaar gecombineerd. NAV deze informatie wordt besloten wat het traject is: die kan bestaan uit a) strafrechtelijk ingrijpen, b) vreemdelingrechtelijk optreden, c) inlichtingenmatig observeren of d) verstoren.
    • Verstoren van activiteiten
      Eén van de opties die bovenstaande diensten kunnen kiezen is het verstoren van iemands activiteiten. Volgens de regering kan deze optie gekozen als ‘tijdens het monitoren aan terrorisme gerelateerde activiteiten worden geconstateerd, die niet tevens als strafbare feiten kunnen worden getypeerd’. De betrokken persoon zou vervolgens ‘zodanig “in de gaten gehouden moeten worden” dat hem en zijn omgeving duidelijk wordt dat hij onderwerp is van enigerlei vorm van overheidsoptreden, zonodig met gebruikmaking van andere wettelijke bevoegdheden, zodat de persoon feitelijk geen rol meer zal kunnen spelen in aan terrorisme gerelateerde zaken.’
    • Aansturen verstoringsacties.
      De minister van Justitie wordt verantwoordelijk voor de algemene aanpak bij de verstoringsacties. De regering verwacht namelijk dat er verschillende diensten bij betrokken kunnen worden en wil dat de acties wel direct kunnen worden doorgezet. De KLPD/UTBT krijgt een centrale rol bij de bewaking van de samenhang van de verschillende feitelijke acties die in het kader een verstoringsactie worden ondernomen.
    • Inzetten vreemdelingenrecht
      Vanaf het moment dat iemand een visum aanvraagt moet getoetst worden of er mogelijke betrokkenheid is bij terrorisme. Hetzelfde geld voor asielaanvragen. Instapcontroles en gate-checks door de KMAR moeten ook als extra controlepunt gaan dienen.
    • Uitbreiding mogelijkheden Verkennend onderzoek
      Sinds 2001 is het mogelijk voor de politie om ‘verkennend onderzoek’ te verrichten. Het is bv een scan van activiteiten van transportondernemingen in een streek of horecafraude in een stad. Bij zo’n verkennend onderzoek kan de politie inzage krijgen in andere openbare registers. De regering wil in het kader van onderzoeken naar terroristische misdrijven de politie ook toegang geven tot andere instanties dan overheidsinstanties. Ook zouden die gegevens gekoppeld moeten kunnen worden aan gegevens die al bij de politie bekend zijn.
    • Uitbreiding Preventief fouilleren
      Nu kan preventief fouilleren worden toegepast in van te voren vastgelegde gebieden. Het kabinet wil de wet zodanig wijzigen dat het mogelijk wordt ‘dat in verband met een (dreigende) terroristische aanslag de officier van justitie in een aangewezen gebied (bijvoorbeeld vervoersassen zoals een autosnelweg of een treintraject) een ieder kan laten fouilleren en verpakkingen en vervoersmiddelen kan laten doorzoeken’.
    • Uitbreiding opsporingsbevoegdheden (afluisteren, observeren, e.d.)
      Deze bevoegdheden zijn voor de politie geregeld in de Wet Bijzondere opsporingsbevoegdheden (BOB) en voor de AIVD?MIVD in de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV).
      De inzet van bijzondere opsporingsbevoegdheden door de politie kan als er sprake is van ‘een georganiseerd verband’. Nu wil het kabinet uitbreiding om ook bij ‘onvoldoende aanwijzingen van een dergelijk verband onderzoek naar het beramen van ernstige strafbare feiten te kunnen doen, waarbij geen eis van verdenking van een concreet misdrijf wordt gesteld’.
    • Voorlopige vrijheidsbeneming
      De regering wil de mogelijkheid openen om verdachten van terroristische misdrijven, ook als zij in eerste instantie voor betrekkelijk lichte vergrijpen worden gearresteerd, voor langere tijd in bewaring te kunnen stellen
    • Voor de rechter brengen
      Momenteel is wettelijk geregeld dat iedereen binnen 106 dagen na zijn of haar arrestatie voor de rechter moet verschijnen. De regering wil deze termijn voor van terrorismeverdachte personen verlengen. Het kabinet wil deze regeling aldus herzien ‘dat het langer onvolledig houden van de processtukken bij terrorisme mogelijk wordt’.
    • Aanpak ondersteuners van terrorisme
      Onderzocht worden de mogelijkheden een vordering bij de rechtbank tot ontbinding van een rechtspersoon te bewerkstelligen, een verzoek tot verbodenverklaring, een verzoek aan bestuurders om inlichtingen bij ernstige twijfel of destatuten te goeder trouw worden nageleefd of het bestuur naar behoren wordt gevoerd of het vorderen van ontslag van bestuurders bij wanbeheer.

    13 september 2004
    Minister Donner dient wetsvoorstel in dat het mogelijk moet maken om informatie van de AIVD als bewijsmateriaal in een rechtszaak te kunnen gebruiken

    Na de ophef rond de twee terrorisme rechtszaken in Rotterdam stelde minister van Justitie, Piet Hein Donner dat er meer mogelijkheden moesten komen om informatie van de AIVD als bewijsmateriaal als bewijsmateriaal in rechtszaken te kunnen gebruiken. Dit wetsvoorstel is de uitwerking daarvan.
    Voorgesteld wordt om te komen tot een regeling waarbij de ambtsberichten van de AIVD nader getoetst kunnen worden en vervolgens als wettig bewijsmateriaal gebruikt kunnen worden.
    De twee uitgangspunten van het voorstel zijn:

    a. de verdediging houdt het recht op ondervraging van getuigen

    b. een verruiming van de mogelijkheid om rekening te houden met het belang van de staatsveiligheid

    Als in het belang van de staatveiligheid een getuige (de AIVD) niet openbaar gehoord kan worden, krijgt de verdediging de mogelijkhied om vragen in te dienen via de rechter-commissaris. Vervolgens bepaald de AIVD welke stukken in een proces verbaal opgenomen mogen worden. Dit proces verbaal wodrt door de rechter commissaris opgesteld. Ook wordt de regeling van het bewijsrecht dusdanig aangepast dat ambtsberichten van de AIVD en MIVD door de wet voortaan onder alle omstandigheden als volwaardig worden aangemerkt.

    Uit de Memorie van Toelichting:
    Niet zelden doen zich zaken voor waarin het belang van openheid in het strafproces zich niet goed laat verenigen met andere belangen. Recentelijk is dat wederom aan het licht getreden in zaken waarin een ambtsbericht van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD)tot het instellen van een strafrechtelijk onderzoek leidde. Daarbij rezen vragen rond de bruikbaarheid van ambtsberichten als startinformatie en als bron van bewijs. Dit wetsvoorstel strekt ertoe deze bruikbaarheid te verruimen door de in het ambtsbericht van de AIVD opgenomen informatie onderwerp te laten zijn van nader onderzoek door middel van het verhoren van getuigen. Daartoe worden enkele aanpassingen voorgesteld van de regelingen die betrekking hebben op het verhoren van getuigen. Voorts bevat dit wetsvoorstel een aanpassing van het wettelijk bewijsrecht.
    Elk van de voorgestelde aanpassingen draagt eraan bij dat de mogelijkheden om in het strafproces gebruik te maken van door de inlichtingenen veiligheidsdiensten verstrekte informatie worden vergroot. Tegelijkertijd dient echter op voorhand te worden vastgesteld dat de aard van dergelijke informatie alsmede de wettelijke taak van deze diensten impliceren
    dat de bruikbaarheid van deze informatie in het strafproces ook bij aanvaarding en inwerkingtreding van dit wetsvoorstel niet ongelimiteerd zal zijn. Het belang van staatsveiligheid prevaleert boven het belang van strafvordering, zo volgt ook uit de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002. Dat belang, en het daarmee verbonden belang van het voorkomen van ernstige aanslagen, moet niet in gevaar worden gebracht doordat ongeacht welke prijs informatie in een strafzaak wordt geopenbaard.

    Het wetsvoorstel
    Memorie van Toelichting
    Oorspronkelijke voorstel
    Advies Raad van State en Nader Rapport


    21 september 2004
    Controle op informatieverzameling over onverdachte burgers ontbreekt
    College Bescherming Persoonsregistraties

    Het kabinet zal nieuwe maatregelen en bevoegdheden invoeren voor de bestrijding van het terrorisme. Het gaat om de coördinatie van de bestrijding, de respons op een concrete dreiging en om bevoegdheden met het oog op het voorkomen van terrorisme. Uitgebreide verzameling, koppeling en analyse van informatie over groepen en personen ziet het kabinet als de sleutel tot het voorkomen van terrorisme.

    Het College bescherming persoonsgegevens constateert dat de noodzaak van uitbreiding van bevoegdheden tot het verzamelen van informatie niet is aangetoond. De vergaande coördinatie van de informatieverzameling miskent de gescheiden wettelijke taken en bevoegdheden die inlichtingendiensten en politie hebben. Voorts meent CBP dat structureel toezicht op de informatie die in het kader van deze nieuwe bevoegdheden wordt vergaard, geboden is.


    september 2004
    Special Justitiële verkenningen over Europa
    WODC

    Themanummer van Jv tegen de achtergrond van het Nederlandse voorzitterschap van de Europese raad, tweede helft van 2004. Tijdens de Europese top op 5 november 2004 presenteert Nederland een Meerjarenprogramma, dat de politieke richtsnoeren moet geven voor de samenwerking op het terrein van Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) voor de komende 5 jaar. In dit themanummer laat de redactie enerzijds zien wat er tot nu toe is bereikt op justitieel terrein en wat de gevolgen zijn voor de Nederlandse rechtspraktijk, en anderzijds ruimte geven aan (toekomst-)visies op Europa. Er is aandacht voor de nieuwe grondwet voor Europa en voor de vraag of de uitbreiding met tien lidstaten een kans of risico is (artikel Holman). Voorts een artikel over mogelijke export van criminaliteit vanuit de nieuwe lidstaten (Bruinsma) en in verschillende artikelen ruime aandacht voor de justitiële samenwerking, waarbij onder meer de vraag aan de orde komt of we met die samenwerking niet te hard van stapel lopen (De Hert & De Roos).

