Verhoren – de heer H.M. HuismanJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 37
2 oktober 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
maandag 2 oktober 1995 in de
vergaderzaal van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt de
heer H.M. Huisman
Aanvang 12.00 uur
lees meer
Verhoren – mr. J.M. ValenteJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 40
4 oktober 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
woensdag 4 oktober 1995 in
de vergaderzaal van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt mr.
J.M. Valente
Zie ook: Tweede verhoor mr. J.M. Valente (red.)
Aanvang 10.00 uur
lees meer
Verhoren – de heer G.J.C.M. BakkerJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 41
4 oktober 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
woensdag 4 oktober 1995 in
de vergaderzaal van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt de
heer G.J.C.M. Bakker
Aanvang 12.10 uur
lees meer
Verhoren – mr. J. WiardaJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 43
4 oktober 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
woensdag 4 oktober 1995 in
de vergaderzaal van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt mr. J.
Wiarda
Aanvang 16.45 uur
lees meer
Verhoren – mr. F. TeevenJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 44
9 oktober 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
maandag 9 oktober 1995 in de
vergaderzaal van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt mr. F.
Teeven
Aanvang 9.30 uur
lees meer
Verhoren – de heer K. LangendoenJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 45
9 oktober 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
maandag 9 oktober 1995 in de
vergaderzaal van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt de
heer K. Langendoen
Zie ook: Tweede verhoor de heer K. Langendoen (red.)
Aanvang 11.55 uur
lees meer
Verhoren – mr. ing. J.W.P. SnijdersJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 47
9 oktober 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
maandag 9 oktober 1995 in de
vergaderzaal van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt mr.
ing. J.W.P. Snijders
Aanvang 17.15 uur
lees meer
Verhoren – de heer A. LithJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 48
11 oktober 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
woensdag 11 oktober 1995 in
de vergaderzaal van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt
de heer A. Lith
Aanvang 10.00 uur
lees meer
fort2_35January 1, 1999
99 4.3.1 De nadere plannen van spoor 1 Op 13 oktober werd er binnen het LRT een eerste versie vervaardigd voor een plan van aanpak voor fase 1.124 Dit plan bestreek de periode 1 november 1996 tot 1 maart 1997. Er werd een onderscheid in gemaakt tussen zogenaamde vooractiviteiten en hoofdactiviteiten. Tot de vooractiviteiten werden gerekend: de beantwoording van vragen omtrent de bruikbaarheid van de beschikbare informatie in relatie tot de status van de leden van het team, de verwerving van de informatie die had gediend voor de samenstelling van het rapport van de rijksrecherche (Fort-team), het onderbrengen van lopende onderzoeken en dientengevolge het beschikbaar krijgen van de betrokken onderzoeksinformatie en het scannen van open bronnen. De hoofdactiviteiten omvatten drie dingen: de inventarisatie en analyse van de beschikbare informatie, de formulering van een voorstel met betrekking tot de haalbaarheid van een tactisch onderzoek en het maken van een projectplan als vervolg op dit voorstel. De planning van al deze activiteiten werd in de vorm van een stappenplan gegoten. De eerste drie stappen die moesten worden gezet behelsden de lezing van beschikbare literatuur, de inzage in de projecten die binnen het Fort-onderzoek hadden gelopen en de formulering van “vragen en verwonderpunten” naar aanleiding van de kennisneming van het Fort-archief. Hiervoor werd de periode 1 november 1996 tot 8 december 1996 ingepland. In de periode 9 december 1996 tot 20 december 1996 zouden – de vierde stap – de beschikbare gegevens worden