Eindrapport – 7.5 Internationale opsporingJanuary 1, 1999
7.5 Internationale opsporing
7.5.1 Inleiding
In het licht van de bestrijding van de op internationale schaal
opererende criminele organisaties wordt aandacht besteed aan de
praktijk van de internationale opsporing. In dit kader wordt
ingegaan op internationale samenwerking en gegevensuitwisseling.
Tevens komt het functioneren van buitenlandse opsporingsambtenaren
in Nederland en Nederlandse opsporingsambtenaren in het buitenland
aan de orde. Er zal geen aandacht worden besteed aan andere vormen
van rechtshulp dan de rogatoire commissie en politile samenwerking.
7.5.2 Juridische structuur en organisatie
Regelmatig blijkt tussen verschillende staten behoefte te
bestaan aan strafprocessuele bijstand in de vorm van kleine
rechtshulp. Kleine rechtshulp vindt plaats op basis van
schriftelijke verzoeken tot het verzamelen van bewijsmateriaal van
de ene justitile autoriteit aan de andere. Dergelijke verzoeken
moeten ex artikel 552 n Sv op een verdrag zijn gebaseerd als zij de
toepassing van dwangmiddelen, zoals inbeslagneming en onvrijwillig
verhoor van personen, vergen. Dergelijke tot Nederland gerichte
verzoeken vragen de inschakeling van de rechter-commissaris. Men
noemt dergelijke verzoeken rogatoire commissies. Er zijn
verschillende rechtshulpverdragen gesloten. Zo is Nederland partij
bij het Europees verdrag aangaande de wederzijdse hulp in
strafzaken (1959), inclusief het protocol (1978), de
Nederlands-Duitse overeenkomst van Wittem (1979), de Schengen
Uitvoeringsovereenkomst. Nederland zal naar verwachting partij
worden bij het Europolverdrag. Indien geen dwangmiddelen nodig zijn
om aan een rechtshulpverzoek tegemoet te kunnen komen, kan sinds
kort de politie zelfstandig, zonder tussenkomst van een officier
van justitie, hieraan gevolg geven (zie art. 552i Sv).
Gegevensverstrekking in het kader van internationale
politiesamenwerking is geregeld in artikel 13 Besluit
politieregisters (1991). Er is geen aparte wettelijke regeling voor
uitgaande rechtshulpverzoeken anders dan artikel 539a Sv. Hierin is
bepaald dat het optreden van politie/justitie in het buitenland
gehouden is aan het Nederlandse Wetboek van Strafvordering.
lees meer
Verhoren – prof. dr. C. FijnautJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 1
6 september 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
woensdag 6 september 1995
in de vergaderzaal van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt
prof. dr. C. Fijnaut
Aanvang 10.00 uur
lees meer
Verhoren – prof. dr. J. NaeyJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 10
11 september 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
maandag 11 september 1995
in de vergaderzaal van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt
prof. dr. J. Naey
Aanvang 11.30 uur
lees meer
Financiën – ‘Regeling tip-, toon- en voorkoopgelden’ en overige uitkeringen/batenJanuary 1, 1999
7.3. ‘Regeling tip-, toon- en voorkoopgelden’ en overige uitkeringen/baten
Voorts werd onderzoek gedaan naar de omvang en de verantwoording van gelden welke in het kader van de ‘Regeling tip-, toon- en voorkoopgelden’ of anderszins aan de CID Haarlem/RCID Kennemerland ter beschikking zijn gesteld.
In dat kader zijn overzichten beoordeeld welke werden ontvangen van het ministerie van justitie.
Bij het onderzoek werd tevens gebruik gemaakt van administratieve gegevens, ontvangen van de afdeling Financieel Economische Zaken (FEZ) van de regiopolitie Kennemerland. Vervolgens zijn het CID-kasboek en de bescheiden van de CID, zoals die aan het team ter beschikking zijn gesteld voorwerp van onderzoek geweest. De volledigheid van deze aangeleverde gegevens kon overigens niet worden beoordeeld.