    Inhoudsopgave artikelen:
    Artikel 1: B.R. Limonard en M. Sie Dhian Ho
    Een grondwet vor Europa; een beoordeling op hoofdpunten
    Artikel 2: O. Holman
    De uitbreiding van de Europese Unie in historisch perspectief
    Artikel 3: G.J.N. Bruinsma
    Misdaaddreigingen uit de nieuwe lidstaten van de EU
    Artikel 4: A.M.C. Boerwinkel en P.M.M. van der Grinten
    Wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen
    Artikel 5: A. Smeulders
    Het Europese Aanhoudingsbevel; consequenties voor de rechtspraktijk en mensenrechtelijke aspecten
    Artikel 6: H. Battjes
    Het Europese asielrecht
    Artikel 7: P. de Hert
    Het einde van de Europese rechtshulp; de geboorte van een Europese horizontale strafprocesruimte
    Artikel 8: P. de Hert en Th. de Roos
    De positie van Nederland in het Europees strafrechtelijk landschap

    Zie ook : Keizer in Lompen, politiesamenrking in Europa, door W van der Schans en J. van Buuren


    20 september 2004
    Nieuwe directeuren bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
    AIVD
    Op 20 september treedt drs. Ing. W.M. (Wil) van Gemert bij de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) in dienst als directeur Democratische Rechtsorde. Hij zal worden belast met onder meer de bestrijding van terrorisme.
    De heer Van Gemert (43) volgde een opleiding aan de Academie voor Verkeer, Vervoer en Planologie in Tilburg. Van 1984 tot 1988 studeerde hij aan de Nederlandse Politie Academie en in 1994 is hij aan de Vrije Universiteit afgestudeerd in Politieke en Sociaal Culturele Wetenschappen, studierichting Organisatie en Beleid.
    Van Gemert vervulde vanaf 1988 diverse functies binnen het politieapparaat, waaronder die van plaatsvervangend chef bureau Fraude, teamleider Financieel-Economische Criminaliteit en hoofd Landelijk Rechercheteam. Zijn laatste functie was directeur Recherche KLPD.
    In 2003 was Van Gemert als projectleider verantwoordelijk voor de bouw en realisatie van de Nationale Recherche.

    Voorts is op 1 juli 2004 drs. J.W.C.H (Jan) Jansen als directeur Bedrijfsvoering bij de AIVD in dienst getreden.
    De heer Jansen (47) studeerde aan de Hogeschool in Haarlem arbeidsmarktpolitiek en personeelsbeleid. In 1996 studeerde hij aan de Vrije Universiteit af in de studierichting management en organisatie in Amsterdam op het onderwerp ’ambtelijke integriteit in het openbaar bestuur’. Jansen heeft 25 jaar bij de Belastingdienst gewerkt in functies als hoofd Personeel en Organisatie en hoofd Bedrijfsvoering. Zijn laatste functie daar was hoofd Resourcemanagement bij het Centrum voor ICT.
    Als directeur Bedrijfsvoering bij de AIVD is Jansen belast met de centrale voorzieningen van de AIVD op het gebied van personeel, automatisering, organisatie, financiën, veiligheid, kwaliteitsmanagement, registratie en archivering.


    september 2004
    Uit devaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2005′, MEMORIE VAN TOELICHTING

    BELEIDSARTIKEL 5: NATIONALE VEILIGHEID

    Werkterrein 1: Bescherming van de democratische rechtsorde, staatsveiligheid en andere gewichtige belangen van de staat

    Wat willen we bereiken?

    – Het adequaat informeren van verantwoordelijken en belanghebbenden over (potentiële) bedreigingen van de democratische rechtsorde, de staatsveiligheid, of andere gewichtige belangen van de staat, teneinde hen in staat te stellen maatregelen te treffen om de gesignaleerde dreigingen tegen te gaan, alsmede het eventueel operationeel preventief optreden tegen deze bedreigingen, op de volgende aandachtsgebieden:
    * Terrorisme;
    * Gewelddadig activisme;
    * Radicaliseringstendensen;
    * Economisch en financieel onderzoek;
    * Ongewenste bemoeienis van vreemde mogendheden;
    * Contra-proliferatie van massavernietigingswapens;
    * Internationale organisaties;
    * Migratie.

    Wat gaan we daarvoor doen?

    – Terrorisme: het onderzoeken van personen en organisaties die op enigerlei wijze deelnemen aan terrorisme in of vanuit Nederland of dit ondersteunen; tevens vindt onderzoek plaats naar fenomenen die hiermee verband houden.
    – Gewelddadig politiek activisme: het onderzoeken van politiek activistische personen en organisaties, die (mogelijk) gebruik maken van geweld om hun doelen te bereiken.
    – Radicaliseringstendensen: het onderzoeken van radicaliseringsprocessen onder bevolkingsgroepen in Nederland, in het bijzonder binnen de moslimgemeenschap.
    – Economisch en financieel onderzoek: het onderzoeken en zonodig verstoren van geldstromen van en naar terroristische en extremistische groeperingen.
    – Ongewenste bemoeienis van vreemde

    Werkterrein 5: Apparaat

    Toelichting:

    Voor terrorismebestrijding heeft de AIVD naar aanleiding van het Actieplan Terrorismebestrijding en Veiligheid, uit 2001, meerjarig extra middelen toegewezen gekregen. Hiermee kon gedurende 2002 en 2003 een intensivering van de inzet worden gefinancierd. De intensievere inzet werd vooral benut voor meer target gericht onderzoek.

    Tegelijkertijd was sprake van een meer dan evenredige toename van de kosten voor personeel en materieel, omdat hogere kwaliteitseisen gesteld werden aan nieuwe medewerkers en aan de techniek van informatisering en operationele ondersteuning. De benodigde inzet op andere aandachtsgebieden van de dienst dan het islamitisch terrorisme kwam onder druk te staan. In 2004 is een verdere intensivering op terrorismebestrijding noodzakelijk gebleken. Daartoe is scherp geprioriteerd op de diverse taken van de dienst.

    Voor 2005 en verder zijn opnieuw meerjarig extra middelen toegewezen. Deze zullen vooral worden benut om de targetgerichte activiteiten – ook in de nationale en internationale samenwerking – verder uit te bouwen en onderzoek naar aan terrorisme gerelateerde fenomenen te borgen.

    Voor een inlichtingen- of veiligheidsdienst is voorts het op peil houden van specifieke vaardigheden en kennis van medewerkers van eminent belang. De komende 10 jaar zullen veel ervaren medewerkers de dienst verlaten, wat noopt tot extra investeren in kennisoverdracht. Van vergelijkbaar belang is dat gebruikte (inlichtingen-)methoden en technieken state of the art zijn en dat het internationaal netwerk van inlichtingen- en veiligheidsdiensten ten volle wordt benut. Het is noodzakelijk in dit verband geld vrij te krijgen voor lange termijn investeringen, met name in techniek en interne informatiehuishouding en in internationale presentie (o.m. liaisons). Aan de commissie Bestuurlijke Evaluatie (cie. Havermans) is gevraagd in het najaar van 2004 te adviseren over de toerusting van de AIVD om op middellange termijn zo optimaal mogelijk te kunnen presteren.

    Observant #28, september 2004

    3 september 2004
    Veganisten barbequen niet
    Ravage # 11, 3 september 2004 , Erik Timmerman

    Nadat eind juni de AIVD en de Nationale Recherche gewag hadden gemaakt dat men voornemens was het radicaal dierenrechtenactivisme strenger aan te gaan pakken, werd ruim een maand later al enigszins duidelijk hoe zoiets er in de praktijk uit zal gaan zien. Na langdurige observatie werden acht personen gearresteerd die een stuk hekwerk bij het proefdiercentrum BPRC in Rijswijk kapot hadden geknipt.
    De acht activisten werden in de nacht van 9 op 10 augustus opgepakt nadat ze een deel van de omheining van het proefdiercentrum BPRC in Rijswijk hadden doorgeknipt. Het busje waarmee de activisten het terrein verlieten, werd ver buiten de gemeentegrens van Rijswijk door een horde agenten ‘opgewacht’. De inzittenden werd gearresteerd en overgebracht naar het politiebureau in Delft.
    Al snel werd duidelijk dat het hier om een goed gecoördineerde politie?actie ging. Er namen tientallen agenten deel aan de arrestatie, waarvan een aantal aan het accent te horen uit Amsterdam afkomstig was. Op het politiebureau in Delft bleek dat medewerkers van de Nationale Recherche betrokken waren bij de nachtelijke operatie.


    3 september 2004
    Maarten vast in Zweden
    Ravage #11 van 3 september 2004

    Justitie heeft Maarten Blok overgedragen aan de Zweedse autoriteiten. De Haagse rechtbank wees onlangs een vordering tegen uitlevering van de hand. Maarten wordt er van beschuldigd tijdens de EU top van juni 2001 in Göteborg een agent met een stok op het hoofd te hebben geslagen.
    MAARTEN BLOK had begin augustus een kort geding aangespannen tegen het besluit van minister Donner van Justi­tie om uitlevering aan Zweden toe te staan. Maar de Haagse rechtbank is van mening dat er geen sprake is van onrechtmatig handelen van de kant van de minister. Er zijn volgens de rechtbank geen of onvoldoende bewijzen voorhanden die aantonen dat Maarten in Zweden geen eerlijk proces zal krijgen.
    Ook dient het feit dat de Zweedse autoriteiten hem in eigen land voor het gerecht wil brengen en de zaak niet overdraagt aan Nederland gerespecteerd te worden, aldus de rechtbank. Nadat eerder al de Amsterdamse rechtbank en de Hoge Raad van mening waren dat uitlevering toegestaan is, waren Maartens juridische mogelijkheden opgedroogd.


    15 juli 2004
    Brief aan de Tweede Kamer over wetgeving m.b.t. inlichtingen- en veiligheidsdiensten

    In deze brief geeft minister Remkes een overzicht van de verschillende voorstellen tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, nl. de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (WIV 2002) en de Wet veiligheidsonderzoeken, die momenteel in voorbereiding zijn.
    Het betreft de volgende wetgevingstrajecten, met bij elk daarvan een indicatie van de stand van de voorbereiding:
    bewaken en beveiligen;
    post-Madrid maatregelen;
    NSO (Nationale SIGINT Organisatie);
    toets Wet veiligheidsonderzoeken;
    voorstellen naar aanleiding van het onderzoek van de commissie bestuurlijke evaluatie. Deze commissie onderzoekt momenteel de wettelijke taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en middelen van de AIVD.


