Je vindt hier een overzicht van de wetgeving in Nederland op het terrein van terrorismebestrijding
Overzicht reeds in werking getreden wetgeving
Overzicht in wetgeving in behandeling
Wet bestuurlijke
maatregelen nationale veiligheid
Wet terroristische misdrijven
(28.463)
Dit wetsvoorstel wijzigt het Wetboek
van Strafrecht en enige andere wetten in verband
met de uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien
uit het EU-kaderbesluit over terrorismebestrijding.
Met dit voorstel worden terroristische misdrijven
afzonderlijk omschreven en worden misdrijven die
beogen terroristische misdrijven voor te bereiden
of gemakkelijk te maken zwaarder bestraft.
Tweede
nota van wijzigingen (introductie samenspannen)Andere
Tweede Kamer stukken (zoek op nr 28463)
Overzicht van wetgeving in behandeling
Afgeschermde
getuigen (29.743)
Dit wetsvoorstel beoogt de
bruikbaarheid van informatie, afkomstig van de Algemene
Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en de
Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD),
in het strafproces te verbeteren door de informatie
voorwerp te laten zijn van nader onderzoek door
het horen van getuigen.
belangrijkste onderdelen:
- een getuige kan in het belang van de staatveiligheid gehoord
worden als afgeschermde getuige - diens
identiteit kan, als het belang van de staatveiligheid
dat eist, verborgen blijven. - de afgeschermde
getuige wordt gehoord door de rechter-commissaris - de afgeschermde
getuige kan in het belang van de staatveiligheid
niet instemmen met verstrekken van het proces
verbaal van het verhoor aan de officier van
justitie en de advocaten - de rechter-commissaris
onderzoekt de betrouwbaarheid en legt daarover
rekenschap af in het proces verbaal
ambtsberichten van de AIVD en/of MIVD worden
aangemerkt als zelfstandig bewijsmateriaal
Andere
Tweede Kamer stukken (zoek
op nr 29743)
Wetsvoorstel
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het
Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten ter
verruiming van de mogelijkheden tot opsporing en vervolging
van terroristische misdrijven (30164)
Dit voorstel verruimd
in het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van
Strafrecht en enkele andere wetten de mogelijkheden
voor politie en justitie om ter voorkoming van terroristische
aanslagen in een zo vroeg mogelijk stadium op te treden.Met
dit voorstel kan de overheid sneller optreden bij
grote dreiging van terrorisme. Voor inzet van bijzondere
opsporingsbevoegdheden bij terrorisme is niet langer
een redelijk vermoeden van een strafbaar feit nodig.
Aanwijzingen zijn voldoende.
Andere
Tweede Kamer stukken (zoek op nr 30164)
Goedkeuring van
het op 24 april 1986 te Straatsburg totstandgekomen
Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid
van internationale niet-gouvernementele organisaties
(28764)
Belangrijkste bepaling:
In de nota van wijziging worden twee regelingen
voorgesteld die zijn gericht op de bestrijding
van rechtspersonen en andere juridische lichamen
die zich in Nederland schuldig maken aan gedragingen
die een inbreuk vormen op de openbare orde.
De eerste regeling voorziet in de mogelijkheid
om de rechter te verzoeken een verklaring voor
recht af te geven waarin het doel of de werkzaamheid
van een buitenlandse corporatie in strijd met
de openbare orde wordt verklaard.
De tweede regeling bepaalt dat organisaties die
zijn geplaatst op een EU terrorismelijst gedurende
de vermelding in de lijst van rechtswege verboden
zijn en niet bevoegd om in Nederland rechtshandelingen
te verrichten.
Andere
Tweede Kamer stukken (zoek op nr 28764)
Regelsinzake
het opleggen van beperkende maatregelen aan personen
met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid
en inzake het weigeren of intrekken van beschikkingen
met het oog op de bescherming van de nationale veiligheid
(Wet bestuurlijke maatregelen nationale veiligheid)(30566)
Belangrijkste bepaling:
1. Onze Minister kan, indien dat noodzakelijk
is met het oog op de bescherming van de nationale
veiligheid, aan een persoon die op grond van zijn
gedragingen in verband kan worden gebracht met
terroristische activiteiten of de ondersteuning
daarvan, een maatregel opleggen, strekkende tot
beperking van de vrijheid van beweging.