Tenslotte is aandacht besteed aan enkele algemene kwaliteitseisen die van toepassing dienen te zijn op een financiële registratie.
lees meer
ISDN, afluistern in het kwadraatJanuary 1, 1999 - bron: Luisterrijk
Inleiding
B-kanalen en D-kanaal
Analoge en ISDN-apparatuur
Apparaten aansluiten
ISDN-centrales
Afluistermogelijkheden bij ISDN
D-Kanaal manipulaties
D-Kanaal beveiliging
Veiligheidsmaatregelen voor ISDN-centrales en apparatuur
lees meer
Voorbereiding van de inwerkingtreding van de Europol-Overeenkomst – voortgangsverslagSeptember 3, 1998
Juridische voorwaarden voor de aanvang van de werkzaamheden
3. Overeenkomstig artikel 45, lid 4, van de Europol-Overeenkomst vangt Europol zijn werkzaamheden pas aan na de inwerkingtreding van de negen besluiten die daarin worden genoemd. Dankzij de vooruitgang onder vorige voorzitterschappen kon in de Raad reeds overeenstemming worden bereikt over de teksten van de meeste van deze besluiten.
4. De ontwerpen van de regeling voor de rechten en verplichtingen van de verbindingsofficieren jegens Europol, het reglement voor het gebruik van analysebestanden, het statuut voor het personeel van Europol , het reglement ter bescherming van geheime informatie en van het financieel reglement worden door de juristen/vertalers bijgewerkt. De formele besluitvormingsprocedures moeten op 1 oktober 1 998 door de Raad van Bestuur van Europol worden afgehandeld.
5. De nationale bekrachtigingsprocedures van het protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van Europol, de leden van zijn organen, de adjunct-directeuren en de personeelsleden zijn tot dusver in zeven lidstaten afgesloten (6) en de desbetreffende akten van bekrachtiging bij het secretariaat-generaal van de Raad gedeponeerd.
lees meer
De UitbraakApril 18, 1998
INFORMATIE OVER DE REPRESSIE TEGEN ITALIAANSE ANARCHISTEN
FEBRUARI ’97
Dit is de Nederlandse vertaling van Der Ausbruch, een publicatie die in Duitsland verschenen is n.a.v. de repressie tegen Italiaanse anarchisten. We willen oproepen tot solidariteit met deze mensen, die het slachtoffer zijn van een poging van de Italiaanse justitie om in één keer af te rekenen met een groot aantal ‘lastige’ personen. De wijze waarop dit gebeurt is te vergelijken met het toepassen van art. 140 in Nederland: ze zouden allemaal lid zijn van een ‘subversieve vereniging’ ofwel een ‘criminele organisatie’. In werkelijkheid bestaat er helemaal geen organisatie, en is de hele aanklacht een opgeklopte zaak. Toch dreigt deze opzet te slagen, en als dat anno 1997 in Italië kan, kan het hier ook. Dit mogen we niet zomaar laten gebeuren. Laat je stem horen, nu het nog kan.
lees meer
Eindrapport project hermandadOctober 16, 1997
Aan: Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
16 oktober 1997
Hierbij bied ik u ter kennisneming aan het eindrapport van het project Hermandad. Dit project had voornamelijk tot doel de samenwerking tussen de BVD en bestuur, justitie en politie te verbeteren, en waar nodig opnieuw vorm te geven. Dit rapport, bestemd voor een brede verspreiding, is een samenvatting van een gerubriceerde versie, die overeenkomstig de geldende afspraken reeds ter kennis is gebracht van de Commissie voor de Inlichtingen.- en Veiligheidsdiensten van uw Kamer. In vervolg hierop heb ik bijgaand rapport eveneens ter kennisneming aan de Commissie toegezonden. De minister van Binnenlandse Zaken, H.F. Dijkstal
lees meer
Visie van de EDE op de toekomst van EuropolSeptember 30, 1997
1. Inleiding
In het werkdocument van de EDE wordt een visie gegeven op de toekomst van Europol zoals die nu wordt gezien na de ratificatie van de Overeenkomst en bij het naderen van de eenentwintigste eeuw. Na de goedkeuring en de ondertekening van de Europol-Overeenkomst (Brussel, 26 juli 1995) is het nu dringend noodzakelijk een blik vooruit te werpen op de mogelijke structuur van Europol en de manier waarop Europol een optimaal effect kan uitoefenen op de wetshandhavingsactiviteiten van de Europese Unie. Tijdens de Europese top in Florence op 21-22 juni 1996 maakte de Europese Raad de weg vrij voor ratificatie van de Europol-Overeenkomst. De voordelen van spoedige ratificatie en van erkenning van de pluspunten van Europol door zowel professionele wetshandhavers als het grote publiek, mogen niet worden onderschat.
