De actiegroep Vonk, die als partij in 2010 deelnam aan de gemeenteraadsverkiezingen in Bergen op Zoom, blijkt een kleine twee jaar in de aandacht van de RID te hebben gestaan. Een van de leden van Vonk verschafte de politie tegen betaling informatie over de geplande activiteiten.
Een groep jonge mensen was in 2008-2009 buitenparlementair actief in Bergen op Zoom, een kleine stad in Brabant. Zij hebben zich vooral ingezet tegen extreem-rechts, maar hielden zich ook bezig met andere maatschappelijke thema’s. Na korte tijd besloten ze een politieke partij op te richten, Vonk, met de intentie deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2010.
De lijsttrekker kreeg ‘woensdagavond al applaus van de concurrentie en gisteren nog eens lovende woorden van diverse partijen’, schreef BN/De Stem op 6 maart 2010. Een VVD-lid had zich zelfs verheugd op de debatten met de jongerenpartij en vond hun campagne ‘heel goed.’ De overheid was echter minder te spreken over Vonk. Binnen de protestpartij blijkt van juni 2008 tot en met eind 2010 een informant actief te zijn geweest.
Actiecomité
Het verhaal begint in 2008. Een aantal jeugdvrienden besluit zich te verzetten tegen de komst van een extreem-rechtse politieke partij, de Nederlandse Volksunie (NVU), in hun stad. De NVU wil op 1 maart 2008 demonstreren in Bergen op Zoom. De jongeren zetten een comité op en melden een tegendemonstratie aan voor 1 maart. Burgemeester Polman (D66) besluit de NVU toestemming te geven maar twee tegendemonstraties te verbieden.
Twee actievoerders van het ‘Comité geen fascisten in onze stad’ worden tijdens een overleg op 29 februari 2008 onder druk gezet om hun geplande vreedzame demonstratie niet door te laten gaan. Het BN De Stem had hun initiatief twee dagen eerder wereldkundig gemaakt. De jongeren hadden de gemeente op 24 februari 2008 toestemming gevraagd voor een vreedzaam tegengeluid.
‘Onduidelijk is of dit ook gevolgd wordt door de achterban, Antifascistische Actie (AFA) zou namelijk meedoen’, vermeldt het verslag van het driehoeksoverleg van 1 maart om 9.15u. In de situatierapportage 4 van die dag is te lezen dat ‘in het RID-kanaal ook informatie is dat er mogelijk AFA-aanhangers zullen komen. Omvang, aard, wijze van vervoer etc onbekend.’ Voor 1 maart is door de burgemeester een noodverordening uitgevaardigd.
In de situatierapportage (sitrap) van 28 februari, twee dagen voorafgaande de betoging van de NVU, staat onder het kopje district Bergen op Zoom dat het broeit onder de jongeren in de stad. ‘Onrust op het Rijksscholengemeenschap i.v.m. organiseren vechtpartijen a.s. zaterdag’, is een melding in het BPS (bedrijfsprocessensysteem) van de politie. Een andere betreft een melding van een ‘bewoner van de Kastanjelaan dat jongeren zaterdag mogelijk vanuit flats spullen naar beneden gaan gooien (er broeit wat).’
Beide meldingen worden in de situatierapportage 4 van 1 maart 2008 als ‘NIET bevestigde signalen’ aangemerkt. De eerste rapportage van 27 februari vermeldt dat op verschillende locaties in Bergen op Zoom ‘NVU rot op’ is gespoten. De Regionale Inlichtingendienst (RID) waarschuwt in de sitrap 3 van 29 februari ‘rond de demonstratieroute teksten zullen worden aangebracht die zich richten tegen de NVU.’
In rep en roer
Een dag voorafgaande de demonstratie is de spanning bij politie en gemeente voelbaar. In de derde sitrap wordt vermeld dat de burgemeester heeft besloten dat ‘bij het verschijnen van de film van Wilders de demonstratie (van de NVU red.) zal worden verboden.’
Een noodverordening, twee verboden demonstraties, een flyer met gedragsregels, een discussie over vlaggenstokken, een bewonersbrief… kortom, de gemeente is in rep en roer. ‘Team Bergen Woensdrecht verwacht dat […] er affiches geplakt zullen worden, geflyerd wordt en mogelijk ook objecten worden beklad met leuzen.’ Ook weet het team Bergen-Woensdrecht volgens de sitrap al dat ‘na afloop van de demonstratie het in het uitgaanscentrum van de stad onrustig kan worden.’
Jongeren in de stad zijn onrustig, maar er is blijkbaar veel ruis bij politie en RID. De vechtpartijen en flat-acties zijn signalen die ongefundeerd zijn. Het aantal tegendemonstranten is niet duidelijk. De relatie met de actievoerders van ‘Comité geen fascisten in onze stad’, de latere leden van Vonk, wordt niet duidelijk. De korpschef schrijft dit ook in zijn antwoord op een Wob-verzoek. ‘Er is geen enkele registratie dat deze dag rechtstreeks is gelinkt naar ‘Vonk’ en / of ‘Comite Geen fascisten in onze stad’.
Vreemd is echter wel dat er geen processen-verbaal of andere mutaties in de politiesystemen aan de groep zijn gelinkt, terwijl er ‘wel andere documenten, situatierapportages en verslagen van het driehoeksoverleg’ bij de politie aanwezig zijn ‘waarin wordt gelinkt naar Vonk’. De groep werd voor haar eerste publieke optreden al aangemerkt als subject voor een inlichtingenoperatie van de RID, zo zal later blijken.
Demonstraties
Zaterdag 1 maart 2008, de dag van de NVU-demonstratie, wordt de driehoek (burgemeester, hoofdofficier van justitie en hoofdcommissaris van politie) ieder heel uur op de hoogte gehouden. De politie-commandanten komen elk half uur bijeen. Hoewel een officiële tegendemonstratie niet is toegestaan, verzamelen op diverse locaties zich bewoners van de stad. De eerste sitrap van de dag meldt dat ‘de plaatselijke bevolking onrustig is.’ ‘Er verzamelen zich jonge Marokkanen bij V&D; er is een verkenningseenheid in de buurt’. (driehoeksoverleg 12.00 uur)
Volgens sitrap 6 van die dag betreft het een grote groep. De antifascistische demonstranten worden extra door politie en de RID in de gaten gehouden. ‘Vijf man (links) zijn gesignaleerd op de Wouwsestraatweg […] hebben camera’s etc.’ (sitrap 6) en ‘er hebben zich 40 AFA’s bij Luifeltje opgesteld; de ME gaat daar naartoe om af te schermen en eventueel te bevelen zich te verwijderen’. (driehoeksoverleg 13.00 uur)
Rond 13.00 uur hebben zich overal langs de route van de NVU-betoging mensen verzameld. ‘V&D ongeveer 60 man, Oude Stationsweg 25 man, tegendemonstratie Piuspark bij Piusplein, 50 personen AFA op Bredaseweg, aan voorzijde van het station staat een groepje van 6 man, 15 Marokkanen bij tunneltje’, vermeldt het minuut tot minuut verslag in de sitrap 7. Onder het kopje RID staat ‘groep van 25 personen NVU op parkeerplaats gemeentehuis, allen zijn links georiënteerd’, als een verwarrend bericht.
Duidelijk is wel dat AFA in de gaten wordt gehouden. ’13:46 Alle AFA’s als dusdanig herkenbaar zijn, kan gehandeld worden volgens noodverordening en mag er aangehouden worden’, vermeldt rapportage 8. Het eerste half uur van de demonstratie worden er zeven mensen, waaronder vier antifascisten, aangehouden voor het niet opvolgen van een politiebevel. Tot dan toe lijkt alles rustig te verlopen.