    2 september 2004
    BALKENENDE: ‘NIEUWE AANPAK TERREURBESTRIJDING’
    regering.nl

    Er komt een Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) en de minister van Justitie krijgt bij acute terreurdreigingen de bevoegdheid maatregelen te nemen op het terrein van andere ministeries.
    Dat heeft minister-president Balkenende aangekondigd op de persconferentie na afloop van de wekelijkse ministerraad. De maatregelen zijn volgens Balkenende nodig omdat ‘deze tijd steeds meer dreigingen kent’.
    De ministerraad heeft een voorstel van de ministers Donner (Justitie) en Remkes (BZK) over de nieuwe aanpak van de terrorismebestrijding op hoofdlijnen overgenomen.
    De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding wordt verantwoordelijk voor de beleidsontwikkeling op het terrein van terrorismebestrijding, de analyse van informatie en voert de regie over de noodzakelijke beveiligingsmaatregelen. De NCTb legt verantwoording af aan zowel de minister van Justitie als de minister van BZK.
    Bij acute terreurdreigingen is de minister van Justitie de eerst verantwoordelijke bewindspersoon voor de aanpak van de dreiging. Hij krijgt de bevoegdheid om ook op terreinen van andere ministeries maatregelen te nemen. De minister van BZK is de eerstverantwoordelijke minister voor crisisbeheersingsoperaties bij rampen.


    juli 2004
    INTERNATIONALE TERRORISME
    Een longitudinale statistische analyse

    Rik Coolsaet
    Teun Van de Voorde

    1. Inleiding

    Walter Laqueur, auteur van het standaardwerk Terrorism (1977), merkte in 1985 op dat wie het internationale terrorisme in een historisch perspectief plaatst, tot onverwachte vaststellingen komt. In verband met de grote belangstelling die het terrorisme genoot in de jaren tachtig, noteerde hij:
    “[Historians] will note that presidents and other leaders frequently referred to terrorism as one of the greatest dangers facing mankind. For days and weeks on end, television networks devoted most of their prime-time news to covering terrorist operations. Publicists referred to terrorism as the cancer of the world, growing inexorably until it poisoned and engulfed the society on which it fed. […] In countless articles and books, our historian will read about the constantly rising number of terrorist attacks. Being a conscientious researcher he will analyse the statistics, which are bound to increase his confusion, for he will find that more American civilians were killed in 1974 (22) than in 1984 (16).” (1)
    Vanuit deze constatering uit 1985 hebben wij de huidige golf van internationale terreuraanslagen aan een longitudinale statistische analyse onderworpen. We baseren ons hierbij op de twee meest gezaghebbende statistische bronnen op het gebied van het terrorisme, respectievelijk afkomstig van het State Department en van de RAND Corporation.
    Een voorafgaande methodologische opmerking moet hier echter gemaakt worden. Elke definitie van ‘terrorisme’ is arbitrair. Wat sommigen als terrorisme zullen bestempelen, wordt door anderen niet als dusdanig erkend. Het State Department (State) en de RAND Corporation (RAND) hanteren verschillende definities en criteria betreffende het internationale terrorisme. Dat resulteert in zeer uiteenlopende schattingen van het absolute aantal aanslagen. Wat ons hier echter interesseert, is niet op de eerste plaats het aantal aanslagen op zich, maar de trend op langere termijn die uit deze cijfers blijkt. Niet de absolute cijfers zijn hier dus van belang, wel de relatieve evolutie ervan, m.a.w. binnen de gehanteerde definities in beide datasets.



    AIVD Dossiers over studentenverening openbaar

    In de jaren ’60 en ’70 was de ASVA op politiek gebied erg actief. Zo actief, dat de Binnenlandse Veiligheidsdienst (nu de AIVD) de ASVA jarenlang in de gaten heeft gehouden. Het archief (van 820 pagina’s!) dat de BVD heeft bijgehouden over de ASVA, is sinds kort vrijgegeven en staat nu online.
    In de PDF bestanden kunt u verslagen van vergaderingen, discussies en acties lezen. Vooral de rol van communisten binnen de studentenwereld was een voor de BVD interessant onderwerp.
    Namen van betrokkenen (zowel personen die onderzocht werden als van informanten van de BVD) zijn witgemaakt door de AIVD. De tekst in de PDF bestanden is zoekbaar. Vanwege de matige kwaliteit van de documenten die de ASVA Studentenunie van de AIVD heeft gekregen, is sommige tekst niet altijd even goed leesbaar. Als de PDF lezer niet voorbij 100% ingezoomd staat, is het meerendeel echter goed leesbaar.



    17-6-2004

    Wageningen en de AIVD
    Door PAUL BOLWERK

    WAGENINGEN – De Regionale Inlichtingen Dienst van de politieregio Gelderland – Midden is weer zeer actief in Wageningen. De aandacht is vooral gericht op dier – en milieuactivisten, en mogelijkerwijs radicalen van etnische afkomst.
    Dat bleek gisteravond tijdens de raadscommissie bestuur van de gemeente Wageningen. Burgemeester A. Pechtold liet doorschemeren dat hij in ieder geval in het afgelopen half jaar periodiek contact heeft met de RID: de ‘inlichtingentak’ van de regionale politie èn de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, voorheen de BVD.
    Pechtold weigerde, ook na aandringen van GroenLinks-raadslid R. Janmaat, aan te geven wie of welke groeperingen in Wageningen extra in de gaten worden gehouden. Eveneens wilde hij niet ingaan op de redenen voor extra observatie, dan wel infiltratie in het Wageningse.
    De bijeenkomst was ‘redelijk uniek’, want RID-chef Regterschot was gisteren bereid gevonden om het werk van zijn inlichtingendienst uiteen te zetten. In bijzijn van de politietop en officier van justitie mr. M. de Weert.

    Verslag van de Commissie vergadering


    Discussie over Dossier Nordpol – Het Englandspiel onder de loep van Jo Wolter

    Op 17 september a.s. organiseren het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) en de Netherlands Intelligence Studies Association (NISA) een discussiemiddag rond het in 2003 verschenen Dossier Nordpol – Het Englandspiel onder de loep van Jo Wolters (ISBN 90-5352-882-2). De discussie staat onder leiding van Prof. Dr. J.C.H. Blom, directeur van het NIOD.

    Sprekers:
    Jhr. Mr. D.J.H.N Den Beer Poortugael: betrokken bij verzets- en inlichtingenwerk tijdens de Tweede Wereldoorlog. Publiceerde over het Englandspiel en is lid van de Special Forces Club te Londen.
    Professor M.R.D. Foot: professor of modern history, Manchester 1967-1973; o.a. auteur van SOE in the Low Countries, (London, 2001)
    Mr. Dr. J.P.M.H. Wolters: auteur van Dossier Nordpol – Het Englandspiel onder de loep.

    Belangstellenden worden verzocht zich aan te melden bij b.m.dejong@uva.nl


    3 augustus 2004
    Advies van het College Bescherming Persoonsgegevens over Wet politiegegevens:
    uitbreiding bevoegdheden vereist ook waarborgen

    cbpweb.nl

    Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft op verzoek van de Minister van Justitie advies uitgebracht over het conceptwetsvoorstel Regels inzake de verwerking van politiegegevens, de Wet politiegegevens. Het CBP steunt de voorgestelde verruiming van de mogelijkheden voor de politie om gegevens over individuele personen te verwerken en zowel intern als extern uit te wisselen.
    De Wet politiegegevens zal de huidige Wet politieregisters vervangen. In het uitgebreide advies stemt het CBP in met de structuur die het conceptwetsvoorstel biedt voor de verwerking van politiegegevens binnen de politie. Juist vanwege het beginsel van fee flow of information binnen de politie, dienen echter meer waarborgen getroffen te worden met het oog op de kwaliteit van de gegevens.
    De voorgestelde verruiming van de mogelijkheden om gegevens over individuele personen te verwerken is noodzakelijk. Echter, het op grote schaal en voortdurend verwerken van gegevens over onverdachte personen in het kader van de zogenaamde themaverwerkingen gaat naar het oordeel van het CBP te ver. Ook de voorgestelde bewaartermijnen voor gegevens zijn veel te lang. Het CBP adviseert de Minister criteria op te stellen met concrete aanknopingspunten voor het maken van uitzonderingen op de bewaartermijn waar dat echt nodig is.
    Het CBP adviseert verder toegang tot politiegegevens ten behoeve van zowel intern als extern toezicht uitdrukkelijk te regelen. Het toezicht wordt versterkt door de voorgestelde verplichte periodieke audits naar de gegevensverwerkingen. Het CBP adviseert om daarnaast de privacyfunctionarissen binnen de politiekorpsen een volwaardige positie als intern toezichthouder te geven.

    Regels inzake de verwerking van politiegegevens (Wet politiegegevens )

    Wetsvoorstel (pdf)
    Memorie van Toelichting (pdf)


    2 en 3 september
    Conferentie “Europese strafrechtelijke ruimte”
    Staten Generaal

    De keus voor het thema “Europese Strafrechtelijke ruimte” is gebaseerd op de waarneming, dat bestrijding van de criminaliteit in alle lidstaten van de Europese Unie een belangrijk politiek agendapunt is, internationalisering van criminaliteit onverminderd aandacht vraagt en de bestrijding van georganiseerde, veelal grensoverschrijdende misdaad een niet weg te denken onderwerp van de Europese politiek is geworden. Misdaad is bovendien van alle tijden en alle
    landen. Bestrijding is nodig ter bescherming van burgers, de bescherming van de openbare orde en van de rechtstaat. Ook van de rechtstaat, omdat de toename van misda ad – zelfs als die toename slechts een perceptie is van de publieke opinie – het vertrouwen in het vermogen van de democratische rechtstaat om zijn burgers te beschermen aantast.
    Om die reden zijn politici gevoelig voor de opvatting van burgers over de aanpak van criminaliteit. De aandacht van het publiek is echter geen constante. Doorgaans zijn het incidenten die een gevoel van urgentie creëren dat leidt tot directe, soms op de korte termijn afgestemde maatregelen. Bovendien richt de aandacht van publiek en politiek zich daarbij doorgaans op een specifieke vorm van criminaliteit, waardoor te nemen maatregelen niet altijd in samenhang met andere terreinen en in samenhang met het perspectief op lange termijn worden gezien. Enerzijds is dit inherent aan het politieke proces in democratieën, anderzijds bergt dit een risico in zich. Namelijk het risico dat na enige tijd het totale resultaat onbevredigend blijkt te zijn, zowel in termen van rechtstatelijkheid, van een behoorlijk functionerend rechtssysteem als in termen van een effectieve criminaliteitsbestrijding.

