In Observant 52 staat het eerste deel van de tragiek van de openbaarheid in Nederland (oud en nieuw in de bak). Op 6 februari 2009 deed Buro Jansen & Janssen een informatieverzoek bij de regiopolitie Zaanstreek-Waterland. Op 6 maart 2009 werd dit verzoek in zijn geheel afgewezen. Op 3 april 2009 is bezwaar aangetekend tegen dit besluit. Zes maanden later is er nog geen besluit genomen. Ondertussen zijn de verdachten voor de rechter geleid. De rechter vond dat de demonstranten schuldig waren aan het betreden van een verboden terrein, maar zij kregen geen straf opgelegd, waardoor er voor de verdachten geen mogelijkheid tot beroep bestaat. De rechter kwam tot het oordeel op basis van een getuigenverklaring. De klacht van de demonstranten is nog steeds niet behandeld noch door de politie Zaanstreek Waterland noch door de Nationale Ombudsman. U heeft een andere mening dus u bent schuldig lijkt het credo te zijn. Hieronder het verhaal van de chauffeur van de bus waarin de demonstranten reisden en demonstrant nummer 9.
Op 31 december 2007 ben ik als chauffeur van een touringcar met een groep mensen naar de gevangenis in Zaandam gereden. Daar worden illegale migranten vastgehouden en Nederlanders die gebruik maken van hun zwijgrecht en hun naam niet willen zeggen. Deze Nederlanders worden al lange tijd in vreemdelingenbewaring gehouden.
We kwamen daar aan het begin van de middag aan. Mensen stapten uit en begonnen met fluitjes, vuurwerk (het was 31 december) en toeters contact te maken met mensen die binnen zaten. Na ongeveer een kwartier kwam iedereen weer terug naar de bus om naar een volgende gevangenis te gaan.
Net toen iedereen in de bus zat, werd deze klem gereden door een politieauto. Ik werd als chauffeur apart genomen en moest mijn rijbewijs en de papieren van de buslaten zien. De rest van de mensen mocht de bus niet meer verlaten. Dit was om 13.00 uur.
Mij werd gezegd dat ik met de bus mee moest rijden. Er zou een politieauto voor en een achter de bus blijven rijden. Dit gebeurde ook. De hele optocht ging naar het politiebureau in Zaandijk. Daar werd de bus achter de hekken van het bureau gezet en werd de mensen gesommeerd om uit de bus te stappen om zich te legitimeren. Dit werd geweigerd met beroep op het zwijgrecht. Toen werd gezegd dat iedereen individueel uit de bus gehaald zou worden.
Ook ik moest uitstappen en werd meegenomen voor verhoor. Ik kon niet veel vertellen omdat ik bij de bus gebleven was. Omdat mijn identiteit bekend was en ik verder niets bijzonders gedaan had – er was zover ik wist ook niets bijzonders gebeurd – ging ik er vanuit dat ik weer verder kon. Maar na het verhoor bleek dat ik werd aangehouden omdat ik gelegenheid had gegeven tot het uitvoeren van een strafbaar feit. Ik heb hier ernstig bezwaar tegen gemaakt omdat er zover ik wist geen strafbare feiten waren begaan en ik daar dus ook geen gelegenheid voor kon hebben gegeven. Mij werd gezegd dat een rechter dat later wel vast zou stellen, maar dat ik voorlopig werd vastgezet. Als het onterecht zou zijn kon ik schadevergoeding vragen. Dit is een vreemde motivatie voor een aanhouding. Ik werd naar de buiten-luchtplaats gebracht. Daar bleek de rest van de groep ook heengebracht te zijn. Dit was om 14.00 uur.
Zij waren allen gefotografeerd en gefouilleerd. Daarbij waren alle losse spullen ingenomen inclusief hun jassen. Het was 31 december en de buitentemperatuur was om het vriespunt. Ook regende het en de luchtplaats was slechts voor een klein deel overdekt.
Als dit voor een korte periode is, zou het verklaarbaar zijn wegens de grootte van de groep. Maar we hebben ruim 6 uur daar gestaan. Er is niet gezorgd voor eten en drinken. Ook werden de jassen geweigerd. Alles leek alleen bedoeld om mensen extra ongemak te bezorgen. Op kloppen of bellen werd, na het binnen brengen van de laatste persoon, niet meer gereageerd. Gelegenheid tot toiletbezoek werd niet gegeven. Eten en drinken werd niet verstrekt. Ik heb waargenomen dat mensen veel last hadden van de kou. Omdat er niet naar ons werd omgekeken moesten mannen en vrouwen hun behoefte doen bij een regenputje op de luchtplaats in het zicht van een camera. Dit is erg vernederend. Dit bleef zo tot mensen werden overgebracht naar een cel, zes uur later.
Aan het eind van de middag werd iedereen gezegd dat we voor maximaal drie dagen zouden worden vastgehouden. Omdat toen voor de eerste keer contact was met bewakers buiten de deur, kon er om drinken gevraagd worden. Er werden mensen getransporteerd. Toen al enkele mensen weg waren werd er voor de eerste keer deze middag een plastik bekertje koffie gebracht. Mensen werden in groepjes van vijf afgevoerd. Ik werd op bureau Zaandijk alleen in een cel gezet. Het was toen al het begin van de avond. Er werd daar een maaltijd uitgereikt.