De spanning binnen het driehoeksoverleg stijgt met name om 14.00 uur. ‘Grote groep Marokkaanse jongeren bij Piuspark, en geen aandacht van de landelijke media.’ Vanuit een helikopter en via politieagenten in burger worden de tegendemonstranten in de gaten gehouden.
Aanhoudingen
In sitrap 8 gaat het nog om duizend demonstranten op het Piusplein, maar de ‘teleheli’ stelt dat aantal in sitrap 9 bij naar 150-200 personen. De verkenners zeggen dat het om ongeveer 200 à 300 man zou gaan en de RID zegt dat het om ‘een hele grote groep buitenlanders gaat, die gelet op de omstandigheden geen goede sfeer creëren.’ Het lijkt allemaal erger dan het is. Er gebeurt niets ernstigs bij het plein. Het journaal van de dag vermeldt dat er regelmatig werd opgeroepen om zoveel mogelijk aanhoudingen te verrichten.
‘Halverwege de Kastanjelaan houdt zich iemand op die een doosje eieren onder zijn jas heeft. Het is niet uitgesloten dat er met eieren gegooid gaat worden’, meldt de RID in rapportage 8. In die buurt worden vier mensen gearresteerd voor het niet opvolgen van een bevel van de politie of voor het roepen van opruiende leuzen. ‘Er is een steen geworpen naar een collega, diverse aanhoudingen gezien bij de parkeerplaats naast het postkantoor’, vermeldt het vijfde driehoeksoverleg van 15 uur.
Om 15:07 worden volgens sitrap 9 ‘stenen verzameld in de buurt van het spoortunneltje’. Het treinstation, het eindpunt van de demonstratie, is dan al weer bijna bereikt. Even is het spannend bij stationsplein, maar de RID meldt dat het plein om 16.04 wordt schoon geveegd.
Om 17.00 is het weer rustig, meldt het zevende overleg en wordt het persbericht van de gemeente en de politie besproken. Uiteindelijk worden er 17 of 18 tegendemonstranten gearresteerd, voornamelijk voor het niet opvolgen van een bevel van de politie, een enkele voor het roepen van opruiende leuzen en één voor openlijke geweldpleging. Een lichtgewonde die geen medische verzorging nodig had en een ‘grimmige sfeer’ was het resultaat van die dag. De politie en gemeente concluderen dat ‘de demonstratie redelijk rustig is verlopen.’ Niemand van het ‘Comité geen fascisten in onze stad’ werd tijdens het tegenprotest gearresteerd.
Hoewel het tegenprotest door de burgemeester werd verboden, stonden er toch honderden inwoners van Bergen op Zoom langs de route. De NVU’ers werden naast gejoel getrakteerd op eieren, een enkele steen en verse hondenpoep. Grote onrust bleef uit en de driehoek toonde zich tevreden. De NVU zou zeker niet de week erop terugkeren.
Niets wees erop dat er iets werd voorbereid of het moet de zin zijn geweest uit de eerste situatierapportage van 27 februari. ‘Door de RID is een informatie coördinatie gestart in verband met deze voorgenomen demonstratie van de NVU.’ De opmerking betreft enkel de NVU-demonstratie van 1 maart, maar waarom zijn er dan wel documenten, situatierapportages en verslagen van het driehoeksoverleg bij de politie aanwezig waarin wordt gelinkt naar het antifascistische comité? Is na de demonstratie besloten om de groep in de gaten te houden? Op grond waarvan? Het organiseren van een protest tegen extreem-rechts?
Unheimlich gevoel
Na de demonstratie zijn de antifascistische jongeren zo enthousiast dat zij besluiten zich blijvend te organiseren. Eerst in het Comité Artikel 1 (van de Grondwet, red.) en later de Vonk, kortweg Vonk genoemd. De groep van ongeveer dertig merendeel jongeren kraakte na enkele eerdere acties in juni 2008 een pand.
Dit kraakpand wordt de uitvalsbasis voor een reeks activiteiten, waaronder het opzetten van een politieke partij in 2009 om aan de volgende gemeenteraadsverkiezingen deel te nemen. Geheel onverwacht haalde Vonk 1,9 procent van de stemmen, niet genoeg voor een zetel, maar wel een teken van steun in Bergen op Zoom.
November 2010, als de groep een doorstart maakt, wordt duidelijk dat binnen Vonk een informant actief is. Begin 2011 wordt hiervoor een speciale bijeenkomst belegd waar vijftien personen bij aanwezig zijn. De gemiddelde leeftijd ligt rond de 19/20 jaar. Een actieve groep jongeren, politiek gemotiveerd en betrokken. Een groep politieke krakers die zich actief buitenparlementair roeren. Jong, geëngageerd, niet stoer maar ook niet soft en actief op vele fronten.
Sinds 20 november 2010 is er onderling uitgebreid gecommuniceerd over informant Bram. Verschillende leden van Vonk hebben hem vervolgens geconfronteerd met de ontdekking. De mensen zijn boos en verontwaardigd. Bram was een jeugdvriend, een goede bekende. Hij maakte dan wel niet actief deel uit van Vonk, maar hij was er altijd en kende iedereen.
Alle leden van de groep erkennen dat er rekening mee is gehouden. Een informant in je groep is altijd mogelijk als je politiek actief bent. Dat het echt gebeurt, is een ander verhaal. Een informant in hun midden, nee niemand had dat echt verwacht. Een soort unheimlich gevoel blijft hangen.
Er is informatie over deelnemers van de groep verzameld. Het roept allemaal vragen op over wie, wat en waarom. De groep opereerde in de openheid en had voornamelijk een lokaal karakter, organiseerde zich zelfs als politieke partij om deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Welk democratisch belang is gediend bij een inlichtingenoperatie rond een dergelijke club?
Brede politieke beweging
Terug naar de start van Vonk. De jongeren hadden zich in eerste instantie vooral georganiseerd tegen fascisme en racisme en stond bekend onder de namen ‘Comité geen fascisten in onze stad’, ‘Comité Artikel 1’ en Vonk. De groep demonstreerde niet alleen tegen de NVU in Bergen op Zoom, Oss, Den Haag of Den Bosch, maar organiseerde ook activiteiten voor jongeren rond fascisme en racisme. Zoals op 26 februari 2009, een bijeenkomst voor jongeren uit Bergen op Zoom over antifascisme en op 5 mei van datzelfde jaar vindt er een bevrijdingsfestival plaats in het kraakpand.
Vonk organiseerde al deze activiteiten zonder een bijdrage van de gemeente. Bergen op Zoom had echter wel ‘twee ton subsidie in de wacht gesleept om radicalisering terug te dringen. Het geld, geschonken door het rijk, moet vooral gebruikt worden voor acties gericht tegen polarisatie en rechts-extremisten’, schrijft BN/De Stem op 25 augustus 2008. De jongeren van Vonk kwamen echter niet in aanmerking. De subsidie ging wel naar ‘specialisten’, jongerenwerkers en de politie, ook ter bestrijding van extreem-links, zo vertelde een jongerenwerker.
Jongeren die zich inzetten tegen fascisme en racisme, zijn misschien onconventioneel, maar betrokken bij de lokale politiek en het dagelijks leven in Bergen op Zoom. Voor buitenstaanders was de groep gemakkelijk te benaderen. Het gebruikelijke krakerstenue ontbrak echter. Ze hadden een jonge frisse uitstraling en een sterke bereidheid om het debat aan te gaan.
