De Universiteit van Leiden en etnisch profileren
Het onderkennen en benoemen van discriminatie ligt gevoelig in Nederland, zeker in relatie tot de politie. Deze gevoeligheid laat ook de wetenschap niet onberoerd. Dit werd de afgelopen jaren zichtbaar tijdens de positionering van de Universiteit van Leiden in het debat over etnisch profileren in Nederland.
Etnisch profileren was lange tijd een non-issue in Nederland maar kwam eind 2013 nadrukkelijk in de politieke en publieke belangstelling te staan. Dit naar aanleiding van een rapport van Amnesty International en voortdurende berichtgeving over discriminatie en geweld door de politie in Den Haag. Er bestaan verschillende definities van etnisch profileren maar in het algemeen wordt eronder verstaan: wanneer de politie iemand staande houdt of controleert, (mede) vanwege zijn etnische achtergrond, zonder dat hier een objectieve rechtvaardiging voor bestaat.
In de Tweede Kamer en de Haagse gemeenteraad werd om een wetenschappelijk onderzoek naar etnisch profileren gevraagd om meer inzicht te verkrijgen in het plaatsvinden ervan. De Universiteit van Leiden (UvL) kwam hierbij al snel in beeld en publiceerde in juni 2014 een rapport. (Etnisch profileren in Den Haag? Een verkennend onderzoek naar opvattingen en beslissingen op straat)
In dit artikel wordt ingegaan op de rol van de UvL in het debat over etnisch profileren. Met name die van professor Joanne van der Leun en assistent-professor Maartje van der Woude die beide werkzaam zijn aan het Instituut Voor Strafrecht & Criminologie op Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de UvL.
artikel als pdf
wetenschappelijk onderzoek politiediscriminatie
wetenschappers in dienst van de overheid
professoren als spreekbuis van de politie (kort)