Enkele uren later moest ik deze cel verlaten en werd ik alsnog naar Schiphol gebracht. Daar kwam ik weer enkele anderen van de groep tegen. Wij zaten met 4 man in een wachtcel. Het bleek dat zij nog steeds geen eten hadden gekregen. Er werd alleen water verstrekt. Het was nu ongeveer 24.00 uur. Dit konden we opmaken uit de geluiden buiten de cel. Het was Nieuwjaar. Na een paar uur werden we om beurten opgehaald. Er werden vingerafdrukken en foto’s gemaakt en daarna moest ik mij volledig uitkleden en driemaal door de knieën gaan voor controle. Ik heb daar bezwaar tegen gemaakt. Ik vond dit ongepast bij het feit waarvoor ik was aangehouden en een ernstige aantasting van mijn lichamelijke integriteit.
Vervolgens werd iedereen alleen in een cel ingesloten. Op mijn vraag om iets te lezen te krijgen werd gezegd dat dit niet kon omdat we in opdracht van justitie in beperking gehouden werden en dus niets te lezen mochten krijgen. Er was in de cel wel een televisie. Wat de reden was voor deze beperking werd niet duidelijk.
Aan het eind van de dag werd mij gemeld dat mensen mij spullen wilde brengen. Deze kon ik alleen krijgen als ik eerder een formulier had ingevuld. Mij was echter nooit vertelt dat dit had moeten gebeuren. En na vijven waren deze formulieren niet meer beschikbaar. Later werd mij gemeld dat het mij, door de beperking waarin wij zaten in opdracht van justitie, niet toegestaan was spullen van buiten (schone kleding, boeken e.d.) te krijgen. Ook de reden van deze beperking is mij niet duidelijk gemaakt.
De volgende dag, dinsdag 1 januari 2008, werd ik in de loop van de ochtend een half uur gelucht in een buitenkooi. We waren daar met z’n tweeën. ‘s Middags gebeurde dit nog een keer voor een half uur. Verder gebeurde er niets. ‘s Avonds om ongeveer 20.00 uur was er een gesprek met de advocaat. Deze ging er, omdat er verder niets gebeurde, van uit dat we de volgende dag zouden worden vrijgelaten. Een vriendin vertelde mij later dat zij op deze dag contact met de politie had gehad. Toen was al gezegd dat ik niet meer verhoord zou worden, mijn ID bekend was en dat ik daarom vrijgelaten zou worden. Waarom dit dan toch pas twee dagen later gebeurde is niet duidelijk.
Op woensdag 2 januari 2008 werd ik ‘s morgens niet meer gelucht. Op mijn vraag waarom niet, werd gezegd dat we in opdracht van justitie nog maar een keer per dag 1 uur gelucht werden. Toen ik ‘s middags aan de beurt was bleek ook dat ik alleen gelucht werd. Een reden voor deze verdere beperking werd niet gegeven.
Op donderdag werd er niet gelucht maar werd in de loop van de ochtend gezegd dat ik de cel moest verlaten omdat we vrijgelaten zouden worden. Ondanks deze mededeling vond een bewaker het nodig om ons zeer agressief toe te spreken. We mochten tijdens het lopen naar de uitgang niet met anderen spreken. Zelfs het gedag zeggen van iemand die ons gedag zei op de gang was al teveel.
Omdat de bus nog in Zaandijk stond en ik de chauffeur was, zou ik door de politie daarheen gebracht worden. Op weg daarheen volgden we een arrestantenbus. Daarin bevonden zich anderen die ook vrijgelaten zouden worden. Om onduidelijke reden werd een aantal van hen ergens op Schiphol uit de auto gezet. Een aantal anderen werd een stuk recreatie gebied ‘t Twiske ingereden en daar uit de auto gezet. Zonder verder commentaar werd ik bij de bus afgezet. Waarvoor ik 3 dagen heb vastgezeten is nog steeds niet duidelijk.
Mijn klacht bestaat uit de volgende punten:
– Ik ben zonder duidelijke reden aangehouden.
– Na de aanhouding zonder verzorging (drinken, toilet), in de winter (0 graden, regen) 6 uur in een open luchtkooi buiten vastgehouden.
– Bij insluiten is een lichamelijk onderzoek gedaan. Ik ben in mijn lichamelijke integriteit aangetast.
– Zonder duidelijke reden 3 dagen in extra beperking vastgehouden.
Het lijkt erop dat de politie zelf mij een straf heeft opgelegd, zonder dat er een rechter aan te pas is gekomen. Dit is mij bij aanhouding ook zo door de hulpofficier gezegd. We houden je voor maximaal drie dagen vast en horen dan wel van de rechter of dit had gemogen. Maar als je na drie dagen zonder commentaar buiten wordt gezet, gaat een rechter daar nooit over besluiten. Hierdoor ben ik in mijn rechtsgevoel aangetast. Ook de verdere behandeling (geen eten, kou, beperking) lijkt erg op pesten. Dit zou je van politie en justitie niet verwachten. Zeker niet tegen mensen die gebruik maken van hun vrijheid van meningsuiting en demonstratievrijheid.