De activisten van Vonk vermeden dan ook niet de officiële activiteiten van de gemeente. Zij maakten deel uit van de Jeugdraad van de stad en waren aanwezig op de officiële dodenherdenking in 2009. Zowel in de Jeugdraad als via hun contact gegevens was de groep gemakkelijk te benaderen. De groep probeerde in het geheel niet anoniem te blijven.
Zelfs toen de groep een pand had gekraakt en daar activiteiten en feesten organiseerde, werd rekening gehouden met de buurt. Buurtbewoners werden, nadat de gekraakte voormalige discotheek Vips was opgeknapt, uitgenodigd om een kijkje te komen nemen. Niet iedereen die de Vips bezocht was een voorstander van kraken. Het merendeel van de buurt bleek echter wel enthousiast over het feit dat er eindelijk na tien jaar wat met het pand gebeurde. Ook de regionale krant BN De Stem besteedde op 11 augustus 2008 ruim aandacht aan Vonk. Onder de kop ‘Krakers knappen discotheek Vips weer beetje op’ werden de krakers in het zonnetje gezet.
Naast het antifascisme/-racismewerk werden in het kraakpand aan de Huijbergsestraat 4 party’s, benefietfeesten, informatie-bijeenkomsten of andere manifestaties en demonstraties georganiseerd. Zo vond december 2008 een bijeenkomst plaats over de situatie in Griekenland. Maar ook een manifestatie over het geweld van de staat Israël, demonstraties tegen het kraakverbod, een filmavond over dierenrechten en een bijeenkomst op 1 mei rond de dag van de arbeid.
De groep voorzag niet alleen in haar eigen behoeften. Haar activiteiten werden door een breed publiek bezocht. Misschien dat Vonk een gevoelige snaar heeft weten te raken in het bedaagde Bergen op Zoom en zodoende verstrikt raakte in een inlichtingenoperatie.
In aanraking met de politie
Die gevoelige snaar had de groep zeker geraakt bij de lokale politie. Nu is de relatie tussen autoriteiten en krakers meestal niet erg betrokken, maar de jonge actievoerders van Vonk konden op veel politieweerstand rekenen. Op 1 maart 2008 werd hun eerste demonstratie verboden. Twee dagen voor de demonstratie werden actievoerders van Vonk aangehouden bij het uitdelen van folders en moesten zij hun identiteitspapieren tonen.
Al eerder waren de jongeren opgevallen, maar lukte het de politie niet om een folder te bemachtigen. ‘Op maandag 25 februari 2008 zou er in de middag gefolderd zijn op de Bredasestraat door een viertal ‘links uitziende’ personen. Proberen via via een folder te achterhalen’, vermeldt de RID-paragraaf van de situatierapportage van 27 februari.
Drie maanden later, tijdens een demonstratie tegen de NVU op 31 mei 2008 in Oss, werden alle antifascisten aangehouden. Volgens de afspraken met de gemeente Oss hadden zij een uur gedemonstreerd. Toen de tegenactie was beëindigd, werd iedereen ingesloten door de mobiele eenheid en aangehouden. De politie wilde voorkomen dat de tegendemonstranten de NVU-demonstratie zouden verstoren.
Juni 2008 verliep de kraakactie van de disco op de hoek van de Huijbergsestraat en de Schoolstraat zonder problemen. Aanwezigen in het zojuist gekraakte pand moesten zich echter wel legitimeren. Twee maanden later ging het echter mis. De politie viel tijdens het eerste benefietfeest ‘Electricity Party’ de Vips binnen. Bij de huiszoeking nam de politie alle aanwezige drank en de geluidsinstallatie in beslag.
Bewoners van het pand waren eerder op de dag bij het politiebureau langs gegaan. ‘Ook kwamen op dat moment 3 personen op het bureau die behoren tot de krakers (bewoners) van het pand. Wilden weten wat de regeltjes waren omdat het voor hun een woning was en zij gewoon een feestje wilden geven’, vermeldt het proces-verbaal van 29 augustus. De aanwezige agenten vertellen hen dat zij contact op moeten nemen met het ‘hoofd afd. toezicht en handhaving die een en ander met de brandweer zou kortsluiten.’
In het proces-verbaal van de huiszoeking staat dat ‘omstreeks 20.00 uur door de brandweer en Handhaving van de Gemeente geconstateerd is dat het pand niet voldeed aan de bouwverordening en veiligheidseisen en er waarschijnlijk meer dan 50 personen in het pand waren.’ De burgemeester gaf een machtiging af en de politie ging over tot ontruiming. Daarop volgende feesten en ook het cafébezoek werden door de autoriteiten met rust gelaten.
Griekenland is overal
Nu zijn demonstraties die verboden worden, mensen die zich moeten legitimeren als zij folders uitdelen en vreemde huiszoekingen in kraakpanden tijdens evenementen geen ongewone verschijnselen, maar deze groep alternatieve jongeren leek extra in de gaten te worden gehouden. Aan het eind van het jaar werd een deelnemer van de actiegroep op het politiebureau ontboden vanwege een informatiebijeenkomst die in het teken stond van de onlusten, demonstraties en het politiegeweld in Griekenland.
De twee functionarissen die de persoon te woord stonden gingen daarbij zeer intimiderend te werk. Tijdens het gesprek lieten zij doorschemeren dat zij allerlei kennis over hem hadden. “Hoe gaat het nu op school in Tilburg”, beten ze hem toe om aan te tonen dat ze wisten waar hij op school zat. De politie stond erop dat de bijeenkomst in de Vips werd afgelast. Vonk besloot geen gehoor te geven aan het dreigement van de politie.
‘Naar aanleiding van dit gegeven (een uitnodiging die van het internet was geplukt, -red.) overleg geweest met TC en gemeente. Standpunt is dat deze bijeenkomst niet in dat pand kan/mag doorgaan op grond van de onveilige situatie’, vermeldt het proces- verbaal. ‘Vervolgens telefonisch contact gelegd met … (naam met stift zwart gemaakt). Wilde een discussie beginnen over de wet en regelgeving. […] Deze discussie niet aangegaan’, vervolgt het proces-verbaal.
De politie heeft vervolgens iemand uitgenodigd op het bureau om het standpunt van de gemeente over te brengen, maar de informatiebijeenkomst ging wel gewoon door. Die avond zijn de agenten Paul Jacobs (wijkagent Putte) en Meino Dam (wijkagent centrum) rond 20.30u bij het kraakpand langs gegaan. Zij schrijven in het proces-verbaal: ‘Er bleken met hem (de persoon die de deur open deed -red.) maar 11 personen aanwezig te zijn in het pand. Volgens … (naam zwart gemaakt) waren dit alle mensen die er thuis hoorden. Er waren GEEN mensen afgekomen op de bijeenkomst van buiten af.’
Het proces-verbaal wekt de indruk dat een van de mensen in het kraakpand heeft gezegd dat de 11 mensen, allemaal deelnemers van Vonk waren. Door in de laatste zin van het verslag van de controle ‘geen’ in hoofdletters te schrijven, lijkt het erop alsof de politie precies wist wie wel of niet deel uitmaakte van de groep.
