December 24, 2003
Schriftelijke vragen van de leden Dittrich en Lambrechts (beiden D66) aan de ministers van Vreemdelingenzaken en Binnenlandse Zaken over het vergaren van inlichtingen ten behoeve van de AIVD bij asielzoekers
Datum 3 december 2003
- Kent u de publicatie van onderzoeksbureau Jansen en Jansen “Misleidende methode”, waarin beschreven wordt dat de AIVD aan geselecteerde asielzoekers informatie vraagt en daarbij in elk geval de suggestie wekt dat door medewerking een verblijfsvergunning kan worden verkregen? Wat is daarop uw reactie?
- Hoe verhouden de bevindingen van onderzoeksbureau Jansen en Jansen zich tot de richtlijn van minister Dales uit 1992, waarin het de AIVD niet is toegestaan rond het vergaren van inlichtingen bij asielzoekers beloftes cq. suggesties aangaande een te verlenen verblijfsvergunning te doen?
- Hoe werkt de in vraag 2 vermelde richtlijn in de praktijk? Aan hoeveel asielzoekers is in ruil voor de informatie die zij aan of ten behoeve van de AIVD verstrekten, sinds 1992 een verblijfsvergunning gegeven? Kunt u een overzicht hiervan aan de Kamer verstrekken?
- Hoe beoordeelt u de opmerking dat er asielzoekers zijn aan wie niet eens verteld wordt dat zij met iemand van de AIVD praten, terwijl hen om allerlei informatie wordt gevraagd? Acht u een dergelijke gang van zaken toelaatbaar?
- Hoeveel asielzoekers hebben aan de AIVD informatie verstrekt, maar hebben vervolgens van de IND of de rechter een negatieve beslissing op hun asielverzoek gekregen? Hoeveel van hen hebben er van de minister alsnog een verblijfsvergunning gekregen, ondanks een eerdere negatieve beslissing?
- Welke dilemma’s komen de AIVD en de IND tegen wanneer asielzoekers wordt gevraagd aan de AIVD informatie te verstrekken? Is er aanleiding om de praktijk te veranderen?
- Bent u bereid een commissie in te stellen die van te voren toetst of het contact dat een asielzoeker met de AIVD heeft, hem niet in een afhankelijke positie brengt in zijn relatie tot de IND en die toeziet op de inhoud van die contacten?