    In het voorgaande ligt verder een paradox besloten. De criminaliteitsbestrijding raakt de essentie van de staat, van de band tussen de staat en burger, raakt de raison d’être van de staat. Anderzijds impliceert de internationalisering van misdaad dat de staat niet zelfstandig die misdaad kan bestrijden. Zoland bilaterale of multilaterale samenwerking voldoet, speelt de staat de eerste viool. Naar mate de multilaterale samenwerking in de Europese Unie zich verdicht – zowel in intensiteit als in regulering – bereikt het – al bedient men zich van “klassieke instrumenten als erkenning van bijvoorbeeld rechterlijke beslissing op basis van het vertrouwensbeginsel – op enig moment een omslagpunt. Na dat omslagpunt leidt die verdichting tot een verschuiving in het zwaartepunt van de besluitvorming over principes en prioriteiten van de misdaadbestrijding naar het niveau van de Europese Unie.
    Dat is niet noodzakelijkerwijs een verschuiving naar duidelijk identificeerbare, politiek verantwoordelijke, parlementair controleerbare ambten. Zoals parlementaire controle op de besluitvorming in de Raden van Ministers diffuus is, is dat het geval ten aanzien van bijvoorbeeld gemeenschappelijke onderzoeksteams. Het Verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa, biedt een nieuwe basis voor de samenwerking tussen de lidstaten op strafrechtelijk terrein en ook voor optreden van de instellingen op dit terrein. Het verdrag constitueert niet in de klassieke zin door strikte attributie en distributie van bevoegdheden: een taakverdeling tussen unie-instelling en lidstaten en tussen de te onderscheiden staatsmachten. Wel biedt het een kader en wel een dynamisch kader. De nieuwe Europese grondwet bevat niet één vaste oriëntatie op lange termijn, maar laat ruimte voor keuzes. Daarbij kunnen keuzes op deelterreinen resulteren in
    een hoofdrichting die niet vooraf zichtbaar is.

    Lezing door minister Donner van Justitie bij conferentie van de Staten-Generaal, over het thema “Europese strafrechtelijke ruimte” op 2 en 3 september 2004, Den Haag.


     

    31 augustus 2004
    Spreektekst minister Remkes over politiesamenwerking voor het Europees Parlement in Brussel

    Allereerst mijn dank voor de gelegenheid die u mij en mijn collega biedt om een paar zaken toe te lichten. Het is een aparte en indrukwekkende ervaring hier in uw midden te mogen zijn; tussen u, die zoveel aspecten van de Europese eenheid vertegenwoordigt.
    Ik wil graag met u spreken over een onderwerp dat mij en de Nederlandse regering erg na aan het hart ligt: een verbetering van de samenwerking op het gebied van de politie.
    U zult met mij de ervaring delen dat – vanwege onze nationale wetgevingen en vanuit onze eigen emoties – de grenzen tussen onze landen nog steeds bestaan maar dat we, tegelijkertijd, zien dat criminelen en terroristen alle mogelijkheden benutten die de Europese eenwording ook hen biedt. Criminaliteit is grensoverschrijdend. Dat betekent dat de aanpak van criminaliteit grenzelóós moet zijn.
    We moeten samenwerken; Samen maakt sterk!
    Om tijdens het Nederlands voorzitterschap stappen voorwaarts te zetten hebben wij een ambitieus werkprogramma opgesteld, gericht op nakomen van wat er in EU-verband is afgesproken, op praktische operationele politiesamenwerking en het op alle terreinen verbeteren van de informatie-uitwisseling van de betrokken diensten. In ons programma wordt aandacht gegeven aan transportpolitie, bescherming van prominenten, integriteit van de politie, voertuigcriminaliteit, een bestuurlijke aanpak van criminaliteit en CEPOL (de Europese Politie-academie).


    UK: Police can keep DNA of innocent people indefinitely
    – the law lords have set a dangerous precedent by backing the demands of the state over individual privacy
    Statewatch.nl

    The highest court in the land, in the House of Lords, ruled on 22 July that DNA samples taken from people who are not charged with an offence or who are acquitted can still be held indefinitely by police.
    The court was hearing two test cases. The first by a boy from Sheffield who was 11 years old when he was arrested for attempted burglary in 2001. His lawyers asked for his fingerprints and DNA samples to be destroyed after his acquittal. The second case involved a man from Sheffield who gave a DNA sample when he was charged with harassing his partner – the case never came to court as the couple came together again and the woman decided not to press charges.He asked the South Yorkshire police to destroy the sample and fingerprints.
    Peter Mahy, the solicitor representing the two people, said he was surprised that four of the five law lords found no breach of privacy (under Article 8.1 of the European Convention on Human Rights). He said that his clients hope to challenge the judgement in the European Court of Human Rights.
    In July the UK Forensic Science Service announced that the number of DNA profiles on the national database had reach two million.


    1-9-2004
    Nieuwe regeling voor opvragen verkeersgegevens
    Ministerie van Justitie

    Het wetsvoorstel van minister Donner dat de bevoegdheden aanpast van openbaar ministerie en politie om verkeersgegevens op te vragen bij aanbieders van telecommunicatienetwerken en -diensten, treedt op 1 september 2004 in werking. Het gaat om twee wijzigingen in bestaande regelgeving.
    De eerste wijziging betreft gegevens over het telecommunicatieverkeer van de gebruiker, zoals de datum, het tijdstip en de duur van een gesprek of een verbinding, de nummers en de locatie. Ze verschaffen inzicht in het telecommunicatiegedrag en het patroon van contacten van een verdachte. De bevoegdheid van de officier van justitie om deze gegevens te vorderen, is aangepast aan recente ontwikkelingen in de telecommunicatietechniek.
    De tweede wijziging betreft de introductie van de bevoegdheid voor opsporingsambtenaren om zogeheten gebruikersgegevens op te vragen. Dit zijn de naam van de verdachte, zijn adres, postcode, woonplaats, zijn nummer of de soort dienst van openbare telecommunicatienetwerken waarvan gebruik is gemaakt. Gebruikersgegevens stellen de opsporingsambtenaar in staat na te gaan met welke persoon hij van doen heeft. Ze zijn onmisbaar voor een strafvorderlijk onderzoek. Het vergaren van gebruikersgegevens voor opsporingsdoeleinden gebeurt nu ten dele op basis van de Wet bescherming persoonsgegevens.

    De nieuwe regeling


    Juli 2004
    France, Germany and Spain to share access to databases

    Statewatch

    Work is underway to enable France. Germany, and Spain to give access to each other to their respective criminal record databases. Tests are expected to begin before 2004 is over, and systematic information exchanges on offenders between the three countries will start next year. A joint working group was established by the three countries at the start of 2003 to provide solutions for any technical or legal difficulties that this initiative may entail. Press statements by the French and Spanish justice ministries stressed that the working group is responsible for guaranteeing that these information exchanges are characterised bs a high level of security and confidentiality. and for developing a system that may be easily extended to other countries.

     

    Terrorisme plannen Remkes doen Oostbloktijden herleven

    Wil van der Schans
    Ravage #12 van 23 september 2004

    Terwijl in kringen van Duitse terrorismebestrijders de twijfel groeit over het nut van rasterfahndung, komt minister Remkes van Binnenlandse Zaken met een voorstel om het systeem ook in Nederland in te gaan voeren. Hiermee krijgt de AIVD onbeperkt toegang tot digitale bestanden, hetgeen gevaren oplevert voor de burger.

    ,,Goedemorgen, AIVD, mag ik even binnenkomen?” Het zal niet de eerste associatie zijn bij nieuwe vormen van geautomatiseerde data-analyse om in een vroeg stadium mogelijke terroristen te ontdekken. Plannen die minister Johan Remkes deze zomer bekend maakte.
    Toch zullen de Arie’s en Freek’s van de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst) na elke gevonden afwijking in de gekoppelde databestanden op pad moeten gaan. De maatregel werd aangekondigd na de aanslagen van 11 maart jl. in Madrid en dringt diep binnen in het privé-leven van burgers.
    Volgens Remkes tonen de aanslagen aan dat minder dan voorheen bij de opsporing van de daders de aandacht zich kan beperken tot bepaalde groepen en organisaties. Een analyse die de plank aardig mis lijkt te slaan. In Duitsland is gebleken dat vergaande data-analyse, rasterfahndung (fijnmazige opsporing), niets dan narigheid oplevert.

    lees meer

    Terrorisme plannen Remkes doen Oostbloktijden herleven

    Ravage #12 van 23 september 2004

    Terwijl in kringen van Duitse terrorismebestrijders de twijfel groeit over het nut van rasterfahndung, komt minister Remkes van Binnenlandse Zaken met een voorstel om het systeem ook in Nederland in te gaan voeren. Hiermee krijgt de AIVD onbeperkt toegang tot digitale bestanden, hetgeen gevaren oplevert voor de burger.

    lees meer

    Terrorisme plannen Remkes doen Oostbloktijden herleven

    Ravage #12

    Terwijl in kringen van Duitse terrorismebestrijders de twijfel groeit over het nut van rasterfahndung, komt minister Remkes van Binnenlandse Zaken met een voorstel om het systeem ook in Nederland in te gaan voeren. Hiermee krijgt de AIVD onbeperkt toegang tot digitale bestanden, hetgeen gevaren oplevert voor de burger. lees meer

    Controle op informatieverzameling over onverdachte burgers ontbreekt

     Persbericht Autoriteit Persoonsgegevens/21 september 2004

    Het kabinet zal nieuwe maatregelen en bevoegdheden invoeren voor de bestrijding van het terrorisme. Het gaat om de coördinatie van de bestrijding, de respons op een concrete dreiging en om bevoegdheden met het oog op het voorkomen van terrorisme. Uitgebreide verzameling, koppeling en analyse van informatie over groepen en personen ziet het kabinet als de sleutel tot het voorkomen van terrorisme.