Big Brother Bergen op Zoom was duidelijk actief rond de groep Vonk en haar sympathisanten. Hoewel de demonstratie van de NVU op 1 maart 2008 enigszins grimmig verliep, vonden er dat jaar op 15 maart en 13 september manifestaties plaats zonder spanningen. De politie voelde echter een sterke behoefte om de groep Vonk in kaart te brengen door ze te pas en te onpas zonder reden naar hun identiteitspapieren te vragen.
Daar bleef het niet bij. In het proces-verbaal van een stille tocht op 10 januari 2009 tegen het geweld van de staat Israël meldt de verbalisant van de camerawagen: ‘via de camera’s goede beelden kunnen maken, helaas geen foto’s.’ Aan de demonstratie deden honderd mensen mee afkomstig uit Bergen op Zoom.
Vonkleden bedreigd
De politie was niet de enige die de activisten van Vonk op de huid zat. Ook sommige buurtbewoners bedreigden de jongeren. Augustus 2009 viel een dronken buurtbewoner de mensen die in het pand wonen en werken lastig. De politie was pas 45 minuten na melding ter plaatse. De agenten vertelden de krakers dat ze geen overlast mochten veroorzaken en zicht rustig moesten houden. Uiteindelijk stuurden zij de man weg. Een maand eerder was er ingebroken in het kraakpand waarbij persoonlijke spullen waren gestolen.
April 2009 kwam er een melding binnen bij de politie dat de straat en stoep van het kraakpand onder de verf zou zitten. De politie rukte uit, maar er bleek niets aan de hand te zijn. Nadat de politiefunctionaris de klagende vrouw terug had gebeld om zijn bevindingen door te geven, reageerde zij fel: ‘Kan dat allemaal zomaar?!’ Aan het eind van het jaar vond er een melding plaats van geluidsoverlast bij het kraakpand. De melding was afkomstig van de buren, maar de agenten die op de melding afkwamen constateerden ‘geen daadwerkelijke overlast’.
Toch zijn het vooral de activiteiten tegen fascisme en racisme die de meeste dreigementen uitlokken, met name uit extreem-rechtse hoek. Zo doken tijdens een antiracisme demonstratie op 28 maart 2009 in Bergen op Zoom enkele aanhangers van extreem-rechts op. De politie greep in omdat het tot een handgemeen dreigde te komen tussen mensen van de Nationaal-Socialistische Actie (NSA) en Vonk. Na wat duw- en trekwerk kon de demonstratie worden vervolgd. Op 28 november 2009 bij een demonstratie tegen het kraakverbod is het weer raak. Ditmaal willen twee aanhangers van de Nationale Jeugd Nederland (NJN) foto’s nemen van de demonstranten. Na opnieuw een gespannen situatie worden zij door de politie weggestuurd.
De intimidaties en tegenacties van extreem-rechts werden in de loop van 2008 en de jaren die volgden ook persoonlijk van aard. Deelnemers van Vonk werden regelmatig bedreigd door diverse extreem-rechtse groeperingen zoals NSA en NJN. Ze konden rekenen op bedreigingen via de telefoon, op het internet, verbaal, via brieven, stickers in de buurt, leuzen op deuren en ramen, stenen door ruiten bij mensen of hun ouders thuis en andersoortige vernielingen. De politie heeft nooit aangegeven wat het onderzoek naar de bedreigingen heeft opgeleverd. Vaak kwamen zij niet langs om zelf de vernielingen te bekijken. Vonk heeft daarop zelfs de burgemeester aangeschreven, maar ook dat leverde niets op.
Excuusbrief
Voor de actiegroep was het duidelijk dat de dreigementen uit extreem-rechtse hoek kwamen. Dit werd bevestigd toen een deelnemer van Vonk in de zomer van 2010 een ex-aanhanger van de NJN tegenkwam. Deze zei niet verantwoordelijk te zijn geweest voor de vernielingen en de graffiti. Volgens hem waren het andere mensen van de NJN. Buurtbewoners hadden echter zijn auto verschillende keren gesignaleerd tijdens incidenten, dus Vonk was er van overtuigd dat hij medeverantwoordelijk was.
De man werd overgehaald een excuusbrief te schrijven aan de mensen van wie de ruiten waren ingegooid. Enkele maanden later werd ex-NJN’er door de politie verhoord. Hij vertelde van de ontmoeting met de Vonk-medewerker, zijn ontkenning van betrokkenheid bij de vernielingen en de excuusbrief. Dit verhoor vond op 12 november 2010 plaats. Hij bleek toen al niet meer actief binnen extreem-rechts, althans, dat had hij zelf beweerd in de zomer van dat jaar.
Een jaar eerder was hij ook al eens verhoord door de politie, niet de recherche, maar de Regionale Inlichtingendienst (RID). De RID’ers vroegen tijdens dat gesprek van 21 november 2009 naar de locatie van een benefietconcert voor de NJN en naar eigen zeggen ‘van alles en nog wat.’ Dit ‘van alles en nog wat’ wordt niet duidelijk, maar de stukken die via de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob) bij Buro Jansen & Janssen zijn binnengekomen duiden wel op een grote rol van de RID.
De RID leek de gebeurtenissen rond de groep Vonk op de voet te volgen. In het proces-verbaal van 23 mei 2009 wordt melding gemaakt van directe contacten tussen de wijkagent en de RID betreffende een vernieling. Een moeder van een van de Vonk-activisten maakt melding van een steen door de voorruit van haar huis. Zij krijgt van de dienstdoende agent te horen ‘om met de wijkagent contact op te nemen en met hem mogelijk een collega van de RID.’
In één van de processen-verbaal is deze zinsnede zwart gemaakt, in een andere niet. Blijkbaar wilde de politie dit directe contact niet openbaar maken, hoewel het algemeen bekend was. Zonder de wetenschap dat er een informant binnen Vonk actief was, zou deze terloopse opmerking in een proces-verbaal geen verdere betekenis hebben gehad. Nu zou het erop kunnen duiden dat de groep actief in de gaten werd gehouden, zowel van binnen als van buitenaf. En wie was dan de mol binnen Vonk?
Bram B.
De groep was langzaamaan getransformeerd van een incidentele actiegroep begin 2008 tot een goed geoliede politieke groepering. Uiteindelijk was de naam Comité Artikel 1 komen te vervallen en werd de groep in Bergen op Zoom en omstreken bekend als Vonk. Begin 2009 besluiten de leden van de groep om een politieke partij op te richten onder de naam Bergen op Zoom Radicaal Anders.
Deze naam komt al snel te vervallen, waarna de deelnemers augustus 2009 besluiten tot de oprichting van een politieke beweging onder de naam Vonk. Vanaf begin van 2009 ontstaat het idee om deel te nemen aan de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart 2010. Bram B. was een bekende van alle vonk-leden en maakte zowel de gesprekken over de totstandkoming van een politieke partij als de oprichtingsvergadering van dichtbij mee. Op dat moment is hij al ruim een jaar als informant voor de Regionale Inlichtingendienst van de regiopolitie Midden en West Brabant.
De inmiddels 29 –jarige Bram is een jeugdvriend van enkele deelnemers van de actiegroep, zelfs uit de basisschooltijd. Twee mensen woonden met hem in een huis aan het Klaproosplein in Bergen op Zoom voordat zij verhuisden naar het kraakpand aan de Huijbergsestraat. Kort na de kraak van de disco verhuisde Bram naar de Koevoetstraat.