2. Een maatregel kan bestaan uit een of meer van
de volgende verplichtingen:
a. zich te houden aan een verbod om zich te bevinden
in of in de omgeving van een of meer bepaalde
objecten dan wel in een bepaald gedeelte of bepaalde
delen van Nederland;
b. zich te houden aan een verbod om zich te bevinden
in de nabijheid van een of meer bepaalde personen;
c. zich op door Onze Minister vast te stellen
tijdstippen te melden bij de korpschef van het
regionale politiekorps waarin de gemeente is gelegen
waar de betrokkene woon- of verblijfplaats heeft,
dan wel bij de korpschef van een ander door Onze
Minister aan te wijzen regionaal politiekorps.
Andere
Tweede Kamer stukken (zoek op nr 30566)
Regels
inzake de verwerking van politiegegevens (Wet politiegegevens)(30327)
Het wetsvoorstel beoogt
oa. het opzetten van themaregisters. Het betreft
artikel 10 lid b:
Onderdeel b van
dit lid betreft de gegevensverwerking teneinde
inzicht te verkrijgen in de betrokkenheid van
personen bij handelingen die kunnen wijzen op
het beramen of plegen van misdrijven die door
hun omvang of ernst of hun samenhang met andere
misdrijven een ernstig gevaar voor de rechtsorde
opleveren. De aanpak van deze misdrijven vergen
de opbouw en instandhouding van een permanente
informatiepositie. In dit onderdeel gaat het
om zwaarwegende strafrechtelijke thema’s,
zoals terrorisme, die zeer bedreigend zijn voor
de samenleving en ten aanzien waarvan geldt
dat de klassieke strafrechtelijke benadering,
waarbij ervan wordt uitgegaan dat de overheid
reageert op gepleegde normschendingen, niet
afdoende is. Om deze dreigingen het hoofd te
kunnen bieden en inzicht te kunnen verkrijgen
in de kring van personen die op grond van de
handelingen die zij verrichten daarbij betrokken
kunnen zijn,
is het noodzakelijk dat relevante gegevens worden
verzameld en geanalyseerd zodat de normschending,
bijvoorbeeld een bomaanslag, kan worden voorkomen.
Aanleiding voor de gegevensverwerking is dat
de handelingen kunnen wijzen op het beramen
of plegen van bepaalde categorieën van
misdrijven die een ernstig gevaar voor de rechtsorde
opleveren. De categorieën van misdrijven
die de rechtsorde ernstig bedreigen, ter zake
waarvan op grond van dit onderdeel gegevens
mogen worden verwerkt, zullen bij algemene maatregel
van bestuur worden omschreven.
Andere
Tweede Kamer stukken (zoek op nr 30327)
Wijziging
van de Wet op het onderwijstoezicht onder meer in
verband met de bevoegdheid van de vertrouwensinspecteurs
om bijzondere persoonsgegevens te verwerken (30460)
Belangrijkste bepaling:
1.vertrouwensinspecteurs de bevoegdheid wordt
toegekend bijzondere persoonsgegevens te verwerken
in overeenstemming met de Wet bescherming
persoonsgegevens (WBP);
2. de taak van de vertrouwensinspecteur wordt
uitgebreid ten behoeve van personen die in
het onderwijs te maken krijgen met discriminatie
of radicalisering;
Andere
Tweede Kamer stukken (zoek op nr 30460)
Wijziging
van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
2002 in verband met de verbetering van de mogelijkheden
van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten om onderzoek
te doen naar en maatregelen te nemen tegen terroristische
en andere gevaren met betrekking tot de nationale
veiligheid alsmede enkele andere wijzigingen
Belangrijkste bepaling:
1. de verplichting informatie
af te staan wordt uitgebreid
Momenteel is het zo dat
de AIVD zich kan wenden tot bestuursorganen
met een vraag om bepaalde gegevens. In het
nieuwe voorstel wordt bij algemene maatregel
van bestuur vastgesteld welke bestuursorganen
verplicht worden gegevens af te staan aan
de AIVD. Expliciet wordt hierbij rechtstreekse
geautomatiseerde toegang mogelijk gemaakt,
‘hierbij moet worden gedacht aan de situatie
dat door een dienst via een on line verbinding
in real time gegevens kunnen worden opgevraagd
bij het bestuursorgaan’.Er bestond al
een verplichting voor aanbieders van openbare
telecommunicatienetwerken en openbare telecommunicatiediensten
om verkeersgegevens en gegevens van de abonnee
(naam/nummergegevens af te staan). Wel wordt
de begripsomschrijving dusdanig gewijzigd
(aanbieder van een communicatiedienst) dat
ook webhosting, internettelefonie (maar ook
besloten netwerken) onder deze verplichting
vallen. Nieuw wordt dezelfde verplichting
gegevens aan te leveren voor bepaalde (door
een AMVB aangewezen) financiële dienstinstellingen
en vervoerders.