    Het CBP constateert dat de noodzaak van uitbreiding van bevoegdheden tot het verzamelen van informatie niet is aangetoond. De vergaande coördinatie van de informatieverzameling miskent de gescheiden wettelijke taken en bevoegdheden die inlichtingendiensten en politie hebben. Voorts meent CBP dat structureel toezicht op de informatie die in het kader van deze nieuwe bevoegdheden wordt vergaard, geboden is.

    De Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wijzen in hun brief van 10 september 2004 aan de Tweede Kamer erop dat informatie de belangrijkste grondstof is voor terrorismebestrijding. De informatie-uitwisseling tussen veiligheidsdiensten, politie, openbaar ministerie en IND zal daarom worden geïntensiveerd. Daartoe wordt een informatieknooppunt in het leven geroepen, de Contra-Terrorisme-infobox, waar bestanden zullen worden gecombineerd en geanalyseerd. Dreigingsanalyses van het informatieknooppunt kunnen leiden tot strafrechtelijk of vreemdelingenrechtelijk ingrijpen tegen individuen maar ook tot “inlichtingenmatige observatie” van personen, eventueel over langere perioden. Indien aan terrorisme gerelateerde activiteiten worden geconstateerd die niet kunnen worden getypeerd als strafrechtelijke feiten, kan ook worden overgegaan tot het “verstoren” van deze activiteiten. Door een persoon zodanig in de gaten te houden dat hem en zijn omgeving duidelijk wordt dat hij onderwerp is van overheidsoptreden, zou deze feitelijk geen rol meer kunnen spelen in aan terrorisme gerelateerde zaken. De Minister van Justitie zal verantwoordelijk worden voor de algemene aanpak van verstoringsacties.

    Het CBP signaleert in de voorstellen een verruiming van bevoegdheden zonder dat de onderbouwing met feiten is gestaafd. De nieuwe bevoegdheden komen boven op de 1 september in werking getreden antiterrorismewetgeving. Het ging hierbij om uitbreiding van de reikwijdte van het Wetboek van Strafrecht door nieuwe strafbaarstellingen en door verhoging van de strafmaat voor het plegen van misdrijven met een terroristisch oogmerk. Voorts is samenspanning (d.w.z. het maken van afspraken) tot terroristisch handelen strafbaar gesteld.

    Met deze nieuwe wettelijke bepalingen voor informatieverwerking is nog geen enkele ervaring opgedaan die zicht geeft op nut en noodzaak van de maatregelen. Daarbij komen nog de reeds ingevoerde of nog in te voeren bevoegdheden voor het onderscheppen van telecommunicatie en de bevoegdheid tot het opeisen van informatie bij bedrijven en andere organisaties. De voorstellen betekenen dat opsporingsbevoegdheden al mogen worden ingezet zonder dat sprake is van verdenking van overtreding van het Wetboek van Strafrecht. Het is, aldus de brief van de ministers, voor de overheid voldoende dat een burger haar argwaan opwekt om hem te kunnen observeren teneinde vast te stellen of de argwaan gerechtvaardigd is of niet.

    Het CBP waarschuwt voor de gevolgen van een vermenging van de taken van veiligheidsdiensten en politie. Het kabinet introduceert met de Contra-Terrorisme-informatiebox een concept dat veel vragen oproept. Het lijkt een vrijbrief voor ongelimiteerde informatieuitwisseling tussen de veiligheidsdiensten en de politie. Dit betekent dat onderzoek op grond van losse vermoedens en aannames op grotere schaal gedeeld zal worden. Zo lijkt informatie over veel onverdachte burgers van de dossiers van de veiligheidsdiensten terecht te zullen komen in de politieregisters.

    De gevolgen van zo’n vermenging van functies kunnen zeer ingrijpend zijn. De bescherming van de staatsveiligheid is primair een zaak van de inlichtingendiensten. Deze hebben zeer vergaande bevoegdheden om reeds bij het enkele vermoeden dat de staatsveiligheid in het geding is informatie te verzamelen. Het delen van deze veelal ‘’zachte” informatie met de opsporingsdiensten mag pas plaatsvinden, na zorgvuldige analyse en taxatie, indien sprake is van een begin van verdenking dat er strafbare feiten worden beraamd of gepleegd. Samenwerking is noodzakelijk voor terrorismebestrijding, maar de politie moet dan wel worden geïnformeerd op een moment dat er sprake is van uitoefening van de politietaak. Op dat moment kan informatie van met name de Algemene inlichtingen- en veiligheidsdienst worden ingebracht in een gemeenschappelijke informatiebox.

    Los van nut en noodzaak van de voorgenomen maatregelen ontbreekt in de geschetste plannen een voorstel voor een adequate en structurele controle op het proces van het verzamelen en delen van informatie. Het zou een ernstige tekortkoming zijn als het kabinet hierin niet voorziet. Veel van de werkzaamheden zullen in het verborgene blijven, ook voor de personen die ten onrechte voorwerp van onderzoek zijn geweest. Des te noodzakelijker is het om controle op de uitoefening van deze vergaande overheidsmacht in te bouwen. De burger moet beschermd worden tegen terrorisme maar moet ook het vertrouwen kunnen behouden dat de overheid op rechtmatige wijze haar vergaande bevoegdheden uitoefent.

    Het CBP onderschrijft vanzelfsprekend de noodzaak voor het kabinet om effectieve maatregelen te nemen ter bestrijding van het terrorisme. Internationale verdragen, Europese regels, de Nederlandse grondwet en andere wetten vereisen echter dat de beoogde verwerking van informatie over grote groepen onverdachte burgers voldoet aan de maatstaf van nut en noodzaak en dat voorzien is in rechtsbescherming. In zijn advisering aan de betrokken ministers zal het CBP eventuele wetsvoorstellen op basis van deze plannen beoordelen aan de hand van dit normatieve kader.

    Over het CBP
    Het CBP houdt – onder de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) – toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

    Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zo nodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.

    Veganisten barbequen niet

    Ravage # 11

    Nadat eind juni de AIVD en de Nationale Recherche gewag hadden gemaakt dat men voornemens was het radicaal dierenrechtenactivisme strenger aan te gaan pakken, werd ruim een maand later al enigszins duidelijk hoe zoiets er in de praktijk uit zal gaan zien. Na langdurige observatie werden acht personen gearresteerd die een stuk hekwerk bij het proefdiercentrum BPRC in Rijswijk kapot hadden geknipt. lees meer

    Maarten vast in Zweden

    Uit: Ravage #11 van 3 september 2004

    Justitie heeft Maarten Blok overgedragen aan de Zweedse autoriteiten. De Haagse rechtbank wees onlangs een vordering tegen uitlevering van de hand. Maarten wordt er van beschuldigd tijdens de EU top van juni 2001 in Göteborg een agent met een stok op het hoofd te hebben geslagen.

    MAARTEN BLOK had begin augustus een kort geding aangespannen tegen het besluit van minister Donner van Justi­tie om uitlevering aan Zweden toe te staan. Maar de Haagse rechtbank is van mening dat er geen sprake is van onrechtmatig handelen van de kant van de minister. Er zijn volgens de rechtbank geen of onvoldoende bewijzen voorhanden die aantonen dat Maarten in Zweden geen eerlijk proces zal krijgen.
    Ook dient het feit dat de Zweedse autoriteiten hem in eigen land voor het gerecht wil brengen en de zaak niet overdraagt aan Nederland gerespecteerd te worden, aldus de rechtbank. Nadat eerder al de Amsterdamse rechtbank en de Hoge Raad van mening waren dat uitlevering toegestaan is, waren Maartens juridische mogelijkheden opgedroogd.

    lees meer

    Geheime dienst weer actief in Wageningen

    2004-06-17 14:41:00 – source: www.gelderlander.nl

    Door PAUL BOLWERK
    WAGENINGEN – De Regionale Inlichtingen Dienst van de politieregio Gelderland – Midden is weer zeer actief in Wageningen. De aandacht is vooral gericht op dier – en milieuactivisten, en mogelijkerwijs radicalen van etnische afkomst.Dat bleek gisteravond tijdens de raadscommissie bestuur van de gemeente Wageningen. Burgemeester A. Pechtold liet doorschemeren dat hij in ieder geval in het afgelopen half jaar periodiek contact heeft met de RID: de ‘inlichtingentak’ van de regionale politie èn de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, voorheen de BVD.Pechtold weigerde, ook na aandringen van GroenLinks-raadslid R. Janmaat, aan te geven wie of welke groeperingen in Wageningen extra in de gaten worden gehouden. Eveneens wilde hij niet ingaan op de redenen voor extra observatie, dan wel infiltratie in het Wageningse.

    De bijeenkomst was ‘redelijk uniek’, want RID-chef Regterschot was gisteren bereid gevonden om het werk van zijn inlichtingendienst uiteen te zetten. In bijzijn van de politietop en officier van justitie mr. M. de Weert.

    Wageningen heeft wat dat betreft een traditie hoog te houden. Juli 1990 heeft de toenmalige Binnenlandse Veiligheidsdienst voor het eerst in haar geschiedenis tegenover de Wageningse gemeenteraad tekst en uitleg gegeven over haar werkzaamheden. Directe aanleiding was de mislukte werving van een Wageningse student biotechnologie als BVD-infiltrant.

    Met het doel zicht te krijgen op groeperingen mogelijkerwijs verantwoordelijk voor bijvoorbeeld de Makro-branden, aanslagen op Shell-stations en vernielingen (Razende Rooiers, Ziendend Bintje) van proefvelden met genetish gemanipuleerde gewassen.

    “We zijn geen spionnen, maar infiltreren wel”, beaamde Regterschot. Om niet al te hoog gestemde verwachtingen te scheppen, verduidelijkte hij wel dat het grootste deel van het werk bestaat uit informatiewinning (luisteren, observeren, praten en dossiers aanleggen) aan de hand van openbare bronnen. Gekscherend, ook wel de KKK ofwel de KnipselKrantKlub genoemd.