lees meer
Uniestrafrecht is op hol geslagenApril 17, 1997
Dr A.H. Klip
André Klip is universitair docent strafrecht aan de Universiteit Utrecht en lid van de Permanente Commissie van deskundigen in internationaal vreemdelingen-, vluchtelingen- en strafrecht (Commissie Meijers)).
De ontwikkelingen in de Europese Unie op strafrechtelijk terrein hebben een grote vaart genomen. Waar het Verdrag van Maastricht nog uitging van samenwerking bij internationale rechtshulp in strafzaken, zijn de eerste teksten strekkende tot harmonisatie van wetgeving totstandgekomen. Hieronder worden de ontwikkelingen in het huidige uniestrafrecht gekenschetst en geanalyseerd. Gebrek aan democratische en rechterlijke controle tegenover een repressief ingezet Europees optreden dwingt tot een kritische beschouwing over het uniestrafrecht van Maastricht en de mogelijkheden voor een verdrag van Amsterdam. Sinds het Verdrag betreffende de Europese Unie bestaan bepalingen met betrekking tot de samenwerking op het gebied van de justitie en binnenlandse zaken (derde pijler).(1) In artikel K.1 is `met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, met name het vrije verkeer van personen en onverminderd de bevoegdheden van de Europese Gemeenschappen’ een aantal gebieden tot terreinen van `gemeenschappelijk belang’ verklaard. Ten aanzien van sommige onderwerpen worden besluiten vastgesteld op initiatief van een lid-staat of van de Commissie, ten aanzien van andere bezit de Commissie dit initiatiefrecht niet. Strafrechtelijk is relevant dat de Commissie dit recht heeft ten aanzien van `de strijd tegen drugverslaving’ en `bestrijding van fraude van internationale omvang’, beide voorzover het niet gaat om de justitiële samenwerking, de douanesamenwerking en de politiële samenwerking. Juist ten aanzien van deze drie laatstgenoemde vormen van samenwerking zijn enkel de lid-staten bevoegd initiatieven in te dienen. De samenwerking kan ingevolge artikel K.3 leiden tot besluitvorming: gemeenschappelijke standpunten, gemeenschappelijke optredens en overeenkomsten.(2) Deze besluiten worden voorbereid door het op grond van artikel K.4 ingestelde coördinatiecomité.
lees meer
Europol: de stand van zaken, de toekomstApril 17, 1997
April 1997
door Wil van der Schans
Het wil maar niet vlotten met de Europese politiesamenwerking. Sinds 1990 wordt er gepraat over de vorming van een Europese politie-eenheid, die de grensoverschrijdende criminaliteit moet bestrijden. Maar op 26 juli 1995 was het eindelijk zover. Met een diepe zucht werd het Europolverdrag in Brussel ondertekend. Na jaren moeizaam onderhandelen bereikten de regeringsleiders van de Europese Unie een compromis. Over dat compromis is veel en tegelijkertijd weinig gesproken. De rol die het Europese Hof van Justitie zou krijgen is regelmatig punt van discussie geweest, maar de essentie, de rol van Europol en de inhoud van het Verdrag lijken ongemoeid hun weg in de Nederlandse bureaucratie te hebben gevonden. Onbesproken en dat terwijl er tijdens de Eurotop in juni 1997 in Amsterdam al weer herziening van de taken en bevoegdheden van Europol op de agenda staan. Europol zou in Europa de centrale rol moeten gaan spelen in de bestrijding van de misdaad, liefst met ‘operative’ taken.
lees meer
De geheime politie van EuropaApril 13, 1997 - bron: Politie Magazine
‘De directeur van Europol wordt de onderkoning van Europa!’