2. meer gegevens
Tot nu toe kan de AIVD alleen
gegevens verzamelen en verwerken over mensen
waarvan het vermoeden bestaat dat ze een ernstig
gevaar vormen voor de democratie, mensen tegen
een wie een veiligheidsonderzoek loopt, als
het nodig is in het kader van het onderzoek
naar andere landen(contra-spionage), als een
andere inlichtingen- of veiligheidsdienst
gegevens heeft ingewonnen, als de gegevens
noodzakelijk zijn ter ondersteuning van een
goede taakuitvoering door de dienst of van
mensen die werkzaam zijn of zijn geweest voor
een dienst (huidige artikel 13).
Dit wordt in het wetsvoorstel flink uitgebreid.
Het nieuw artikel 29b geeft de inlichtingendiensten
de bevoegdheid om een (geautomatiseerd) gegevensbestand
of een deel daarvan op te vragen bij bestuursorganen,
communicatiedienst aanbieders, financiële
dienstverlener of een vervoerder. Ze zijn
verplicht deze bestanden af te staan. De gegevens
mogen expliciet ook betrekking hebben op andere
personen dan in het eerste en tweede lid van
artikel 13 (nieuw: artikel 13 lid 5).
3. verstoren
De mogelijk tot verstoren,
die wettelijk is vastgelegd in artikel 21
wordt gewijzigd. Het gaat dan om activiteiten
van de AIVD waarbij ‘met name bepaalde
antidemocratische , staatsgevaarlijke activiteiten
of ander in de WIV 2000 genoemde belangen
worden ontmoedigd of in de kiem gesmoord met
als doel te voorkomen (preventief) dat de
met de genoemde activiteiten gepaard gaande
risico’s worden gerealiseerd’. Ook
het (preventief) onder controle brengen van
targets valt hieronder.
Nu is deze bevoegdheid alleen toe te passen
door de inzet van een agent. In het wetsvoorstel
wordt voorgesteld deze bevoegdheid ook aan
de AIVD zelf te geven. Als voorbeeld stelt
de regering in de Memorie van Toelichting
dat een reguliere medewerker van de AIVD bijvoorbeeld
verstoringactiviteiten met betrekking tot
internet eenvoudig zou kunnen uitvoeren
De regering geeft aan verstoringacties niet
als laatste middel (ultimum remedium) te willen
beschouwen, maar sluit in toepassing wel aan
bij de door de Commissie Bestuurlijke Evaluatie
AIVD gestelde voorwaarden.
Er moet volgens de CBE gekeken worden naar
1. de ernst van het risico (product van ernst,
waarschijnlijkheid en dreiging), 2. de onmiddellijkheid
van het risico, 3. de sterkte van de aanwijzing
dat de dreiging wordt verwezenlijkt en 4.
de impact van de verstoringactie op de direct
betrokkenen. Deze voorwaarden worden nader
uitgewerkt in operationele aanwijzingen.
Verslag
Cie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Voorstel
van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht
in verband met de strafbaarstelling van de verheerlijking,
vergoelijking, bagatellisering en ontkenning van
zeer ernstige misdrijven en ontzetting van de uitoefening
van bepaalde beroepen
Belangrijkste
bepaling:
Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift
of afbeelding, een misdrijf, omschreven in de
Wet internationale misdrijven, een misdrijf,
omschreven in artikel 6 van het Handvest van
het Internationale Militaire Tribunaal bij het
Verdrag van Londen van 8 april 1945, of een
terroristisch misdrijf als bedoeld in artikel
83 waarop levenslange gevangenisstraf is gesteld,
verheerlijkt, vergoelijkt, bagatelliseert of
ontkent, welke verheerlijking, vergoelijking,
bagatellisering of ontkenning, naar hij weet
of redelijkerwijs moet vermoeden, de openbare
orde ernstig verstoort of kan verstoren, wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
een jaar of geldboete van de derde categorie.