    De universiteitsstad is altijd al in beeld geweest van de inlichtingendienst. Maar na de moord op Pim Fortuyn (6 mei 2002) door de Wageningse milieuactivist Volkert van der G. is de aandacht voor linkse activisten weer toegenomen. In het bijzonder bij de AIVD, de RID en naar verluidt ook de Korps Landelijke Politie Diensten.

    source: www.gelderlander.nl

    lees meer

    Verslag van de Commissie vergadering


    Observant nr 27, juni 2004

    De menselijke camera

    Erik Timmerman en Petra Bouwknegt
    Ravage #8, 11 juni 2004

    Gezichtsherkenning, biometrische vinger- en irisafdrukken, zelfdenkende camera’s met agressiedetectors. De technieken om voertuigen en personen te kunnen traceren lijken door de digitalisering van de samenleving onbegrensd. Buro Jansen & Janssen zet de nieuwste ontwikkelingen op een rijtje.
    In 1999 was Ede de eerste gemeente die cameratoezicht in de openbare ruimte introduceerde. In korte tijd beleefde deze vorm van toezichthouden een ware ‘boost’. Tientallen gemeenten besloten cameratoezicht in te voeren, met name in de uitgaansgebieden.
    De laatste tijd lijkt daar de rek een beetje uit. De systemen kosten veel geld en aantoonbare resultaten – meer arrestaties, minder overlast, mensen voelen zich veiliger – worden veelal niet gehaald.
    Dit wil echter niet zeggen dat de ontwikkelingen op cameragebied stilstaan. Hoewel een groot deel nog in de kinderschoenen staat, is het goed om alvast te weten wat we mogelijk nog kunnen verwachten de komende jaren.

     

     


    Nota Dierenrechtenactivisme in Nederland (AIVD) en Criminaliteitsbeeldanalyse Radicaal Dierenactivisme 1999 – 2003 (KLPD)

    AIVD en KLPD, 11 juli 2004

    In januari 2001 werd door het regiokorps Ijsselland een Bovenregionaal Rechercheteam (BRT) onder de naam ‘Escape’ opgericht dat onderzoek ging doen naar een aantal radicale dierenacties in Nederland dat in de periode daarvoor had plaatsgevonden. In het team zaten een aantal regiokorpsen, de Unit Terrorismebestrijding en Bijzondere Taken van de KLPD en de AIVD. In februari 2002 werd het team opgeheven, zonder dat er arrestaties zijn verricht. Alle informatie ging daarna naar de AIVD. Het rechercheteam dat de moord op Foruyn onderzocht dook ook in het radicale dierenactivisme. Dit leidde al voor de zomer van 2003 tot een verhoogde landelijke prioriteit. De procureurs-generaal verhoogden na overleg met de minister de prioriteit van de vervolging van dierenactivisten en het landelijk parket ging de onderzoeken coördineren. Dierenactivisme werd als een van de eerste taken overgeheveld naar de nationale recherche. De minister kondigde toen ook aan dat er een landelijke analyse gemaakt zou worden en dat gekeken zou worden welke informatie bekend was bij de AIVD. Bij de behandeling van wet Terroristische Misdrijven werd een motie aangenomen van de VVD, CDA en LPF waarin werd bepleit dat radicale dierenrechtenactivisten als terroristen moeten kunnen worden beschouwd. In een aangenomen motie stellen zij dat dierenrechten- en eco-activisten mogelijk terroristische daden begaan, omdat ze een deel van de bevolking vrees aanjagen. “Het is wenselijk als zij in voorkomende gevallen vervolgd worden terzake van een terroristisch misdrijf”, aldus de motie. Op 11 juli jl. verschenen de analyses van de AIVD en de KLPD.

    Uit het persbericht:

    Het AIVD-rapport ‘Dierenrechtenactivisme in Nederland, grenzen tussen vreedzaam en vlammend protest’ geeft aan dat het dierenrechtenactivisme in Nederland zowel divers als diffuus is. Het wordt vanuit verschillende invalshoeken en motieven bedreven. Uit het rapport blijkt bijvoorbeeld dat dierenrechtenactivisten niet altijd, zoals vaak verondersteld, links georiënteerd zijn, maar ook vanuit extreem-rechtse invalshoek handelen. Een andere categorie is a-politiek. Uit het rapport van de AIVD blijkt eveneens dat het overgrote deel van de activisten zich beperkt tot vreedzame acties en poogt door middel van demonstraties en het uitdelen van pamfletten de politiek en samenleving te attenderen op het dierenleed. Een kleinere groep maakt gebruik van verdergaande acties zoals blokkades, bezettingen en vernielingen om hun boodschap kracht bij te zetten. Een zeer kleine groep is zo extreem gewelddadig, dat sommige activiteiten dicht in de buurt komen van de delictsomschrijving in de Wet terroristische misdrijven. Zij willen tot het uiterste gaan om het lot van dieren gunstig te beïnvloeden. Deze laatste personen of organisaties hebben de bijzondere aandacht van de AIVD. Immers zij proberen via ondemocratische weg hun doel te bereiken. Door onderzoek tracht de AIVD zicht te krijgen in de aard, ernst en omvang van het fenomeen. De AIVD beoogt door middel van het identificeren en door informatieverschaffing radicale elementen aan te pakken.
    Uit de criminaliteitsbeeldanalyse blijkt dat er een toename is van het aantal incidenten. In 2001 betrof het nog 47 acties, twee jaar later is dat toegenomen tot 178. Het gaat dan om incidenten als vernieling, brandstichting, bedreiging/intimidatie en het vrijlaten van dieren uit fokkerijen. Het merendeel van de acties zijn gericht tegen de sector proefdieronderzoek. De analisten constateren een toenemende professionalisering in de acties. Deze vinden vaak plaats in georganiseerd verband en hebben in toenemende mate een relatie met buitenlandse radicale groeperingen. Ook lijken de acties zich te verharden. De exacte schade is niet vast te stellen, maar loopt in de miljoenen euro’s. Het betreft de geleden schade aan bedrijfspanden, derving van inkomsten en hogere verzekeringspremies. Tevens is er veel emotionele schade als gevolg van bedreigingen en intimidaties van personen (en van hun familieleden) die werkzaam zijn in de betreffende bedrijfssectoren.De overheid heeft daarom besloten de aanpak van radicaal dierenrechtenactivisme als nationale prioriteit aan te duiden. Alle incidenten worden via de politieregio’s centraal gemeld bij het Nationaal Informatieknooppunt en onderzocht door de Nationale Recherche. Op die wijze komt er een beter zicht op mogelijke relaties tussen verschillende actie’s en de personen die daar bij betrokken zijn. Door een landelijke aanpak wordt de expertise in tactisch en operationeel opzicht gebundeld. Hierdoor kan ook zicht worden gehouden op een meer adequate incidentenbehandeling in de regio’s. Over het sneller treffen van maatregelen en reageren op incidenten zijn de regio’s bovendien aan het begin van dit jaar reeds aangeschreven door het College van procureurs-generaal. Het gaat om een meer uniforme en intensieve aanpak, waarbij alle bedrijven waar een dierenrechtenactie plaatsvindt worden bezocht en op sporen worden onderzocht. Ook dient er meer aandacht te zijn voor de wijze waarop met slachtoffers wordt omgegaan.
    Verder hebben de betreffende diensten contact met de branches om informatie uit te wisselen. Zo kan er tevens gewerkt worden aan een sterkere informatiepositie. De Nationale Recherche onderhoudt tevens contacten met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst om informatie uit te kunnen wisselen over personen en groeperingen. Slachtoffers van genoemde acties kunnen 24 uur per dag rechtstreeks melding doen van incidenten bij de KLPD.

    AIVD-rapport ‘Dierenrechtenactivisme in Nederland, grenzen tussen vreedzaam en vlammend protest’
    KLPD-rapport: Criminaliteitsbeeldanalyse Radicaal Dierenactivisme 1999 – 2003

    Gerelateerde links:
    ESCAPE, Bovenregionaal Rechercheteam gevormd tegen dierenrechtenactivisten. (Buro Jansen & Janssen)
    Nieuwe Terrorismewet, Ook activist kan terrorist zijn (Buro Jansen & Janssen)


    Toezichtsrapport betreffende het onderzoek van de Commissie van Toezicht naar het AIVD-onderzoek inzake radicaliseringsprocessen binnen de islamitische gemeenschap

    29 april jl verscheen het eerste diepteonderzoek van de Commissie van Toezicht betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Deze commissie is ingesteld na de invoering van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2002. De Commissie controleert de rechtmatigheid en de uitvoering van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
    Het eerste diepteonderzoek richtte zich op het onderzoek van de AIVD naar radicaliseringsprocessen binnen de Islamitische gemeenschap. Dit onderwerp staat sinds begin negentiger jaren hoog op de agenda van de AIVD .
    Het rapport is een gekuiste versie van het geheime onderzoekrapport dat de commissie op 31 maart jl. aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stuurde.

    In het verslag van de commissie vallen een aantal zaken op.

    Pas in 2003 heeft de AIVD z’n blikveld verbreed. Tot die tijd richtte binnen de AIVD de Pijler Anti-Integratieve tendensen (A1-pijler) zich op personen en groepen of organisaties die radicaliseren, sinds midden 2003 is de pijler omgedoopt tot Pijler Radicaliseringstendensen, die zich ook richt op radicaliserende processen, ontwikkelingen en tendensen.

    De commissie constateert dat de scheidslijn tussen informanten en infiltranten erg dun is. Informanten zijn natuurlijke personen die ‘geacht worden de benodigde gegevens te kunnen verstrekken (art 17 lid 1 sub a WIV 2002). Infiltranten zijn werkzaam onder verantwoordelijkheid en instructie van de dienst (art 21 lid 1 sub a WIV 2002). In principe wordt een informant niet aangestuurd door de dienst, een infiltrant wel. De instructies aan infiltranten worden in een rapportage vastgelegd. In de onderzochte gevallen bevatte die rapportages geen instructies die inhielden dat infiltranten strafbare feiten mochten plegen, aldus de commissie. Bij de eerste contacten die de AIVD met informanten legt is het onduidelijk of iemand slechts informatie aan kan leveren of ook geschikt is als infiltrant. De AIVD speelt hier op in door ook alle informanten onder te brengen onder het regime van infiltranten, aldus de commissie. Slechts als iemand ook echt infiltrant wordt, volgt de AIVD de procedure van verlenging. Deze is niet nodig voor informanten.