Bram was altijd wel in het alternatieve circuit te vinden. Geen politiek actieve jongen, maar iemand die betrokken was bij skaters en de lokale kraakscene. Hij heeft ook een periode gewoond in het kraakpand de Dennenheuvel in Ossendrecht. Daarnaast speelt hij in verschillende hardcore bandjes, zoals Screw Houston, Start Screaming (niet meer) en All on Black en toert langs kraakpanden en alternatieve poppodia zoals ACU, de Onderbroek, Dolle Tol en het kraakpand van de Vonk zelf. In Bergen op Zoom was hij betrokken bij West-Point, een popplatform voor West-Brabant en omgeving, en gebouw-t, een lokaal poppodium.
Een enkele keer deed hij mee aan demonstraties en manifestaties. Weinig mensen hebben hem bij acties buiten de stad gezien. Bram was echter wel geïnteresseerd in de verhalen over wat er gebeurd was. Bram zegt hier zelf over dat “als je met vrienden in een groep bij elkaar zit, je er niet aan sommige gesprekken ontkomt. Ik ben niet geïnteresseerd in politiek. Ik heb in mijn leven één keer gestemd, en dat was op Vonk, uit sympathie. Het voorval in Oss werd mij duidelijk nadat mijn toenmalige huisgenoten veel later terugkwamen van de demonstratie. Ik luisterde geïnteresseerd, omdat het een spannend verhaal was.” Aan politieke discussies deed hij niet mee, maar hij hield wel van feesten. Hij was actief betrokken bij benefietfeesten en het draaien van de kroeg in het kraakpand. “Bram is geen stille jongen en in de sociale omgang vond ik hem een erg toffe kerel, iemand waar je goed een biertje mee kon drinken en mee kon praten”, vertelt een van de leden van Vonk. “Politiek leek hem echter niet te interesseren.”
Geboren en getogen in Bergen op Zoom ging Bram na het behalen van zijn MAVO-diploma bij Bruynzeel Keukens werken. In januari 2011 werd hij daar ontslagen en vond naar eigen zeggen één maand later via een uitzendbureau een nieuwe baan bij Fokker op de vliegbasis Woensdrecht. Een aantal mensen van Vonk kende hij erg goed en de gehele groep zag hem als kennis, vriend of kameraad. Ook al maakte hij geen deel uit van de actieve kern van Vonk, de bekentenis van Bram kwam voor alle leden hard aan. Een jeugdvriend die achter jouw rug met de politie gaat praten over jouw leven, ideeën, meningen en activiteiten, dat maakt diepe indruk.
Bram en de RID
In de nacht van 29 op 30 juni 2008 werd het actiecentrum van Vonk gekraakt. Een grote groep jongeren had zich hiervoor van tevoren verzameld, waaronder Bram. Hij had weliswaar ervaring met kraken, maar zijn expertise werd niet gebruikt voor het openbreken van de deur. Bram was een van de vijf personen die op de uitkijk stonden om te waarschuwen voor naderende politie of buurtbewoners. De kraak verliep zonder problemen.
Het is onduidelijk of Bram dan al voor de politie werkzaam is of dat hij informant werd na de kraakactie. Bram beweert zelf dat zij ruim na de kraak plotseling voor zijn deur stonden aan het Klaproosplein. In de gesprekken en berichten noemt hij verschillende data van de eerste benadering tussen juli 2008 en begin 2009. Rond de kraakactie van de Vips belden twee mannen bij hem aan. Ze zeiden dat ze van de ‘recherche’ waren en even met hem wilden praten. Bram liet de politiefunctionarissen binnen. Tijdens dat gesprek vroegen de beambten wat over de kraakbeweging, radicaal-links en extreem-rechts, over de Nationale Socialistische Actie (NSA) Brabant en aanverwante onderwerpen.
Uiteindelijk kwam ook Vonk aan bod. De actiegroep heette op dat moment weliswaar nog niet zo, maar het was duidelijk dat het over de vriendengroep ging waar Bram mee optrok. Twee van de Vonk-leden hadden bij Bram in huis gewoond, maar namen juni 2008 hun intrek in de Vips. De RID’ers, medewerkers van de Regionale Inlichtingendienst, vroegen of ze Bram regelmatig konden spreken over Vonk. “Denk er over na, wij nemen over enkele dagen contact op”, zo beëindigden zij het eerste gesprek.
Bram besloot op het aanbod van de RID in te gaan. Tijdens het eerste gesprek werd hij erop gewezen aan niemand te vertellen dat hij met de politie sprak. Bram beweerde naderhand dat ze hem een schrikbeeld hebben voorgehouden, van een man die met de RID samenwerkte en dat op een gegeven moment aan zijn vrouw had verteld. Volgens de RID’ers zou deze vrouw hem verlinkt hebben en leeft de man nu ergens anders onder een andere naam. Bram was dus een gewaarschuwd mens.
Verdachte Vonk
Waarom was het oog van de inlichtingendienst op Vonk gevallen? Bram zegt dat de politieagenten hem tijdens het eerste gesprek voorspiegelden dat de demonstratie van de NVU uit de hand was gelopen en dat de leden van de groep ‘Comité geen fascisten in onze stad’ daarom in de gaten moesten worden gehouden.
Aan deze tegendemonstratie deden echter ruim 500 mensen mee en slechts een klein deel was deelnemer van Vonk. En al werden er eieren, hondenpoep en een enkele steen naar de extreem-rechtse betogers gegooid, de NVU presenteerde de demonstratie naderhand als een succes, er was sprake van slechts één licht gewonde. De NVU’ers konden vrij door de straten van Bergen op Zoom lopen, ondanks wat schermutselingen.
De voortekenen van een inlichtingenoperatie van de politie werden drie maanden later duidelijk. Na een korte demonstratie tegen de aanwezigheid van de NVU in Oss werden alle deelnemers van Vonk aangehouden. De politie bleek goed op de hoogte van het bestaan van het’‘Comité geen fascisten in onze stad’. Van een ieder werd de personalia genoteerd. Tijdens het verhoor werd hen gevraagd naar de organisator van de tegendemonstratie, het telefoonnummer van die persoon en wat de groep van plan was te gaan doen.
Hoewel duidelijk was dat de aangehouden actievoerders in Oss slechts op de been waren geweest uit protest tegen de NVU, blijkt uit de wijze van ondervraging dat het de inlichtingendienst vooral te doen was om de organiserende actiegroep in kaart te brengen. De NVU is niet groot en eigenlijk in het politieke landschap onbetekenend. Door de straat op te gaan genereert de partij heel veel aandacht, zowel bij gemeenten als in de media. De leiding van de partij beschouwt dat als een groot succes.
Een van de arrestanten vertelt dat hij in Oss verhoord werd door een politieagent in burger. Een man op leeftijd, sjofel gekleed en brildragend. Hij viel meteen met de deur in huis: “Als ik jong was, had ik ook meegedaan aan deze actie tegen de fascisten.” De demonstratie was net afgelopen, maar iedereen wilde eigenlijk de NVU beletten om te gaan marcheren, dit was niet gelukt. Alle demonstranten uit Bergen op Zoom werden opgesloten en konden niet meer scanderen tegen rechts. Het was duidelijk dat de RID’er probeerde om vriendschap te sluiten, want toen de jongen niets meer wilde zeggen, werd hij bedreigd. De collega van de agent kon ook komen en die was “veel minder vriendelijk.”