aangevuld via gesprekken met rechercheurs die aan het Fort-onderzoek hadden meegewerkt, het bijlopen van lopende onderzoeken, het nalezen van de rapporten van de Commissie-Van Traa en andere. Stap vijf – de periode 20 december 1996 t/m 1 januari 1997 – kwam neer op het opnieuw benoemen van “vragen en verwonderpunten” en op het vaststellen van deelprojecten. Tot 15 januari 1997 – stap zes – zou het archief opnieuw in ogenschouw worden genomen in functie van de besluiten uit de vorige periode en moest worden gepoogd om de verkregen gegevens te valideren en zo het afbreukrisico te beperken. De eerste mijlpaal – stap zeven – in de voorbereiding zou zijn om vanuit de doelstellingen 060 en de missie van het LRT de rendabele projecten te kiezen en de omvang ervan en de verantwoordelijkheid ervoor af te kaderen. Stap acht, die zou duren tot 15 februari 1997, zou in het teken van het veredelen van de rendabele projecten staan, inclusief een “vermogensrechtelijke toets”. En stap negen tenslotte vormde de tweede “mijlpaal”, namelijk het formuleren van een projectvoorstel. Deze stap werd in de tijd bepaald op 1 maart 1997. Op 26 november 1996, dus nadat men reeds enkele weken had kunnen kennisnemen van het Fort-archief, vond er een teamvergadering plaats over de concrete aanpak van het verdere onderzoek. Op deze vergadering werd de volgende werkwijze afgesproken: de verwonderingen vertalen in projecten, deze projecten vervolgens toewijzen aan diverse personen, vervolgens elkeen belasten met de analyse van een deel van “de kast” voor alle projecten, en tenslotte de projectverantwoordelijken een verslag laten opstellen omtrent hun projecten, uitmondend in concrete projectvoorstellen. Deze afspraak was niet direct voor ieder lid van het team even helder en/of geschikt en/of praktisch. Zo werd in het begin van december door een van hen een wat ander voorstel uitgewerkt. In dit plan werd geopperd om de informatie betreffende een negental personen en de bijbehorende rechtspersonen in een aparte database op te nemen. Welke informatie? Vooral die over hun vermogen (roerende en onroerende goederen), over hun administratieve en financiële identiteit en natuurlijk ook over de “verwonderpunten” die bij de kennisneming van het Fort-archief waren genoteerd. Een ander drong erop aan – gegeven ook de grote tijdsproblemen – om de analyse zo 124 KLPD/LRT, “Plan van aanpak fase 1 onderzoek 96060” d.d.. 13 oktober 1996 (C7 en F13). Het hierna te bespreken stappenplan maakt deel uit van dit plan. Volgens de beschikbare stukken zijn er overigens geen volgende versies van dit plan van aanpak gemaakt.
Verhoren – jhr. mr. L.A.R.J. de BeaufortJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 51
12 oktober 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
donderdag 12 oktober 1995 in
de vergaderzaal van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt
jhr. mr. L.A.R.J. de Beaufort
Aanvang 10.00 uur
lees meer
Bijlage VII – IV.2. De handel in drugsJanuary 1, 1999
IV.2. De handel in drugs
IV.2.1. De overheersende rol van de drugshandel in de
georganiseerde criminaliteit
De ontwikkeling van de georganiseerde criminaliteit in Nederland
vanaf het begin van de jaren zeventig is nauw verbonden met de
opkomst van een omvangrijke nationale en internationale
consumentenmarkt in drugs en met de introductie van commercile
handel, distributie en verkoop van verdovende middelen. Het lijdt
geen
twijfel of de handel in drugs heeft andere vormen van zware
criminaliteit voor een belangrijk deel verdrongen en grote
zuigkracht uitgeoefend op de onderwereld en de individuele personen
die daar hun inkomsten verwerven. Vergeleken met het overwinnen van
de obstakels op de burgerlijke weg die leidt tot maatschappelijk en
economisch succes is de drempel voor toetreding in de drugshandel
laag. Formele diploma’s en gespecialiseerde kennis worden hier niet
gevraagd. De pakkans bij de uitvoering van criminele projecten is
gering en dat geldt zeker voor de jaren zeventig en tachtig toen de
politie de import en handel van cannabis vrijwel ongemoeid liet.