    De commissie consteerde dat minister van Binnenlandse Zaken Remkes bij het geven van toestemming voor de inzet van bijzondere bevoegdheden (art 18 tot en met art 33 WIV 2002) wel zijn handtekening zette, maar geen datum vermeldde.

    De dossieropbouw binnen het team was slecht. De commissie constateerde dat de dossiers niet altijd even goed zijn bijgehouden. Er ontbeekt een vast model voor systematische dossieropbouwUit de conclusies:

    Besluitvorming teamopdracht correct

    Onvoldoende geanticipeert op de nieuwe wet, inmiddels wel

    Uitoefening bijzondere bevoegdheden proportioneel

    Betrek de jurisdische afdeling voortaan bij alle teamopdrachten

    Op internet veel te vinden over het fenomeen radicalisering. Team heeft naar vermogen hiervan gebruik gemaakt. Anderzijds beperking, omdat het zoeken op internet relatief arbeidsintensief is.

    De minister van Binnenlandse Zaken en Koninksrijksrelaties schreef op 26 april een reactie op het geheime rapport. Om te beginnen kon hij zich vinden in het onderscheid tussen gegevens die de commissie openbaar wilde maken en die geheim gehouden moeten worden.
    De minister neemt de aanbeveling om de juridische afdeling te betrekken bij teamopdrachten over en hij beloofd een datum te zullen vermelden bij de toestemming voor de inzet van een bijzondere bevoegdheid. Verder beloofd hij dat de interne regelgeving voor dossieropbouw zal worden aangescherpt.

    Geralateerde links:

    Rapport Commissie Van Toezicht, 29 april 2004

    Reactie Remkes, 26 april 2004

    Jaarverslag Commissie van Toezicht


    Veroordelingen in Rotterdamse ‘terroristenzaak’

    Buro Jansen & Janssen

    Op 21 juni jl. deed het Gerechtshof uitspraak in de zaak tegen vier vermeende terroristen uit Rotterdam. De vier waren op 13 september 2001 gearresteerd naar aanleiding van een ambtsbericht van de AIVD. Ze zouden betrokken zijn bij de voorbereidingen van een aanslag op de ambassade van de VS in Parijs. Nadat de Rotterdamse rechtbank in december 2002 de vier verdachten had vrijgesproken volgde nu een veroordeling tot een celstraf van zes jaren.
    Bij dit proces speelde de vraag of informatie afkomstig van de AIVD (of toen BVD) gebruikt mag worden om iemand te verdenken van een strafbaar feit.
    De Rotterdamse rechtbank was in december 2002 de mening toegedaan dat de verdenking onterecht was omdat het OM die verdenking ‘louter en alleen op grond van de inhoud van de van de veiligheidsdienst ontvangen inlichtingen baseerde. Bij het ontbreken van enig resultaat van strafrechtelijk onderzoek, moet worden vastgesteld dat verdachte op onvoldoende gronden “als verdachte” is aangemerkt.’ Vrijspraak volgde.
    Het OM ging in hoger beroep en op 25 april 2003 volgde een tussenvonnis van het Gerechtshof te ‘s Gravenhage over het verzoek van de advocaten om het hoofd van de AIVD te horen en de beschikken te krijgen over de door de AIVD getapte telefoongesprekken. Het Gerechtshof ging hierbij nadrukkelijk in op het feit dat de verzoeken vooral ‘de strekking hadden de wijze waarop de BVD de aan het openbaar ministerie verstrekte informatie heeft verkregen aan een toets te onderwerpen’. Vervolgens beredeneerde het Hof dat die toets niet aan een rechtbank onderworpen diende te worden. De taken en bevoegdheden van de AIVD en de politie zijn van rechtswege sterk gescheiden, de één bevordert de nationale veiligheid , de ander spoort op. De Memorie van toelichting op de WIV 2002 stelt het OM in de persoon van de Landelijke Officier Terrorismebestrijding inzage kan krijgen in de achterliggende stukken van de door de AIVD geleverde ambtsberichten, maar dat deze wel geheimhoudingsplicht heeft. Uitgaande van de WIV 2002 heeft de AIVD een rechtsplicht tot geheimhouding van bronnen en modus operandi, aldus het Gerechtshof. Bovendien valt de AIVD onder een eigen regime van (politieke) controle, er is een parlementaire commissie die de AIVD controleert en met de WIV 2002 werd ook een Commissie van Toezicht opgezet. ‘Het hof is van oordeel dat voor een toets op de rechtmatigheid van de verkrijging van de door de AIVD aan justitie verstrekte informatie slechts in zeer beperkte mate sprake kan zijn. Deze zal namelijk beperkt dienen te blijven tot de gevallen waarin sterke aanwijzingen bestaan dat sprake is van informatie die verkregen is met (grove) schending van fundamentele rechten. In zoverre dient naar ‘s hofs oordeel ook in de relatie tussen (thans) AIVD en justitie een vertrouwensbeginsel te gelden zoals dat geldt in het uitleveringsrecht en bij de verdragsrechtelijke rechtshulp in strafzaken, erop neerkomend dat de justitiële autoriteiten mogen uitgaan van in ieder geval de rechtmatige verkrijging van de door de BVD/AIVD verstrekte informatie.’
    Met deze uitspraak gaf het Gerechtshof een voorbode van de definitief uitspraak op 21 juni jl. waarbij de verdachten tot 6 jaren werden veroordeeld. Terwijl de Rotterdamse rechtbank een tip van de AIVD onvoldoende vond voor een verdenking, stelt het Haagse hof dat ‘het niet vermag in te zien dat de in de onderhavige zaak door de BVD via het Korps Landelijke Politiediensten in augustus en september 2001 verstrekte en in ambtsberichten neergelegde informatie de op 13 september van dat jaar uitgevoerde doorzoekingen niet legitimeerden, noch dat die ambtsberichten – in samenhang met onder meer de resultaten van die doorzoekingen – de aanhouding en voortgezette vrijheidsbeneming van de verdachte op grond van tegen hem bestaande ernstige bezwaren, niet zou kunnen rechtvaardigen.’ Met andere woorden: een tip door de AIVD is wel voldoende voor een verdenking. Het hof meld wel expliciet dat de ambtsberichten van de AIVD niet zijn meegnomen in de bewijsvoering. ‘Aan de vraag – in algemene zin – onder welke voorwaarden die informatie tot het bewijs zou mogen worden gebezigd, gaat het hof voorbij omdat het niet noodzakelijk acht van die informatie voor het bewijs gebruik te maken, mede op grond van de omstandigheid dat die informatie, voor zover relevant en behoudens voor zover van niet zuiver feitelijke aard, ook veelal uit andere bewijsmiddelen blijkt’ , aldus het hof.

    Gerelateerde links:

    Uitspraak rechtbank 18 december 2002, rechtbank Rotterdam
    Uitspraak gerechtshof 25 april 2003, Gerechtshof ‘s Gravenhage
    Uitspraak gerechtshof 21 juni 2004, Gerechtshof ‘s Gravenhage
    Het gebruik van AIVD-informatie in het strafproces, L. an Wifferen in Justitiele Verkenningen (WODC)
    Persbericht ministerraad: AIVD informatie meer gebruiken, Ministerie van Justitie
    Remkes: Misverstanden over waarde AIVD-informatie , AIVD
    Louis Sèvéke (OBIV) : AIVD schiet tekort in uitvoering van kerntaken , OBIV
    Notitie informatie van inlichtingen- en veiligheidsdiensten in het strafproces, Ministerie van Justitie
    AIVD in de rechtszaal, Donner wil bewijsmateriaal AIVD wettig maken , Buro Jansen & Janssen


    Argos

    vrijdag 25 juni 2004 11:02 Radio 1
    Hoe betrouwbaar is AIVD-informatie en wie controleert dat? Moet de rechtsstaat meer middelen krijgen in de strijd tegen het terrorisme?

    Deze week deed het gerechtshof in Den Haag een opmerkelijke uitspraak. Twee mannen kregen gevangenisstraffen van 6 en 4 jaar voor het deelnemen aan een internationale criminele organisatie die terroristische aanslagen wilde plegen. De mannen waren vorig jaar door de rechtbank in Rotterdam vrijgesproken omdat de rechtbank oordeelde dat de AIVD-informatie geen rol mocht spelen in het strafproces. Het hof in Den Haag vindt dat geen bezwaar en liet zelfs door de AIVD verzamelde informatie toe als bewijs tegen de verdachten. Dit tot grote vreugde van minister Donner van justitie, die voor het gebruik van AIVD-informatie in de rechtszaal zelfs een apart wetsvoorstel in de maak heeft.
    Hoe betrouwbaar is AIVD-informatie en wie controleert dat? Moet de rechtsstaat meer middelen krijgen in de strijd tegen het terrorisme?
    Een debat daarover met o.a. CDA Tweede Kamerlid W. van Fessem.


    Wet terroristische misdrijven (28.463) aangenomen in Eerste Kamer

    Dit wetsvoorstel wijzigt het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit het EU-kaderbesluit over terrorismebestrijding. Met dit voorstel worden terroristische misdrijven afzonderlijk omschreven en worden misdrijven die beogen terroristische misdrijven voor te bereiden of gemakkelijk te maken zwaarder bestraft.
    Het verhoogde strafmaximum is alleen van toepassing als bewezen kan worden dat het misdrijf is begaan met een ‘terroristisch oogmerk’. Dat wil zeggen het oogmerk om de bevolking van een land vrees aan te jagen, dan wel een overheid of internationale organisatie te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden. Ook als het misdrijf wordt ondernomen om de economische, politieke of sociale structuren van een land of internationale organisatie ernstig te ontwrichten of vernietigen is sprake van een terroristisch oogmerk.
    Het voorstel is op 9 december 2003 aangenomen door de Tweede Kamer. PvdA, D66, VVD, ChristenUnie, SGP, CDA en LPF stemden voor. De fractie van de PvdA is daarbij aantekening verleent voor die onderdelen die betrekking hebben op het strafbaar stellen van samenspanning. De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 14 en 15 juni 2004. Tijdens de behandeling is op 15 juni 2004 de Motie-Kohnstamm (D66) c.s. inzake een adviesaanvraag aan de Raad van State over het begrip samenspanning (EK 28.463, F) ingediend. Deze motie is op 22 juni 2004 na stemming bij zitten en opstaan verworpen. PvdA, ChristenUnie, SGP, GroenLinks, SP, D66 en OSF stemden voor.
    Het wetsvoorstel is op 22 juni 2004 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. PvdA, D66, OSF, SP en GroenLinks stemden tegen.