Dat de politie specifiek op Vonk lette, bleek een half jaar later tijdens een bijeenkomst over de Griekse onlusten. Terwijl er al enkele feesten waren georganiseerd, stelde de gemeente en de politie zich op 12 december 2008 hard op. De bijeenkomst mocht niet doorgaan. Een activist van Vonk moest verantwoording komen afleggen op het bureau terwijl twee agenten op de bewuste avond het kraakpand kwamen controleren. ‘Er waren geen mensen afgekomen op de bijeenkomst van buiten af’, vermeldt het proces-verbaal van de dag. Alsof de politie een overzicht had van deelnemers aan Vonk. Bram zegt hierover dat het “best logisch is dat er een lijst is” van de leden van Vonk. Op de avond was er echter wel iemand aanwezig die niet aan de kraak had deelgenomen. Van deze persoon is door de RID een foto aan Bram getoond en heeft hij bevestigd dat die bij de Vonk aanwezig was.
In de schulden
Bram B. besloot om met de politie te praten, niet eenmalig maar regelmatig. Bram zegt zelf dat “bij een tweede gesprek er geen sprake was van een volgend gesprek, er volgde later wel een uitnodiging via de telefoon. Er zouden wat onduidelijkheden zijn.” Hij werd rond de kraak informant binnen Vonk en bleef deze rol vervullen tot begin 2011. Vonk was intussen een politieke partij geworden die deelnam aan de gemeenteraadsverkiezing van maart 2010 in Bergen op Zoom. Na de verkiezing verdween Bram een half jaar uit beeld om op het laatste feest van Vonk weer op te duiken. Na dat feest werden de deelnemers van Vonk op de hoogte gesteld van de rol die Bram een kleine twee jaar had gespeeld.
Waarom besloot deze a-politieke basgitarist en sociale jongen om als informant te gaan werken? De politie wist waarschijnlijk van zijn schulden. Bram B. kocht een flat aan de Koevoetstraat in het centrum van Bergen op Zoom, maar had zeker geen riant salaris bij Bruynzeel keukens. Toen hij aan het Klaproosplein een woning huurde had hij een aantal maanden huurachterstand. Hij had een schuld bij de muziekwinkel Pro Line Music en schafte regelmatig dure spullen zoals een flatscreen televisie aan op afbetaling.
Bram had op verschillende plekken schulden. Bram zegt zelf dat hij voldoende verdiende bij Bruynzeel, maar geeft in een reactie op dit stuk aan dat hij na zijn ontslag “in januari 2011 een financiële gift heeft ontvangen, omdat ik anders in de
geldproblemen zou geraken.” Zijn hypotheek bedroeg rond de 750 euro per maand. De verleiding vanwege het extra geld voor zijn werk als informant zal aanlokkelijk zijn geweest. Bram zelf beweert later op geschokte toon dat geld voor hem helemaal geen rol heeft gespeeld. Wat hem wel over drempel trok, wordt vooralsnog niet duidelijk.
Naast zijn werk bij Bruynzeel, verdiende Bram met zijn muziekoptredens ook niet veel. Maar hij hield wel van drank, muziek en feesten. Een enkele keer gaf hij aan dat hij geen geld had voor een biertje of een feestje, maar dit was incidenteel. Informanten krijgen geen duizenden euro’s uitgekeerd, maar net genoeg om hem of haar chantabel te houden. De inlichtingendienst wil niet dat de persoon in kwestie financieel in de knel komt, maar ook niet dat de schulden kunnen worden afbetaald.
Bram maakte geen deel uit van Vonk, maar kende wel alle leden. Na de kraak van de oude discotheek Vips was hij betrokken bij de bar-avonden en de verschillende feesten die er werden gehouden. Zijn bekendheid met de lokale muziekscène en omstreken kwam goed van pas. Hij bezocht wel eens vergaderingen over politieke onderwerpen, maar hij wekte de indruk dat het hem niet erg interesseerde. Bram is echter wel een heel sociaal persoon en maakte met iedereen een praatje tijdens de feesten. Bram zegt over zijn politieke interesse het volgende: “Ik heb hier, de
eerste keer in mijn leven, op gestemd. Alle andere
partijen boeiden mij niet. Met de komst van partij Vonk, had ik eindelijk een partij waarbij de gestelde doelen me overhaalden om eindelijk een keer zelf te stemmen. Deze partij en haar ideeën stonden mij aan en ik heb (nog steeds) altijd sympathie voor
deze manier van denken gehad.”
Informatie over Vonk
Hoewel onduidelijk is wat Bram precies verteld heeft aan de RID van de regiopolitie Midden en West Brabant, staat vast dat hij een volledige lijst van namen heeft verstrekt of bevestigd. Bram: “Er zijn namen genoemd en ik heb bevestigd dat ik deze mensen ken.” Tijdens de gesprekken met de inlichtingendienst werden hem foto’s getoond en heeft hij de namen van mensen weg gegeven of bevestigd Het ging daarbij zowel om voor- als achternamen, maar het ging ook over waar mensen woonden en waarmee mensen bezig waren. Het beeldmateriaal betrof politiefoto’s van verdachten en
demonstranten, of bleken afkomstig van Hyves pagina’s en
extreem-rechtse websites als die van Stormfront
Bram zegt zelf over de foto’s dat die “waren uitgeprint en onderaan de pagina stond een url. Wel zijn er foto’s voorbij gekomen die ik herkende van sites zoals Stormfront. Ik heb bij elke foto, waarop mensen te zien waren die ik niet kende, vertelt dat ik deze mensen niet kende. Daar zijn geen namen aan te pas gekomen.”
De RID’ers vroegen ook naar leden van de CJB, de Communistische
Jongeren Beweging, de jongerenorganisatie van de NCPN (Nieuwe
Communistische Partij Nederland) en of deze leden actief waren bij Vonk. De NCPN heeft twee gemeenteraadszetels in Lemsterland en een in Oldambt en geeft het blad Manifest uit. Enkele CJB-leden zijn betrokken bij de activiteiten van Vonk.
Volgens eigen zeggen werd Bram voor de gesprekken met de RID altijd opgehaald aan de achterzijde van het treinstation in Bergen op Zoom. Een van de leden van Vonk is hem daar in januari 2010 tegen het lijf gelopen. Bram raakte hiervan erg zenuwachtig en zei dat hij een afspraak had. Hoewel hij meldde haast te hebben, bleef hij staan achten tot de andere persoon van Vonk uit het zicht was verdwenen. Bram bevestigt dat hij achter het station werd opgehaald, maar ontkent dat hij ooit een bekende tegen het lijf is gelopen. “Zelfs in mijn werkperiode werd ik daar opgehaald door een collega, en in heel die periode ben ik nog nooit een bekende op die plaats tegengekomen.”
De RID’ers wachtten hem op in een zilvergrijze Volkswagen Golf, waarna ze naar Bungalowpark Familyland in Hoogerheide reden. De RID had daar dan voor enkele uren een huisje gehuurd. Voor elk gesprek werd hem naar eigen zeggen 50 euro geboden. Hun belangstelling ging vooral uit naar de demonstraties die Vonk organiseerde, maar ook naar jonge activisten die aan betogingen in Brussel of andere plaatsen deelnamen.
Bram houdt vol dat hij slechts één gesprek heeft gevoerd met de RID. Het eerste gesprek aan het Klaproosplein was volgens hem geen gesprek en het ‘afsluitende’ gesprek ook niet. Tegen zijn toenmalige vriendin heeft hij gezegd dat hij meerdere gesprekken heeft gevoerd met de RID. Tegen enkele Vonk-leden heeft hij aangegeven dat hij regelmatig telefonisch contact had met de RID’ers. Zij hadden hem een tekening gegeven met in code het telefoonnummer 06 228 1478 5.
