Vertaling van het artikel “Terrorismus im Dienste der Großmächte?”
Van Salima Mellah, uit Algeria-Watch, Infomappe 32 van September 2005
De aanslagen in Londen in juli 2005 versterkten in Europa de vrees dat er meer bommen zouden volgen. De oplopende conflicten tussen aan de ene kant de Europese staten onderling en met de VS aan de andere kant, de steeds ingewikkelder situatie in Afghanistan, Syrië, Libanon en Irak en de meedogenloze concurrentie om de greep op de oliereserves, maken nieuwe aanslagen waarschijnlijk. In Europa en de VS wordt de grote aanscherping van de veiligheidspolitiek, het uithollen van burgerrechten, het uitkleden van rechten van immigranten en asielzoekers sinds 2001 gelegitimeerd met een beroep op terrorismebestrijding.
In Frankrijk bijvoorbeeld werd de alarmfase rood afgekondigd en er wordt voortdurend gewezen op het gevaar van een bloedbad. De potentiële aanstichter is al aangewezen. Het is de Algerijnse GSPC (Groupe Salafiste pour la Prédication et le Combat), een afsplitsing van de beruchte GIA (Groupes islamiques armés), die verantwoordelijk wordt gehouden voor talloze massamoorden in Algerije in de jaren negentig. In Frankrijk zou ze sinds 1995 diverse bomaanslagen uitgevoerd hebben, die negen doden en 200 gewonden veroorzaakten. Journalisten, experts en politici voeren deze pijnlijke herinnering telkens weer op om op het huidige gevaar te wijzen. Ondanks de beklemmende verwachting van nieuwe bomaanslagen is het noodzakelijk om het hoofd koel te houden en de vraag te stellen waarop de officiële aankondigingen gebaseerd zijn en hoe steekhoudend de aangevoerde aanwijzingen met betrekking tot de mogelijke veroorzakers zijn. Vooral bij Algerijnse terreurgroepen zijn er aanwijzingen voor betrokkenheid van de Algerijnse Inlichtingendienst (DRS) en de Franse binnenlandse veiligheidsdienst bij diverse operaties van de GIA in zowel Algerije als Frankrijk