    Akkoord bereikt over Europese Grondwet

    Op de website van Statewatch zijn de volledige teksten te vinden:

    a. New: 28.6.04: Renumbered text of the EU Constitution: Renumbered text of EU Constitution (pdf)
    b. Consolidated agreed text: Part I (pdf)
    c. Consolidated agreed text: Parts II and IV (pdf)
    d. “Justice and Home Affairs”: Constitution: JHA (pdf)
    e. Judicial Provisions (pdf)
    f. Summary of the the abolition/retention of vetoes under the Constitution: Vetoes summary (pdf)

    1. The Council have now produced a full consolidated text: CIG 86 (pdf, 325 pages, 930k)
    2. The Council has produced 88 pages of “Declarations” to be attached to the Constitution: CIG 86 ADD 2 (pdf)
    3. New: 29.06.04: The Council has produced a full list of Protocols – another 351 pages – to be attached to the Constitution: CIG 86 ADD 1 (pdf). This makes the full Constitution 764 pages – a bit of summer reading.


    Nederland Voorzitter van de EU

    Website nl voorzitterschap

    Daarwerkelijke samenwerking, werkplan politieel deel van het Nederlands voorzitterschap

    Vergaderingen van JBZ-Raad

    Team Nederlands Voorzitterschap Europese Unie van Nederlands Centrum Internationale Politiesamenwerking

    Vanaf 1 juli 2003 is onder leiding van Jan Wiarda een team van in totaal acht mensen gestart met de voorbereiding van het politiegedeelte van het Nederlands Voorzitterschap van de Europese Unie tweede helft 2004. Nederland zal het voorzitterschap uitoefenen voorafgegaan door Ierland en opgevolgd door Luxemburg. Op dit ogenblik is het team volop bezig met de voorbereiding van het volgend half jaar. Daarnaast zijn er intensieve contacten met het Ierse voorzitterschap. Nederland is nu onderdeel van de zogenaamde Trojka, het dagelijks bestuur, bestaande uit oud voorzitter Italie, Ierland en de komende voorzitter Nederland.


    De telefoontap in grote opsporingsonderzoeken

    R.J. Bokhorst
    Justitiële verkenningen
    jrg. 30, nr. 4, juni 2004

    In Nederland worden zo is het algemene beeld, bij de opsporing van ernstige misdrijven vrijwel standaard telefoons afgeluisterd (zie Reijne, Kouwenberg e.a., 1996; Van Koppen, 1995). Daarbij zou in Nederland in vergelijking met het buitenland de telefoontap beduidend vaker worden toegepast. Herhaalde malen is in de Tweede Kamer aandacht gevraagd voor het (vermeende) op grote schaal aftappen van telefoons en verzocht om meer concrete informatie met betrekking tot de aantallen taps die er in Nederland jaarlijks lopen. Op dit moment ontbreekt nog een centrale registratie. Ofschoon de Minister van Justitie van mening is dat – gelet op het juridische kader waarmee de inzet van de tap is omgeven – landelijke controle en registratie van de tap geen meerwaarde oplevert, zou met de beoogde centralisatie van tapvoorzieningen dergelijke informatie in de toekomst wel beschikbaar komen.1 In een uitgebreide studie naar rechercheonderzoek en recherchemethoden, dat door onderzoekers van het Instituut voor Veiligheidsen Crisismanagement (COT), het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) en het Wetenschappelijk Onderzoek-en Documentatiecentrum (WODC) is uitgevoerd, kon het beeld worden bevestigd dat de telefoontap een prominente plaats inneemt bij de opsporing (De Poot, Bokhorst e.a., 2004). In dit onderzoek, dat in een zestal politieregio’s is verricht, is op verschillende manieren in kaart gebracht op welke wijze de Nederlandse politie aangiften van misdrijven behandelt, misdrijven onderzoekt en al dan niet tot een oplossing brengt. Een van de gebruikte onderzoeksmethoden bestond uit participerende observatie, waarbij 28 omvangrijke opsporingsonderzoeken zijn gevolgd.

    Frans rapport over afluisteren:
    http://lesrapports.ladocumentationfrancaise.fr/BRP/044000215/0000.pdf

    Vergelijkend onderzoek tappen Europese landen:
    Rechtswirklichkeit und Effizienz der Überwachung der Telekommunikation
    [..], internationale vergelijking op p.104 (juni 2003)
    http://www.iuscrim.mpg.de/verlag/online/Band_115.pdf


    Privacygedragscode particuliere onderzoeksbureaus

    De gedragscode is opgesteld door de Vereniging van Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus (VPB), in overleg met de overheid. Het CBP heeft deze gedragscode op verzoek van de VPB beoordeeld en heeft vervolgens op 13 januari 2004 verklaard dat de in de gedragscode opgenomen regels, gelet op de bijzondere kenmerken van de sector particuliere onderzoeksbureaus, een juiste uitwerking vormen van de WBP of van andere wettelijke bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens. De verklaring van het CBP is gepubliceerd in de Staatscourant 2004, nr 7, blz. 22..

    Vervolgens heeft de Minister van Justitie de gedragscode verplicht gesteld voor alle vergunningsplichtige recherchebureaus via de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Rpbr). In een nieuw artikel 23a (onder een nieuwe paragraaf 11a): Bijzondere bepalingen voor recherchebureaus, wordt bepaald dat een recherchebureau een (privacy)gedragscode vaststelt conform een bij de regeling vastgesteld model, waarbij het model gelijjkluidend is aan onderhavige gedragscode.


    Juridisch chauvinisme

    Opportuun, jaargang 10, nummer 10, juni 2004
    Mr. J.L. de Wijkerslooth, voorzitter van het College van procureurs-generaal

    Het is makkelijk om kritiek te leveren op de Europese Unie. Men kan bijvoorbeeld wijzen op de soms al te grote regelzucht of op de geldverslindende maandelijkse verhuizing van het parlement tussen Brussel en Straatsburg. Dat neemt niet weg dat de EU op een aantal terreinen zeer succesvol is gebleken. ………
    Tot nader order is de internationaal georiënteerde misdadiger moeilijker aan te pakken dan de dorpscrimineel. Als we daar verandering in willen brengen, zullen we echt bereid moeten zijn om een aantal nationale stokpaardjes op te geven. Een totale harmonisatie van het strafrecht is onhaalbaar en ook onwenselijk. ……
    Wij zullen moeten aanvaarden dat de keuzes die wij hebben gemaakt voor of tegen de inzet van bepaalde opsporingsmethoden niet heilig zijn. Daarbij zullen wij er niet aan ontkomen op strafvorderlijk terrein enige soevereiniteit in te leveren. Dat betekent bijvoorbeeld dat wij moeten gaan accepteren dat een proces-verbaal naar Nederlands recht niet steeds in de Nederlandse taal is opgemaakt, dat een buitenlandse politieman naar Nederlands recht buitengewoon opsporingsambtenaar kan zijn of dat in ons land opsporingshandelingen worden verricht waar wij niet alles over te zeggen hebben.

    NOS: Verplichte identificatie definitief

    NOS 15-06-2004

    De wet op de algemene identificatieplicht wordt definitief ingevoerd, nu ook de Eerste Kamer akkoord gaat met het voorstel. De Tweede Kamer had al eerder zijn fiat gegeven.

    Vanaf 1 januari 2005 moet iedereen boven de 14 jaar een identificatiebewijs kunnen laten zien als de politie ernaar vraagt. Wie dat niet wil of kan, riskeert een boete van maximaal 2200 euro. Nu geldt de identificatieplicht voor mensen vanaf 18 jaar, maar alleen op het werk, in de auto en in het openbaar vervoer.

    De verplichte identificatie moet de politie helpen bij het handhaven van de openbare orde. De politie mag echter niet zo maar mensen om een legitimatiebewijs vragen. Daar moet een directe aanleiding voor zijn. Bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer bleek dat GroenLinks en de SP vrezen dat de identificatieplicht willekeur en discriminatie in de hand werkt.

    Sluit venster Afscheidscadeau voor Bea

    Ravage #8
    11 juni 2004

    Beatrix heeft het armzalige idee opgevat om haarzelf volgend jaar rond koninginnedag in de bloemetjes te zetten. Hiervoor zullen de inwoners van diverse steden worden opgezadeld met uiterst strenge veiligheidsmaatregelen en een geldverslindend wanstaltig jubilieumprogramma. Het burgercomité ‘Geen riks voor trix’ neemt maatregelen.

    Volgend jaar is Beatrix 25 jaar koningin. Alsof het de burger al niet genoeg geld gekost heeft – de gemeenschap betaalde gedurende die 25 jaar zo’n 375 miljoen euro aan uitkeringen en festiviteiten voor het Oranjegezelschap – zal koste wat het kost het jubileum op vorstelijke wijze worden gevierd. De inhalige Oranjes willen immers graag gezien worden.

    lees meer

    De menselijke camera

    Erik Timmermans
    Petra Bouwknegt

    Ravage #8
    11 juni 2004

    Gezichtsherkenning, biometrische vinger- en irisafdrukken, zelfdenkende camera’s met agressiedetectors. De technieken om voertuigen en personen te kunnen traceren lijken door de digitalisering van de samenleving onbegrensd. Buro Jansen & Janssen zet de nieuwste ontwikkelingen op een rijtje.

    In 1999 was Ede de eerste gemeente die cameratoezicht in de openbare ruimte introduceerde. In korte tijd beleefde deze vorm van toezichthouden een ware ‘boost’. Tientallen gemeenten besloten cameratoezicht in te voeren, met name in de uitgaansgebieden.

    lees meer

    << oudere artikelen  nieuwere artikelen >>