Bram vertelde de RID wie er naar de demonstraties zouden gaan, of ze met de trein of auto er naartoe reisden en hoeveel leden van Vonk zouden deelnemen. Ook werd hem gevraagd zelf deel te gaan nemen aan manifestaties in Amsterdam. Bram: “Er is mij de vraag gesteld of ik wel eens buiten Bergen op Zoom aan acties mee doe.” Bram ontkende dat tegen de RID, maar volgens hem “werd daarna verteld, dat als ik zou gaan, mijn reiskosten vergoed zouden worden, in ruil voor informatie.”
Ze vroegen tevens naar mensen van Vonk die deelnamen aan dierenrechten demonstraties of activiteiten van de AFA, de Anti Fascistische Aktie. Zijn toenmalige vriendin zegt hierover het volgende: “De eerste keer dat ik confronteerde had hij meerdere gesprekken gehad, had hij foto’s moeten benoemen en heeft hij zelfs toegegeven dat hij één van mijn vriendinnen aan had gewezen als dierenrechten activiste.” Tegen een Vonk-lid heeft hij zijn vriendin aangewezen als dierenrechten activiste. Zij deed toen zo nu en dan mee aan demonstraties rond dierenrechten. Tijdens het tweede gesprek met Vonkleden maakte hij duidelijk dat hij een persoon van een foto heeft geïdentificeerd. Dit was een kraker van de Dennenheuvel groep, waar hij enige tijd actief bij was.
In gesprekken die Bram na zijn ontmaskering voerde met
leden van Vonk en Jansen & Janssen probeert Bram later zijn eigen
informatie-waarde te bagatelliseren. Hij weet eigenlijk niet meer zo goed wat hij wel of niet heeft verteld, en dat waren of “geen
belangrijke dingen” of “dingen die ze al wisten”. Als je Bram moet
geloven lijkt het alsof de RID’ers het voornamelijk met hem over
koetjes en kalfjes hadden: hoe is het met die en die, hoe gaat het met je bandjes, zijn er nog leuke dingen te melden. Interesse van de dienst voor dierenrechten activisme herinnert Bram zich bijvoorbeeld steevast als “toen ging het weer over vegetarisme.”
Bram: “In dit gesprek werd mij een aantal vragen gesteld met betrekking tot mijn verleden (vroeger woonde ik zelf in een kraakpand in de regio). Er zijn wat foto’s van mensen getoond die ik persoonlijk ken, en ook van mensen die ik nog nooit in mijn leven gezien heb. Het gesprek heeft vooral mijzelf in de hoofdrol gehad. Wat zou ik bijvoorbeeld van vegetariërs vinden, of hun ideeën, wat vind ik van krakers, dierenbevrijding, en meer van dat soort zaken.” In een brief die hij schrijft, geeft hij aan dat hij werd gebeld voor een afspraak: “Ditmaal zal het over demonstraties gaan in de regio en of ik weet wat extreem rechtse figuren uit mijn regio gaan en/of willen doen.”
Zijn toenmalige vriendin zegt dat hij aan haar “nooit iets verteld heeft over vragen die over hem zouden gaan. Aan mij heeft hij destijds verteld dat het over de vonk en de personen van de vonk ging.”
De ontdekking
Niemand verdacht Bram. Hij was een jeugdvriend, maakte onderdeel uit van de familie van Vonk. De schok was groot toen het uitkwam. In de bijna twee jaar dat hij als informant werkzaam was, vonden er wel enkele opvallende zaken plaats. Hoewel hij niet als politieke hard-liner bekend stond, kwam hij wel naar een demonstratie tegen extreem-rechts, en was zelfs een aantal keer achter het kopspandoek te vinden. Ook toonde hij zich geïnteresseerd in incidenten met extreem-rechts. Hij vroeg mensen nonchalant naar vernielingen, bedreigingen en andere gebeurtenissen waar leden van de NSA of de NJN bij betrokken waren geweest.
In de zomer van 2009 vroeg hij een Vonk-lid op quasi serieuze wijs of hij geïnfiltreerd was binnen extreem-rechts. De medewerker van Vonk was verbaasd over de vraag en antwoordde ontkennend. Na de ontdekking van Bram als informant plaatst deze persoon de vraag in het kader van een passage in het AIVD jaarverslag over 2009. Daarin wordt melding gemaakt van een infiltratie van een antifascist in de extreem-rechtse Nationale Jeugd Brabant (NJB).
Bram was door de RID erop uitgestuurd om te gaan vissen naar meer informatie over deze infiltratie in extreem-rechts.
De ontmaskering volgde in eerste instantie eind 2009. Zijn vriendin was argwanend over bepaalde telefoontjes die Bram kreeg en zijn vage afspraken. Zij had het idee dat hij vreemd ging en confronteerde hem met haar vermoedens. Bram ontkende het vreemdgaan, maar onthulde vervolgens dat hij als informant werkzaam was voor de politie. Zijn vriendin, lid van Vonk, maakte daarop een einde aan de relatie en drong er bij Bram op aan dat hij moest beloven nooit meer aanwezig te zullen zijn bij activiteiten van Vonk.
In een van gesprekken met Vonk-leden komt Bram zelf met het verhaal over vreemdgaan. In een reactie op dit verhaal schrijft Bram: “Ik heb mijn vriendin alles verteld in een goed gesprek. “Ik moet je wat vertellen wat je misschien heel erg kut gaat vinden, maar je bent mijn vriendin, dus je hebt recht het te weten.’ Zij was het er deels niet mee eens en vroeg me op te passen en het liefst niets meer te doen. Er is echter nooit sprake geweest van vermoedens over vreemdgaan.” Bram lijkt de indruk te willen wekken dat de relatie na de bekentenis niet was beëindigd. Zijn vriendin zegt dat: “hij mijn verhaal ook verdraaid heeft, wij zijn hierdoor uit elkaar gegaan.”
Pas een jaar later vertelde zijn vriendin haar collega’s van Vonk dat Bram voor de politie werkte. Dat gebeurde op 20 november 2010, na afloop van een Vonk-feest waar zowel Bram als zijn ex-vriendin bij aanwezig waren. Als reden voor haar lange zwijgen gaf zij aan zich voor haar ex-vriend te schamen, en dat ze bang was geweest uit de groep te worden verstoten. Bram was in die tijd niet gestopt met zijn contacten met de RID, en bevestigde later in ieder geval nog een aantal keren telefonisch te zijn benaderd.
De confrontatie
Twee leden van Vonk hebben Bram B. enkele dagen later opgezocht en geconfronteerd met de feiten. Bram ontkende niet en vertelde heel veel spijt te hebben van zijn inzet voor de politie. Al had hij spijt van zijn daden, hij beweerde “niemand te hebben verlinkt.” De Vonk-leden waren verbijsterd over zijn politiewerk en zeiden dat ze zich door hem “genaaid voelden.” Een jeugdvriend die je bespioneert…
Hierop begon Bram te draaien. Hij was gaan praten met de politie uit “interesse, maar toen hij er te diep in betrokken was geraakt, was hij bang geworden voor represailles.” Bram zegt zelf in een reactie dat hij “vooral benieuwd was waar zo’n gesprek toe zou gaan leiden.” Hij vertelde zijn vrienden voor hetgeen de RID’ers hem bij de eerste benadering hadden gewaarschuwd, namelijk dat hij niets aan anderen mocht vertellen over zijn werk, want dan zou hij onder meer een andere identiteit moeten aannemen. Ook Bram meldde bang te zijn geweest voor de reacties van zijn vrienden.