‘Dit is de geheime politie van Europa’ constateert prof. mr. G. Mols, hoogleraar strafrecht aan de universiteit van Maastricht. Hij heeft net een vertrouwelijke nota ter voorbereiding van het Verdrag van Amsterdam gelezen, het ‘Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van Europol’.
Het Nederlands voorzitterschap stelt voor Europol vrij te stellen van rechtsvervolging. ‘Een vreemd document’ vindt de hoogleraar, ‘dit kan absoluut niet.’ lees meer
Europol: de stand van zaken, de toekomstApril 9, 1997 - bron: Europol Dossier 1,Wil van der Schans
Het wil maar niet vlotten met de Europese politiesamenwerking. Sinds 1990 wordt er gepraat over de vorming van een Europese politie-eenheid, die de grensoverschrijdende criminaliteit moet bestrijden. Maar op 26 juli 1995 was het eindelijk zover. Met een diepe zucht werd het Europolverdrag in Brussel ondertekend. Na jaren moeizaam onderhandelen bereikten de regeringsleiders van de Europese Unie een compromis. Over dat compromis is veel en tegelijkertijd weinig gesproken. De rol die het Europese Hof van Justitie zou krijgen is regelmatig punt van discussie geweest, maar de essentie, de rol van Europol en de inhoud van het Verdrag lijken ongemoeid hun weg in de Nederlandse bureaucratie te hebben gevonden. Onbesproken en dat terwijl er tijdens de Eurotop in juni 1997 in Amsterdam al weer herziening van de taken en bevoegdheden van Europol op de agenda staan. Europol zou in Europa de centrale rol moeten gaan spelen in de bestrijding van de misdaad, liefst met ‘operative’ taken. lees meer
De geheime politie van EuropaApril 6, 1997
‘De directeur van Europol wordt de onderkoning van Europa!’
Gepubliceerd in Politie Magazine, januari 1998
‘Dit is de geheime politie van Europa’ constateert prof. mr. G. Mols, hoogleraar strafrecht aan de universiteit van Maastricht. Hij heeft net een vertrouwelijke nota ter voorbereiding van het Verdrag van Amsterdam gelezen, het ‘Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van Europol’.
Het Nederlands voorzitterschap stelt voor Europol vrij te stellen van rechtsvervolging. ‘Een vreemd document’ vindt de hoogleraar, ‘dit kan absoluut niet.’
lees meer
Ontwerp actieplan tegen de georganiseerde misdaad van de Groep op Hoog NiveauFebruary 26, 1997
Limite- 06276.NL7 Page 2
ONTWERP-ACTIEPLAN
Hoofdstuk I – inleiding
1. Het verschijnsel georganiseerde criminaliteit is een grote bedreiging gaan vormen voor de stabiliteit van de hedendaagse Europese maatschappij. Criminele groepen opereren op internationale basis en de verschijningsvormen van crimineel gedrag zijn velerlei. De georganiseerde criminaliteit in de Europese Unie wordt in de hand gewerkt door het steeds vrijer wordende verkeer van goederen en personen binnen Europa, en de criminele organisaties profiteren hiervan. Tegelijkertijd gelden de nationale grenzen nog steeds in grote mate voor de politiële en justitiële samenwerking. Uit de totstandbrenging van een ruimte waar vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid heersen vloeit noodzakelijkerwijs voort dat de georganiseerde misdaad efficiënt moet worden bestreden. Dit vereist op zijn beurt een politieke reactie op het hoogste niveau.
lees meer
<< oudere artikelen nieuwere artikelen >>