Het simpele verschil tussen de prijzen van inkoop en verkoop van
drugs is zo groot dat handelaren de vangst van n of enkele partijen
contrabande gemakkelijk kunnen overleven. De vervangingswaarde van
de inbeslaggenomen kapitaalgoederen die nodig zijn voor de
produktie, het transport en de distributie van drugs, is naar
verhouding tot de waarde van het produkt zelf zo laag dat men het
verlies wel kan velen. Sommige onconventionele eigenschappen
strekken wel tot aanbeveling om in deze handel te floreren.
Drugshandelaren moeten over voldoende lef en koelbloedigheid
beschikken om in deze (niet door de overheid gereglementeerde en
beheerste) markt geweld te gebruiken om hun belangen te verdedigen
als dat nodig is of om daar althans effectief mee te dreigen, en
zij moeten voldoende sluwheid aan de dag kunnen leggen om het
voortdurende gevaar om door de handelspartner of de concurrent te
worden bedrogen, het hoofd te kunnen bieden. Verder is het vooral
een kwestie van het voorhanden hebben van vrij besteedbaar kapitaal
om de smokkel van grote partijen te financieren. Wie bezaten die
lef en arglistigheid en wie hadden de beschikking over zo’n grote
hoeveelheid onbelast kapitaal om de groothandel in drugs van de
grond te krijgen?
lees meer
Bijlage XI – 2.4. De georganiseerde criminaliteit in
AmsterdamJanuary 1, 1999
2.4. De georganiseerde criminaliteit in Amsterdam: het beeld
rondom 1990
Het beeld van de georganiseerde criminaliteit in Amsterdam
rondom 1990 ziet er in de stukken van de Amsterdamse politie heel
wat gecompliceerder uit dan het beeld dat hiervoor van de jaren
zeventig/tachtig is geschetst. Niet zozeer wat de vorm van deze
criminaliteit betreft. Want net als toen lag ook nu de klemtoon op
de bestrijding van de internationale handel in verdovende middelen.
Aan andere vormen van georganiseerde criminaliteit – illegale
gokhuizen, afpersingen, vrouwenhandel – werd op papier zeker wel
aandacht geschonken, maar zij waren geen speerpunten in het
opsporingsbeleid. Wl ziet dit meer recente beeld er ingewikkelder
uit omdat er rond 1990 – zo lijkt het althans – meer verschillende
groepen in Amsterdam veel nadrukkelijker waren betrokken bij de
drugshandel dan 20-25 jaar daarvoor, zowel bij de handel voor de
lokale en binnenlandse markt als bij die voor de buitenlandse en
internationale markt. En bovendien heeft het er veel van weg dat de
bereidheid van een betrekkelijk groot aantal van deze (autochtone
en buitenlandse-allochtone) groepen om geweld te gebruiken
ondertussen ook veel groter was geworden, met als gevolg dat enkele
van hen erin slaagden een voordien ongekende machtspositie op te
bouwen.
lees meer
Verhoren – mr. J.M. VrakkingJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 53
12 oktober 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
donderdag 12 oktober 1995 in
de vergaderzaal van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt
mr. J.M. Vrakking
Aanvang 14.30 uur
lees meer
Verhoren – mr. R. de GrootJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 54
12 oktober 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
donderdag 12 oktober 1995 in
de vergaderzaal van de
Eerste Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt
mr. R. de Groot
Aanvang 16.45 uur
lees meer
Verhoren – mr. M.A. StraverJanuary 1, 1999
Openbaar verhoor enqutecommissie
Opsporingsmethoden
Verhoor 56
16 oktober 1995
Stenografisch verslag van het openbare verhoor van de
parlementaire
enqutecommissie opsporingsmethoden op
maandag 16 oktober 1995 in
de vergaderzaal van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal te Den Haag
Verhoord wordt mr.
M.A. Straver
Aanvang 11.45 uur
lees meer
<< oudere artikelen nieuwere artikelen >>