Op 27 november vond een confrontatie met een grotere groep leden van Vonk plaats. Bram vertelde opnieuw dat het hem enorm speet, maar gedurende dat gesprek werd duidelijk dat hij al heel lang voor de politie werkte. Er kwamen steeds meer details naar boven, hoewel Bram veinsde heel veel niet te weten. Hij probeerde ook zijn contacten te bagatelliseren. Het viel mee, was niet zo vaak, kort, en hij had immers weinig gezegd.
Door continu te draaien werd hij steeds ongeloofwaardiger. Wat was de vriendschap van hem met de leden van Vonk waard? Hij had blijkbaar anderhalf jaar regelmatig contact gehad met de inlichtingendienst, maar wat had hij hen verteld? Er volgde een tweede gesprek met enkele andere leden die het gevoel hadden dat Bram niet eerlijk was over de dubieuze rol die hij had gespeeld.
Bij dat tweede gesprek proberen de vonk-leden nogmaals Bram’s rol een politieke duiding te geven, wat verder gaat dan Bram’s eigen ‘het is heel erg kut voor mijn vriendin dat ik met de politie heb gepraat.’ Onwil of onbegrip, het lukt in ieder geval niet goed om Bram over te halen zijn verantwoordelijkheid te nemen en zelf actief te helpen reconstrueren wat er wel of niet is verteld e n hoe de hele RID operatie in zijn werk is gegaan.
Buro Jansen & Janssen werd gevraagd om onderzoek te doen naar Brams activiteiten. Samen met Vonk zijn stukken opgevraagd bij diverse instanties en werd er met betrokkenen gesproken. Nog steeds lopen er procedures en worden bepaalde zaken uitgezocht. En Bram? Hij had wel de moed om tot twee keer toe zijn ‘vrienden’ uitleg te geven. Die uitleg was echter onbevredigend omdat hij elke keer iets anders vertelde en op ‘bekentenissen’ terug kwam.
Vervolgens bleef het stil. De uitgestoken hand van een aantal leden van Vonk, in de vorm van het verzoek om exact te vertellen wat er is gebeurd, wat hij heeft verteld en voor hoeveel, heeft Bram niet aangenomen. Terwijl mensen moeite hebben gedaan de opgelopen emotionele schade (en daarmee ook een beetje die van Bram) in de vorm van samenspraak probeerden in te perken.
Bram geeft aan zich verrader te voelen, maar ook weer niet. “Na mijn laatste contact met de RID, heb ik vermeld er niet meer mee door te willen gaan en me een verrader voel tegenover vrienden. Dat was nogal een dubbel gevoel, want ik vond me geen verrader, aangezien er geen sprake is geweest van spionage of doorspelen van info. Toch voelde het zo.”
Openbaarmaking
Er zijn uiteraard ook gedegen politieke argumenten ingezet: een actieve groep wil immers graag weten ‘wat er mis is gegaan’, en graag leren van de ‘misstap’ van iemand die dan wel misschien geen ‘kernlid’ was, maar zeker een goede vriend. De beslissing van Vonk en Jansen & Janssen om uiteindelijk met het volledige verhaal naar buiten te treden, is dan ook niet ingegeven door wrok of wraakgevoelens, maar door een zekere politieke onmacht.
De overheid vliegt lelijk uit de bocht met de infiltratie van Vonk, en de gewezen informant geeft niet langer thuis. Een groep als Vonk rest vervolgens weinig anders dan de openbaarheid te zoeken. Omdat Bram verdere medewerking heeft geweigerd is het van belang dat dit verhaal niet alleen in Bergen op Zoom, maar ook in de rest van het land bekend wordt gemaakt. Hij heeft immers als muzikant vele kraakpanden en alternatieve podia bezocht, waarbij onbekend is of hij daar ook gesprekken is aangegaan uit oogpunt van informatievergaring
Los van de rol van Bram B. roept zijn functie als informant ook vragen op over controle en toezicht op een dienst als de RID en haar baas de AIVD. Vonk, die inmiddels is opgeheven, was een open actiegroep. Op geen enkel moment in haar bestaan, zowel onder de namen ‘Comité geen fascisten in onze stad’, ‘Comite Artikel 1’ en Vonk vormde zij een bedreiging voor de rechtsorde of de democratie.
De jongerengroep verzette zich met open vizier tegen extreem-rechts. Zij ging het debat aan met de burgemeester, maakte deel uit van de Jeugdraad van de stad, kondigde haar acties en demonstraties openlijk aan, nam deel aan het politieke debat en de gemeenteraadsverkiezing, liet de politie binnen na de kraak van de Vips, toonde op verzoek legitimatiebewijzen en bezocht het politiebureau om nader uitleg te geven over hun activiteiten.
Hoeveel intimidatie moet je als jongere accepteren? En hoeveel intimidatie van de overheid is geoorloofd om mensen hun deelname aan het maatschappelijk proces te frustreren? Zicht hebben op mensen die mogelijk in de fout kunnen gaan, was dat de reden van deze inlichtingenoperatie? Is dat niet een open-einde opdracht die infiltratie in elke organisatie mogelijk maakt? Want per slot van rekening kan een ieder altijd een keer een fout begaan.
Verontrustend
Misschien nog het meest verontrustend aan dit verhaal is dat er binnen het gehele apparaat van politie- en inlichtingendienst er blijkbaar niemand is geweest die zich af heeft gevraagd waar men zich mee bezig hield. Een overheidsapparaat dat alleen maar ja-knikkers in haar gelederen toelaat, zal niet alleen gemaakte fouten blijven maskeren, maar ook geen grenzen aan zichzelf durven stellen. Infiltratie, intimidatie en stigmatisering van mensen die politiek actief zijn vanuit een kritische blik op de samenleving, worden op die manier eerder regel dan uitzondering.
Verontrustend in politieke zin is ook de kennelijke verwarring bij RID of AIVD over extreem-rechts en radikaal-links. In recente jaarverslagen mogen beiden op aandacht van de inlichtingendienst rekenen: voor extreem-rechts omdat er vuurwapens en geweldsdelicten niet worden geschuwd (maken onderdeel uit van de aangehangen ideologie, dus op zich niet zo verbazingwekkend), voor radikaal-links omdat… men steeds vaker een beroep doet op de Wob en omdat men de samenwerking zoekt met het ‘gewone publiek’, zoals bij de succesvolle ‘Laat ze niet lopen’ protesten.
De gang van zaken in Bergen op Zoom laat zien dat RID, politie en gemeente zich niet alleen deels op informatie van extreem-rechts baseren om ‘links’ te intimideren, maar uiteindelijk zelfs de NVU in de kaart spelen. Deze groepering hangt al jaren de zogenaamde ‘legale lijn’ binnen extreem-rechts aan, waar een geaccepteerde, legale ‘front-store’ met nette demonstraties en verkiezingsdeelname ruimte moet bieden voor het (illegale) radicale werk: geweld, verspreiding van rassenhaat, enz.
Voor de NVU is iedere demonstratie die niet verboden wordt een succes, Niet omdat men daarmee denkt de bevolking achter zich te kunnen krijgen, maar omdat naar positie binnen het extreem-rechtse circuit wordt bevestigd. Doordat een compleet overheidsapparaat (gemeente, politie, RID, AIVD) bergen werk verzet voor het vroegtijdig criminaliseren van een jongerengroep als Vonk, die juist burgerlijk protest en maatschappelijke inzet verkoos, is de NVU voorlopig de lachende derde.